Wet van 12 april 2001, houdende toetsing van levensbeëindiging op verzoek en hulp
bij zelfdoding en wijziging van het Wetboek van Strafrecht en van de Wet op de lijkbezorging
(Wet toetsing levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding)
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is in het Wetboek van Strafrecht een strafuitsluitingsgrond op te nemen voor de arts die met inachtneming van wettelijk
vast te leggen zorgvuldigheidseisen levensbeëindiging op verzoek toepast of hulp bij
zelfdoding verleent, en daartoe bij wet een meldings- en toetsingsprocedure vast te
stellen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal,
hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: