Besluit van 8 mei 2001, houdende nadere regels inzake de vrijwillige verzekering op
grond van de Algemene Ouderdomswet en de Algemene nabestaandenwet (Besluit vrijwillige
verzekering AOW en ANW 2001)
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, J.F.
Hoogervorst, van 29 januari 2001, Directie Sociale Verzekeringen, Nr. SV/GSV/01/4340;
Gelet op de artikelen 35, vijfde lid, en 38, tweede lid, van de Algemene Ouderdomswet, 63a, vijfde lid, van de Algemene nabestaandenwet, en 25, 26, tweede lid, en 27, derde lid, van de Wet financiering volksverzekeringen;
De Raad van State gehoord (advies van 16 februari 2001, nr. W12.01.0059/IV);
Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
J.F. Hoogervorst, van 1 mei 2001, Directie Sociale Verzekeringen, Nr. SV/GSV/01/11.779;
Hebben goedgevonden en verstaan: