Artikel 1
[Regeling vervallen per 25-12-2004]
- a. minister:
-
de Minister van Economische Zaken;
- b. ondernemer:
-
een natuurlijke persoon of rechtspersoon, niet zijnde een rechtspersoon die krachtens
publiekrecht is ingesteld, die een onderneming in stand houdt;
- c. groep:
-
een economische eenheid, waarin organisatorisch zijn verbonden:
-
1º. een natuurlijke persoon of privaatrechtelijke rechtspersoon, die direct of indirect:
- -
meer dan de helft van het geplaatste kapitaal verschaft aan,
- -
volledig aansprakelijk vennoot is van, of
- -
overwegende zeggenschap heeft over een of meer rechtspersonen of vennootschappen,
en
-
2º. laatstbedoelde rechtspersonen of vennootschappen;
- d. samenwerkingsverband:
-
een geen rechtspersoonlijkheid bezittend verband, bestaande uit ten minste twee,
niet in een groep verbonden natuurlijke personen of rechtspersonen, onder wie ten
minste één ondernemer;
- e. duurzaam bedrijventerrein:
-
een bedrijventerrein dat zich kenmerkt door het, met inachtneming van het normale
streven naar bedrijfseconomisch voordeel, voortdurend gezamenlijk streven van betrokken
bedrijven, of bedrijven en overheden, invulling te geven aan kansrijke milieuthema's;
- f. kansrijk milieuthema:
-
milieuthema waarvoor geldt dat:
-
1º. gezamenlijke actie van betrokken bedrijven, of bedrijven en overheden, op het bedrijventerrein
kan leiden tot besparing op het gebruik van energie, water of grond- en hulpstoffen,
vermindering van de productie van afvalstoffen, optimalisering van verkeer en vervoer
van personen en goederen, of intensivering van het ruimtegebruik, en
-
2º. er bij de betrokken bedrijven, of bedrijven en overheden, bereidheid bestaat tot
gezamenlijke uitwerking;
- g. project:
-
ontwikkelingsproject, technisch haalbaarheidsproject of organisatorisch haalbaarheidsproject,
waarin bedrijven, of bedrijven en overheden, samenwerken met het oog op het totstandbrengen
van een duurzaam bedrijventerrein;
- h. ontwikkelingsproject:
-
een samenhangend geheel van activiteiten, gericht op het opstellen van een masterplan
voor een bestaand bedrijventerrein, waarin ten minste twee kansrijke milieuthema's
worden uitgewerkt;
- i. technisch haalbaarheidsproject:
-
een samenhangend geheel van activiteiten, gericht op het onderzoeken en schriftelijk
vastleggen van de technisch-economische haalbaarheid en de potentiële milieubesparingseffecten
van de toepassing van systemen of technieken, die betrekking hebben op een of meer
kansrijke milieuthema's uit een masterplan, bij twee of meer bedrijven op een bestaand
of nieuw bedrijventerrein en resulterend in concrete projectvoorstellen of voorstellen
voor het afsluiten van contracten, die betrekking hebben op twee of meer bedrijven;
- j. organisatorisch haalbaarheidsproject:
-
een samenhangend geheel van activiteiten, gericht op het onderzoeken en schriftelijk
vastleggen van de haalbaarheid van de oprichting van een organisatie die zich ten
behoeve van een bestaand bedrijventerrein ten minste zal bezighouden met het aanbieden
of beheren van collectieve voorzieningen op het vlak van een of meer kansrijke milieuthema's,
resulterend in concrete projectvoorstellen of voorstellen voor het afsluiten van contracten;
- k. milieuthema's:
-
energie, water, grond- en hulpstoffen, afvalstoffen, verkeer en vervoer van personen
en goederen en ruimtegebruik;
- l. bedrijventerrein:
-
een terrein met een bruto oppervlak van ten minste 10 hectaren, of een cluster van
terreinen dat bestemd en geschikt is voor het gebruik door vestigingen ten behoeve
van handel, nijverheid, commerciële en niet-commerciële dienstverlening en industrie,
daaronder niet begrepen een terrein dat in overwegende mate bestemd is voor detailhandel
of horeca;
- m. masterplan:
-
een plan waarin is vastgelegd hoe de milieuthema's die voor het betrokken bedrijventerrein
kansrijk zijn met elkaar samenhangen, hoe betrokken bedrijven, of bedrijven en overheden,
gezamenlijk de aanpak van de kansrijke milieuthema's op het bedrijventerrein willen
vormgeven, hoe daarvoor de taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden worden verdeeld
en op basis waarvan besluiten kunnen worden genomen over de concrete duurzame ontwikkeling
van dat terrein;
- n. een cluster van terreinen:
-
ten minste twee afzonderlijke terreinen, met een gemiddeld bruto oppervlak van ten
minste 10 hectaren per terrein, waar terreinoverstijgend invulling kan worden gegeven
aan de voor die terreinen kansrijke milieuthema's;
- o. nieuw bedrijventerrein:
-
een bedrijventerrein, dat nog niet als zodanig in gebruik is, danwel een uitbreiding
van een bestaand bedrijventerrein, met een nieuw te realiseren bruto oppervlak van
ten minste 10 hectaren.