Wijzigingsbesluit Besluit algemene rechtspositie politie, enz. (vervallen tijdelijke [...] surveillanten en afschaffing maandgeld voor aspiranten)

[Regeling vervallen per 01-01-2013.]
Geraadpleegd op 27-12-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-12-2004.
Geldend van 18-07-2001 t/m 31-12-2012

Besluit van 2 juli 2001 tot wijziging van het Besluit algemene rechtspositie politie, het Besluit bezoldiging politie, het Besluit geneeskundige verzorging politie 1994 en het Besluit bovenwettelijke werkloosheidsuitkering politie in verband met onder meer het vervallen van de tijdelijke aanstelling voor surveillanten en de afschaffing van het maandgeld voor aspiranten

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 6 maart 2001, nr. EA2001/U57265, directoraat-generaal Openbare Orde en Veiligheid, directie Politie, afdeling Arbeidsvoorwaardenbeleid;

Gelet op artikel 50, eerste lid, en 53d, eerste lid, van de Politiewet 1993 en artikel 9, zesde lid, eerste en tweede volzin, van de LSOP-wet;

De Raad van State gehoord (advies van 17 april 2001, nr. W04.01.130/I);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 25 juni 2001, nr. EA2001/U74276, directoraat-generaal Openbare Orde en Veiligheid;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL III

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

[Red: Wijzigt het Besluit geneeskundige verzorging politie 1994.]

ARTIKEL IV

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

[Red: Wijzigt het Besluit bovenwettelijke werkloosheidsuitkering politie.]

ARTIKEL V

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

  • 1 De ambtenaar, aangesteld voor de uitvoering van de politietaak, die op het tijdstip voorafgaand aan het tijdstip van inwerkingtreding van dit besluit is aangesteld op grond van artikel 3, derde lid, van het Besluit algemene rechtspositie politie zoals dat artikel op dat tijdstip luidde, wordt met ingang van de datum van inwerkingtreding van dit besluit aangesteld in vaste dienst, tenzij:

    • a. de ambtenaar aan het bevoegd gezag voor 1 mei 2001 schriftelijk en eenmalig de keuze kenbaar heeft gemaakt voor het handhaven van de aanstelling in tijdelijke dienst, of

    • b. tegen een aanstelling in vaste dienst bedenkingen bestaan, gebaseerd op een beoordeling overeenkomstig artikel 71, tweede lid, van het Besluit algemene rechtspositie politie.

  • 4 In de uitzonderingssituaties, genoemd in het eerste tot en met het derde lid, blijven de artikelen 3, 90 en 96 van het Besluit algemene rechtspositie politie en de Regeling vertrekpremie surveillant van politie zoals die luidden op het tijdstip voorafgaand aan het tijdstip van inwerkingtreding van dit besluit van toepassing.

ARTIKEL VI

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin dit besluit wordt geplaatst, met dien verstande dat

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage, 2 juli 2001

Beatrix

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

K. G. de Vries

Uitgegeven de zeventiende juli 2001

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals