Regeling herstelmaatregelen kabeljauwbestand

[Regeling vervallen per 24-01-2004.]
Geraadpleegd op 13-12-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 25-05-2001 en zichtdatum 25-05-2001.
Geldend van 25-05-2001 t/m 23-01-2004

Regeling herstelmaatregelen kabeljauwbestand

De Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,

Gelet op verordening (EG) nr. 2791/1999 van de Raad van de Europese Unie van 17 december 1999 tot vaststelling van de uitvoeringsbepalingen en voorwaarden voor de structurele acties van de Gemeenschap in de visserijsector (PbEG L 337);

Gelet op de artikelen 2 en 4 van de Kaderwet LNV-subsidies, alsmede gelet op de artikelen 3 en 4 van het Reglement zee- en kustvisserij 1977;

Besluit:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 24-01-2004]

In deze regeling wordt verstaan onder:

a. minister:

Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij;

b. vissersvaartuig:

vaartuig dat behoort tot categorie B, C of E van de vlootsegmenten MOP-IV als bedoeld in de bijlage bij beschikking nr. 2001/21/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 21 december 2000 tot wijziging van Beschikking 98/121/EG houdende goedkeuring van het meerjarig oriëntatieprogramma voor de vissersvloot van Nederland voor de periode van 1 januari 1997 tot en met 31 december 2001 (PbEG L 5);

c. besluit:

Besluit registratie vissersvaartuigen 1998;

d. ondernemer:

degene te wiens naam het vissersvaartuig in het visserijregister, bedoeld in artikel 4 van het besluit, staat geregistreerd;

e. pakket:

pakket A, B, C, D of E als bedoeld in de bijlage bij deze regeling;

f. zeedag:

al dan niet aaneengesloten tijdvak van in totaal 24 uur, waarin een vissersvaartuig niet in een Nederlandse haven ligt;

g. LASER:

Dienst Landelijke Service bij Regelingen van het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij;

h. groep:

groep als bedoeld in artikel 16 van de Regeling contingentering zeevis;

i. motorvermogen:

motorvermogen dat ten aanzien van het betrokken vissersvaartuig in het visserijregister, bedoeld in artikel 4 van het besluit, is geregistreerd;

j. stilligschema:

schema dat voorziet in drie, al dan niet aaneengesloten, perioden die beginnen op zaterdag 00.00 uur en die de tweede, derde of vierde zondag daarop om 24.00 uur eindigen.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 24-01-2004]

De minister kan met inachtneming van de volgende bepalingen op aanvraag aan een ondernemer subsidie verstrekken terzake van de deelname met een vissersvaartuig aan een pakket van maatregelen dat gericht is op de instandhouding van visbestanden en het gebruik van selectieve vangstmethoden.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 24-01-2004]

  • 1 De minister maakt in de Staatscourant de periode bekend waarin een aanvraag als bedoeld in artikel 2 kan worden ingediend.

  • 2 De minister stelt voor de aanvraagperiode, bedoeld in het eerste lid, een subsidieplafond vast voor de op grond van deze regeling te verstrekken subsidies. Het besluit tot vaststelling van een subsidieplafond wordt in de Staatscourant bekend gemaakt.

  • 3 De minister verdeelt het beschikbare bedrag in de volgorde van ontvangst van de aanvragen, met dien verstande dat wanneer de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, de dag waarop de aanvraag volledig is, als datum van ontvangst geldt.

  • 4 Indien door toewijzing van aanvragen met dezelfde datum van ontvangst het subsidieplafond zou worden overschreden, geschiedt toewijzing aan de hand van een rangschikking van de aanvragen, waarbij telkenmale de hoogst gerangschikte aanvraag het eerst voor toewijzing in aanmerking komt. De rangschikking vindt plaats volgens loting, welke geschiedt door een door de minister aan te wijzen notaris.

  • 5 Voor de toepassing van het vierde lid komen uitsluitend aanvragen in aanmerking ten aanzien waarvan als datum van ontvangst geldt de dag waarop het subsidieplafond zou worden overschreden.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 24-01-2004]

Een subsidie als bedoeld in artikel 2 wordt slechts verstrekt indien:

  • a. het vissersvaartuig op de datum van indiening van de aanvraag tot subsidieverlening is geregistreerd in het visserijregister als bedoeld in artikel 4 van het besluit en waarmee op het tijdstip van subsidieverlening bedrijfsmatig de zeevisserij wordt uitgeoefend;

  • b. het vissersvaartuig in het jaar 2000 of in het eerste kwartaal van 2001 is gebruikt voor een visserijactiviteit gedurende ten minste 80 onderscheidenlijk 20 zeedagen;

  • c. ten aanzien van het vissersvaartuig op de datum van de indiening van de aanvraag tot subsidieverlening op grond van artikel 4, tweede en derde lid, van de Regeling visserijlicentie een visvergunning is toegekend.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 24-01-2004]

  • 1 De subsidie per vissersvaartuig bedraagt voor deelname aan:

    pakket A:

    f 76.300,00;

    pakket B:

    f 32.000,00;

    pakket C:

    f 79.300,00;

    pakket D:

    f 35.000,00;

    pakket E:

    f 6.000,00.
  • 2 Indien met het vissersvaartuig ook aan de facultatieve maatregel van de onderscheiden pakketten wordt deelgenomen, worden de bedragen, bedoeld in het eerste lid, vermeerderd met f 3000,00.

  • 3 Indien de visserij op rondvis in span wordt uitgeoefend, nemen de tot het span te rekenen vissersvaartuigen deel aan pakket C.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 24-01-2004]

  • 1 De aanvraag tot subsidieverlening wordt bij LASER ingediend op een daartoe bestemd formulier, dat door de aanvrager volledig en naar waarheid wordt ingevuld en ondertekend.

  • 2 Indien een aanvrager deelneemt aan een groep, dient het groepsbestuur namens de aanvrager een aanvraag in waarbij het groepsbestuur zorg draagt voor de volledigheid en juistheid van de onderscheiden aanvragen.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 24-01-2004]

  • 1 De subsidieontvanger is verplicht om in de periode tot 1 augustus 2001:

    • a. het pakket conform de beschrijving in de bijlage en de beschikking tot subsidieverlening uit te voeren;

    • b. van de ervaringen opgedaan met de uitvoering van de selectieve vangstmethoden op het daartoe bestemde inventarisatieformulier verslag te doen;

    • c. in afwijking van artikel 10, tweede lid, onderdeel b, van de Regeling technische maatregelen 2000 de op het vissersvaartuig geïnstalleerde satellietvolgapparatuur gedurende de deelname aan een stilligschema aan te laten staan, en

    • d. een kopie van de beschikking tot subsidieverlening aan boord te houden.

  • 2 Geen subsidie wordt verstrekt ten behoeve van deelname aan een pakket met de uitvoering waarvan een aanvang is gemaakt alvorens de ontvangst van de subsidieaanvraag schriftelijk aan de aanvrager is bevestigd.

  • 3 In afwijking van het eerste lid dient het onderdeel van het pakket dat betrekking heeft op deelname aan een stilligschema, in de periode tussen 16 februari en 1 juli 2001 te worden uitgevoerd.

Artikel 8

[Regeling vervallen per 24-01-2004]

Indien een subsidieontvanger deelneemt aan een pakket waarvan een stilligschema deel uitmaakt, wordt het totale aantal zeedagen dat op grond van de artikelen 4, 6, 7 en 8 van de Zeedagenregeling 2001 voor het jaar 2001 aan het vissersvaartuig is toegekend, met 7,5% verminderd.

Artikel 9

[Regeling vervallen per 24-01-2004]

  • 1 De subsidieontvanger dient binnen vier weken na afloop van de termijn, bedoeld in artikel 7, eerste lid, een aanvraag tot subsidievaststelling in bij LASER op een daartoe bestemd formulier. De aanvraag gaat vergezeld van het volledig ingevulde en naar waarheid ondertekende inventarisatieformulier, bedoeld in artikel 7, eerste lid, onderdeel b.

  • 2 Indien het stilligschema is uitgevoerd in de periode tussen 16 februari 2001 en de inwerkingtreding van deze regeling, gaat de aanvraag, bedoeld in het eerste lid, vergezeld van nota's die door de betrokken havenautoriteit zijn opgemaakt terzake van de in deze periode verschuldigde havengelden of van andere bewijsstukken waarmee wordt aangetoond dat het betrokken vissersvaartuig in bedoelde periode heeft stilgelegen.

Artikel 10

[Regeling vervallen per 24-01-2004]

  • 1 De minister kan de subsidieontvanger op diens verzoek eenmaal een voorschot verlenen.

  • 2 Een verzoek als bedoeld in het eerste lid kan door middel van het aanvraagformulier, bedoeld in artikel 6, eerste lid, worden gedaan.

  • 3 Het verleende voorschot kan nooit meer bedragen dan 75% van het bedrag waarop de subsidie overeenkomstig de beschikking tot subsidieverlening ten hoogste kan worden vastgesteld.

Artikel 11

[Regeling vervallen per 24-01-2004]

Indien toepassing wordt gegeven aan artikel 4:57 van de Algemene wet bestuursrecht of aan artikel 6 van de Kaderwet LNV-subsidies kunnen terug te vorderen bedragen worden vermeerderd met de wettelijke rente over de periode vanaf de terugvordering tot aan het moment van algehele voldoening.

Artikel 12

[Regeling vervallen per 24-01-2004]

  • 1 Subsidie wordt verleend onder voorbehoud van goedkeuring door de Commissie van de Europese Gemeenschappen.

  • 2 De beslissing tot verlening van subsidie kan worden ingetrokken of gewijzigd indien dit noodzakelijk is in verband met het verkrijgen van de goedkeuring van de Commissie van de Europese Gemeenschappen voor deze regeling of het uitblijven daarvan.

Artikel 13

[Regeling vervallen per 24-01-2004]

Voor 1 november 2001 wordt in samenwerking met de groepsbesturen een verslag gepubliceerd over de uitvoering, doeltreffendheid en de effecten van de verschillende onderdelen van de onderscheiden pakketten in de praktijk.

Artikel 14

[Regeling vervallen per 24-01-2004]

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling herstelmaatregelen kabeljauwbestand.

Artikel 15

[Regeling vervallen per 24-01-2004]

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De

Staatssecretaris

van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,
overeenkomstig het besluit van de Staatssecretaris,

C.J. Kalden

Bijlage als bedoeld in artikel 1, onderdeel e, van de Regeling herstelmaatregelen kabeljauwbestand

[Regeling vervallen per 24-01-2004]

Pakket A: Maatregelen platvisschepen > 221kW (300 pk) (MOP IV-segment B)
 

Maatregel

Periode

Tegemoetkoming

Verplichte

maatregelen

grote mazen in kap1)

mei -1 augustus

2001

 
 

stilligschema6)

19 februari -

1 juli 2001

 

Facultatieve

maatregel

verlaging bovenpees5)

mei -1 augustus

2001

f 3000,-

Pakket B: Maatregelen platvisschepen < 221kW (300 pk) (MOP IV-segment C)7)
 

Maatregel

Periode

Tegemoetkoming

Verplichte

maatregelen

grote mazen in kap2)

mei -1

augustus 2001

 
 

stilligschema6)

19 februari -

1 juli 2001

 

Facultatieve

maatregel

verlaging bovenpees5)

mei -1 augustus

2001

f 3000,-

Pakket C: Maatregelen rondvisvloot > 221kW (300 pk) (MOP IV-segment B)
 

Maatregel

Periode

Tegemoetkoming

Verplichte

maatregelen

paneel vierkante

mazen3)

mei -1 augustus

2001

 
 

stilligschema6)

19 februari -

1 juli 2001

 
Pakket D: Maatregelen rondvisvloot =< 221kW (300 pk) (MOP IV-segment C)
 

Maatregel

Periode

Tegemoetkoming

Verplichte

maatregelen

paneel vierkante

mazen3)

mei -1 augustus

2001

 
 

stilligschema6)

19 februari -

1 juli 2001

 
Pakket E: Maatregelen garnalenvloot (MOP IV-segment E)8)
 

Maatregel

Periode

Tegemoetkoming

Verplichte

maatregel

Zeeflap4)

mei -1 augustus

2001

 

1) De bovenkant van het net bestaat over de gehele breedte uit een paneel van netmateriaal dat recht-streeks aan de bovenpees van het net is bevestigd en dat zich naar de achterkant van het net uitstrekt over een lengte van in totaal 540 cm en dat is vervaardigd uit netmateriaal met ruitvormige mazen waarvan geen enkele maas een maaswijdte van minder dan 180 mm heeft.

2) De bovenkant van het net bestaat over de gehele breedte uit een paneel van netmateriaal dat recht-streeks aan de bovenpees van het net is bevestigd en dat zich naar de achterkant van het net uitstrekt over een lengte van in totaal 270 cm en dat is vervaardigd uit netmateriaal met ruitvormige mazen waarvan geen enkele maas een maaswijdte van minder dan 180 mm heeft.

3) Een paneel met vierkante mazen:

  • a. a. moet worden aangebracht in de bovenste helft of de bovenkant van een net vóór de tunnel, dan wel op enig punt tussen de voorkant van de tunnel en het achtereinde van de kuil;

  • b. mag op geen enkele wijze worden geblokkeerd door aan de binnen- of buitenzijde aangebrachte toebehoren;

  • c. moet ten minste drie meter lang zijn tenzij de panelen deel uitmaken van netten die worden voortgesleept door vaartuigen met een vermogen van minder dan 221 kilowatt, in welk geval de lengte ten minste twee meter moet zijn;

  • d. moet vervaardigd zijn uit knooploos netmateriaal of netmateriaal met niet-slippende knopen en moeten zo aangebracht zijn dat de mazen bij het vissen steeds volledig open blijven;

  • e. moet zo vervaardigd zijn dat het aantal mazen in de voorste rij mazen van het paneel gelijk is aan of groter is dan het aantal mazen in de achterste rij mazen van het paneel.

4) kabeljauwbestand De visserij op garnalen wordt uitgeoefend met een sleepnet waarin een zeeflap op zodanige wijze is aangebracht dat de meegevangen vis uit het sleepnet kan ontsnappen. De maximale maas-wijdte van het voor de zeeflap gebruikte netmate-riaal is 70 mm.

5) Een bovenpees wordt op een zodanige wijze aan de sloffen van de boomkor bevestigd dat de afstand tussen het midden van de bovenpees en het midden van een denkbeeldige rechte lijn, getrokken tussen de onderkant van de linker slof en de onderkant van de rechter slof, ten hoogste 35 cm bedraagt.

6) Stilligschema. Zie voor een omschrijving artikel 1, onderdeel j.

7) Met uitzondering van vissersvaartuigen waarvoor op grond van artikel 8, eerste lid, onderdeel b, van de Zeedagenregeling 2001 een ontheffing tot ten hoogste 200 zeedagen per jaar is verleend.

8) Met inbegrip van vissersvaartuigen waarvoor op grond van artikel 8, eerste lid, onderdeel b, van de Zeedagenregeling 2001 een ontheffing tot ten hoogste 200 zeedagen per jaar is verleend.