Besluit rampbestrijdingsplannen luchtvaartterreinen

[Regeling vervallen per 01-10-2010.]
Geraadpleegd op 01-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2015 en zichtdatum 04-02-2015.
Geldend van 08-03-2006 t/m 30-09-2010

Besluit van 16 juli 2001, houdende regels met betrekking tot rampbestrijdingsplannen voor vliegtuigongevallen op luchtvaartterreinen en de beproeving daarvan (Besluit rampbestrijdingsplannen luchtvaartterreinen)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, directoraat-generaal voor Openbare Orde en Veiligheid, in overeenstemming met Onze Minister van Verkeer en Waterstaat en de Staatssecretaris van Defensie, van 13 december 2000, nr. EB2000/101589;

Gelet op artikel 7, derde lid, van de Wet rampen en zware ongevallen;

De Raad van State gehoord (advies van 16 maart 2001, nr. W04.00.0605/I);

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, directoraat-generaal voor Openbare Orde en Veiligheid, uitgebracht in overeenstemming met Onze Minister van Verkeer en Waterstaat en de Staatssecretaris van Defensie, van 7 juli 2001, nr. EB2001/61597;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-10-2010]

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • a. luchtvaartterrein: een luchtvaartterrein dat op grond van de Brandweerregeling burgerluchtvaartterreinen is ingedeeld in brandrisicoklasse 3 of hoger en de door Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties in overleg met Onze Minister van Defensie daarmee gelijkgestelde militaire luchtvaartterreinen;

  • b. onmiddellijke omgeving van het luchtvaartterrein: een op grond van artikel 1 van de Brandweerregeling burgerluchtvaartterreinen 2004 door de exploitant van het burgerluchtvaartterrein of op grond van de aan de basiscommandant van het militaire luchtvaartterrein gerichte instructie in overleg met de burgemeester vastgesteld gebied buiten het luchtvaartterrein;

  • c. alarmregeling: de alarmregeling, bedoeld in artikel 1, onderdeel a, van de Brandweerregeling burgerluchtvaartterreinen en het daarmee gelijk te stellen calamiteitenplan voor militaire luchtvaartterreinen.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-10-2010]

  • 1 De burgemeester stelt, na overleg met de exploitant, bedoeld in artikel 1, onderdeel d, van de Luchtvaartwet, respectievelijk de basiscommandant van het militaire luchtvaartterrein, een rampbestrijdingsplan vast voor vliegtuigongevallen op luchtvaartterreinen en de onmiddellijke omgeving daarvan.

  • 2 Afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht is van toepassing op de vaststelling van het rampbestrijdingsplan.

  • 3 De burgemeester zendt het rampbestrijdingsplan met betrekking tot luchtvaartterreinen als bedoeld in artikel 5, tweede lid, van de Brandweerregeling burgerluchtvaartterreinen aan Onze Minister van Verkeer en Waterstaat.

  • 4 Een rampbestrijdingsplan als bedoeld in het eerste lid wordt uiterlijk een jaar na inwerkingtreding van dit besluit vastgesteld.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-10-2010]

Het rampbestrijdingsplan bevat in ieder geval:

  • a. de functies van de aan het luchtvaartterrein verbonden personen die bevoegd zijn om procedures van alarmering binnen en buiten het luchtvaartterrein in werking te doen treden en om bestrijdingsacties op het luchtvaartterrein in werking te doen treden;

  • b. de functies van de personen die belast zijn met het opperbevel over en de operationele leiding van het geheel van de bestrijdingsacties;

  • c. de maatregelen en voorzieningen die zijn getroffen opdat degene die is belast met het opperbevel en de hulpverleningsdiensten snel worden geïnformeerd en de bij de bestrijding betrokken personen snel worden opgeroepen;

  • d. het schema met betrekking tot de leiding over en de gecoördineerde inzet van diensten en organisaties die bij de bestrijding kunnen worden betrokken;

  • e. de maatregelen en voorzieningen die zijn getroffen met het oog op de bestrijding op en in de onmiddellijke omgeving van het luchtvaartterrein;

  • f. een plan in hoofdlijnen met betrekking tot de geneeskundige organisatie, waaronder een plan op hoofdlijnen met betrekking tot de opvang en verzorging van de slachtoffers;

  • g. de wijze waarop de bevolking wordt geïnformeerd en over de door haar te volgen gedragslijn;

  • h. de wijze waarop slachtoffers, verwanten van slachtoffers, reizigers, medewerkers van de luchthaven en vliegmaatschappijen, binnen- en buitenlandse overheden en de media worden geïnformeerd;

  • i. de maatregelen en voorzieningen die worden getroffen om de hulpverleningsdiensten van een andere staat te informeren, indien de bevolking of het milieu van die staat door het vliegtuigongeval worden getroffen of dreigen te worden getroffen;

  • j. een overzichtskaart van de indeling van het luchtvaartterrein en de onmiddellijke omgeving daarvan.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 01-10-2010]

  • 1 Het college van burgemeester en wethouders verzorgt oefeningen, waarmee het rampbestrijdingsplan op juistheid, volledigheid en bruikbaarheid wordt getoetst.

  • 2 In ieder geval vindt één maal per twee jaar een multidisciplinaire stafoefening en één maal per vier jaar een multidisciplinaire oefening van staf en operationele eenheden plaats.

  • 3 Bij deze oefeningen wordt de alarmregeling van het luchtvaartterrein mede geoefend.

  • 4 Het college van burgemeester en wethouders draagt zorg voor de evaluatie van de oefeningen, bedoeld in het tweede lid. Bij de uitvoering van de evaluatie worden de exploitant en de basiscommandant, bedoeld in artikel 2, betrokken.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 01-10-2010]

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 01-10-2010]

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit rampbestrijdingsplannen luchtvaartterreinen.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

Tavarnelle, 16 juli 2001

Beatrix

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

G. M. de Vries

Uitgegeven de elfde september 2001

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals