Regeling eisen kamer justitiële jeugdinrichtingen

Geraadpleegd op 22-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2011.
Geldend van 01-09-2001 t/m heden

Regeling eisen kamer justitiële jeugdinrichtingen

De Minister van Justitie,

Gelet op artikel 17, vijfde lid, van Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen;

Gezien het advies van het College van advies voor de justitiële kinderbescherming van 12 oktober 2000, kenmerk: 5056746/00/TH/rb;

Besluit:

Paragraaf 1. Algemene bepalingen

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

wet:

de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen;

raam:

een voorziening waardoor de cyclus van dag en nacht kan worden waargenomen.

Artikel 2. Algemeen

  • 1 De kamer is zodanig uitgevoerd en ingericht dat zij voldoet aan de eisen die het karakter van de inrichting, de Arbeidsomstandighedenwet en de brandveiligheidvoorschriften daaraan stellen.

  • 2 Bij toewijzing van een kamer aan een jeugdige is de kamer schoon, in goede staat en zonder gebreken.

Paragraaf 2. De inrichting van de kamer

Artikel 3

Met een afwijkingsmarge van 10% heeft de kamer minimaal een vloeroppervlak van 10 vierkante meter, een breedte van 2 meter en een vrije hoogte van 2,5 meter.

Artikel 4

  • 1 In de kamer zijn in de buitenwand een of meer ramen aangebracht.

  • 2 Het totaal oppervlak van het raam of de ramen bedraagt minstens 0,75 vierkante meter.

Artikel 6

  • 1 In de kamer is een verwarming met een bedienkraan aangebracht.

  • 2 De verwarming heeft een zodanige capaciteit dat bij een buitentemperatuur van minus 10 graden C en een windsnelheid van 10 meter per seconde in de kamer een temperatuur van 18 graden C kan worden bereikt.

  • 3 De kamer is voorzien van een ventilatiemogelijkheid waardoor op natuurlijke dan wel mechanische wijze lucht kan worden aangevoerd.

Artikel 7

De kamer is voorzien van een intercom of bel waarmee vanuit de kamer te allen tijde het inrichtingspersoneel kan worden opgeroepen.

Artikel 8

De kamer is voorzien van een van binnenuit en al dan niet van buitenaf bedienbare verlichting met voldoende lichtsterkte, conform de aanbevelingen binnenverlichting volgens geldende NEN normen binnenverlichting functionele eisen, al dan niet gecombineerd met een van buitenaf bedienbare nachtverlichting.

Artikel 9

  • 1 De kamer is voorzien van een toilet, dat zodanig is afgeschermd, dat de privacy gewaarborgd is, alsmede een wasgelegenheid.

  • 2 Bij het toilet bevindt zich een ventilatierooster.

Artikel 10

De kamer is ingericht met tenminste:

  • a. een spiegel

  • b. een hang-legkast

  • c. een schrijfwerktafel

  • d. een stoel

  • e. een aan de wand bevestigd prikbord

  • f. een bed

  • g. twee contactdozen.

Paragraaf 3. Algemene uitzonderingen

Artikel 11

Deze regeling is niet van toepassing op een ruimte bedoeld in artikel 25, tweede lid, of artikel 55, eerste lid, onder a, van de wet, of op een ruimte waarin een jeugdige tijdelijk wordt ondergebracht of op ruimten die worden gebruikt voor onderzoek van jeugdigen.

Artikel 12

  • 2 De in het eerste lid genoemde kamer is zodanig uitgevoerd en ingericht dat zij de individuele jeugdige voldoende ruimte, daglicht, verwarming en ventilatie biedt.

  • 3 Is de kamer zelf niet voorzien van sanitair, dan is dat elders in de inrichting in voldoende mate voor de jeugdige beschikbaar.

Artikel 13

Op kamers in gesloten inrichtingen, waarvan de bouw is gestart voor 1 januari 1998, is het gestelde in artikel 3, 4, tweede lid en 9 niet van toepassing. Deze inrichtingen worden bij de eerstvolgende grote renovatie aangepast aan de genoemde eisen, doch moeten uiterlijk op 31 december 2011 zijn aangepast aan het gestelde in artikel 3, 4 tweede lid en artikel 9.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De

Minister

vanJustitie,

A.H. Korthals