Wet van 14 juni 2001 tot wijziging van de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers
en de Waterschapswet met betrekking tot gedeputeerden, wethouders en waterschapsbestuurders
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is om het facultatieve karakter
van de bepalingen in de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers met betrekking
tot gedeputeerden en wethouders op te heffen en die wet van overeenkomstige toepassing
te doen zijn op leden van het dagelijks bestuur van een waterschap;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal,
hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: