1 In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
beroepsonderwijs: beroepsopleiding als bedoeld in artikel 7.2.2 van de Wet educatie en beroepsonderwijs, voorzover het betreft de beroepsopleidende leerweg,
bovenbouw:
-
a. voor havo: het vierde en vijfde leerjaar, en de daarmee overeenkomende leerjaren opleiding
vavo,
-
b. voor vwo: het vierde, vijfde en zesde leerjaar, en de daarmee overeenkomende leerjaren
opleiding vavo, of
-
c. een- of tweejarige opleiding vavo die opleidt tot het diploma vwo of havo,
deelnemer: degene die beroepsonderwijs volgt,
deelnemer vavo: degene die vavo volgt als bedoeld in de artikelen 2.6, tweede lid, en 2.10,
gecorrigeerde belastbare loon: belastbare loon als bedoeld in artikel 9 van de Wet op de loonbelasting 1964, verminderd met het hoogste van de uit de toepassing van de volgende onderdelen voortvloeiende
bedragen:
-
a. bij dat loon uit tegenwoordige dienstbetrekking: 12% van dat loon, maar niet minder
dan € 119,– en niet meer dan € 1 605,–,
-
b. bij dat loon uit vroegere dienstbetrekking: € 487,–,
gecorrigeerde verzamelinkomen: verzamelinkomen als bedoeld in artikel 2.18 van de Wet inkomstenbelasting 2001 verminderd met:
-
a. indien in het kalenderjaar waarover het verzamelinkomen wordt berekend, de zelfstandigenaftrek,
bedoeld in artikel 3.76 van de Wet inkomstenbelasting 2001, is toegepast: € 1 355,–,
-
b. indien in het kalenderjaar waarover het verzamelinkomen wordt berekend, loon in de
zin van de Wet inkomstenbelasting 2001 wordt genoten: het hoogste van de uit de toepassing van de volgende onderdelen voortvloeiende
bedragen:
-
1°. bij dat loon uit tegenwoordige dienstbetrekking: 12% van dat loon, maar niet minder
dan € 119,– en niet meer dan €1 605,–,
-
2°. bij dat loon uit vroegere dienstbetrekking: € 487,-,
havo: hoger algemeen voortgezet onderwijs als bedoeld in artikel 8 van de WVO,
IB-Groep: Informatie Beheer Groep, genoemd in de Wet verzelfstandiging Informatiseringsbank,
leerling: scholier, deelnemer of deelnemer vavo,
lening: rentedragende lening die niet kan worden omgezet in een gift,
onderwijsbijdrage:
-
a. lesgeld als bedoeld in artikel 5 van de Les- en cursusgeldwet,
-
b. voor een niet uit 's Rijks kas bekostigde school de verschuldigde bijdrage aan de
school,
-
c. voor de toepassing van afdeling 5.1, voorzover het een uit 's Rijks kas bekostigde
school betreft: het bedrag, bedoeld in artikel 5.3, of
-
d. voor de toepassing van afdeling 5.2, voorzover het een uit 's Rijks kas bekostigde
school betreft: de bedragen, bedoeld in artikel 5.10,
onderwijsnummer: door de IB-Groep uitgegeven persoonsgebonden nummer, toegekend aan een persoon aan
wie niet van overheidswege een sociaal-fiscaalnummer is verstrekt,
Onze Minister: Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen,
partner:
-
a. degene met wie de aanvrager of TOS-ouder in het kalenderjaar waarin het school- of
studiejaar aanvangt meer dan 6 maanden is gehuwd of met wie hij dan meer dan 6 maanden
een geregistreerd partnerschap is aangegaan en van wie hij niet duurzaam gescheiden
leeft, of
-
b. persoon van verschillend of gelijk geslacht met wie de aanvrager of TOS-ouder in het
kalenderjaar waarin het school- of studiejaar aanvangt meer dan 6 maanden duurzaam
een gezamenlijke huishouding voert maar met wie hij niet gehuwd is noch een geregistreerd
partnerschap is aangegaan, tenzij het betreft personen tussen wie bloedverwantschap
in de eerste of tweede graad bestaat,
peiljaar: tweede jaar voorafgaand aan het jaar waarin het schooljaar of studiejaar aanvangt,
scholier: degene die voortgezet onderwijs volgt,
school: school of instelling in de zin van:
-
a.
Wet op het voortgezet onderwijs, hierna aangeduid als WVO,
-
b.
Experimentenwet onderwijs,
-
c.
Wet op de expertisecentra, hierna aangeduid als WEC,
-
d.
Wet op de erkende onderwijsinstellingen,
-
e.
Wet educatie en beroepsonderwijs, hierna aangeduid als WEB, of
-
f.
Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, hierna aangeduid als WHW,
schooljaar: tijdvak dat aanvangt op 1 augustus van enig kalenderjaar en eindigt op 31 juli daaropvolgend,
student: degene die hoger onderwijs volgt als bedoeld in de artikelen 2.11 en 2.12,
studiejaar: tijdvak dat aanvangt op 1 september van enig kalenderjaar en eindigt op 31 augustus
daaropvolgend,
tegemoetkoming: door de IB-Groep verstrekte toekenning in verband met het volgen van een opleiding
in het onderwijs waarop uitsluitend op grond van deze wet aanspraak bestaat,
thuiswonende leerling: scholier of deelnemer vavo die woont op het adres van de TOS-ouder of partner van
de TOS-ouder,
TOS-ouder:
-
a. ouder die als wettelijke vertegenwoordiger laatstelijk voordat de leerling meerderjarig
werd, voor hem een tegemoetkoming op grond van hoofdstuk 3 ontving, of
-
b. indien geen wettelijke vertegenwoordiger de in onderdeel a bedoelde tegemoetkoming
ontving: wettelijke vertegenwoordiger in het laatste kwartaal waarin de leerling nog
17 jaar was,
uitwonende leerling: scholier of deelnemer vavo die niet een thuiswonende leerling is,
vavo: opleiding voortgezet algemeen volwassenenonderwijs als bedoeld in artikel 7.3.1, eerste lid, onderdeel a, van de WEB,
voortgezet onderwijs: onderwijs in de zin van de WVO, en, tenzij anders is bepaald, speciaal onderwijs en voortgezet speciaal onderwijs
als bedoeld in de WEC,
vwo: voorbereidend wetenschappelijk onderwijs als bedoeld in artikel 7 van de WVO.