Regeling aanvullende voorschriften besmettelijke dierziekten en zoönosen

[Regeling vervallen per 26-06-2005.]
[Regeling treedt (deels) in werking per 06-06-2001.]
Geraadpleegd op 30-12-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 26-06-1998 en zichtdatum 26-10-2024.
Geldend van 01-12-2004 t/m 25-06-2005

Regeling aanvullende voorschriften besmettelijke dierziekten

De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,

Gelet op artikel 10, eerste lid, van Richtlijn 90/425/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 26 juni 1990 inzake veterinaire en zoötechnische controles in het intracommunautaire handelsverkeer in bepaalde levende dieren en produkten in het vooruitzicht van de totstandbrenging van de interne markt (PbEG L 224) en op Beschikking 2001/327/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 24 april 2001 tot vaststelling van beperkende maatregelen met betrekking tot verplaatsingen van dieren van voor mond- en klauwzeer gevoelige soorten en houdende intrekking van beschikking 2001/263/EG (PbEG L 115) en op Beschikking 2001/223/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 21 maart 2001 tot vaststelling van beschermende maatregelen in verband met mond- en klauwzeer in Nederland (PbEG L 82);

Gelet op de artikelen 17, 18, eerste en tweede lid, 30, eerste en vierde lid, 31 en 77 van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren;

Besluit:

Paragraaf 1. Begripsomschrijvingen

[Regeling vervallen per 26-06-2005]

Artikel 1

[Regeling vervallen per 26-06-2005]

In deze regeling wordt verstaan onder:

a. gebied:

een van de al dan niet met name genoemde gebieden als bedoeld in bijlage I bij deze regeling;

b. bijlage II:

bijlage II bij deze regeling;

c. Minister:

Minister: Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit;

d. vervoermiddel:

voertuig, waaronder mede begrepen een combinatie van een voertuig met één of meer door dat voertuig voortbewogen aanhangwagens, opleggers of containers;

e. vervoerseenheid:

voertuig dat danwel aanhangwagen, oplegger of container die deel uitmaakt van een combinatie als bedoeld in onderdeel d;

f. erkend varkensverzamelcentrum:

verzamelcentrum, dat op grond van artikel 4 van de Regeling betreffende het bijeenbrengen van dieren 2000 door de Minister is erkend;

g. erkend runderverzamelcentrum:

runderverzamelcentrum, dat op grond van artikel 9b van de Regeling betreffende het bijeenbrengen van dieren 2000 door de Minister is erkend;

h.

[Red: vervallen;]

i. melkveehouderijbedrijf:

bedrijf waar runderen worden gehouden voor de productie van melk;

j. opfokbedrijf:

bedrijf waar uitsluitend runderen, jonger dan 26 maanden, worden gehouden die zijn bestemd om te worden afgevoerd naar het melkveehouderijbedrijf van herkomst;

k. UBN:

UBN als bedoeld in de Regeling identificatie en registratie van dieren 2003;

l. ingeschaarde schapen:

schapen, die op een bedrijf uitsluitend ter beweiding voor een beperkte periode aanwezig zijn, niet in contact komen met evenhoevigen op het bedrijf waar ze beweid worden en die zijn afgevoerd van één bedrijf, terwijl de verantwoordelijkheid voor het voeden en verzorgen van deze dieren bij de houder die deze dieren heeft afgevoerd blijft berusten en de betrokken dieren na afloop van deze periode weer afgevoerd worden naar het bedrijf van herkomst;

m. beschikking (EG) nr. 2003/100:

beschikking (EG) nr. 2003/100 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 13 februari 2003 tot vaststelling van minimumeisen voor fokprogramma’s ter verkrijging van resistentie tegen overdraagbare spongiforme encefalopathieën bij schapen (PbEG L 41);

n. verordening (EG) nr. 2160/2003:

verordening (EG) nr. 2160/2003 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 17 november 2003 inzake de bestrijding van salmonella en andere specifieke door voedsel overgedragen zoönoseverwekkers (PbEU L 325);

o. richtlijn nr. 2003/99/EG:

richtlijn nr. 2003/99/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 17 november 2003 inzake de bewaking van zoönoses en zoönoseverwekkers en houdende wijziging van Beschikking 90/424/EEG van de Raad en intrekking van Richtlijn 92/117/EEG van de Raad (PbEU L 325).

Paragraaf 2. Stickering

[Regeling vervallen per 26-06-2005]

Artikel 2

[Regeling vervallen per 26-06-2005]

  • 1 Vervoerseenheden die worden gebruikt voor het vervoer van mest van evenhoevigen, diervoeders of rauwe melk en gebracht worden op bedrijven of andere plaatsen waar evenhoevigen worden gehouden, zijn voorzien van een kenteken als bedoeld in bijlage II, dat overeenkomt met een van de gebieden waarbinnen voornoemde bedrijven of plaatsen bezocht worden.

  • 3 Het is verboden vervoerseenheden die overeenkomstig het eerste lid voorzien zijn van een kenteken in een ander gebied te brengen op bedrijven of andere plaatsen waar evenhoevigen worden gehouden, met dien verstande dat de gebieden Noord 1, Noord 2, Noord 3, Zuid 1, Zuid 2 en Zuid 3 als een gebied worden aangemerkt.

  • 4 Het is verboden met vervoerseenheden die overeenkomstig het tweede lid voorzien zijn van een kenteken in een ander gebied gestorven slachtdieren als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel a, van de Destructiewet voorzover afkomstig van plaatsen waar evenhoevigen worden gehouden, op te halen, met dien verstande dat de gebieden Noord 1, Noord 2, Noord 3, Zuid 1, Zuid 2 en Zuid 3 als een gebied worden aangemerkt.

  • 5 Het kenteken, bedoeld in het eerste en tweede lid, wordt afgegeven door de Dienst Wegverkeer op aanvraag van de belanghebbende en na legitimatie van de bestuurder door middel van het rijbewijs en na overlegging van het kentekenbewijs of registratiebewijs van het betreffende vervoermiddel, met dien verstande dat per vervoerseenheid ten hoogste een kenteken wordt afgegeven.

  • 6 Het eerste tot en met vijfde lid, zijn uitsluitend van toepassing op vervoermiddelen ten aanzien waarvan op grond van artikel 36 van de Wegenverkeerswet 1994 een kentekenbewijs, dan wel een registratiebewijs is afgegeven, en op vervoermiddelen waarvan in het land van herkomst, indien dat niet Nederland is, een gelijkwaardig kentekenbewijs of registratiebewijs is afgegeven.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 26-06-2005]

  • 1 Vervoerseenheden die worden gebruikt voor het vervoer van evenhoevigen en gebracht worden op bedrijven of andere plaatsen waar evenhoevigen worden gehouden, teneinde evenhoevigen op te halen, zijn voorzien van een kenteken als bedoeld in bijlage II, dat overeenkomt met een van de gebieden waarbinnen voornoemde bedrijven of plaatsen bezocht worden.

  • 2 Het is verboden vervoerseenheden die overeenkomstig het eerste lid voorzien zijn van een kenteken in een ander gebied te brengen, met dien verstande dat de gebieden Noord 1, Noord 2, Noord 3, Zuid 1, Zuid 2 en Zuid 3 als een gebied worden aangemerkt.

  • 3 Het kenteken, bedoeld in het eerste lid, wordt afgegeven door de Dienst Wegverkeer op aanvraag van de belanghebbende en na legitimatie van de bestuurder door middel van het rijbewijs en na overlegging van het kentekenbewijs of registratiebewijs van het betreffende vervoermiddel, met dien verstande dat per vervoerseenheid ten hoogste een kenteken wordt afgegeven.

  • 4 Het eerste, tweede en derde lid zijn uitsluitend van toepassing op vervoermiddelen ten aanzien waarvan op grond van artikel 36 van de Wegenverkeerswet 1994 een kentekenbewijs, dan wel een registratiebewijs is afgegeven, en op vervoermiddelen waarvan in het land van herkomst, indien dat niet Nederland is, een gelijkwaardig kentekenbewijs of registratiebewijs is afgegeven.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 26-06-2005]

In afwijking van artikel 2, vijfde lid, onderscheidenlijk artikel 3, derde lid, kan ten aanzien van een vervoerseenheid waarvoor reeds een kenteken is afgeven, aan de belanghebbende op aanvraag door de Dienst Wegverkeer een ander kenteken worden afgegeven indien:

  • a. de vervoerseenheden zijn gereinigd en ontsmet op een door de Minister geregistreerde wasplaats overeenkomstig een door de Minister goedgekeurd hygiëneprotocol en van deze reiniging en ontsmetting een verklaring wordt afgegeven;

  • b. het overeenkomstig artikel 2, vijfde lid, of artikel 3, derde lid, afgegeven kenteken aan de Dienst Wegverkeer wordt geretourneerd, en

  • c. ten genoegen van de Dienst Wegverkeer is aangetoond dat de vervoerseenheid in de 72 uur voorafgaand aan de aanvraag geen bedrijf met evenhoevigen heeft bezocht.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 26-06-2005]

  • 1 Het buiten een gebied brengen van vervoermiddelen, die worden gebruikt voor het vervoer van evenhoevigen, mest van evenhoevigen, diervoeders of rauwe melk en die niet zijn voorzien van een krachtens artikel 36 van de Wegenverkeerswet 1994 afgegeven kentekenbewijs, dan wel registratiebewijs is verboden.

  • 2 Het buiten een gebied brengen van vervoermiddelen die worden gebruikt voor het vervoer van evenhoevigen, mest van evenhoevigen, diervoeders of rauwe melk en afkomstig zijn uit een land, niet zijnde Nederland, ten aanzien waarvan in het land van herkomst geen kentekenbewijs of registratiebewijs is afgegeven, is verboden.

  • 3 Voor de toepassing van het eerste lid worden de gebieden Noord 1, Noord 2, Noord 3, Zuid 1, Zuid 2 en Zuid 3 aangemerkt als een gebied.

Paragraaf 3. Reiniging en ontsmetting

[Regeling vervallen per 26-06-2005]

Artikel 7

[Regeling vervallen per 26-06-2005]

  • 1 Een persoon die ter uitoefening van beroep of bedrijf in contact komt met evenhoevigen dan wel een deel van een bedrijfsgebouw betreedt waarbinnen evenhoevigen verblijven:

    • a. gebruikt bedrijfseigen kleding en schoeisel of eigen kleding, mits hij met die kleding geen ander bedrijf bezoekt waar evenhoevigen verblijven;

    • b. reinigt en ontsmet zijn schoeisel voor het betreden en bij het verlaten van het bedrijfsgebouw, en

    • c. gebruikt zoveel mogelijk de reeds op het bedrijf aanwezige gereedschappen. Indien de benodigde gereedschappen niet op het bedrijf aanwezig zijn, draagt de bezoeker zorg voor reiniging en ontsmetting van de gebruikte gereedschappen.

Paragraaf 4. Het fokken van schapen

[Regeling vervallen per 26-06-2005]

Artikel 8

[Regeling vervallen per 26-06-2005]

  • 1 Ter voorkoming van overdraagbare spongiforme encefalopathieën bij schapen en ter uitvoering van artikel 2 van beschikking (EG) nr. 2003/100 wordt medewerking gevorderd van het Productschap Vee en Vlees.

  • 2 De in het eerste lid gevorderde medewerking bestaat uit:

    • a. de opstelling van en het uitvoering geven aan het fokprogramma voor schapen, bedoeld in artikel 2 van beschikking (EG) nr. 2003/100, en

    • b. het bij verordening stellen van regels ten aanzien van het fokken van schapen ter voorkoming van overdraagbare spongiforme encefalopathieën, waaronder in ieder geval wordt begrepen een verbod op het fokken met schapen die niet in het bezit zijn van een erkenning van het Productschap Vee en Vlees en het stellen van voorwaarden aan het verkrijgen van deze erkenning.

  • 3 Uiterlijk op 1 april 2005 is het fokprogramma, bedoeld in het tweede lid, onderdeel a, verplicht voor schapen als bedoeld in artikel 2, tweede lid, van beschikking (EG) nr. 2003/100.

  • 4 Het Productschap Vee en Vlees kan vrijstelling of ontheffing verlenen van deelname aan het fokprogramma, bedoeld in het tweede lid, onderdeel a, overeenkomstig bijlage I, Deel 3, van beschikking (EG) nr. 2003/100.

  • 5 Het Productschap Vee en Vlees kan bij verordening bepalen dat bij overtreding van artikel 3, tweede lid, van de Verordening fokken van TSE-ongevoelige schapen (PVV) 2004 van het Productschap Vee en Vlees, tuchtrechtelijke maatregelen worden gesteld.

Artikel 9

[Regeling vervallen per 26-06-2005]

  • 1 De TSE-resistente status van een koppel schapen als bedoeld in artikel 4 in samenhang met bijlage II van beschikking (EG) nr. 2003/100 kan worden erkend, indien bij de aanvraag van een erkenning aangetoond wordt dat het een koppel schapen betreft:

    • a. dat uitsluitend bestaat uit schapen met genotype ARR/ARR of

    • b. waarvan het nageslacht uitsluitend is verwekt door rammen met genotype ARR/ARR.

  • 2 Ter uitvoering van het eerste lid wordt medewerking gevorderd van het Productschap Vee en Vlees.

  • 3 De in het tweede lid bedoelde medewerking bestaat uit het verlenen van de erkenning door het Productschap Vee en Vlees.

Artikel 9a

[Regeling vervallen per 26-06-2005]

  • 3 Voor de behandeling van een aanvraag van een erkenning, of voor de behandeling van een aanvraag van een wijziging daarvan, en voor de instandhouding van een erkenning, bedoeld in artikel 8, tweede lid, onderdeel b, en artikel 9, derde lid, kan het Productschap Vee en Vlees een vergoeding van kosten heffen, overeenkomstig een door haar vastgesteld tarief.

  • 4 Het Productschap Vee en Vlees kan voor de onderzoeken en verrichtingen die zij uitvoert in het kader van het artikel 8, tweede lid, onderdeel a, en andere onderzoeken of verrichtingen met betrekking tot schapen of producten of voorwerpen die dragers van smetstof kunnen zijn afkomstig van schapen, voorzover de onderzoeken of verrichtingen zijn voorgeschreven bij besluit krachtens het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, of op verzoek van betrokkene plaatsvinden, een vergoeding van kosten heffen.

Paragraaf 4a. De monitoring, preventie en bestrijding van zoönosen en zoönoseverwekkers bij dieren

[Regeling vervallen per 26-06-2005]

Artikel 9a*

[Regeling vervallen per 26-06-2005]

  • 2 De in het eerste lid gevorderde medewerking bestaat uit het stellen van regels ten behoeve van onderzoek naar de aanwezigheid van zoönosen, zoönoseverwekkers, antimicrobiële resistentie bij zoönoseverwekkers en bij andere verwekkers, wanneer deze een gevaar opleveren voor de volksgezondheid, overeenkomstig richtlijn nr. 2003/99/EG;

  • 3 Het Productschap Pluimvee en Eieren, het Productschap Vee en Vlees, het Productschap Diervoeder en het Productschap Zuivel verstrekken de minister de gegevens die zij hebben verzameld in het kader van het tweede lid.

  • 4 Het Productschap Pluimvee en Eieren, het Productschap Vee en Vlees, het Productschap Diervoeder en het Productschap Zuivel kunnen voor de onderzoeken of verrichtingen die de productschappen uitvoeren in het kader van het eerste en tweede lid een vergoeding van kosten heffen.

Artikel 9b

[Regeling vervallen per 26-06-2005]

  • 1 Ter uitvoering van artikel 3a van het Besluit bescherming tegen bepaalde zoönosen en bestrijding besmettelijke dierziekten wordt medewerking gevorderd van het Productschap Pluimvee en Eieren.

  • 2 De in het eerste lid gevorderde medewerking bestaat uit:

    • a. het stellen van regels met betrekking tot het verrichten van onderzoek ten behoeve van de monitoring van zoönosen, zoönoseverwekkers, antimicrobiële resistentie bij zoönoseverwekkers en bij andere verwekkers, wanneer deze een gevaar opleveren voor de volksgezondheid, ter uitvoering van de door de Commissie van de Europese Gemeenschappen vastgestelde voorschriften ter uitvoering van artikel 4 verordening (EG) nr. 2160/2003;

    • b. het stellen van regels met betrekking tot de uitvoering van het nationale bestrijdingsprogramma zoönosen en zoönoseverwekkers, bedoeld in artikel 5 van verordening (EG) nr. 2160/2003, voorzover het gaat om:

      • 1°. hygiënemaatregelen en vervoersbeperkingen op pluimveebedrijven en bedrijven die producten van pluimvee verwerken ter voorkoming van een besmetting met, naar aanleiding van een verdenking van een besmetting met en naar aanleiding van een besmetting met een zoönose of een zoönoseverwekker;

      • 2°. het doen van onderzoek ten behoeve van de controle op een besmetting met een zoönose of een zoönoseverwekker;

      • 3°. het traceren van de dieren en dierlijke producten die aanwezig zijn of zijn geweest op een pluimveebedrijf en worden verdacht van of zijn besmet met een zoönose of een zoönoseverwekker;

      • 4°. het afvoeren, vernietigen en behandelen van de dieren en dierlijke producten die aanwezig zijn op een pluimveebedrijf en worden verdacht van of zijn besmet met een zoönose of een zoönoseverwekker;

      • 5°. het vergoeden van de dieren en dierlijke producten, bedoeld onder 4°.

    • c. het stellen van regels met betrekking tot de uitvoering van de speciale bestrijdingsmethoden die de Commissie van de Europese Gemeenschappen op basis van artikel 8 van verordening (EG) nr. 2160/2003 voorschrijft;

    • d. het verrichten van de noodzakelijke werkzaamheden ter uitvoering en controle van de regels die op grond van de onderdelen a, b en c worden gesteld.

  • 3 Het Productschap Pluimvee en Eieren verstrekt de minister de gegevens die het productschap verzamelt in het kader van het tweede lid.

  • 4 Het Productschap Pluimvee en Eieren kan in de artikelen 2, 3, 4 en 5 van de Verordening Hygiënevoorschriften pluimveehouderij (PPE) 2005, de artikelen 2, 3, 4 en 6 van de Verordening Hygiënevoorschriften pluimveeverwerkende industrie (PPE) 2005 en de artikelen 2, 3, 4 en 5 van de Verordening Hygiënevoorschriften kalkoenhouderij (PPE) 2005, bepalen dat bij overtreding van deze artikelen tuchtrechtelijke maatregelen worden gesteld.

  • 5 Het Productschap Pluimvee en Eieren kan personen aanwijzen die zijn belast met het toezicht op de naleving van de regels waarvoor, overeenkomstig het vierde lid, tuchtrechtelijke maatregelen worden gesteld.

  • 6 Het Productschap Pluimvee en Eieren kan voor de onderzoeken of verrichtingen die het productschap uitvoert in het kader van het eerste en tweede lid een vergoeding van kosten heffen.

Artikel 9c

[Regeling vervallen per 26-06-2005]

De termijn, bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel b, van het Besluit bescherming tegen bepaalde zoönosen en bestrijding besmettelijke dierziekten bedraagt twee jaar.

Artikel 9d

[Regeling vervallen per 26-06-2005]

  • 1 Artikel 9a en artikel 9b zijn van toepassing vanaf het moment dat de Commissie van de Europese Gemeenschappen overeenkomstig artikel 5 van verordening (EG) nr. 2160/2003 het nationale bestrijdingsprogramma zoönosen en zoönoseverwekkers heeft goedgekeurd.

  • 2 Van de goedkeuring, bedoeld in het eerste lid, doet de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit mededeling in de Staatscourant.

  • 3 Overeenkomstig artikel 15 van richtlijn 2003/99/EG zijn tot het moment van goedkeuring, bedoeld in het eerste lid, de maatregelen van toepassing die zijn vastgesteld en uitgevoerd overeenkomstig richtlijn 92/117/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 17 december 1992 inzake maatregelen voor de bescherming tegen bepaalde zoönoses en bepaalde zoönoseverwekkers bij dieren en in producten van dierlijke oorsprong teneinde door voedsel overgedragen infecties en vergiftigingen te voorkomen (PbEG 1993 L 62).

Paragraaf 5. Verzamelen van evenhoevigen

[Regeling vervallen per 26-06-2005]

Artikel 10

[Regeling vervallen per 26-06-2005]

  • 1 Onverminderd het bepaalde in de Regeling handel levende dieren en levende producten is het verboden evenhoevigen, niet zijnde varkens en ingeschaarde schapen, van een bedrijf of andere plaats, niet zijnde een erkend verzamelcentrum, af te voeren indien in de periode van 21 dagen voorafgaand aan het voorgenomen vervoer op dat bedrijf of die plaats evenhoevigen zijn aangevoerd.

  • 2 Het in het eerste lid bedoelde verbod geldt niet voor de afvoer van:

    • a evenhoevigen rechtstreeks naar een slachthuis, of

    • b evenhoevigen, niet zijnde weiderunderen, als bedoeld in de Regeling betreffende het bijeenbrengen van dieren 2000, via een erkend verzamelcentrum naar een slachthuis, indien de af te voeren evenhoevigen direct voorafgaand aan de afvoer tenminste 21 aaneengesloten dagen op de plaats van afvoer hebben verbleven.

  • 3 Het in het eerste lid bedoelde verbod geldt niet voor de afvoer van runderen van een opfokbedrijf naar een melkveehouderijbedrijf, mits het opfokbedrijf:

    • a. is geregistreerd door de Minister;

    • b. uitsluitend runderen, jonger dan 26 maanden, die op ten hoogste drie verschillende bedrijven zijn geboren, en droogstaande koeien houdt.

    • c. uitsluitend runderen afvoert naar het melkveehouderijbedrijf van herkomst of een slachthuis;

    • d. geen andere evenhoevigen houdt dan de onder b bedoelde runderen, en

    • e. documenten aanwezig heeft waaruit blijkt op welk bedrijf de gehouden runderen zijn geboren.

  • 4 Het in het eerste lid bedoelde verbod geldt niet voor de afvoer van runderen, jonger dan 12 maanden, en droogstaande koeien van een melkveehouderijbedrijf, naar:

    • a. een op grond van het derde lid, onderdeel a, geregistreerd opfokbedrijf, indien deze runderen van het opfokbedrijf worden afgevoerd naar het melkveehouderijbedrijf van herkomst of een slachthuis, of

    • b. een erkend runderverzamelcentrum.

  • 5 Het melkveehouderijbedrijf, bedoeld in het vierde lid, is geregistreerd door de Minister.

  • 6 Het is een bedrijf, niet zijnde een erkend varkens- of runderverzamelcentrum, waarop evenhoevigen worden gehouden verboden om op dezelfde dag evenhoevigen aan te voeren en af te voeren.

  • 7 Het in het eerste en zesde lid bedoelde verbod alsmede de verplichting, bedoeld in het tweede lid, gelden niet voor het vervoer van meer dan licht zieke of licht gewonde evenhoevigen ter noodslachting, bedoeld in artikel 10 van het Besluit dierenvervoer 1994, en voor het vervoer van runderen, jonger dan zes maanden, van een op grond van artikel 9 van het Besluit eisen dierlijk sperma en spermawincentra erkend runderspermawincentrum naar een slachthuis.

  • 8 Indien voor het vervoer van varkens naar een lidstaat of een derde land, nadat deze reeds van een bedrijf zijn afgevoerd, ingevolge artikel 59, tweede lid, onderdeel e, van de wet in samenhang met artikel 6, eerste lid, van het Besluit dierenvervoer 1994 geen certificaat wordt afgegeven, is het in zoverre in afwijking van het zesde lid toegestaan, deze varkens op de dag dat dit certificaat geweigerd wordt weer op het bedrijf van herkomst aan te voeren en, na gedeeltelijke lossing, de niet geloste varkens direct weer af te voeren.

  • 9 De aanvraag voor de registratie, bedoeld in het derde lid, onderdeel a, onderscheidenlijk het vijfde lid, wordt bij de Voedsel en Waren Autoriteit ingediend op een daartoe ter beschikking gesteld formulier.

  • 10 Het in het eerste lid bedoelde verbod geldt niet voor

    • a. de afvoer van runderen, schapen of geiten van een plaats waar een tentoonstelling of keuring heeft plaatsgevonden, mits voldaan is aan paragraaf 5 van de Regeling betreffende het bijeenbrengen van dieren 2000, en

    • b. de afvoer van evenhoevigen van een plaats, voorzover daar geen evenhoevigen bijeen zijn gebracht afkomstig van verschillende plaatsen.

Artikel 12

[Regeling vervallen per 26-06-2005]

  • 1 Het is verboden evenhoevigen, niet zijnde runderen, varkens, schapen of geiten, afkomstig van verschillende plaatsen, voor een kortere periode dan 21 dagen bijeen te brengen op een plaats, waaronder mede wordt verstaan een vervoermiddel.

  • 2 Het in het eerste lid bedoelde verbod geldt niet voor het bijeenbrengen van evenhoevigen op een slachthuis.

  • 3 Het is verboden evenhoevigen, niet zijnde runderen, varkens, schapen, of geiten, af te voeren van een slachthuis.

Artikel 13

[Regeling vervallen per 26-06-2005]

  • 2 Het eerste lid is niet van toepassing voorzover evenhoevigen rechtstreeks worden vervoerd naar een land, niet zijnde Nederland.

Paragraaf 6. Slotbepalingen

[Regeling vervallen per 26-06-2005]

Artikel 15

[Regeling vervallen per 26-06-2005]

Artikel 17

[Regeling vervallen per 26-06-2005]

  • 1 Een hygiëneprotocol dat op grond van artikel 4.2, eerste lid, onderdelen a en b, van de Regeling compartimentering Nederland mond- en klauwzeer 2001 III door of namens de Minister is goedgekeurd, geldt als een door de Minister op grond van artikel 7, eerste lid, onderdelen a en b goedgekeurd hygiëneprotocol.

  • 2 Een kenteken dat op grond van artikel 2.1, vijfde lid, 2.2, derde lid, of 4 van de Regeling compartimentering Nederland mond- en klauwzeer 2001 III door de Dienst Wegverkeer is afgegeven, geldt als een door de Dienst Wegverkeer op grond van artikel 2, vijfde lid, 3, derde lid, of 4 afgegeven kenteken.

Artikel 19

[Regeling vervallen per 26-06-2005]

De Regeling compartimentering Nederland mond- en klauwzeer 2001 III wordt ingetrokken.

Artikel 20

[Regeling vervallen per 26-06-2005]

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling aanvullende voorschriften besmettelijke dierziekten en zoönosen.

Artikel 21

[Regeling vervallen per 26-06-2005]

Deze regeling wordt op 6 juni 2001 om 19:00 uur bekendgemaakt aan de media en treedt onmiddellijk daarna in werking.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De

Minister

van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,
Overeenkomstig het door de Minister genomen besluit:

J.F.de Leeuw

,

directeur-generaal

Bijlage I. bij de Regeling aanvullende voorschriften besmettelijke dierziekten en zoönosen

[Regeling vervallen per 26-06-2005]

Gebied Noord 1

[Regeling vervallen per 26-06-2005]

  • 1. Vanaf de Noordzee ter hoogte van het Eierlandse Gat de provinciegrens Noord-Holland volgend in zuid-oostelijke richting tot de A27.

  • 2. De A27 volgend in zuidelijke richting tot het Boven-Merwede.

  • 3. Het Boven-Merwede volgend in westelijke richting overgaand in Hollandsch Diep, overgaand in het Haringvliet tot de Noordzee.

  • 4. Vanaf de Noordzee de kustlijn volgend in noordelijke richting tot het Eierlandse Gat.

Gebied Noord 2

[Regeling vervallen per 26-06-2005]

  • 1. De provinciegrens Overijssel-Flevoland bij het drie-provinciepunt (provinciegrenzen Overijssel, Friesland en Flevoland) vanaf het Kuinderbos volgend in noordoostelijke richting tot het drie-provinciepunt (provinciegrenzen Friesland-Drenthe-Overijssel).

  • 2. De provinciegrens Drenthe-Overijssel volgend in zuidoostelijke richting tot de landsgrens Nederland-Duitsland.

  • 3. De landsgrens volgend in zuidelijke richting tot de Waal.

  • 4. De Waal volgend in westelijke richting overgaand in het Boven-Merwede tot de A27.

  • 5. De A27 volgend in noordelijke richting tot de provinciegrens Utrecht-Flevoland.

  • 6. De provinciegrens Utrecht-Flevoland volgend in noordoostelijke richting overgaand in de provinciegrens Gelderland-Flevoland tot de provinciegrens Overijssel-Flevoland bij het drie-provinciepunt (provinciegrenzen Overijssel, Friesland en Flevoland).

Gebied Noord 3

[Regeling vervallen per 26-06-2005]

  • 1. De landsgrens Nederland-Duitsland vanaf de Noordzee volgend in zuidelijke richting via de Waddenzee overgaand in de Eems overgaand in de Dollard tot de landsgrens.

  • 2. De landsgrens volgend in zuidelijke richting tot provinciegrens Drenthe-Overijssel.

  • 3. De provinciegrens Drenthe-Overijssel volgend in westelijke richting tot de provinciegrens Friesland.

  • 4. De provinciegrens Friesland-Overijssel volgend in zuidwestelijke richting tot de provinciegrens Flevoland.

  • 5. De provinciegrens Flevoland volgend in zuidwestelijke richting tot de provinciegrens Noord Holland-Flevoland.

  • 6. De provinciegrens Noord Holland-Flevoland volgend in noordelijke richting tot de provinciegrens Friesland.

  • 7. De provinciegrens Friesland volgend in noordelijke richting tot de landsgrens.

  • 8. De landsgrens volgend in noordoostelijke richting tot de landsgrens Nederland-Duitsland.

Gebied zuid 1

[Regeling vervallen per 26-06-2005]

  • 1. Vanaf het Haringvliet de rivier volgend in oostelijke richting, overgaand in noord-oostelijke richting in het Hollandsch Diep, overgaand in de Nieuwe Merwede, overgaand in de Boven-Merwede tot de snelweg A27/E11.

  • 2. De snelweg A27/E11 volgend in zuidelijke richting tot de snelweg A16/E19.

  • 3. De A16/E19 volgend in zuidelijke richting tot de grensovergang Hazeldonk.

  • 4. Vanaf grensovergang Hazeldonk de landsgrens volgend in zuid-westelijke richting tot de Noordzee.

  • 5. De Noordzee volgend in noord-oostelijke richting tot de rivier het Haringvliet.

Gebied zuid 2

[Regeling vervallen per 26-06-2005]

  • 1. Vanaf de A27 de rivier de Boven-Merwede (Sleeuwijk) volgend in oostelijke richting overgaand in de Waal.

  • 2. De Waal volgend in oostelijke richting tot de A50.

  • 3. De A50 volgend in zuidelijke richting tot de A73.

  • 4. De A73 volgend in oostelijke richting overgaand in zuidoostelijke richting tot afslag 6 (Boxmeer).

  • 5. Vanaf de A73 afslag 6 de N272 volgend in zuidwestelijke richting tot de N266 (Beek en Donk).

  • 6. De N266 volgend in zuidelijke richting tot aan de Heekweg (Helmond).

  • 7. De Heekweg volgend in zuidwestelijke richting tot de N614 (Geldropseweg).

  • 8. De N614 (Geldropseweg) volgend in zuidwestelijke richting overgaand in de Mierloseweg (Geldrop) tot de J. Peijnenburgweg.

  • 9. De J. Peijnenburgweg volgend in zuidelijke richting overgaand in de Dommeldalseweg tot de Laan Der Vier Heemskinderen.

  • 10. De Laan Der Vier Heemskinderen volgend in westelijke richting tot de Bogardeind.

  • 11. De Bogardeind volgend in zuidelijke richting tot de A67.

  • 12. De A67 volgend in westelijke richting tot knooppunt De Hogt.

  • 13. Vanaf knooppunt De Hogt de A2/E25 volgend in noordelijke richting tot de A58.

  • 14. De A58 volgend in westelijke richting tot de A27.

  • 15. De A27 volgend in noordelijke richting tot de rivier de Boven-Merwede (Sleeuwijk).

Gebied zuid 3

[Regeling vervallen per 26-06-2005]

  • 1. Vanaf de kruising van de A50 met de Waal de rivier de Waal volgend in oostelijke richting tot de landsgrens.

  • 2. De landsgrens volgend in zuidelijke richting overgaand in westelijke richting tot de A16/E19 (Hazeldonk).

  • 3. De A16/E19 volgend in noordelijke richting tot de snelweg A27.

  • 4. De A27 volgend in oostelijke richting overgaand in de A58 tot de A2 (knooppunt Batadorp).

  • 5. De A2 volgend in zuidelijke richting tot de A67 (knooppunt de Hogt).

  • 6. De A67 volgend in oostelijke richting tot de Bogardeind (Geldrop).

  • 7. De Bogardeind volgend in noordelijke richting tot de Laan Der Vier Heemskinderen.

  • 8. De Laan Der Vier Heemskinderen volgend in oostelijke richting tot de Dommeldalseweg overgaand in de J. Peijnenburgweg tot de Mierloseweg.

  • 9. De Mierloseweg volgend in noordoostelijke richting overgaand in de N614 (Geldropseweg).

  • 10. De N614 (Geldropseweg) volgend tot de Heeklaan (Helmond).

  • 11. De Heeklaan volgend in oostelijke richting tot de N266.

  • 12. De N266 volgend in noordelijke richting tot de N272.

  • 13. De N272 volgend in noordoostelijke richting tot de kruising met de A73.

  • 14. De A73 volgend in noordelijke richting tot de A50.

  • 15. De A50 volgend in noordelijke richting tot de kruising met de Waal.

Bijlage II. behorende bij de Regeling aanvullende voorschriften besmettelijke dierziekten en zoönosen

[Regeling vervallen per 26-06-2005]

Kenteken als bedoeld in artikel 2, eerste lid, en 3, eerste lid, behorende bij gebied Noord 2. Dit kenteken heeft een gele achtergrond

Bijlage 41718.png

Kenteken als bedoeld in artikel 2, eerste lid, en 3, eerste lid, behorende bij gebied Noord 3. Dit kenteken heeft een donkerblauwe achtergrond.

Bijlage 41719.png

Kenteken als bedoeld in artikel 2, eerste lid, en 3, eerste lid, behorende bij gebied Noord 1. Dit kenteken heeft een rode achtergrond.

Bijlage 41720.png

Kenteken als bedoeld in artikel 2, eerste lid, en 3, eerste lid, behorende bij gebied Zuid 1. Dit kenteken heeft een groene achtergrond.

Bijlage 41721.png

Kenteken als bedoeld in artikel 2, eerste lid, en 3, eerste lid, behorende bij gebied Zuid 2. Dit kenteken heeft een paarse achtergrond.

Bijlage 41722.png

Kenteken als bedoeld in artikel 2, eerste lid, en 3, eerste lid, behorende bij gebied Zuid 3. Dit kenteken heeft een lichtblauwe achtergrond.

Bijlage 41723.png