Regeling aanwijzing bevoegde ambtenaren collectieve watervoorzieningen en collectieve leidingnetten

[Regeling vervallen per 25-02-2005.]
[Regeling treedt (deels) in werking per 28-04-2001.]
Geraadpleegd op 30-12-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 17-05-1995 en zichtdatum 18-12-2024.
Geldend van 20-08-2003 t/m 24-02-2005

Regeling aanwijzing bevoegde ambtenaren collectieve watervoorzieningen en collectieve leidingnetten

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

Handelende in overeenstemming met de Minister van Economische Zaken;

Gelet op de artikelen 15b en 15f van de Waterleidingwet;

Besluit:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 25-02-2005]

Als ambtenaren ten aanzien van wie, in geval van levering van leidingwater door een collectieve watervoorziening of een collectief leidingnet, het ten aanzien van de inspecteur in de artikelen 5, eerste en tweede lid, 6, 7, 8 en 14 van de Waterleidingwet bepaalde van toepassing is, worden aangewezen:

  • 1. de toezichthoudende ambtenaren van het Staatstoezicht op de Mijnen, voor collectieve watervoorzieningen die aanwezig zijn op een mijnbouwinstallatie, aangewezen krachtens de Mijnbouwwet;

  • 2. de Hoofdinspecteur en regionale inspecteurs van de Volksgezondheid, belast met het toezicht op de hygiëne van het milieu, en de onder hun bevelen werkzame ambtenaren, met uitzondering van hen die meer in het bijzonder administratieve werkzaamheden uitoefenen, voor alle overige collectieve watervoorzieningen en collectieve leidingnetten.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 25-02-2005]

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 25-02-2005]

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling aanwijzing bevoegde ambtenaren collectieve watervoorzieningen en collectieve leidingnetten.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

`s-Gravenhage, 20 april 2001

De

Minister

van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

J.P. Pronk