Besluit van 16 juli 2001, houdende regels met betrekking tot rampbestrijdingsplannen
voor vliegtuigongevallen op luchtvaartterreinen en de beproeving daarvan (Besluit
rampbestrijdingsplannen luchtvaartterreinen)
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
directoraat-generaal voor Openbare Orde en Veiligheid, in overeenstemming met Onze
Minister van Verkeer en Waterstaat en de Staatssecretaris van Defensie, van 13 december
2000, nr. EB2000/101589;
Gelet op artikel 7, derde lid, van de Wet rampen en zware ongevallen;
De Raad van State gehoord (advies van 16 maart 2001, nr. W04.00.0605/I);
Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
directoraat-generaal voor Openbare Orde en Veiligheid, uitgebracht in overeenstemming
met Onze Minister van Verkeer en Waterstaat en de Staatssecretaris van Defensie, van
7 juli 2001, nr. EB2001/61597;
Hebben goedgevonden en verstaan: