U bent nu hier: Wettenbank
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving
Zoals belastingen, uitkeringen en subsidies.
Officiële publicaties van de overheid.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
[Regeling vervallen per 25-11-2016.]Geraadpleegd op 11-12-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 14-02-2005 en zichtdatum 03-12-2024. Geldend van 26-10-2001 t/m 24-11-2016
Regeling Regionaal Historisch Centrum 'Groninger Archieven'
De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen;
Gelet op artikel 97 van de Wet gemeenschappelijke regelingen;
Handelende in overeenstemming met het gevoelen van de Raad van Ministers,
Besluit:
[Regeling vervallen per 25-11-2016]
Het Rijk neemt deel aan de gemeenschappelijke regeling waarbij een rechtspersoonlijkheid bezittend openbaar lichaam, genaamd `Groninger Archieven' wordt ingesteld en die als bijlage bij dit besluit is gevoegd.
De uit de gemeenschappelijke regeling voortvloeiende kosten worden door de minister en het bestuur van de gemeenten gedragen volgens de verdeling Rijk f 5.000.000,-, gemeente Groningen f 3.150.000,-.
Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.
Staatssecretaris
F. van der Ploeg
28 maart 2001/DCE/01/1720
De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, dr. F. van der Ploeg;
De raad en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Groningen;
Gelet op de artikelen 96 en 97 van de Wet gemeenschappelijke regelingen,
Besluiten:
tot het treffen van de navolgende gemeenschappelijke regeling tot de instelling van een openbaar lichaam dat de archiefbescheiden en collecties, die berusten in de gemeentelijke archiefbewaarplaats van de gemeente Groningen en in de rijksarchiefbewaarplaats in de provincie Groningen, beheert.
In deze gemeenschappelijke regeling wordt verstaan onder:
de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen;
de gemeente Groningen;
archiefbescheiden als bedoeld in artikel 1, onderdeel c, van de Archiefwet 1995.
1 Er is een openbaar lichaam, Regionaal Historisch Centrum `Groninger Archieven', dat gevestigd is in Groningen.
2 Het Regionaal Historisch Centrum `Groninger Archieven' is ingesteld met het doel de belangen van de minister en de gemeente bij alle aangelegenheden betreffende de archiefbescheiden, collecties, individuele documenten, schilderijen en dergelijke die berusten in de rijksarchiefbewaarplaats in de provincie Groningen en in de gemeentelijke archiefbewaarplaats van Groningen in gezamenlijkheid te behartigen.
3 Aan het Regionaal Historisch Centrum `Groninger Archieven' zijn daartoe de navolgende werkzaamheden, taken en bevoegdheden van de minister en de gemeente opgedragen:
a. de beheerstaken, te onderscheiden in het behouden, bewerken en benutten van de archiefbescheiden, collecties, individuele documenten, schilderijen etc. die berusten in de in het tweede lid genoemde archiefbewaarplaatsen;
b. de taken en bevoegdheden, bedoeld in de artikelen 15, derde lid, 16, tweede lid, 17, 18, 20, 26, tweede lid, 31 en 32 van de Archiefwet 1995;
c. het adviseren en het doen van voorstellen aan de minister en de gemeente over de taken en bevoegdheden, die door de minister of de gemeente worden uitgevoerd ingevolge de artikelen 5, 6, 7, 8, 12, 13, 15, eerste en tweede lid, 30 en 32, tweede lid, van de Archiefwet 1995;
d. het verrichten van door de minister of de gemeente opgedragen andere taken die verband houden met de behartiging van de belangen, bedoeld in het tweede lid.
4 Het Regionaal Historisch Centrum `Groninger Archieven' voert bij de behartiging van de belangen, bedoeld in het tweede lid, het archiefbeleid van de minister en de gemeente mede uit.
5 De minister en de gemeente kunnen met het Regionaal Historisch Centrum `Groninger Archieven' afspraken maken over de wijze waarop invulling wordt gegeven aan de in het derde lid genoemde taken en bevoegdheden.
6 De minister en de gemeente kunnen gezamenlijk algemene aanwijzingen geven omtrent de wijze waarop het Regionaal Historisch Centrum `Groninger Archieven' de belangen, bedoeld in het tweede lid, behartigt.
7 De minister en de raad van de gemeente dragen er zorg voor dat het openbaar lichaam te allen tijde over voldoende middelen beschikt om aan zijn verplichtingen te voldoen. Dit met inachtneming van artikel 17, vijfde lid.
Het Regionaal Historisch Centrum `Groninger Archieven' brengt de kosten, bedoeld in de artikelen 14 en 18, zesde lid, van de Archiefwet 1995 in rekening volgens de regels die het bestuur ingevolge artikel 19 van de Archiefwet 1995 daaromtrent vaststelt.
1 Het algemeen bestuur bestaat uit 4 leden.
2 De minister wijst 2 leden aan.
3 De raad van de gemeente wijst uit zijn midden, de voorzitter inbegrepen, 2 leden aan.
4 Het lidmaatschap van het algemeen bestuur eindigt op het tijdstip waarop de zittingsperiode van de gemeenteraad afloopt.
5 Het lidmaatschap van de leden die door de raad van de gemeente zijn aangewezen, eindigt tevens bij beëindiging van het lidmaatschap van de raad of het college van B&W waaruit het lid is aangewezen.
6 Een persoon waarvan het lidmaatschap ingevolge het vierde lid is geëindigd, kan opnieuw worden aangewezen.
7 De raad van de gemeente beslist uiterlijk in de tweede vergadering van elke zittingsperiode van de raad over de aanwijzing, bedoeld in het derde lid.
8 Indien tussentijds een zetel van een lid van het algemeen bestuur vacant komt, wijzen de raad of de minister zo spoedig mogelijk een nieuw lid aan.
9 Een lid van het algemeen bestuur dat zijn lidmaatschap ter beschikking heeft gesteld, blijft in functie totdat een nieuw lid is aangewezen.
10 Bij het bestaan van één of meer vacatures blijven de resterende bestuursleden bevoegd besluiten te nemen.
1 Het voorzitterschap van het algemeen bestuur wordt bij toerbeurt voor een periode van twee jaar vervuld door een door de gemeente aangewezen lid, onderscheidenlijk door een daartoe door de minister aangewezen lid, volgens een door het algemeen bestuur vastgesteld rooster.
2 Het algemeen bestuur regelt de vervanging van de voorzitter.
1 Aan het algemeen bestuur behoren ter uitvoering van de aan het Regionaal Historisch Centrum `Groninger Archieven' toegekende taak alle bevoegdheden die niet aan een ander orgaan zijn opgedragen.
2 Aan het algemeen bestuur worden de volgende taken en bevoegdheden toegekend:
a. de bevoegdheid van de raad van de gemeente om ingevolge artikel 31 van de Archiefwet 1995 de gemeentelijke archiefbewaarplaats(en) aan te wijzen;
b. de bevoegdheid van de minister om de rijksarchivaris in de provincie Groningen, bedoeld in artikel 26, tweede lid, van de Archiefwet 1995, te benoemen, te schorsen, en te ontslaan;
c. de bevoegdheid van de raad van de gemeente om ingevolge artikel 32, derde lid, van de Archiefwet 1995 de gemeentearchivaris te benoemen, te schorsen en te ontslaan.
3 Het algemeen bestuur kan de directeur, bedoeld in artikel 30, tot rijksarchivaris in de provincie Groningen en tot gemeentearchivaris van de gemeente benoemen.
4 Aan de bevoegdheid van het algemeen bestuur worden ingevolge van artikel 31 van de Wet gemeenschappelijke regelingen geen beperkende bevoegdheden opgelegd, mits het totaal van de aangegane verplichtingen binnen de goedgekeurde begroting valt. Voor het aangaan van verplichtingen door het algemeen bestuur buiten de goedgekeurde begroting, wordt vooraf toestemming gevraagd aan de raad van de gemeente en de minister, ingevolge de artikelen 19 en 20.
Het algemeen bestuur verstrekt zo spoedig mogelijk schriftelijk aan de raad van de gemeente, aan het college van burgemeester en wethouders en aan de minister de door hen gevraagde inlichtingen.
1 Een lid van het algemeen bestuur verstrekt aan de raad van de gemeente die hem heeft aangewezen zo spoedig mogelijk doch in ieder geval binnen 45 dagen de door een of meer leden van die raad in een vergadering van de raad of schriftelijk aan dat lid gevraagde inlichtingen.
2 Een lid van het algemeen bestuur verstrekt aan de minister die hem heeft aangewezen zo spoedig mogelijk doch in ieder geval binnen 45 dagen de door de minister gevraagde inlichtingen.
De minister en de raad van de gemeente kunnen een door hen aangewezen lid van het algemeen bestuur dat hun vertrouwen niet meer geniet, ontslag verlenen.
1 Het dagelijks bestuur bestaat uit de voorzitter van het algemeen bestuur, en de leden van het algemeen bestuur.
2 Het lidmaatschap van het dagelijks bestuur eindigt zodra men ophoudt lid te zijn van het algemeen bestuur.
3 Artikel 4, negende en tiende lid is van overeenkomstige toepassing.
Het dagelijks bestuur vergadert zo dikwijls als één of meer leden van het dagelijks bestuur dit nodig oordelen.
Het dagelijks bestuur stelt regels voor zijn vergaderingen vast.
Het dagelijks bestuur is in ieder geval belast met:
a. de zorg voor de uitvoering van de aan het openbaar lichaam opgedragen bevoegdheden en taken, zoals genoemd in artikel 2, voorzover die niet zijn opgedragen aan het algemeen bestuur.
b. het voorbereiden, voorzover dit niet aan anderen is opgedragen van al hetgeen in het algemeen bestuur ter overweging moet worden gebracht;
c. het uitvoeren van de besluiten van het algemeen bestuur, voorzover dit niet aan anderen is opgedragen;
d. het beheer van de activa en passiva van het Regionaal Historisch Centrum `Groninger Archieven';
e. de zorg, voorzover deze van het dagelijks bestuur afhangt voor de controle op het geldelijk beheer en de boekhouding van het Regionaal Historisch Centrum `Groninger Archieven';
f. het nemen van alle conservatoire maatregelen zowel in als buiten rechte en het doen van alles wat nodig is ter voorkoming van verjaring van recht of bezit.
(vervalt)
1 De voorzitter is belast met de leiding van de vergaderingen van het algemeen bestuur en van het dagelijks bestuur.
2 De voorzitter is belast met de uitvoering van de besluiten van het dagelijks bestuur.
3 De voorzitter tekent de stukken die van het algemeen bestuur of het dagelijks bestuur uitgaan, tenzij hij aan de directeur het tekenen van bepaalde stukken heeft opgedragen.
4 De voorzitter vertegenwoordigt het Regionaal Historisch Centrum `Groninger Archieven' in en buiten rechte. De vertegenwoordiging kan hij opdragen aan een door hem aan te wijzen gevolmachtigde.
1 Het algemeen bestuur kan besluiten dat de leden van het algemeen of dagelijks bestuur, voorzover zij niet de functie vervullen van burgemeester of wethouder van de gemeente, of als ambtenaar in rijks- of gemeentedienst werkzaam zijn, een vergoeding ontvangen voor hun werkzaamheden ten behoeve van Regionaal Historisch Centrum `Groninger Archieven'.
2 De leden van de besturen, bedoeld in het eerste lid, ontvangen een tegemoetkoming in de kosten, waartoe worden gerekend reis- en verblijfkosten ten behoeve van het bijwonen van de vergaderingen van het algemeen bestuur.
3 De in de voorgaande leden bedoelde vergoeding en tegemoetkoming worden door het algemeen bestuur vastgesteld.
1 De voor de uitvoering van deze regeling ter beschikking te stellen middelen worden verschaft door de minister en de raad van de gemeente, door het verstrekken van jaarlijkse bijdragen, op basis van een goedgekeurde begroting. De jaarlijkse structurele bijdragen van de partners zijn bepaald op f 3.150.000,- voor de gemeente Groningen en f 5.000.000,- voor het Rijk.
2 Bij de start van het Regionaal Historisch Centrum `Groninger Archieven' en voor de uitvoering van deze regeling kunnen door de verschillende partners vermogensbestanddelen worden ingebracht waarover nadere afspraken gemaakt worden.
3 De minister en de raad van de gemeente kunnen gezamenlijk de te verstrekken bijdragen wijzigen in relatie tot de taken van het Regionaal Historisch Centrum `Groninger Archieven'.
4 De huurovereenkomsten binnen de Staat (Rijksarchiefdienst-Rijksgebouwendienst) en tussen de Staat en de gemeente Groningen zullen met ingang van de start van het Regionaal Historisch Centrum `Groninger Archieven' worden omgezet in een huurovereenkomst tussen de Rijksgebouwendienst en het Regionaal Historisch Centrum `Groninger Archieven'. Voorzover mogelijk worden de voorwaarden uit de aanvankelijke huurovereenkomsten gerespecteerd en overgenomen in de vervangende huurovereenkomst.
5 Indien de minister of de gemeente een andere taak opdragen als bedoeld in artikel 2, derde lid, onderdeel d, waarvan de kosten niet zijn op te vangen in de begroting, wordt daarvoor door de opdrachtgever in aanvulling op de jaarlijkse bijdrage een tevoren overeengekomen vergoeding betaald.
1 Het dagelijks bestuur stelt eenmaal per vier jaar een vierjarig beleidsplan en een meerjarenbegroting op.
2 Een periode van vier jaren als bedoeld in het eerste lid valt samen met de periode van een cultuurnota als bedoeld in artikel 3 van de Wet op het specifiek cultuurbeleid.
3 Het dagelijks bestuur zendt het ontwerpbeleidsplan en de ontwerpmeerjarenbegroting aan het algemeen bestuur. Het algemeen bestuur stelt ze vast. Dertien maanden voorafgaand aan de periode waarop het beleidsplan en de meerjarenbegroting betrekking hebben, worden deze toegezonden aan de minister en de raad van de gemeente.
4 De minister en de gemeente maken, binnen twee maanden na ontvangst van de in het derde lid genoemde stukken, gezamenlijk afspraken met het Regionaal Historisch Centrum `Groninger Archieven' over te behalen resultaten voor de komende vier jaren.
1 Het dagelijks bestuur stelt jaarlijks vóór 1 mei een ontwerpbegroting en een toelichting op voor het volgende kalenderjaar, een en ander met inachtneming van het archiefbeleid, bedoeld in artikel 2, vierde lid, de algemene aanwijzingen, bedoeld in artikel 2, vijfde lid en met inachtneming van de afspraken, bedoeld in artikel 18, vierde lid.
2 In de toelichting worden de aard en de omvang van de voorgenomen activiteiten beschreven. Daarbij wordt aangegeven welke belangen en resultaten het Regionaal Historisch Centrum `Groninger Archieven' met de activiteiten nastreeft, op welke wijze de activiteiten zullen worden uitgevoerd en voor welke doelgroepen zij zijn bestemd.
3 De begroting geeft inzicht in de baten en lasten van de activiteiten van dat jaar. De begroting is voorzien van een postgewijze toelichting.
4 Het dagelijks bestuur zendt de ontwerpbegroting met toelichting onverwijld toe aan het algemeen bestuur, de raad van de gemeente en de minister.
5 De ontwerpbegroting met toelichting worden door de zorg van de gemeente en de minister voor een ieder ter inzage gelegd en, tegen betaling van kosten, algemeen verkrijgbaar gesteld.
6 De raad van de gemeente en de minister kunnen het dagelijks bestuur voor 1 juni van hun gevoelen omtrent de ontwerpbegroting en toelichting doen blijken.
7 Het algemeen bestuur stelt de begroting met toelichting vast uiterlijk 1 juli van het jaar, voorafgaande aan dat waarvoor de begroting moet dienen.
8 Terstond na de vaststelling wordt aan de raad van de gemeente en de minister de begroting ter goedkeuring toegezonden.
Met betrekking tot wijzigingen van de begroting is artikel 19 voor zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing.
1 De gemeente en de minister voldoen de verschuldigde bijdrage bij wijze van voorschot in twaalf maandelijkse termijnen.
2 In afwijking van het eerste lid kunnen de gemeente en de minister de bijdragen bij wijze van voorschot voldoen in door hen nader te bepalen termijnen.
1 Het algemeen bestuur brengt jaarlijks aan de minister en de raad van de gemeente voor 1 april een financieel verslag uit, dat vergezeld gaat van een verklaring omtrent de getrouwheid en de rechtmatigheid, afgegeven door een accountant als bedoeld in artikel 393 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek.
2 Het algemeen bestuur draagt er zorg voor dat medewerking wordt verleend aan door of namens de accountant van de gemeente of de accountant van de minister in te stellen onderzoeken naar de door de accountant, bedoeld in het eerste lid, verrichte (controle)werkzaamheden.
3 Het algemeen bestuur brengt jaarlijks een verslag aan de minister en de raad van de gemeente uit van de werkzaamheden, het gevoerde beleid in het algemeen en de doelmatigheid en doeltreffendheid van zijn werkzaamheden en werkwijze in het bijzonder in het afgelopen kalenderjaar.
4 Het algemeen bestuur stelt de in het eerste en derde lid bedoelde stukken algemeen verkrijgbaar.
1 Een batig saldo kan worden bestemd voor vorming van of toevoeging aan de reserve. De hoogte van deze reserve wordt bepaald door het algemeen bestuur, gehoord de raad van de gemeente en de minister. Voorzover een batig saldo niet wordt aangewend voor de reserve wordt het saldo naar rato van de jaarlijkse bijdrage uitgekeerd aan de gemeente en de minister.
2 De reserve in enig jaar bedraagt niet meer dan tien procent van de gezamenlijke bijdragen van de minister en de gemeente van dat jaar tenzij de minister en de raad van de gemeente gezamenlijk een ander percentage vaststellen.
Na ontvangst van het financieel verslag en het jaarverslag stellen de minister en de raad van de gemeente de definitieve bijdragen vast. Zij delen dit mede aan het Regionaal Historisch Centrum `Groninger Archieven'.
1 Het algemeen bestuur stelt regels vast met betrekking tot de organisatie van de financiële administratie en van het kasbeheer en de boekhouding van het Regionaal Historisch Centrum `Groninger Archieven'. Deze regels behoeven de goedkeuring van de minister en de gemeente.
2 Bij deze regels wordt bepaald welke ambtenaren van het Regionaal Historisch Centrum `Groninger Archieven' met het doen van ontvangsten en betalingen worden belast.
3 Het algemeen bestuur stelt regels vast met betrekking tot de controle op de financiële administratie en het kasbeheer. Deze regels behoeven de goedkeuring van de minister en de gemeente.
De minister en de gemeente kunnen gezamenlijk nadere regels stellen over het financieel en materieel beheer, over de inrichting van de begroting, het financieel verslag, jaarverslag en aandachtspunten voor de accountantscontrole.
1 Overeenkomstig door het algemeen bestuur vast te stellen regels, die aan gedeputeerde staten worden medegedeeld, draagt het dagelijks bestuur zorg voor de archiefbescheiden van het Regionaal Historisch Centrum `Groninger Archieven'.
2 De archiefbescheiden van het Regionaal Historisch Centrum `Groninger Archieven' die op grond van de Archiefwet 1995 moeten worden overgebracht, komen te berusten in de rijksarchiefbewaarplaats in Groningen.
1 Het Regionaal Historisch Centrum `Groninger Archieven' verstrekt desgevraagd aan de minister en de gemeente de voor de uitoefening van hun taak benodigde inlichtingen. De minister en de gemeente kunnen inzage vorderen van zakelijke gegevens en bescheiden, voorzover dat voor de vervulling van hun taak redelijkerwijs nodig is.
2 Het Regionaal Historisch Centrum `Groninger Archieven' stelt de minister en de gemeente te allen tijde in de gelegenheid toezicht te houden op het bepaalde bij of krachtens de Archiefwet 1995 ten aanzien van de archiefbescheiden die berusten in de rijksarchiefbewaarplaats in Groningen en de gemeentelijke archiefbewaarplaats van Groningen.
1 De bestuursorganen van de gemeente en de minister doen het dagelijks bestuur mededeling van de bij hen in voorbereiding zijnde maatregelen en plannen die voor de behartiging van de belangen, bedoeld in artikel 2, voor het Regionaal Historisch Centrum `Groninger Archieven' van belang zijn.
2 De bestuursorganen van de gemeente en de minister kunnen, bij de in het eerste lid bedoelde mededeling, het gevoelen vragen van het dagelijks bestuur. Ook ongevraagd kan het dagelijks bestuur zijn zienswijze daaromtrent aan de gemeente of minister kenbaar maken.
1 Het algemeen bestuur beslist omtrent benoeming, schorsing en ontslag van de directeur van het Regionaal Historisch Centrum `Groninger Archieven'.
2 Het dagelijks bestuur maakt voor de benoeming van de directeur een voordracht op.
1 De directeur is belast met de uitvoering van de werkzaamheden, taken en bevoegdheden van het Regionaal Historisch Centrum `Groninger Archieven' die voortvloeien uit de behartiging van de belangen, bedoeld in artikel 2, derde lid, voorzover die uitvoering niet is opgedragen aan het algemeen bestuur, dagelijks bestuur of de voorzitter.
2 Het algemeen bestuur stelt voor de directeur een instructie vast.
3 Het dagelijks bestuur regelt de vervanging van de directeur.
1 De directeur staat het algemeen bestuur, het dagelijks bestuur en de voorzitter bij de uitoefening van hun taak terzijde. Hij is in de vergaderingen van het algemeen en dagelijks bestuur aanwezig en heeft daarin een adviserende stem.
2 Met inachtneming van artikel 15, derde lid, worden alle stukken die van het algemeen of het dagelijks bestuur uitgaan door de directeur mede ondertekend.
Het overige personeel wordt in dienst genomen, geschorst of ontslagen door het dagelijks bestuur. Het dagelijks bestuur is bevoegd deze bevoegdheden aan de directeur te mandateren.
De rechtspositieregeling van de gemeente, zoals deze thans luiden en in de toekomst na wijziging zullen luiden, is op het personeel van overeenkomstige toepassing.
1 Gedeputeerde staten ontvangen tegelijk met de leden van het algemeen en dagelijks bestuur de agenda van de vergaderingen van het algemeen en dagelijks bestuur.
2 Een door gedeputeerde staten aan te wijzen ambtenaar kan, op uitnodiging, de vergaderingen van het algemeen of dagelijks bestuur bijwonen.
In die gevallen heeft hij een adviserende stem.
Toetreding tot de regeling kan geschieden bij een daartoe strekkend gezamenlijk besluit van de raad van de gemeente, de minister en de toe te treden bestuursorganen of rechtspersoon.
1 Uittreding, in geval van drie of meer partijen, uit de regeling kan geschieden door toezending van een daartoe strekkend besluit van de raad van de gemeente of de minister.
2 Het algemeen bestuur regelt de gevolgen van de uittreding. De uittreding gaat in op de eerste dag van het jaar volgend op dat waarin door de zorg van het dagelijks bestuur de bekendmaking van de uittreding in de Nederlandse Staatscourant is geschied.
3 De kosten van uittreding komen voor rekening van de uittredende partij.
Deze regeling kan worden gewijzigd bij besluit van de raad van de gemeente en de minister gezamenlijk.
Deze regeling kan worden opgeheven bij besluit van de raad van de gemeente en de minister gezamenlijk. Het algemeen bestuur stelt een liquidatieplan op dat voorziet in de verplichting van de raad van de gemeente en de minister om alle rechten en plichten van het openbaar lichaam over de deelnemers te verdelen op een in het plan te bepalen wijze.
Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.
Deze regeling kan worden aangehaald als: Regeling Regionaal Historisch Centrum `Groninger Archieven'.
Deze regeling zal met de toelichting door de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen in de Staatscourant worden geplaatst.
voorzitter
secretaris
burgemeester
Voor een permanente link naar de door u bekeken versie, inwerkinggetreden op , kopieer één van de onderstaande links of verfijn de link in de Linktool.
Met behulp van de Linktool van LiDO is het mogelijk om een bredere link of een meer gedetailleerde link te maken.
Ga naar de Linktool
Op linkeddata.overheid.nl zijn onderstaande relaties bekend.
Er is geen andere versie beschikbaar waarmee u de huidige geselecteerde versie, inwerkinggetreden op , kan vergelijken.
Selecteer een andere versie van de regeling waarmee u de huidige versie , inwerkinggetreden op , wilt vergelijken.
Vergelijken van "Regeling Regionaal Historisch Centrum 'Groninger Archieven'", inwerkinggetreden op , met versie die inwerking is getreden op .
Doordat er een grote regeling is gekozen kan de vergelijking enkele minuten duren.
U kunt kiezen voor het toevoegen van de wetstechnische informatie aan de tekst.
U kunt kiezen in welk formaat de tekst geëxporteerd wordt.
U kunt de tekst inclusief afbeeldingen exporteren. De afbeeldingen worden dan met de tekst in een .zip-bestand geleverd
Via deze link kunt u meer informatie krijgen over de Europese richtlijn of verordening waarnaar in de tekst van de regeling verwezen wordt, inclusief de tekst daarvan. U wordt hiervoor doorgeleid naar EUR-LEX, de online databank van de Europese Unie waarin de Europese wetgeving is opgenomen.