Artikel 1
[Regeling vervallen per 24-01-2004]
In deze regeling wordt verstaan onder:
- a.
minister:
-
Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij;
- b.
vissersvaartuig:
-
vaartuig dat behoort tot categorie B, C of E van de vlootsegmenten MOP-IV als bedoeld
in de bijlage bij beschikking nr. 2001/21/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van
21 december 2000 tot wijziging van Beschikking 98/121/EG houdende goedkeuring van
het meerjarig oriëntatieprogramma voor de vissersvloot van Nederland voor de periode
van 1 januari 1997 tot en met 31 december 2001 (PbEG L 5);
- c.
besluit:
-
Besluit registratie vissersvaartuigen 1998;
- d.
ondernemer:
-
degene te wiens naam het vissersvaartuig in het visserijregister, bedoeld in artikel 4 van het besluit, staat geregistreerd;
- e.
pakket:
-
pakket A, B, C, D of E als bedoeld in de bijlage bij deze regeling;
- f.
zeedag:
-
al dan niet aaneengesloten tijdvak van in totaal 24 uur, waarin een vissersvaartuig
niet in een Nederlandse haven ligt;
- g.
LASER:
-
Dienst Landelijke Service bij Regelingen van het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer
en Visserij;
- h.
groep:
-
groep als bedoeld in artikel 16 van de Regeling contingentering zeevis;
- i.
motorvermogen:
-
motorvermogen dat ten aanzien van het betrokken vissersvaartuig in het visserijregister,
bedoeld in artikel 4 van het besluit, is geregistreerd;
- j.
stilligschema:
-
schema dat voorziet in drie, al dan niet aaneengesloten, perioden die beginnen op
zaterdag 00.00 uur en die de tweede, derde of vierde zondag daarop om 24.00 uur eindigen.
Artikel 2
[Regeling vervallen per 24-01-2004]
De minister kan met inachtneming van de volgende bepalingen op aanvraag aan een ondernemer
subsidie verstrekken terzake van de deelname met een vissersvaartuig aan een pakket
van maatregelen dat gericht is op de instandhouding van visbestanden en het gebruik
van selectieve vangstmethoden.
Artikel 3
[Regeling vervallen per 24-01-2004]
-
2 De minister stelt voor de aanvraagperiode, bedoeld in het eerste lid, een subsidieplafond
vast voor de op grond van deze regeling te verstrekken subsidies. Het besluit tot
vaststelling van een subsidieplafond wordt in de Staatscourant bekend gemaakt.
-
3 De minister verdeelt het beschikbare bedrag in de volgorde van ontvangst van de aanvragen,
met dien verstande dat wanneer de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, de dag waarop de aanvraag volledig
is, als datum van ontvangst geldt.
-
4 Indien door toewijzing van aanvragen met dezelfde datum van ontvangst het subsidieplafond
zou worden overschreden, geschiedt toewijzing aan de hand van een rangschikking van
de aanvragen, waarbij telkenmale de hoogst gerangschikte aanvraag het eerst voor toewijzing
in aanmerking komt. De rangschikking vindt plaats volgens loting, welke geschiedt
door een door de minister aan te wijzen notaris.
Artikel 4
[Regeling vervallen per 24-01-2004]
Een subsidie als bedoeld in artikel 2 wordt slechts verstrekt indien:
-
a. het vissersvaartuig op de datum van indiening van de aanvraag tot subsidieverlening
is geregistreerd in het visserijregister als bedoeld in artikel 4 van het besluit en waarmee op het tijdstip van subsidieverlening bedrijfsmatig de
zeevisserij wordt uitgeoefend;
-
b. het vissersvaartuig in het jaar 2000 of in het eerste kwartaal van 2001 is gebruikt
voor een visserijactiviteit gedurende ten minste 80 onderscheidenlijk 20 zeedagen;
-
c. ten aanzien van het vissersvaartuig op de datum van de indiening van de aanvraag
tot subsidieverlening op grond van artikel 4, tweede en derde lid, van de Regeling
visserijlicentie een visvergunning is toegekend.
Artikel 5
[Regeling vervallen per 24-01-2004]
-
2 Indien met het vissersvaartuig ook aan de facultatieve maatregel van de onderscheiden
pakketten wordt deelgenomen, worden de bedragen, bedoeld in het eerste lid, vermeerderd
met f 3000,00.
Artikel 6
[Regeling vervallen per 24-01-2004]
Artikel 7
[Regeling vervallen per 24-01-2004]
Artikel 8
[Regeling vervallen per 24-01-2004]
Indien een subsidieontvanger deelneemt aan een pakket waarvan een stilligschema deel
uitmaakt, wordt het totale aantal zeedagen dat op grond van de artikelen 4, 6, 7 en 8 van de Zeedagenregeling 2001 voor het jaar 2001 aan het vissersvaartuig is toegekend,
met 7,5% verminderd.
Artikel 9
[Regeling vervallen per 24-01-2004]
-
1 De subsidieontvanger dient binnen vier weken na afloop van de termijn, bedoeld in
artikel 7, eerste lid, een aanvraag tot subsidievaststelling in bij LASER op een daartoe
bestemd formulier. De aanvraag gaat vergezeld van het volledig ingevulde en naar waarheid
ondertekende inventarisatieformulier, bedoeld in artikel 7, eerste lid, onderdeel
b.
-
2 Indien het stilligschema is uitgevoerd in de periode tussen 16 februari 2001 en de
inwerkingtreding van deze regeling, gaat de aanvraag, bedoeld in het eerste lid, vergezeld
van nota's die door de betrokken havenautoriteit zijn opgemaakt terzake van de in
deze periode verschuldigde havengelden of van andere bewijsstukken waarmee wordt aangetoond
dat het betrokken vissersvaartuig in bedoelde periode heeft stilgelegen.
Artikel 10
[Regeling vervallen per 24-01-2004]
-
2 Een verzoek als bedoeld in het eerste lid kan door middel van het aanvraagformulier,
bedoeld in artikel 6, eerste lid, worden gedaan.
Artikel 12
[Regeling vervallen per 24-01-2004]
Artikel 13
[Regeling vervallen per 24-01-2004]
Voor 1 november 2001 wordt in samenwerking met de groepsbesturen een verslag gepubliceerd
over de uitvoering, doeltreffendheid en de effecten van de verschillende onderdelen
van de onderscheiden pakketten in de praktijk.
Artikel 14
[Regeling vervallen per 24-01-2004]
Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling herstelmaatregelen kabeljauwbestand.
Artikel 15
[Regeling vervallen per 24-01-2004]
Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van
de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.
[Regeling vervallen per 24-01-2004]
Pakket A: Maatregelen platvisschepen > 221kW (300 pk) (MOP IV-segment B)
|
Maatregel
|
Periode
|
Tegemoetkoming
|
Verplichte
maatregelen
|
grote mazen in kap1)
|
mei -1 augustus
2001
|
|
|
stilligschema6)
|
19 februari -
1 juli 2001
|
|
Facultatieve
maatregel
|
verlaging bovenpees5)
|
mei -1 augustus
2001
|
f 3000,-
|
Pakket B: Maatregelen platvisschepen < 221kW (300 pk) (MOP IV-segment C)7)
|
Maatregel
|
Periode
|
Tegemoetkoming
|
Verplichte
maatregelen
|
grote mazen in kap2)
|
mei -1
augustus 2001
|
|
|
stilligschema6)
|
19 februari -
1 juli 2001
|
|
Facultatieve
maatregel
|
verlaging bovenpees5)
|
mei -1 augustus
2001
|
f 3000,-
|
Pakket C: Maatregelen rondvisvloot > 221kW (300 pk) (MOP IV-segment B)
|
Maatregel
|
Periode
|
Tegemoetkoming
|
Verplichte
maatregelen
|
paneel vierkante
mazen3)
|
mei -1 augustus
2001
|
|
|
stilligschema6)
|
19 februari -
1 juli 2001
|
|
Pakket D: Maatregelen rondvisvloot =< 221kW (300 pk) (MOP IV-segment C)
|
Maatregel
|
Periode
|
Tegemoetkoming
|
Verplichte
maatregelen
|
paneel vierkante
mazen3)
|
mei -1 augustus
2001
|
|
|
stilligschema6)
|
19 februari -
1 juli 2001
|
|
Pakket E: Maatregelen garnalenvloot (MOP IV-segment E)8)
|
Maatregel
|
Periode
|
Tegemoetkoming
|
Verplichte
maatregel
|
Zeeflap4)
|
mei -1 augustus
2001
|
|
1) De bovenkant van het net bestaat over de gehele breedte uit een paneel van netmateriaal
dat recht-streeks aan de bovenpees van het net is bevestigd en dat zich naar de achterkant
van het net uitstrekt over een lengte van in totaal 540 cm en dat is vervaardigd uit
netmateriaal met ruitvormige mazen waarvan geen enkele maas een maaswijdte van minder
dan 180 mm heeft.
2) De bovenkant van het net bestaat over de gehele breedte uit een paneel van netmateriaal
dat recht-streeks aan de bovenpees van het net is bevestigd en dat zich naar de achterkant
van het net uitstrekt over een lengte van in totaal 270 cm en dat is vervaardigd uit
netmateriaal met ruitvormige mazen waarvan geen enkele maas een maaswijdte van minder
dan 180 mm heeft.
3) Een paneel met vierkante mazen:
-
a. a. moet worden aangebracht in de bovenste helft of de bovenkant van een net vóór de
tunnel, dan wel op enig punt tussen de voorkant van de tunnel en het achtereinde van
de kuil;
-
b. mag op geen enkele wijze worden geblokkeerd door aan de binnen- of buitenzijde aangebrachte
toebehoren;
-
c. moet ten minste drie meter lang zijn tenzij de panelen deel uitmaken van netten die
worden voortgesleept door vaartuigen met een vermogen van minder dan 221 kilowatt,
in welk geval de lengte ten minste twee meter moet zijn;
-
d. moet vervaardigd zijn uit knooploos netmateriaal of netmateriaal met niet-slippende
knopen en moeten zo aangebracht zijn dat de mazen bij het vissen steeds volledig open
blijven;
-
e. moet zo vervaardigd zijn dat het aantal mazen in de voorste rij mazen van het paneel
gelijk is aan of groter is dan het aantal mazen in de achterste rij mazen van het
paneel.
4) kabeljauwbestand De visserij op garnalen wordt uitgeoefend met een sleepnet waarin
een zeeflap op zodanige wijze is aangebracht dat de meegevangen vis uit het sleepnet
kan ontsnappen. De maximale maas-wijdte van het voor de zeeflap gebruikte netmate-riaal
is 70 mm.
5) Een bovenpees wordt op een zodanige wijze aan de sloffen van de boomkor bevestigd
dat de afstand tussen het midden van de bovenpees en het midden van een denkbeeldige
rechte lijn, getrokken tussen de onderkant van de linker slof en de onderkant van
de rechter slof, ten hoogste 35 cm bedraagt.
6) Stilligschema. Zie voor een omschrijving artikel 1, onderdeel j.
7) Met uitzondering van vissersvaartuigen waarvoor op grond van artikel 8, eerste lid,
onderdeel b, van de Zeedagenregeling 2001 een ontheffing tot ten hoogste 200 zeedagen
per jaar is verleend.
8) Met inbegrip van vissersvaartuigen waarvoor op grond van artikel 8, eerste lid, onderdeel
b, van de Zeedagenregeling 2001 een ontheffing tot ten hoogste 200 zeedagen per jaar
is verleend.