Regeling beleidsregels beleggingen ziekenfondsen

[Regeling vervallen per 01-01-2006.]
Geraadpleegd op 18-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2003 en zichtdatum 30-09-2024.
Geldend van 01-10-2003 t/m 31-12-2005

Regeling beleidsregels beleggingen ziekenfondsen

Het College voor zorgverzekeringen;

Gelet op artikel 6, eerste lid, van de Regeling beleggingsvoorschriften ziekenfondsen,

Heeft in zijn vergadering van 12 juli 2001 besloten:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

  • 1 Een ziekenfonds belegt zijn wettelijke middelen uitsluitend in de hierna vermelde risicocategorieën. Daarbij is per risicocategorie aangegeven uit welke soort beleggingen de categorie bestaat.

    - Liquiditeiten

    Deze categorie bestaat uit deposito’s en vastrentende waarden met een resterende looptijd van maximaal één jaar. Deposito’s worden geplaatst bij kredietinstellingen die in Nederland op grond van de Wet toezicht kredietwezen 1992, of in een andere staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, onder toezicht staan. De vastrentende waarden hebben minimaal een AA-rating, afgegeven door tenminste één gezaghebbende rating agency, dan wel zijn uitgegeven door een instelling met minimaal een zodanige rating of door een instelling aan wiens papier door een bancaire toezichthouder in een staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, de solvabiliteitsvrije status is toegekend.

    - Langerlopende vastrentende waarden AAA

    Deze categorie bestaat uit een portefeuille van vastrentende waarden. Deze vastrentende waarden hebben een AAA-rating, afgegeven door tenminste één gezaghebbende rating agency, dan wel zijn uitgegeven door een instelling met een zodanige rating of door een instelling aan wiens papier door een bancaire toezichthouder in een staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, de solvabiliteitsvrije status is toegekend. De modified duration van de totale portefeuille langerlopende vastrentende waarden AAA bedraagt maximaal vijf jaar.

    - Langerlopende vastrentende waarden AA

    Deze categorie bestaat uit deposito’s met een maximale looptijd van tien jaar en een portefeuille van vastrentende waarden. De vastrentende waarden hebben een AA-rating, afgegeven door tenminste één gezaghebbende rating agency, dan wel zijn uitgegeven door een instelling met een zodanige rating of door een instelling aan wiens papier door een bancaire toezichthouder in een staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europees Economische Ruimte, de solvabiliteitsvrije status is toegekend. De deposito’s worden geplaatst bij kredietinstellingen die in Nederland op grond van de Wet toezicht kredietwezen 1992, of in een andere staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europees Economische Ruimte, onder toezicht staan. De modified duration van de totale portefeuille langerlopende vastrentende waarden AA bedraagt maximaal vijf jaar.

    - Aandelen, gespreide index, passief

    Deze categorie bestaat uit beleggingen in aandelenfondsen die een door het ziekenfonds vooraf als benchmark gekozen, als goed bekend staande, gespreide wereldindex volgen met een maximale ex ante tracking error van 0,25%.

    - Aandelen, gespreide index, actief

    Deze categorie bestaat uit beleggingen in een aandelenportefeuille waarmee een beleid wordt gevoerd dat een door het ziekenfonds vooraf als benchmark gekozen, als goed bekend staande, gespreide wereldindex volgt met een maximale ex ante tracking error van 2,0%.

    - Call opties

    Deze categorie bestaat uit door het ziekenfonds gekochte call-opties met een looptijd bij aankoop van maximaal vier jaar, waarvan bij aankoop de verhouding tussen uitoefenprijs en koers tussen 80% en 120% ligt. Het gaat hierbij om call-opties op een index van een op basis van wetgeving erkende aandelenmarkt binnen de Europese Economische Ruimte of op een gezamenlijke index van twee of meer van die aandelenmarkten.

  • 2 Een ziekenfonds dat wettelijke middelen in beleggingsfondsen belegt, doet dat uitsluitend in beleggingsfondsen die zijn uitgegeven door beleggingsinstellingen die in Nederland op grond van de Wet toezicht beleggingsinstellingen, of in een andere staat, die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, onder toezicht staan. Daarbij geldt als voorwaarde dat op elk moment duidelijk is dat de portefeuille van het beleggingsfonds voldoet aan de risicocategorieën, bedoeld in het eerste lid, en dat de verdeling over deze risicocategorieën bekend is.

  • 3 Een ziekenfonds dat het beleggen van wettelijke middelen uitbesteedt, besteedt dat uitsluitend uit aan een beleggingsinstelling die in Nederland op grond van de Wet toezicht beleggingsinstellingen, of in een andere staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, onder toezicht staat. Daarbij geldt als voorwaarde dat op elk moment duidelijk is dat de beleggingsportefeuille voldoet aan de risicocategorieën, bedoeld in het eerste lid, en dat de verdeling over deze risicocategorieën bekend is.

  • 4 Een ziekenfonds treft zodanige beheersmaatregelen dat de naleving van het eerste, tweede en derde lid is gewaarborgd. De beheersmaatregelen worden in het schriftelijk vastgestelde beleid met betrekking tot het beleggen vermeld.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

  • 1 Een ziekenfonds zorgt bij het beleggen van de wettelijke middelen dat de kans dat het op een termijn van vijf jaar een positief rendement op deze beleggingen heeft, minimaal 99% is.

  • 2 Een ziekenfonds zorgt bij het beleggen van de wettelijke middelen verder dat de kans dat de waarde van deze beleggingen op een termijn van één jaar boven het bedrag van de voor hem geldende solvabiliteitsmarge ingevolge artikel 43b, tweede lid, van de Ziekenfondswet blijft, minimaal 99% is.

  • 3 Voor de kansberekening ingevolge het eerste en tweede lid neemt een ziekenfonds dat in het kader van zijn bedrijfsvoering over eigen onroerend goed beschikt en dat dit onroerend goed heeft gefinancierd uit de wettelijke middelen of met vreemde middelen, de marktwaarde en de ontwikkeling van de marktwaarde van dat onroerend goed mee in aanmerking, als ware dat onroerend goed een belegging in de zin van de Regeling beleggingsvoorschriften ziekenfondsen.

  • 4 Het derde lid is van overeenkomstige toepassing op de investeringen met wettelijke middelen of vreemde middelen ten behoeve van het zelf leveren van diensten of zaken, bedoeld in artikel 42, eerste en derde lid, van de Ziekenfondswet alsmede op de aanwending van wettelijke middelen of vreemde middelen ten behoeve van een zorgaanbieder op een wijze, bedoeld in het tweede lid van dat artikel.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

  • 1 Een ziekenfonds treft de beheersmaatregelen die nodig zijn om de naleving van de risiconormen ingevolge artikel 2, eerste en tweede lid, te waarborgen. Deze beheersmaatregelen worden door het ziekenfonds in zijn schriftelijk vastgestelde beleid met betrekking tot het beleggen van de wettelijke middelen vermeld.

  • 2 Bij zijn beoordeling of het bij zijn beleggingen aan de risiconormen ingevolge artikel 2 voldoet, maakt het ziekenfonds gebruik van een toetsingsinstrument dat het College voor zorgverzekeringen hem periodiek ter beschikking stelt. Daarbij wordt in het geval, bedoeld in artikel 2, derde lid, de vastlegging van middelen in eigen onroerend goed als even risicovol aangemerkt als de categorie 'Aandelen, gespreide index, actief', bedoeld in artikel 1, eerste lid. Daarbij worden verder investeringen of aanwendingen van middelen als bedoeld in artikel 2, vierde lid, als even risicovol aangemerkt als de categorie, bedoeld in artikel 1, eerste lid, waarmee zij vanuit het oogpunt van risico het beste te vergelijken zijn. De vorige volzin is niet van toepassing voor zover het om eigen onroerend goed van het ziekenfonds gaat in het kader van het zelf leveren van diensten of zaken door het ziekenfonds, in welk geval dat onroerend goed als even risicovol wordt aangemerkt als de categorie 'Aandelen, gespreide index, actief', bedoeld in artikel 1, eerste lid.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

Indien de marktwaarde van de beleggingen van de wettelijke middelen van het ziekenfonds kleiner is dan het bedrag van de voor hem geldende solvabiliteitsmarge ingevolge artikel 43b, tweede lid, van de Ziekenfondswet, belegt het ziekenfonds in afwijking van artikel 2 zijn wettelijke middelen uitsluitend in de categorie 'Liquiditeiten' en 'Langerlopende vastrentende waarden AAA', bedoeld in artikel 1, eerste lid. Artikel 2, vijfde lid, is van overeenkomstige toepassing.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

  • 1 Voor het beleggen van wettelijke middelen gebruikt het ziekenfonds derivaten uitsluitend ter beperking van financiële risico’s. De derivaten worden gebruikt op basis van onderliggende waarden die in de beleggingsportefeuille wettelijke middelen aanwezig zijn. Met het gebruik van derivaten mogen geen open posities worden ingenomen. Het ziekenfonds zorgt ervoor dat de relatie van de gebruikte derivaten met de onderliggende waarden schriftelijk is vastgelegd. De derivaten worden afgesloten bij kredietinstellingen die in Nederland op grond van de Wet toezicht kredietwezen 1992, of in een andere staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, onder toezicht staan.

  • 2 Voor het beleggen van wettelijke middelen met valutarisico dekt het ziekenfonds dat risico af. Het afdekken van het valutarisico in andere valuta’s dan de euro vindt uitsluitend plaats via valutatermijntransacties en valutaswaps.

  • 3 Het verminderen van renterisico’s bij het beleggen van wettelijke middelen en het wijzigen van de duration van vastrentende waarden vindt uitsluitend plaats via obligatiefutures, renteswaps en repo’s.

  • 4 Voor het beleggen van wettelijke middelen vindt het gebruik van derivaten voor het verruilen van risicocategorieën, bedoeld in artikel 1, eerste lid, uitsluitend plaats indien de onderliggende waarden vallen binnen die risicocategorieën.

  • 5 Voordat een ziekenfonds van derivaten gebruik maakt, draagt het er eerst zorg voor dat zijn administratie en organisatie voor derivaten en zijn interne controle op de derivaten op orde is. Een ziekenfonds dat derivaten gebruikt, treft verder zodanige beheersmaatregelen dat de naleving van het eerste, tweede, derde en vierde lid van dit artikel is gewaarborgd. De beheersmaatregelen worden door het ziekenfonds in zijn schriftelijk vastgestelde beleid met betrekking tot het beleggen vermeld.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

Een ziekenfonds belegt geleende middelen slechts in de risicocategorie ’Liquiditeiten’, bedoeld in artikel 1, eerste lid. Het gebruik van derivaten bij het beleggen met geleende middelen is niet toegestaan.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

  • 1 Een ziekenfonds belegt zijn niet-wettelijke middelen niet zodanig dat de kans bestaat dat het totaal van zijn niet-wettelijke middelen negatief wordt. Indien de niet-wettelijke middelen negatief worden, dient het ziekenfonds alleen nog te handelen volgens de beleggingsregels voor de wettelijke middelen.

  • 2 Een ziekenfonds treft zodanige beheersmaatregelen dat de naleving van het eerste lid is gewaarborgd. De beheersmaatregelen worden door het ziekenfonds in zijn schriftelijk vastgestelde beleid met betrekking tot het beleggen van de niet-wettelijke middelen vermeld.

Artikel 8

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling beleidsregels beleggingen ziekenfondsen. Zij treedt in werking met ingang van de dag volgende op de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

L. de Graaf,

voorzitter

.

K.A.J. van Laarhoven

RA

,

plv. algemeen directeur

.