Besluit van 23 juli 2001, houdende regels over de erkenning van tussenpersonen, mestverwerkers
en exporteurs (Besluit erkenning tussenpersonen, mestverwerkers en exporteurs Meststoffenwet)
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij van 23 maart
2001, no. TRCJZ/2001/3681, Directie Juridische Zaken, gedaan in overeenstemming met
Onze Minister van Volkshuisvesting Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer;
Gelet op artikel 7, eerste lid, van de Meststoffenwet, voor zover het betreft artikel 21, tweede en derde lid, gelet op artikel 58ae, tweede lid, van de Meststoffenwet, voor zover het betreft de artikelen 1, 25 en 26, gelet op artikel 58ae, derde lid, van de Meststoffenwet voor zover het betreft de artikelen 1 tot en met 4, 6 tot en met 10, 12 tot en met 15, 24, 27 tot en met 30, gelet op artikel 58ae, vierde lid, van de Meststoffenwet voor zover het betreft de artikelen 1, 3, 4, 16 tot en met 23, 27 en 28, gelet op artikel 58ae, vijfde lid, van de Meststoffenwet voor zover het betreft de artikelen 1, 3, 4, 15, 24, 27 en 28, gelet op artikel 58aka, derde lid, voor zover het betreft de artikelen 1 tot en met 5, 9 tot en met 11, 15 tot en met 17, 20 tot en met 24, 27, 28 en 30, en gelet op artikel 61, eerste lid, van de Meststoffenwet voor zover het betreft artikel 1, tweede lid;
De Raad van State gehoord (advies van 21 juni 2001, no. W11.01.0169/V);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij
van 17 juli 2001, No. TRCJZ/2001/10201, Directie Juridische Zaken, uitgebracht mede
in overeenstemming met Onze Minister van Volkshuisvesting Ruimtelijke Ordening en
Milieubeheer;
Hebben goedgevonden en verstaan: