Besluit van 26 april 2001, houdende vaststelling van het Warenwetbesluit Koffie- en
cichorei-extracten
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 18 december
2000, kenmerk GZB/VVB 2131294, gedaan in overeenstemming met Onze Minister van Economische
Zaken en de Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij;
Gelet op Richtlijn nr. 1999/4/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 februari 1999 inzake extracten van koffie
en extracten van cichorei (PbEG L 66), alsmede op de artikelen 1, vierde lid, 4, eerste lid, 8 onder a, b en c, 12, 13 en 14 van de Warenwet;
De Raad van State gehoord (advies van 27 februari 2001, no.W13.00.0606/III);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van
20 april 2001, GZB/VVB 2173710, uitgebracht in overeenstemming met Onze Minister van
Economische Zaken en de Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij;
Hebben goedgevonden en verstaan: