Stcrt. 2003, 211, datum inwerkingtreding 01-11-2003, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-12-2002.
1 De telewerkvoorzieningen, bedoeld in artikel 6, onderdelen a tot en met h, worden
aan de betrokkene, als bedoeld in artikel 2, onderdeel a, ter beschikking gesteld,
verstrekt of vergoed voorzover deze voorzieningen voor betrokkene noodzakelijk zijn
om te kunnen telewerken.
2 Indien voor het telewerken gebruik wordt gemaakt van een eigen computer kan aan betrokkene
een onbelaste vergoeding van € 25 (f 55,09) per maand worden verleend. Het bevoegd
gezag kan deze vergoeding verlagen indien betrokkene van het bevoegd gezag een bijdrage
in de aanschafkosten van de computer heeft ontvangen.
3 De vergoeding, als bedoeld in artikel 6, onderdeel h, bedraagt voor betrokkene, als
bedoeld in artikel 2, onderdeel a, € 64,03 bruto per maand.
4 Het in het derde lid genoemde bedrag wordt aangepast overeenkomstig een algemene wijziging
van het salaris van het burgerlijk rijkspersoneel met ingang van de dag waarop de
salariswijziging van kracht wordt.
5 Onze Minister kan ten aanzien van de vergoeding, bedoeld in het derde lid, afwijkende
regels vaststellen.