Paspoortuitvoeringsregeling Koninklijke Marechaussee 2001

Geraadpleegd op 15-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-04-2014.
Geldend van 09-03-2014 t/m 30-04-2014

Regeling van de Minister voor Grote Steden- en Integratiebeleid van 7 september 2001, houdende regels in verband met de verstrekking van noodpaspoorten en het aanbrengen van noodverlengingen door de Koninklijke Marechaussee

Hoofdstuk I. Algemene bepalingen

§ 1. Definities en reikwijdte

Artikel 1

  • 1 In deze regeling wordt verstaan onder:

    a. de wet:

    de Paspoortwet;

    b. aanvraag, weigering, verstrekking, uitreiking, houder, wijziging, inhouding, vervallen of vervallenverklaring en vermissing:

    hetgeen ingevolge artikel 1, eerste lid, van de wet daaronder wordt verstaan;

    c. aanvrager:

    degene die een aanvraag als bedoeld in artikel 1, onder a, van de wet indient of op wie een dergelijke aanvraag betrekking heeft;

    d. register paspoortsignaleringen:

    het register, bedoeld in artikel 25, derde lid, van de wet;

    e. opsporingsregister:

    het opsporingsregister, gehouden bij de Landelijke eenheid;

    f. basisadministratie:

    de basisregistratie personen, dan wel een basisadministratie als bedoeld in artikel 2 van de Wet basisadministraties persoonsgegevens BES, dan wel een bij Landsverordening van Aruba, Curaçao of Sint Maarten ingestelde bevolkingsadministratie;

    g. basisregister reisdocumenten:

    het register, bedoeld in artikel 4a van de wet;

    h. aanvraagsysteem reisdocumenten:

    het geheel van apparatuur, programmatuur, opslagmedia en overige materialen, waarvan door de bevoegde autoriteit gebruik wordt gemaakt bij de aanvraag, verstrekking, uitreiking en registratie van reisdocumenten;

    i. reisdocumentenstation:

    de door de leverancier beschikbaar gestelde apparatuur en programmatuur, waarin gegevens met betrekking tot aangevraagde en uitgereikte reisdocumenten worden verwerkt en gearchiveerd en waarmee de gegevensuitwisseling tussen de bevoegde autoriteit en de leverancier plaatsvindt (reisdocumentenaanvraag- en archiefstation);

    j. reisdocumentenadministratie:

    de in het reisdocumentenstation en op andere wijze bij de bevoegde autoriteit opgeslagen gegevens met betrekking tot aangevraagde en uitgereikte reisdocumenten;

    k. reisdocumentenmodule:

    de apparatuur en programmatuur, waarmee de bevoegde autoriteit bij de aanvraag en uitreiking gegevens uitwisselt met het reisdocumentenstation;

    l. standaardclausule:

    een clausule, waarvan de tekst in bijlage A van deze regeling is opgenomen en die door de bevoegde autoriteit in het reisdocument wordt aangebracht;

    m. aanvraag-informatieformulier:

    een door de Commandant van de Koninklijke Marechaussee voorgeschreven formulier, dat bestemd is voor het opmaken van een aanvraag voor een reisdocument;

    n. aanvraagformulier:

    het daartoe door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties beschikbaar gestelde formulier dat bestemd is voor het op schrift stellen van de aanvraaggegevens, bedoeld in artikel 22;

    o. aanvraagnummer:

    het nummer dat voorgedrukt is op het aanvraagformulier;

    p. commandant:

    brigadecommandant van de Koninklijke Marechaussee dan wel de commandant van het District Koninklijke Marechaussee Schiphol, die ingevolge artikel 6 van deze regeling is aangewezen;

    q.

    [Red: vervallen;]

    r. identificatiekaart:

    een document als bedoeld in artikel 39, waarmee op elektronische wijze toegang kan worden verkregen tot het reisdocumentenstation en de daarin opgeslagen programmatuur en gegevens;

    s. leverancier:

    het bedrijf dat in opdracht van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties belast is met het verrichten van diensten in verband met de verstrekking van reisdocumenten, waaronder de vervaardiging en levering van reisdocumenten en identificatiekaarten.

    t. openbaar lichaam:

    openbaar lichaam Bonaire, Sint Eustatius of Saba;

    u. aanvraagstation:

    de door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties aangewezen apparatuur en programmatuur voor het ondersteunen van het aanvraag- en uitgifteproces van reisdocumenten;

    v. foto- en handtekeningenformulier:

    het daartoe door de leverancier beschikbaar gestelde formulier dat bestemd is voor het opnemen van de foto en de handtekening, bedoeld in artikel 22, eerste en tweede lid.

    w. aanvraagstationlocatie:

    de locatie waar de bevoegde autoriteit met inachtneming van artikel 53 één of meerdere aanvraagstations heeft geplaatst.

  • 2 Deze regeling is van toepassing op de verstrekking van noodpaspoorten en het aanbrengen van noodverlengingen door de Koninklijke Marechaussee.

§ 3. Modellen van de reisdocumenten

Artikel 3

  • 1 Met betrekking tot de in artikel 2, eerste lid, onder a tot en met e, van de wet bedoelde reisdocumenten bestaan de navolgende modellen:

    • a. nationaal paspoort: model nationaal paspoort met 34 bladzijden, dan wel met 66 bladzijden (zakenpaspoort);

    • b. diplomatiek paspoort: model diplomatiek paspoort;

    • c. dienstpaspoort: model dienstpaspoort en model nationaal paspoort voorzien van standaardclausule IX;

    • d. reisdocument voor vluchtelingen: model reisdocument voor vluchtelingen;

    • e. reisdocument voor vreemdelingen: model reisdocument voor vreemdelingen.

  • 3 Met betrekking tot de ingevolge artikel 2, eerste lid, onder g, van de wet vastgestelde reisdocumenten bestaan de navolgende modellen:

    • a. faciliteitenpaspoort: model nationaal paspoort met 34 bladzijden, dan wel met 66 bladzijden (zakenpaspoort), voorzien van standaardclausule VI;

    • b. tweede paspoort: model nationaal paspoort met 34 bladzijden, dan wel met 66 bladzijden (zakenpaspoort), voorzien van standaardclausule VII.

  • 4 Met betrekking tot de ingevolge artikel 2, tweede lid, van de wet genoemde Nederlandse identiteitskaart bestaat het navolgende model: model Nederlandse identiteitskaart.

  • 5 In de modellen, genoemd in het eerste, derde en vierde lid, is een machineleesbare strook en een chip opgenomen.

  • 6 In het model noodpaspoort, genoemd in het tweede lid, onder a, is een machineleesbare strook opgenomen.

  • 7 De in het eerste lid, onder a, en derde lid genoemde reisdocumenten en de Nederlandse identiteitskaart, bedoeld in het vierde lid, vermelden het burgerservicenummer van de houder, tenzij aan de houder geen burgerservicenummer is toegekend.

  • 8 De woonplaats en het adres worden niet opgenomen in de in het eerste tot en met vierde lid genoemde modellen.

Artikel 3a. Reisdocumenten zonder vingerafdrukken

Een nooddocument als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onder f, van de wet wordt niet voorzien van vingerafdrukken van de houder.

§ 4. Register paspoortsignaleringen

Artikel 4. Vestigingsplaats van het register

Het register paspoortsignaleringen is ondergebracht bij de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

Artikel 5. Administratie van kennisgevingen uit het register

  • 1 De tot verstrekking dan wel inhouding bevoegde autoriteiten dragen er zorg voor dat de administratie, bedoeld in artikel 25, vierde en vijfde lid, van de wet, te allen tijde de naam, voornamen, geboortedatum en geboorteplaats bevat van de personen ten aanzien van wie zij op grond van de wet bevoegd zijn tot verstrekking dan wel inhouding.

  • 2 De in het eerste lid bedoelde administratie is op naam toegankelijk en kan desgewenst worden gevoerd door het bewaren en raadplegen van de regelmatig toegezonden signaleringslijst en de tussentijdse aanvullingen daarop.

§ 5. Aangewezen autoriteiten

Artikel 6. Noodpaspoorten

Aangewezen tot het in ontvangst nemen van aanvragen voor en verstrekking van noodpaspoorten zijn de commandant van het District Koninklijke Marechaussee Schiphol en de commandanten van de navolgende brigades: Noord-Holland, Zuid-Holland, Drenthe IJsselstreek, Oostgrens Noord, Brabant Zuid en Limburg Zuid.

Artikel 7. Heffing en kwijtschelding van rechten

De in artikel 6 bedoelde commandanten zijn bevoegd tot heffing van rechten, dan wel het verlenen van gehele of gedeeltelijke kwijtschelding van rechten als bedoeld in het Besluit paspoortgelden.

Hoofdstuk II. Vaststelling aanspraak en geldigheid noodpaspoort

Artikel 8. Zwaarwegend belang bij de uitreis

  • 1 Het verstrekken van een noodpaspoort kan uitsluitend geschieden ten behoeve van een aanvrager, die:

    • a. voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat zijn reis geen uitstel gedoogt, en

    • b. niet in staat moeten worden geacht op tijd een ander reisdocument te verkrijgen van de ten aanzien van hem tot verstrekking bevoegde autoriteit in Nederland.

  • 2 In verband met het eerste lid kan van de aanvrager worden verlangd, dat hij reisbescheiden overlegt waaruit de spoedeisendheid van zijn reis kan worden afgeleid, zoals vlieg-, boot-, trein- of bustickets, hotelreserveringen en reisverzekeringen.

Artikel 9. Identiteit en nationaliteit

  • 1 Voor het verkrijgen van de nodige zekerheid over de identiteit van de aanvrager, alsmede over zijn Nederlanderschap dan wel zijn behandeling als Nederlander, indien het een persoon betreft op wie de Wet betreffende de positie van Molukkers van toepassing is, wordt gebruik gemaakt van het door hem overgelegde Nederlandse reisdocument en de gegevens die door hem bij de aanvraag zijn verstrekt.

  • 2 Indien de aanvrager niet in staat is een eerder uitgereikt Nederlands reisdocument over te leggen, de in het overgelegde reisdocument vermelde gegevens afwijken van de gegevens die door de aanvrager bij de aanvraag zijn verstrekt, dan wel anderszins onvoldoende zekerheid bestaat over de identiteit of de nationaliteit van de aanvrager, wordt van de aanvrager verlangd dat deze andere wettige bewijsstukken overlegt, waaruit zijn identiteit en nationaliteit kunnen worden afgeleid.

  • 3 Voor zover mogelijk vindt telefonisch of anderszins verificatie van de identiteit en de nationaliteit plaats bij de gemeente waarvan de betrokken aanvrager blijkens de basisregistratie personen ingezetene is.

  • 4 In de aanvraag wordt vermeld dat de identiteit van de aanvrager is vastgesteld en met welke documenten of andere bewijsstukken de identiteitsvaststelling heeft plaatsgevonden.

Artikel 10. Beslissing op een aanvraag

  • 1 Een aanvraag waarbij door de aanvrager niet is voldaan aan het bepaalde in de artikelen 8 en 9 wordt niet in behandeling genomen.

  • 2 De commandant die een aanvraag in behandeling neemt betreffende een persoon die blijkens de in artikel 5 bedoelde administratie in het register paspoortsignaleringen is vermeld, legt deze aanvraag onverwijld voor aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties die beslist of tot verstrekking van een noodpaspoort kan worden overgegaan.

Artikel 11. Aanspraak op een noodpaspoort en geldigheid

  • 1 Aan een persoon die voldoet aan de in artikel 8, 9 en 10 gestelde voorwaarden en geen dan wel slechts een door tijdsverloop ongeldig geworden Nederlands reisdocument kan overleggen, wordt een noodpaspoort verstrekt.

  • 2 Het noodpaspoort is een jaar geldig of zoveel korter als mogelijk, afhankelijk van de duur van de reis, alsmede de door het land van bestemming en de landen van doorreis vereiste minimale geldigheid van het reisdocument na binnenkomst, dan wel vertrek van de houder.

  • 3 Het noodpaspoort is geldig voor alle landen.

Artikel 12. Aanspraak op een noodverlenging en geldigheid

[Vervallen per 26-08-2006]

Hoofdstuk III. Aanvraagprocedure

§ 1. Algemeen

Artikel 13. Het opmaken van de aanvraag

  • 1 Bij het opmaken van de aanvraag van een reisdocument wordt, indien beschikbaar, gebruik gemaakt van het aanvraagstation. Bij het opmaken van een aanvraag voor een reisdocument kan, in nader door de Commandant van de Koninklijke Marechaussee te bepalen gevallen, gebruik worden gemaakt van een daartoe bestemd aanvraag-informatieformulier.

  • 2 Indien geen gebruik kan worden gemaakt van het aanvraagstation, worden de in bijlage F genoemde aanvraaggegevens rechtstreeks dan wel door overname van deze gegevens uit het aanvraag-informatieformulier, opgenomen in:

    • a. de reisdocumentenmodule van het District Koninklijke Marechaussee Schiphol, dan wel

    • b. het reisdocumentenstation van de andere aangewezen brigades van de Koninklijke Marechaussee, en vervolgens met een daartoe bestemde printer vermeld in het aanvraagformulier.

  • 3 In de aanvraag wordt de in artikel 42, vierde lid, bedoelde locatiecode, behorend bij de uitgiftelocatie, en het aanvraagnummer vermeld.

Artikel 14. Persoonsgegevens van de aanvrager

  • 1 In de aanvraag voor een noodpaspoort worden de volgende persoonsgegevens van de aanvrager vermeld:

    • a. geslachtsnaam en voornamen;

    • b. geboortedatum en geboorteplaats;

    • c. adres en woonplaats;

    • d. geslacht;

    • e. nationaliteit;

    • f. lengte.

  • 2 De geslachtsnaam omvat tevens de voorvoegsels en adellijke titels, de voornaam omvat tevens de adellijke predikaten. Op verzoek van de aanvrager kan de vermelding van adellijke titels en predikaten achterwege blijven.

  • 3 Indien alleen een naam, voornaam of een roepnaam bekend is, wordt deze als geslachtsnaam beschouwd.

  • 4 Indien de naam van de geboorteplaats niet kan worden ontleend aan de basisadministratie waarin de aanvrager als ingezetene is ingeschreven, dient de naam te worden vermeld zoals deze is opgenomen in zijn geboorteakte. In alle andere gevallen wordt de naam gevolgd zoals deze luidde ten tijde van de geboorte van de aanvrager, waarbij zoveel mogelijk de Nederlandse schrijfwijze wordt gebruikt. Indien de geboorteplaats niet kan worden vastgesteld, blijft de vermelding daarvan in de aanvraag achterwege. Het vermelden van het land achter de geboorteplaats is slechts toegestaan op verzoek van de aanvrager die aantoont daarbij een zwaarwegend belang te hebben en voorzover het reisdocument daartoe voldoende ruimte bevat.

  • 5 De geboortedatum omvat de dag, de maand en het jaar. Van vermelding van de dag en de maand kan worden afgezien, voor zover deze niet bekend zijn.

Artikel 15. Bezit van of vermelding in andere reisdocumenten

  • 1 Van de door de aanvrager overgelegde Nederlandse of buitenlandse reisdocumenten die op zijn naam zijn gesteld, dan wel van de buitenlandse reisdocumenten waarin hij staat vermeld, worden het soort reisdocument, het documentnummer, de datum waarop de geldigheid van het document eindigt en de autoriteit die het document heeft verstrekt, in de aanvraag vermeld.

  • 2 Indien het overgelegde Nederlandse reisdocument bladzijden met een nog geldig visum of een geldige verblijfstitel bevat, wordt op verzoek van de aanvrager in de aanvraag voor een noodpaspoort vermeld, dat in het noodpaspoort standaardclausule XII met het documentnummer van het overgelegde reisdocument wordt opgenomen.

Artikel 16. Vermist of ingenomen reisdocument bij aanvraag

  • 1 Indien een eerder uitgereikt Nederlands reisdocument is vermist of op andere gronden dan ingevolge de wet door een daartoe bevoegde autoriteit is ingenomen, wordt dit gegeven, alsmede het nummer van het desbetreffende reisdocument en de autoriteit die het heeft verstrekt, in de aanvraag voor een noodpaspoort vermeld. Indien deze gegevens op het moment van de aanvraag niet voorhanden zijn, wordt hiernaar zo mogelijk een gericht onderzoek ingesteld.

  • 2 De ingevolge artikel 31, eerste lid, van de wet door de aanvrager af te leggen schriftelijke verklaring omtrent de vermissing geschiedt ten overstaan van de daartoe aangewezen ambtenaar overeenkomstig het daartoe door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties beschikbaar gestelde formulier. De gewaarmerkte kopie van het proces-verbaal dat terzake van de vermissing is opgemaakt door de plaatselijke politie, dan wel de ambtenaar van de Koninklijke Marechaussee in zijn hoedanigheid van opsporingsambtenaar van de politie, vormt een integraal onderdeel van de schriftelijke verklaring omtrent de vermissing en wordt aan deze verklaring toegevoegd.

  • 3 De daartoe aangewezen ambtenaar maakt een kopie van de door de aanvrager over te leggen schriftelijke verklaring omtrent de inname van zijn reisdocument als bedoeld in artikel 31, vierde lid, van de wet.

  • 4 De schriftelijke verklaring omtrent de vermissing en de bijgevoegde kopie van het proces-verbaal, bedoeld in het tweede lid, dan wel de kopie van de schriftelijke verklaring omtrent de inname, bedoeld in het derde lid, worden bewaard in de reisdocumentenadministratie.

  • 5 Van de vermissing of de inname van een Nederlands reisdocument als bedoeld in het eerste lid wordt terstond melding gemaakt aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties met gebruikmaking van het daartoe door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties beschikbaar gestelde formulier.

Artikel 17

  • 1 Bij het indienen van een aanvraag voor een reisdocument wordt een pasfoto overgelegd die een goedgelijkend beeld van de aanvrager geeft.

  • 2 De overgelegde pasfoto voldoet aan de acceptatiecriteria van de in bijlage L bij deze regeling opgenomen fotomatrix.

  • 3 In afwijking van het tweede lid kan een pasfoto worden geaccepteerd indien de aanvrager heeft aangetoond dat godsdienstige of levensbeschouwelijke redenen zich verzetten tegen het niet bedekken van het hoofd.

  • 4. In afwijking van het tweede lid kan een pasfoto worden geaccepteerd indien op grond van objectief vast te stellen fysieke of medische redenen, door de aanvrager niet kan worden voldaan aan alle in de fotomatrix opgenomen acceptatiecriteria. Bij gerede twijfel aan de medische redenen kan van de aanvrager worden verlangd, dat deze daartoe een door een bevoegde arts of medische instelling ondertekende verklaring overlegt.

  • 5 In afwijking van het tweede lid kan een pasfoto van een aanvrager die de leeftijd van zes jaar nog niet heeft bereikt worden geaccepteerd, indien de foto voldoet aan de in de fotomatrix voor die leeftijdscategorie opgenomen minimum vereisten.

Artikel 18. Onbekwaamheid tot het plaatsen van een handtekening

Indien de persoon aan wie het aangevraagde noodpaspoort moet worden verstrekt door leeftijd of een handicap niet in staat is zijn handtekening te plaatsen, wordt daarvan in de aanvraag melding gemaakt.

Artikel 19. Verschijning van de aanvrager in persoon

Indien de aanvrager ingevolge artikel 28, derde lid, van de wet niet persoonlijk bij het indienen van de aanvraag is verschenen, wordt dit gegeven met de reden daarvan in de aanvraag vermeld.

§ 2. Aanvraag ten behoeve van een handelingsonbekwame

Artikel 20. Overleggen verklaring van toestemming

  • 2 In de verklaring van toestemming worden tevens de naam en de handtekening vermeld van degene die de aanvraag ten behoeve van een handelingsonbekwame indient.

  • 3 Indien gebruik wordt gemaakt van het aanvraag-informatieformulier, bedoeld in artikel 13, kan voor het overleggen van de verklaring van toestemming worden volstaan met het (mede) ondertekenen van dat formulier door de degenen die het gezag over de minderjarige uitoefenen.

  • 4 In de aanvraag wordt melding gemaakt van de overlegging van de betreffende verklaring van toestemming.

Artikel 21. Vaststelling identiteit en bevoegdheid van degene die het gezag uitoefent of curator

  • 1 Op de procedure voor het verkrijgen van de nodige zekerheid over de identiteit van degene die het gezag over de minderjarige uitoefent of van de curator is artikel 9 van overeenkomstige toepassing.

  • 2 Indien degene die een verklaring van toestemming moet afgeven niet in persoon verschijnt, kan de aanvraag slechts in behandeling worden genomen indien uit de overgelegde schriftelijke verklaring van toestemming en eventuele andere overgelegde stukken met de nodige zekerheid kan worden afgeleid dat de verklaring van toestemming van de betreffende persoon afkomstig is.

  • 3 Voor het verkrijgen van de nodige zekerheid over de bevoegdheid tot het afgeven van de verklaring van toestemming van degene die het gezag over de minderjarige uitoefent of van de curator wordt gebruik gemaakt van de door de betreffende persoon overgelegde stukken.

  • 4 Indien onzekerheid bestaat over de bevoegdheid van degene die het gezag over de minderjarige uitoefent of van de curator, wordt de aanvraag niet in behandeling genomen.

§ 3. Het opnemen van de foto en handtekening

Artikel 22

  • 1 De daartoe aangewezen ambtenaar vergelijkt bij de aanvraag voor een noodpaspoort, behoudens in het artikel 19 bedoelde geval, nauwkeurig de overgelegde foto van de aanvrager dan wel van degene ten behoeve van wie de aanvraag wordt ingediend met de persoon die voor hem staat en brengt deze foto op de bestemde plaats in het foto- en handtekeningformulier aan, of, indien geen gebruik kan worden gemaakt van het aanvraagstation, op de bestemde plaats op het aanvraagformulier.

  • 2 De in het eerste lid bedoelde ambtenaar ziet, behoudens in het in artikel 18 bedoelde geval, er op toe dat in het foto- en handtekeningformulier dan wel op het aanvraagformulier op de bestemde plaats de duidelijk leesbare handtekening wordt geplaatst van de aanvrager dan wel van de persoon ten behoeve van wie de aanvraag van het reisdocument wordt gedaan. In de gevallen waarin gebruik wordt gemaakt van een aanvraag-informatieformulier, wordt dit formulier door de aanvrager ondertekend.

  • 3 Het foto- en handtekeningformulier wordt door de in het eerste lid bedoelde ambtenaar met gebruikmaking van het aanvraagstation gedigitaliseerd, waarna de in het aanvraagstation vastgelegde gegevens worden verwerkt en doorgezonden naar het reisdocumentenstation.

§ 4. Afhandeling van de aanvraag en vastlegging van de gegevens in het reisdocumentenstation

Artikel 23

  • 2 De daartoe aangewezen ambtenaar die, met inachtneming van het bij of krachtens de wet bepaalde, heeft beslist dat het aangevraagde noodpaspoort kan worden uitgereikt, vermeldt in de aanvraag, het gegeven dat deze verstrekking heeft plaatsgevonden, de datum van deze verstrekking en de datum waarop de geldigheidsduur van het uit te reiken noodpaspoort eindigt.

  • 3 De daartoe aangewezen ambtenaar vermeldt in de aanvraag de verstrekkende autoriteit. Indien bij de aanvraag geen gebruik wordt gemaakt van het aanvraagstation, parafeert de daartoe aangewezen ambtenaar ten bewijze van verstrekking op de bestemde plaats het aanvraagformulier.

Artikel 24

  • 1 De daartoe aangewezen ambtenaar draagt zorg dat de aanvraaggegevens, genoemd in de artikelen 13 tot en met 23, in het reisdocumentenstation worden vastgelegd. Bij het District Koninklijke Marechaussee Schiphol gebeurt dit met gebruikmaking van de reisdocumentenmodule.

  • 2 Indien de aanvraaggegevens zijn opgenomen in het reisdocumentenstation, maar de beslissing op de aanvraag ingevolge artikel 10, tweede lid, is aangehouden, worden de in artikel 23, tweede en derde lid, genoemde gegevens in het reisdocumentenstation vastgelegd, nadat de verstrekking heeft plaatsgevonden.

Hoofdstuk IV. Personaliseren van noodpaspoorten

Artikel 25. Het toevoegen van de foto en handtekening aan de aanvraag

  • 1 De in het aanvraagstation vastgelegde foto en handtekening worden met de overige aanvraaggegevens samengevoegd tot een aanvraagbestand in het reisdocumentenstation. Het aanvraagbestand wordt voorzien van een digitale handtekening van de bevoegde ambtenaar die akkoord is met de verstrekking.

  • 2 Indien bij de aanvraag geen gebruik wordt gemaakt van het aanvraagstation, wordt het aanvraagformulier door de daartoe aangewezen ambtenaar met gebruikmaking van de daartoe bestemde apparatuur gescand, zodat de foto en de handtekening van de aanvrager en de paraaf van de bevoegde ambtenaar die akkoord is met de verstrekking worden gedigitaliseerd en met de aanvraaggegevens, bedoeld in artikel 24, worden samengevoegd tot een aanvraagbestand in het reisdocumentenstation.

Artikel 26. Vermelding tijdstip en autoriteit van inlevering

  • 1 Bij de aanvraag van een noodpaspoort worden de datum waarop het desbetreffende reisdocument uiterlijk moet worden ingeleverd en de autoriteit bij wie de inlevering dient plaats te vinden, in de aanvraag vermeld overeenkomstig de gebruikershandleiding bij het reisdocumentenstation, bedoeld in artikel 49.

  • 2 De in het eerste lid bedoelde datum is de datum waarop de geldigheidsduur van het noodpaspoort eindigt.

  • 3 De ingevolge het eerste lid te vermelden autoriteit is:

    • a. de burgemeester van de gemeente of de gezaghebber van het openbaar lichaam waar de houder woont of verblijft, dan wel

    • b. de door de Gouverneur aangewezen autoriteit, indien de houder in Aruba, Curaçao of Sint Maarten woonachtig is, dan wel

    • c. de Gouverneur van Aruba, Curaçao of Sint Maarten, indien de houder het nieuwe reisdocument bij de Gouverneur zal aanvragen, dan wel

    • d. het hoofd van de Nederlandse consulaire post in het buitenland, waar de houder het nieuwe reisdocument zal aanvragen.

Artikel 27. Personaliseren van noodpaspoorten

  • 1 De daartoe aangewezen ambtenaar controleert het aanvraagbestand in het reisdocumentenstation op volledigheid en autoriseert het gebruik van dit bestand voor het personaliseren van het noodpaspoort.

  • 2 Een noodpaspoort wordt gepersonaliseerd met behulp van het in het reisdocumentenstation opgenomen aanvraagbestand en met gebruikmaking van de daartoe bestemde reisdocumentenprinter, overeenkomstig de gebruikershandleiding bij het reisdocumentenstation, bedoeld in artikel 49.

  • 3 Na het personaliseren van het noodpaspoort wordt het bijbehorende laminaat over de houderpagina aangebracht.

Hoofdstuk V. Uitreiking en registratie in het reisdocumentenstation

Artikel 28. Uitreiking

Tot uitreiking van het noodpaspoort wordt slechts overgegaan, nadat de identiteit van de aanvrager in zijn aanwezigheid is vastgesteld, tenzij artikel 28, derde lid, van de wet van toepassing is.

Artikel 29. Registratie in het reisdocumentenstation

  • 1 De daartoe aangewezen ambtenaar registreert de uitreiking van het noodpaspoort, alsmede de inlevering van het vorige reisdocument, in het reisdocumentenstation.

  • 2 Indien bij de uitreiking blijkt dat het noodpaspoort is beschadigd, onjuist is geproduceerd of gepersonaliseerd dan wel uit de opslag is verdwenen, wordt dit in het reisdocumentenstation geregistreerd.

  • 3 Indien het noodpaspoort niet binnen drie maanden, nadat het voor uitreiking beschikbaar is gesteld, door de aanvrager in ontvangst is genomen, wordt dit geregistreerd in het reisdocumentenstation.

Hoofdstuk VI. Doorzending ingehouden, ingeleverde en gevonden reisdocumenten

§ 1. Doorzending ingehouden en ingeleverde reisdocumenten

Artikel 30. Doorzending ingehouden en ingeleverde reisdocumenten

  • 1 Behoudens het bepaalde in het tweede lid en in artikel 32 wordt een ingehouden of ingeleverd reisdocument terstond doorgezonden aan:

    • a. de burgemeester van de gemeente of de gezaghebber van het openbaar lichaam, indien de houder in Nederland woonachtig is;

    • b. de Minister van Buitenlandse Zaken indien:

      • 1°. de houder niet in Nederland woonachtig is en het reisdocument in het buitenland is verstrekt,

      • 2°. het een diplomatiek paspoort, een dienstpaspoort of een door de Minister van Buitenlandse Zaken op grond van artikel 15, tweede lid, van de wet aan een vreemdeling verstrekt laissez-passer betreft;

    • c. de autoriteit in Aruba, Curaçao of Sint Maarten die het reisdocument heeft verstrekt, indien de houder niet in Nederland woonachtig is;

    • d. de burgemeester van 's-Gravenhage, indien het reisdocument in Nederland is verstrekt en de houder niet in Nederland woonachtig is.

  • 2 Indien het reisdocument op grond van een daartoe strekkende vermelding in het opsporingsregister is ingehouden, wordt terstond contact opgenomen met de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, ten einde te vernemen aan welke autoriteit het reisdocument moet worden doorgezonden.

  • 3 Bij de inhouding of de inlevering wordt een ontvangstbewijs verstrekt.

  • 4 De doorzending geschiedt per aangetekende post met een begeleidende brief waarin in ieder geval de volgende gegevens worden vermeld:

    • a. naam, voornamen, geboortedatum, geboorteplaats en woonplaats van de houder;

    • b. het nummer van het reisdocument;

    • c. de autoriteit die het reisdocument heeft verstrekt en het einde van de geldigheidsduur;

    • d. de datum en de reden van inhouding of inlevering van het reisdocument.

  • 5 De in het eerste lid, onder c, bedoelde doorzending geschiedt door tussenkomst van het Ministerie van Buitenlandse Zaken.

Artikel 31. Doorzending gevonden reisdocumenten

Gevonden reisdocumenten, niet zijnde nooddocumenten, worden met een opgave van de documentnummers ingeleverd bij:

  • a. de burgemeester van de gemeente of de gezaghebber van het openbaar lichaam waar de houder woonachtig is.

  • b. de burgemeester ter plaatse, indien de houder niet in Nederland woonachtig is;

  • c. de Minister van Buitenlandse Zaken, indien het een diplomatiek paspoort, een dienstpaspoort of een door de Minister van Buitenlandse Zaken op grond van artikel 15, tweede lid, van de wet aan een vreemdeling verstrekt laissez-passer betreft.

§ 2. Melding van rechtswege vervallen reisdocumenten aan het basisregister reisdocumenten

Artikel 31a

Van het van rechtswege vervallen van een reisdocument ingevolge artikel 47, eerste lid, onder a, b, c, e, f of h van de wet wordt, met het oog op de vermelding daarvan in het basisregister reisdocumenten, terstond melding gedaan aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties met gebruikmaking van het daartoe door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties beschikbaar gestelde formulier.

Hoofdstuk VII. Definitieve onttrekking reisdocumenten aan het verkeer

Artikel 32. Redenen en wijze van onttrekking

  • 1 De commandant onttrekt een noodpaspoort terstond definitief aan het verkeer, indien:

    • a. het niet binnen drie maanden, nadat het voor uitreiking beschikbaar is gesteld, door de aanvrager in ontvangst is genomen;

    • b. het daartoe, al dan niet bij de uitreiking van een nieuw noodpaspoort, is ingeleverd;

    • c. het vervallen is verklaard dan wel ingevolge artikel 54, eerste lid, van de wet is ingehouden, tenzij nog een beroepstermijn open staat, een beroepsprocedure aanhangig is of het reisdocument anderszins in een gerechtelijke procedure nodig is;

    • d. het na uitreiking als onbruikbaar is beschouwd ten gevolge van misdruk of verkeerde personalisatie en dientengevolge is ingehouden of ingeleverd;

    • e. het als gevonden reisdocument is ontvangen.

  • 2 De commandant onttrekt een op grond van artikel 16, eerste lid, van de wet verstrekt laissez-passer terstond definitief aan het verkeer, indien:

    • a. het daartoe, al dan niet bij de uitreiking van een nieuw noodpaspoort, is ingeleverd;

    • b. het vervallen is verklaard dan wel ingevolge artikel 54, eerste lid, van de wet is ingehouden, tenzij nog een beroepstermijn open staat, een beroepsprocedure aanhangig is of het reisdocument anderszins in een gerechtelijke procedure nodig is;

    • c. het als gevonden reisdocument is ontvangen.

  • 3 Een noodpaspoort of een laissez-passer wordt definitief aan het verkeer onttrokken door het deugdelijk te vernietigen. De vernietiging geschiedt door het reisdocument op gecontroleerde wijze te verbranden of te versnipperen, zodat reconstructie van het reisdocument niet meer mogelijk is.

  • 4 Een uitsluitend wegens het verstrijken van de geldigheidsduur bij de uitreiking van een noodpaspoort ingeleverd nationaal paspoort, Nederlandse identiteitskaart, faciliteitenpaspoort, tweede paspoort, reisdocument voor vluchtelingen of reisdocument voor vreemdelingen, wordt door de commandant definitief aan het verkeer onttrokken door het onbruikbaar te maken en aan de houder terug te geven. Het onbruikbaar maken geschiedt door het aanbrengen van drie ponsgaten (elk van ten minste 12 mm) door het gehele reisdocument op zodanige wijze dat het in het reisdocument aangebrachte kinegram gedeeltelijk en de aangebrachte chip geheel onbruikbaar worden gemaakt.

  • 5 Indien het ingevolge het vierde lid ingeleverde reisdocument bladzijden met een nog geldig visum of een geldige verblijfstitel bevat en in verband daarmee het verzoek is gedaan, bedoeld in artikel 15, tweede lid, worden de desbetreffende bladzijden en het documentnummer intact gelaten.

Artikel 33. Kennisgevingen

Van de definitieve onttrekking aan het verkeer van een reisdocument als bedoeld in artikel 32, vierde lid, wordt met gebruikmaking van het daartoe door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties beschikbaar gestelde formulier kennis gegeven aan:

  • a. de burgemeester van de gemeente of de gezaghebber van het openbaar lichaam waarvan de houder blijkens de basisadministratie ingezetene is, dan wel

  • b. de autoriteit in Aruba, Curaçao of Sint Maarten die het reisdocument heeft verstrekt, dan wel

  • c. de Minister van Buitenlandse Zaken indien het reisdocument is verstrekt in het buitenland, of de burgemeester van Bergen op Zoom, Echt-Susteren, Enschede, ’s-Gravenhage, Haarlemmermeer, Maastricht, Montferland of Oldambt, die het reisdocument heeft verstrekt, dan wel

  • d. de burgemeester van de gemeente of de gezaghebber van het openbaar lichaam waarvan de houder blijkens de basisadministratie laatstelijk ingezetene was, indien het reisdocument niet in het buitenland of door de in onderdeel b genoemde autoriteit is verstrekt.

Hoofdstuk VIII. Reisdocumentenadministratie

Artikel 35. Opgenomen gegevens, raadpleegbaarheid, bewaartermijn

  • 1 Van elk verstrekt noodpaspoort wordt een administratie bijgehouden.

  • 2 De in het eerste lid bedoelde reisdocumentenadministratie wordt bijgehouden in het reisdocumentenstation, voor zover het de daarin overeenkomstig de artikelen 24 en 29 opgenomen gegevens betreft.

  • 3 De overige gegevens met betrekking tot de aanvraag, verstrekking en uitreiking worden als afzonderlijke documenten in de reisdocumentenadministratie opgenomen op een wijze die raadpleging in samenhang met de in het tweede lid bedoelde gegevens mogelijk maakt.

  • 4 De in de administratie opgenomen gegevens worden gedurende twee jaren na de datum van verstrekking van het betreffende noodpaspoort dan wel het aanbrengen van de noodverlenging bewaard.

Artikel 36. Verstrekking van gegevens

De verstrekking van gegevens uit de in artikel 35 bedoelde reisdocumentenadministratie wordt uitsluitend toegestaan aan:

  • a. degenen die bij of krachtens de wet belast zijn met de uitvoering daarvan, voor zover die gegevens noodzakelijk zijn voor het verrichten van werkzaamheden met betrekking tot reisdocumenten;

  • b. de ambtenaren, werkzaam bij het ministerie van Buitenlandse Zaken, een Nederlandse consulaire vertegenwoordiging in het buitenland onderscheidenlijk het Kabinet van de Gouverneur van Aruba, Curaçao of Sint Maarten, voor zover die gegevens noodzakelijk zijn voor consulaire handelingen waarbij de identiteit van de betrokken persoon moet worden vastgesteld;

  • c. de opsporingsambtenaren bedoeld in artikel 141 en 142 van het Wetboek van Strafvordering en artikel 184 en 185 van het Wetboek van Strafvordering BES, voor zover die gegevens noodzakelijk zijn voor de opsporing van strafbare feiten in het kader van het onderzoek waarbij zij zijn betrokken of voor zover die noodzakelijk zijn voor de identificatie van slachtoffers;

  • d. de ambtenaren van het openbaar ministerie, voor zover die gegevens noodzakelijk zijn voor de uitoefening van de hun opgedragen werkzaamheden;

  • e. de ambtenaren werkzaam bij de autoriteiten, bedoeld in de artikelen 18 tot en met 24 van de wet, voor zover die gegevens noodzakelijk zijn voor het verzoek tot weigering of vervallenverklaring en de daarmee verband houdende vermelding van deze gegevens in het register paspoortsignaleringen als bedoeld in artikel 25, derde lid, van de wet;

  • f. de ambtenaren werkzaam bij het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, voor zover die gegevens noodzakelijk zijn voor de hun opgedragen werkzaamheden in verband met de verwerking van gegevens in het basisregister reisdocumenten, in verband met de uitoefening van hun taak als bedoeld in artikel 58 van de wet, alsmede in verband met onderzoek naar onregelmatigheden met reisdocumenten;

  • g. de houder, beheerder, bewerker en degene die belast is met de invoer, wijziging, of verwijdering van gegevens, voor zover die gegevens, de rechtstreekse toegang daaronder begrepen, noodzakelijk zijn voor de uitoefening van de hun in verband daarmee opgedragen werkzaamheden;

  • h. de ambtenaren werkzaam bij de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst en de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst, voor zover die gegevens noodzakelijk zijn voor de uitvoering van hun taken als bedoeld in artikel 6, tweede lid, en artikel 7, tweede lid, van de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2002.

Hoofdstuk IX. Organisatie en beheer van het aanvraagsysteem reisdocumenten

§ 1. Aanwijzing en registratie bevoegde personen

Artikel 37. Aanwijzing en registratie algemeen

  • 1 De Commandant van het Wapen der Koninklijke Marechaussee onderscheidenlijk de brigadecommandant van de Koninklijke Marechaussee dan wel de commandant van het District Koninklijke Marechaussee Schiphol, bedoeld in artikel 6, wijst de personen aan die bevoegd zijn tot het verrichten van de handelingen die bij of krachtens de wet zijn voorgeschreven.

  • 2 De in het eerste lid bedoelde aanwijzing van personen, alsmede de registratie van hun bevoegdheden geschiedt met inachtneming van de functionele beschrijvingen met betrekking tot het aanvraagsysteem reisdocumenten en overeenkomstig de beveiligingsprocedure, bedoeld in artikel 55.

Artikel 38. De autorisatiebevoegden reisdocumenten

  • 1 De commandant wijst per uitgiftelocatie ten minste twee ambtenaren aan die binnen het aanvraagsysteem reisdocumenten zullen functioneren als de autorisatiebevoegde reisdocumenten overeenkomstig de gebruikershandleiding bij het reisdocumentenstation, bedoeld in artikel 49.

  • 2 Van de aanwijzing of de vervanging van een autorisatiebevoegde reisdocumenten wordt terstond met gebruikmaking van het daartoe door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties beschikbaar gestelde formulier melding gedaan aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, die een registratie bijhoudt van de autorisatiebevoegden reisdocumenten.

  • 3 De in het eerste lid bedoelde commandant draagt er zorg voor, dat een autorisatiebevoegde reisdocumenten in staat wordt gesteld alle handelingen te verrichten die uit zijn taak voortvloeien.

  • 4 De autorisatiebevoegden reisdocumenten zijn rechtstreeks verantwoording verschuldigd aan de in het eerste lid bedoelde commandant.

Artikel 39. De identificatiekaart

  • 1 Per reisdocumentenstation worden ten minste 2 en ten hoogste 20 identificatiekaarten beschikbaar gesteld aan de autorisatiebevoegde reisdocumenten.

  • 2 De autorisatiebevoegde reisdocumenten is, met inachtneming van de gebruikershandleiding bij het reisdocumentenstation, bedoeld in artikel 49, verantwoordelijk voor het autorisatiebeheer, de bewaring van de identificatiekaarten en de registratie van de personen aan wie hij in een bepaald tijdvak een kaart verstrekt. Identificatiekaarten worden slechts verstrekt aan ambtenaren, aangesteld door of vanwege de commandant.

  • 3 De autorisatiebevoegde reisdocumenten registreert in het reisdocumentenstation met inachtneming van de gebruikershandleiding de intrekking van identificatiekaarten indien deze na verlies, diefstal of defect verloren zijn gegaan of onbruikbaar zijn geworden of anderszins niet langer gebruikt mogen worden. De autorisatiebevoegde draagt zorg voor de vernietiging van ingetrokken identificatiekaarten voor zover deze in zijn bezit zijn en geen nader onderzoek daaraan hoeft plaats te vinden.

  • 4 De leverancier houdt een registratie bij van de uitgegeven en ingetrokken identificatiekaarten.

Artikel 39a

  • 1 Per aanvraagstationlocatie worden door de leverancier twee opstartkaarten verstrekt, waarmee het aanvraagstation in werking kan worden gesteld.

  • 2 De autorisatiebevoegde aanvraagstation is, met inachtneming van de gebruikershandleiding bij het aanvraagstation, bedoeld in artikel 49, verantwoordelijk voor de bewaring en het gebruik van de opstartkaart.

  • 3 Bij defect of verlies van een opstartkaart wordt terstond contact opgenomen met de leverancier.

  • 4 Een defecte opstartkaart wordt terstond aan de leverancier toegestuurd.

Artikel 40. Registratie parafen

  • 1 De commandant houdt een administratie bij van de parafen van de personen die tot parafering van aanvraagformulieren bevoegd zijn.

  • 2 Een paraaf als bedoeld in het eerste lid wordt in ieder geval net zo lang bewaard als de aanvragen waarin een paraaf van de desbetreffende persoon is opgenomen.

Artikel 41. Bestel- en ontvangstbevoegdheid blanco noodpaspoorten en formulieren

  • 1 Bevoegd tot het bestellen van blanco noodpaspoorten, alsmede aanvraag- en standaardformulieren is het door de Commandant van het Wapen der Koninklijke Marechaussee aangewezen Hoofd van de Sektie Vreemdelingenzaken van de Staf van de Koninklijke Marechaussee.

  • 2 Bevoegd tot het in ontvangst nemen van zendingen blanco noodpaspoorten, alsmede aanvraag- en standaardformulieren is de door de in artikel 6 bedoelde commandant aangewezen plaatsvervangend commandant of de brigade-administrateur. Identificatiekaarten en daarop betrekking hebbende codes worden uitsluitend in ontvangst genomen door een autorisatiebevoegde reisdocumenten.

Artikel 42. Registratie bestel- en ontvangstbevoegdheid en uitgiftelocatie

  • 1 De aanmelding van de tot bestelling en ontvangst bevoegden als bedoeld in artikel 41 en van de uitgiftelocaties, alsmede wijzigingen in deze gegevens, vindt plaats door de Commandant van het Wapen der Koninklijke Marechaussee bij de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, met gebruikmaking van de daartoe door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties beschikbaar gestelde formulieren.

  • 2 Het ingevulde registratieformulier wordt gewaarmerkt met een afdruk van een dienststempel als bedoeld in artikel 50, eerste lid.

  • 3 De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties houdt een registratie bij van de ingevolge het eerste lid aangemelde personen en uitgiftelocaties en geeft deze gegevens door aan de leverancier.

  • 4 De leverancier wijst aan elke uitgiftelocatie een unieke locatiecode toe en meldt deze terug aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en aan de Commandant van het Wapen der Koninklijke Marechaussee.

§ 2. Bestelling, aflevering en beheer van noodpaspoorten en formulieren

Artikel 43. Bestelling

  • 1 De noodpaspoorten worden met gebruikmaking van het daartoe door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties beschikbaar gestelde formulier door de daartoe aangewezen ambtenaar maximaal vier maal binnen een jaar bij de leverancier besteld. De bestelopdracht wordt gesteld op briefpapier van de Commandant van het Wapen der Koninklijke Marechaussee, Sektie Vreemdelingenzaken, en na ondertekening van de daartoe aangewezen ambtenaar, gewaarmerkt met een afdruk van het in artikel 50, eerste lid, bedoelde dienststempel.

  • 2 Het aantal blanco noodpaspoorten dat binnen een jaar kan worden besteld, wordt bepaald door de leverancier en is gebaseerd op het gemiddelde jaarlijkse aantal verstrekte documenten, in de periode tussen 1 oktober en 30 september, vermeerderd met vijf procent. De leverancier maakt jaarlijks voor 1 november het aantal te bestellen noodpaspoorten voor het daaropvolgende jaar bekend aan de Commandant van het Wapen der Koninklijke Marechaussee.

  • 3 Indien tussen twee bestellingen blijkt dat de voorraad noodpaspoorten ontoereikend zal zijn, kan een opdracht voor een spoedbestelling worden geplaatst. De opdracht voor een spoedbestelling kan slechts worden gedaan, nadat in overleg met de leverancier is vastgesteld dat het aflevertijdstip van de eerstvolgende bestelopdracht niet kan worden vervroegd. De omvang van de spoedbestelling is niet groter dan noodzakelijk om de periode tot de levering van de eerstvolgende bestelling te overbruggen.

  • 4 Alvorens een bestelopdracht te plaatsen, wordt nagegaan of de in artikel 42 bedoelde gegevens, nog juist zijn.

  • 5 Indien gegevens zijn gewijzigd, dient het nieuwe registratieformulier minstens vijf werkdagen voor het plaatsen van een nieuwe bestelopdracht in het bezit van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties te zijn.

Artikel 44. Controle bij aflevering en leveringsbevestiging

  • 1 De bestelling wordt door de leverancier bevestigd door toezending van een leveringsbevestiging aan de in artikel 6 bedoelde commandant.

  • 2 De daadwerkelijke aflevering bij de uitgiftelocatie vindt gemiddeld maximaal vijf werkdagen na de op de leveringsbevestigingen vermelde dagtekening plaats met gebruikmaking van een waardetransporteur.

  • 3 Bij aflevering door de waardetransporteur ondertekent de tot ontvangst bevoegde persoon de strook die aan de leveringsbevestiging is gehecht.

  • 4 De tot ontvangst bevoegde persoon legitimeert zich, op verzoek van de waardetransporteur, met een identiteitsdocument als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht, dan wel met een legitimatiebewijs van de Koninklijke Marechaussee.

  • 5 De aflevering van de zending vindt plaats in de kluisruimte. Indien aflevering in de kluisruimte niet mogelijk of niet doelmatig is, vindt aflevering plaats in een voor het publiek afgesloten ruimte zo dicht mogelijk bij de kluis.

  • 6 De tot ontvangst bevoegde persoon controleert in het bijzijn van de waardetransporteur aan de hand van de leveringsbevestiging het aantal pakketten alsmede de verzegeling. Indien de zending niet voor de desbetreffende uitgiftelocatie bestemd is, afwijkingen vertoont, beschadigd is dan wel documenten ontbreken, wordt hiervan aantekening gemaakt op de aan de leveringsbevestiging gehechte strook en de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties hiervan terstond in kennis gesteld.

  • 7 De ingevulde en ondertekende strook wordt aan de waardetransporteur overhandigd.

  • 8 Indien de persoon die de zending in ontvangst neemt zich desgevraagd niet of niet voldoende kan legitimeren dan wel onvoldoende zekerheid bestaat met betrekking tot zijn bevoegdheid om de zending in ontvangst te nemen, dan wel om enige andere reden door een handelen of nalaten van de desbetreffende autoriteit een veilige aflevering niet mogelijk is, draagt de waardetransporteur de zending niet over.

Artikel 45. Controle bij invoer in het reisdocumentenstation en ontvangstbevestiging

  • 1 Na ontvangst van de zending wordt deze terstond veilig gesteld. Indien de aflevering niet aan de kluis geschiedt, ziet de persoon die de zending in ontvangst heeft genomen erop toe, dat de zending terstond in de kluis wordt opgeslagen.

  • 2 De inhoud van de verpakkingseenheden van de zending wordt vergeleken met de opgave in de leveringsbevestiging. De ontvangen noodpaspoorten worden vervolgens in het reisdocumentenstation geregistreerd overeenkomstig de daarbij behorende gebruikershandleiding, bedoeld in artikel 49.

  • 3 De controle van de inhoud van de verpakkingseenheden als bedoeld in het tweede lid geschiedt door de tot ontvangst bevoegde persoon en ten minste één andere persoon.

  • 4 Bij constatering van afwijkingen tussen de inhoud van de zending en de opgave vermeld in de leveringsbevestiging wordt terstond contact opgenomen met de leverancier. De geconstateerde afwijkingen worden schriftelijk medegedeeld aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

  • 5 De bij de zending gevoegde ontvangstbevestiging wordt binnen vijf werkdagen na aflevering van de zending aan de leverancier geretourneerd.

§ 3. Beheer van reisdocumenten

Artikel 46. Voorraadadministratie

  • 1 Van de beschikbaar gestelde noodpaspoorten wordt, met gebruikmaking van het reisdocumentenstation overeenkomstig de daarbij behorende gebruikershandleiding, bedoeld in artikel 49, een voorraadadministratie bijgehouden.

  • 2 Eén maal per jaar wordt het aantal in voorraad zijnde blanco noodpaspoorten met vermelding van de documentnummers vastgesteld.

  • 3 Uit de voorraadadministratie in het reisdocumentenstation dient aan de hand van de documentnummers te allen tijde te blijken welke blanco noodpaspoorten in voorraad zijn en welke noodpaspoorten aan de voorraad zijn onttrokken omdat zij zijn verstrekt, verschreven, vermist of anderszins als onbruikbaar moesten worden beschouwd.

Artikel 47. Inventarisatie van de voorraad

  • 1 Indien op enig moment een omissie in de voorraad of in de administratie wordt geconstateerd, maakt de desbetreffende autoriteit terstond een inventarisatie op van de aanwezige noodpaspoorten.

  • 2 De inventarisatie wordt opgesteld door ten minste twee personen.

  • 3 Van de inventarisatie wordt een proces-verbaal opgemaakt, dat naar de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties wordt gezonden.

Artikel 48. Verbruik van reisdocumenten

  • 1 De blanco noodpaspoorten worden in volgorde van de nummers verbruikt.

  • 2 Het is de commandant niet toegestaan noodpaspoorten te verbruiken die aan een andere commandant daartoe ter beschikking zijn gesteld.

§ 4. Te gebruiken apparatuur, programmatuur en overige materialen

Artikel 49. Reisdocumentenstation, reisdocumentenmodule en reisdocumentenprinter

  • 1 De commandanten maken binnen het aanvraagsysteem reisdocumenten gebruik van het reisdocumentenstation, de scanapparatuur, de reisdocumentenprinter en overige apparatuur, alsmede van de bijbehorende programmatuur, opslagmedia en overige materialen die door de leverancier zijn geleverd, overeenkomstig het bepaalde in deze regeling en met inachtneming van de bijgeleverde gebruikershandleiding.

  • 2 De commandant van het District Koninklijke Marechaussee Schiphol draagt zorg voor de technische inrichting, de werking en de beveiliging van de reisdocumentenmodule en de correcte uitwisseling van de daarin opgenomen gegevens met het reisdocumentenstation, overeenkomstig het bepaalde in deze regeling en met inachtneming van de terzake door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties nader gegeven voorschriften.

Artikel 50. Dienststempel en clausulestempel

Het dienststempel is een inktstempel van een rond formaat met een diameter van 15 mm, dat voorzien is van het Rijkswapen dan wel het wapen van de tot verstrekking bevoegde autoriteit.

Artikel 51. Aanvraagformulieren en andere standaardformulieren

  • 1 De in artikel 22 bedoelde aanvraagformulieren worden vier maal binnen een jaar door de leverancier beschikbaar gesteld.

  • 2 Het aantal aanvraagformulieren dat jaarlijks beschikbaar wordt gesteld, wordt bepaald en bekendgemaakt door de leverancier op de in artikel 43, tweede lid, aangegeven wijze.

  • 3 Indien tussen twee aflevertijdstippen blijkt dat de voorraad aanvraagformulieren ontoereikend zal zijn, kan een spoedbestelling worden gedaan. De opdracht voor een spoedbestelling kan echter slechts worden gedaan, nadat in overleg met de leverancier is vastgesteld dat het reguliere aflevertijdstip niet kan worden vervroegd. De omvang van de spoedbestelling is niet groter dan noodzakelijk om de periode tot het eerstvolgende aflevertijdstip te overbruggen.

  • 4 De aanvraagformulieren worden door de leverancier binnen tien werkdagen na de spoedbestelling geleverd op de uitgiftelocatie waarvoor de bestelling is gedaan.

  • 5 De overige standaardformulieren worden eenmalig door de leverancier ter beschikking gesteld en kunnen desgewenst door de in het eerste lid bedoelde ambtenaar worden nabesteld.

  • 6 De aanvraagformulieren en andere standaardformulieren worden kosteloos verstrekt.

Hoofdstuk X. Beveiliging

Artikel 52. Algemeen

De met de uitvoering van de wet belaste autoriteiten treffen maatregelen om de onder hen berustende noodpaspoorten, apparatuur, programmatuur, opslagmedia, documentatie en overige materialen te beveiligen tegen ontvreemding dan wel vernietiging ten gevolge van inbraak, diefstal, verduistering, overvallen, brand of anderszins.

Artikel 53. Fysieke beveiliging

  • 1 Buiten de werkuren worden de van de leverancier ontvangen noodpaspoorten, de ingehouden reisdocumenten, de opslagmedia, de documentatie en de overige materialen opgeslagen in een inbraakvertragende en brandwerende voorziening, zoals een gesloten inbraakwerende waardekast of kluis. Deze voorziening is in een af te sluiten ruimte geplaatst.

  • 2 De plaatsen waar de reisdocumenten, de documentatie en de overige materialen zijn opgeslagen, alsmede de ruimte waarin de apparatuur en de programmatuur zich bevinden, zijn uitgerust met een inbraakalarmeringssysteem dat voorziet in een zogenaamde permanente vaste-lijn-verbinding met een door de overheid toegelaten alarmcentrale, dan wel staan onder permanente fysieke (24 uurs) bewaking.

  • 3 De apparatuur en programmatuur, alsmede de tijdens de werkuren uit te reiken of ingehouden reisdocumenten, de te gebruiken documentatie en overige materialen bevinden zich, onder voortdurend toezicht, op een voor onbevoegden onbereikbare en afsluitbare plaats.

  • 4 De werkvoorraden bedragen niet meer dan het gemiddeld verbruik van één dag.

Artikel 54. Back-up en herstel van gegevens in het aanvraagsysteem reisdocumenten

  • 1 Van de in het reisdocumentenstation opgeslagen gegevens wordt dagelijks een reservekopie gemaakt. Voor het reisdocumentenstation wordt daartoe gebruik gemaakt van de door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties te verstrekken opslagmedia. Per reisdocumentenstation worden 5 opslagmedia verstrekt. Na het maken van de reservekopie wordt gecontroleerd of deze is geslaagd.

  • 2 De bewaring van de reservekopieën geschiedt zodanig, dat de twee oudste reservekopieën op de uitgiftelocatie worden bewaard, terwijl de drie meest recente reservekopieën elders worden bewaard, in een vergelijkbare voorziening als bedoeld in artikel 53, eerste lid.

  • 3 De verstrekkende autoriteit beschikt over een op schrift gestelde procedure inzake back-up en herstel, die er in voorziet dat reconstructie van de gegevens mogelijk is.

Artikel 55. Beveiligingsprocedure en beveiligingsfunctionaris

  • 1 De verstrekkende autoriteit beschikt over een op schrift gestelde beveiligingsprocedure. In deze beveiligingsprocedure worden in ieder geval maatregelen vastgelegd inzake:

    • a. de ontvangst, het transport, de bewaring en het beheer van de ontvangen noodpaspoorten, de ingehouden reisdocumenten, de apparatuur, de programmatuur, de documentatie en de overige materialen;

    • b. de verantwoordelijkheden van de beveiligingsfunctionaris als bedoeld in het derde lid;

    • c. de functiescheiding tussen de bij het beheer en de uitreiking van de noodpaspoorten betrokken functionarissen;

    • d. de beveiliging van het aanvraagsysteem reisdocumenten, onder meer gericht op het voorkomen van onbevoegde toegang of gebruik van gegevens die in het systeem of tot het systeem behorende opslagmedia zijn opgenomen.

  • 2 De in het eerste lid bedoelde beveiligingsprocedure bevat zoveel mogelijk tevens een regeling voor functiescheiding tussen het in behandeling nemen van de aanvraag en de verstrekking van noodpaspoorten.

  • 3 De commandant wijst een beveiligingsfunctionaris aan die belast is met het beheer van en het toezicht op de naleving van de beveiligingsprocedure.

  • 4 De maatregelen bedoeld in het eerste, tweede en derde lid maken deel uit van de reguliere accountantscontrole.

  • 5 Het Hoofd van de Sektie Vreemdelingenzaken draagt zorg, dat de bij de uitvoering van de wet betrokken ambtenaren regelmatig worden geïnformeerd over ontvreemdingsrisico's en ten minste één maal per jaar worden geïnstrueerd met betrekking tot risicobeperkende afspraken en maatregelen terzake.

  • 6 De beveiligingsprocedure wordt jaarlijks geëvalueerd en zo nodig aangepast.

Artikel 56. Ontvreemding of vernietiging

  • 1 In het geval van ontvreemding dan wel vernietiging van reisdocumenten, apparatuur, programmatuur, opslagmedia, documentatie en overige materialen ten gevolge van inbraak, diefstal, verduistering, overvallen, brand of anderszins dient de met de uitvoering van de wet belaste autoriteit daarvan terstond proces-verbaal op te maken en tevens de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van het voorval direct in kennis te stellen.

  • 2 De commandant zendt de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties vervolgens binnen één werkdag, eventueel per fax, een schriftelijke kennisgeving waarin de navolgende gegevens zijn opgenomen:

    • a. het tijdstip en de exacte toedracht van de ontvreemding of vernietiging;

    • b. de nummers van de ontvreemde of vernietigde reisdocumenten, alsmede de daarin vermelde persoonsgegevens;

    • c. de ontvreemde of vernietigde apparatuur, programmatuur, opslagmedia, documentatie en overige materialen met de eventueel daarop vermelde nummers.

  • 3 Zodra het proces-verbaal beschikbaar is, wordt daarvan een afschrift gezonden aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

Hoofdstuk XI. Voorkoming en bestrijding van misbruik met reisdocumenten

Artikel 57. Onderzoek op onregelmatigheden en melding

  • 1 De commandant die in verband met een handeling op grond van deze regeling enig Nederlands reis- of identiteitsdocument krijgt overgelegd, gaat aan de hand van de door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties verstrekte lijst van toetsingspunten na of met het desbetreffende reisdocument enige onregelmatigheid is gepleegd.

  • 2 Indien het vermoeden bestaat dat met een overgelegd reisdocument enige onregelmatigheid is gepleegd, wordt daarvan met gebruikmaking van het daartoe door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties beschikbaar gestelde formulier melding gemaakt aan het Expertise Centrum Identiteitsfraude en Documenten van de Koninklijke Marechaussee.

Artikel 58. Definitieve onttrekking aan het verkeer

  • 1 Indien het vermoeden bestaat dat de met het reisdocument gepleegde onregelmatigheden strafbare feiten opleveren en de vermoedelijke dader niet bekend is, wordt het desbetreffende reisdocument per aangetekende post met gebruikmaking van het daartoe door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties beschikbaar gestelde formulier aan het Expertise Centrum Identiteitsfraude en Documenten van de Koninklijke Marechaussee gezonden.

  • 2 De commandant die van mening is dat met het reisdocument onregelmatigheden zijn gepleegd die geen strafbare feiten opleveren, onttrekt dit document op de in artikel 32, derde lid, bedoelde wijze definitief aan het verkeer.

Hoofdstuk XII. Verantwoording

Artikel 59. Onjuist geproduceerde, beschadigde of verschreven noodpaspoorten

  • 1 Noodpaspoorten die onjuist blijken te zijn geproduceerd of beschadigd worden per aangetekende post door de commandant naar het Hoofd van de Sektie Vreemdelingenzaken gezonden.

  • 2 De verschreven noodpaspoorten worden, na deugdelijk onbruikbaar te zijn gemaakt op de in artikel 32, vierde lid, aangegeven wijze waarbij de documentnummers intact blijven, per aangetekende post door de commandant naar het Hoofd van de Sektie Vreemdelingenzaken gezonden.

Artikel 60. Verantwoording noodpaspoorten

  • 1 De Commandant van het Wapen der Koninklijke Marechaussee verstrekt, met gebruikmaking van het daartoe door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties beschikbaar gestelde formulier, per kwartaal een schriftelijke verantwoording van het totale voorraadverloop met betrekking tot noodpaspoorten over het voorgaande kwartaal.

  • 2 Deze verantwoording bevat:

    • a. de totale voorraad blanco noodpaspoorten aan het begin van het kwartaal;

    • b. de in de loop van het kwartaal aan de voorraad toegevoegde blanco noodpaspoorten;

    • c. de in de loop van het kwartaal aan de voorraad onttrokken noodpaspoorten die zijn uitgereikt;

    • d. de in de loop van het kwartaal aan de voorraad onttrokken noodpaspoorten die niet zijn uitgereikt, omdat zij zijn verschreven, gestolen, vermist of anderszins als onbruikbaar moeten worden beschouwd;

    • e. de totale voorraad blanco noodpaspoorten aan het einde van het kwartaal.

  • 3 Noodpaspoorten die onjuist blijken te zijn geproduceerd of beschadigd worden met het in het eerste lid bedoelde verantwoordingsformulier meegezonden aan de leverancier.

  • 4 Noodpaspoorten die als gevolg van verschrijvingen of anderszins onbruikbaar zijn geworden, worden definitief aan het verkeer onttrokken door ze deugdelijk te vernietigen op de in 32, derde lid, aangegeven wijze.

  • 5 Het in het eerste lid bedoelde verantwoordingsformulier wordt ondertekend door de Commandant van het Wapen der Koninklijke Marechaussee of een daartoe door hem aangewezen ambtenaar.

Hoofdstuk XIII. Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 61. Geldigheid van reisdocumenten verstrekt voor de inwerkingtreding van deze regeling

De reisdocumenten die voor de inwerkingtreding van deze regeling zijn verstrekt, behouden de geldigheid die daarin is vermeld.

Artikel 62. Ongedaan maken bijschrijving in reisdocumenten verstrekt voor de inwerkingtreding van deze regeling

[Vervallen per 26-06-2012]

Artikel 63. Intrekking Paspoortuitvoeringsregeling Koninklijke Marechaussee 1995

De Paspoortuitvoeringsregeling Koninklijke Marechaussee 1995 wordt ingetrokken.

Artikel 64. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 oktober 2001

Artikel 65. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als “Paspoortuitvoeringsregeling Koninklijke Marechaussee 2001

Deze regeling zal in de Staatscourant worden geplaatst.

De

Minister

voor Grote Steden- en Integratiebeleid,

R.H.L.M. van Boxtel

Bijlagen Paspoortuitvoeringsregeling Koninklijke Marechaussee 2001

A

Standaardclausules

B

vervallen

C

vervallen

D

Foutafhandelingsprocedures

E

vervallen

F

Overzicht aanvraaggegevens

G

vervallen

H

vervallen

I

vervallen

J

Invulinstructie laissez-passer

K

Fotomatrix

Bijlage A. Standaardclausules

  • I Standaardclausules m.b.t. de burgerlijke staat

    Burgerlijke Staat

    Standaardclausule I (uitgeschreven) *

    afkorting *

    H – gehuwd

       

    (geslacht houder = ‘V’)

    echtgenote van/wife of/éspouse de

    e/v

    (geslacht houder = ‘M’)

    echtgenoot van/husband of/époux de

    e/v

    W - weduwe/weduwnaar

    gehuwd geweest met/formerly married to/anciennement marié(e) à

    w/v

    S - gescheiden

    gehuwd geweest met/formerly married to/anciennement marié(e) à

    g/v

    P - geregistreerde partner

    geregistreerd partner van/registered partner of/partenaire enregistré(e) de

    p/v

    B - gescheiden geregistreerde partner

    geregistreerd partner geweest van/former registered partner of/ancien partenaire enregistré(e) de

    b/v

    A - achtergebleven geregistreerde partner

    geregistreerd partner geweest van/former registered partner of/ancien partenaire enregistré(e) de

    a/v

    * De ambtenaar geeft in het aanvraagformulier desgewenst de burgerlijke staat van de aanvrager aan. Afhankelijk van de ruimte op de houderpagina brengt de producent de uitgeschreven of afgekorte versie van de betreffende standaardclausule aan. Indien er niet genoeg ruimte is op de houderpagina wordt de tekst van de standaardclausule op een vervolgpagina aangebracht.

  • II zie/see/voir p.

  • III [Red: Vervallen.]

  • IV Pseudoniem/Pseudonym/Pseudonyme

  • V Niet in staat tot ondertekening/Unable to sign/Incapable de signer

  • VI Wordt als Nederlander behandeld op grond van de Wet van/Treated as Netherlands citizen pursuant to Act of/Traité comme Néerlandais conf. Loi 9-9-1976, Stb. 468

  • VII Dit paspoort is verstrekt op grond van art. 30 van de Paspoortwet (tweede paspoort)

  • VIII Houder dezes kan aan het bezit van dit reisdocument geen enkel recht op verblijf in Nederland ontlenen.

  • IX Dienstpaspoort/Service Passport/Passeport de Service

    Van/From/De...

    No...

    Tot/Until/Jusqu'au...

  • X

    • Xa Uitgezonderd/Except/à l'Exception de…

    • Xb Geldig voor reizen naar/Valid for travelling in/Valable pour voyages en...

  • XI

    • XIa Nederlandse/Netherlands/Néerlandaise

    • XIb XXA

      (Staatloze/Stateless person/Apatride)

  • XII Dit paspoort is afgegeven ter vervanging van paspoort nummer/This passport has been issued to replace passport number/Le présent passeport remplace le passeport antérieur no...

Bijlage D. Foutafhandelingsprocedures

In deze bijlage zijn de procedures weergegeven die moeten worden gevolgd indien een aangekondigde zending gepersonaliseerde reisdocumenten niet op het afgesproken tijdstip arriveert, de ontvangen zending beschadigd is, afwijkingen vertoont of indien bij controle van de zending documenten ontbreken.

De foutafhandelingsprocedures zijn beschreven voor:

  • 1. Het Europese deel van Nederland (Gemeenten en Ministerie van Buitenlandse Zaken te Den Haag)

  • 2. Buitenland (Nederlandse posten)

  • 3. Aruba, Curaçao, Sint Maarten en het Caribische deel van Nederland (Bonaire, Sint Eustatius en Saba)

1. Foutafhandelingsprocedures Europese deel van Nederland (Gemeenten en Ministerie van Buitenlandse Zaken te Den Haag)

In deze bijlage zijn de procedures weergegeven die moeten worden gevolgd indien een aangekondigde zending niet op het afgesproken tijdstip arriveert, de ontvangen zending beschadigd is, afwijkingen vertoont of indien bij controle van de zending documenten ontbreken. Er worden vijf hoofdfouten onderscheiden, waarvan er een tweetal nog nader onderverdeeld zijn. De foutsituaties worden onderstaand beschreven. Per foutsituatie wordt vervolgens per pagina schematisch aangegeven hoe gehandeld dient te worden.

  • I De aangekondigde zending wordt niet op het afgesproken tijdstip ontvangen

    Hiervan is sprake indien een uitgiftelokatie een aangekondigde zending niet op het met de distributeur afgesproken tijdstip ontvangt. De procedure die gevolgd dient te worden, is weergegeven in schema I.

  • II De ontvangen zending bevat een andere inhoud dan aangekondigd

    Dit is het geval indien de inhoud van de zending niet overeenkomt met de op de verzendbrief vermelde inhoud of met hetgeen in de elektronische vooraankondiging van de producent staat vermeld. De volgende situaties worden onderscheiden:

    • 1. de zending bevat niet alle aangekondigde documenten

      (er ontbreken dus documenten)

      In dit geval dient de procedure, vermeld in schema II 1, te worden gevolgd.

    • 2. de zending bevat (ook) andere documenten dan aangekondigd

      (het pakket bevat documenten die niet voor de uitgiftelokatie zijn bestemd; het kan zijn dat bijvoorbeeld het adresetiket op het pakket niet juist was, dat er niet voor de uitgiftelokatie bedoelde colli in het pakket zitten of dat er zich niet voor de uitgiftelokatie bedoelde documenten in een collo bevinden).

      In deze gevallen moet de procedure, vermeld in schema II 2, worden gevolgd.

  • III De ontvangen zending is beschadigd

    Hiervan is sprake indien bij ontvangst van het pakket geconstateerd wordt dat de verpakking van het pakket beschadigingen vertoont. Er worden verschillende situaties onderscheiden:

    • 1. De verpakking is beschadigd maar de inhoud is onbeschadigd en compleet

      (Alle aangekondigde documenten zijn aanwezig en onbeschadigd).

      In dit geval dient schema III 1 te worden gevolgd.

    • 2. Zowel de verpakking als de inhoud zijn beschadigd, maar de inhoud is wel compleet

      (alle aangekondigde documenten zijn aanwezig maar één of meerdere documenten zijn beschadigd).

      In dit geval dienst schema III 2 te worden gevolgd.

    • 3. Zowel de verpakking als de inhoud zijn beschadigd en de inhoud is bovendien incompleet

      (Eén of meerdere documenten zijn beschadigd en daarnaast zijn niet alle aangekondigde documenten aanwezig).

      In dit geval dient schema III 3 te worden gevolgd.

  • IV De inhoud van de zending is goed, maar niet op de afgesproken wijze verpakt

    Hiervan is sprake indien de inhoud van de zending wel overeenkomt met hetgeen door de producent is aangekondigd, maar de inhoud is niet op de juiste wijze is verpakt. Het pakket bevat bijvoorbeeld colli met verschillende documenten (er zitten bijvoorbeeld zakenpaspoorten tussen de nationale paspoorten) of de zending bevat geen of een onjuiste verzendbrief.

    In dit geval dient de procedure, beschreven in schema IV te worden gevolgd.

  • V Overige calamiteiten

    Voor het geval er zich een situatie voordoet, die niet in een van de voornoemde categorieën is onder te brengen, dient de in schema V beschreven procedure te worden gevolgd.

    Bijlage 247639.png
    Bijlage 247640.png
    Bijlage 247641.png
    Bijlage 247642.png
    Bijlage 247643.png
    Bijlage 247644.png
    Bijlage 247645.png

2. Foutafhandelingsprocedures Buitenland (Nederlandse Posten)

In deze paragraaf zijn de procedures weergegeven die moeten worden gevolgd indien een aangekondigde zending niet op het afgesproken tijdstip arriveert, de ontvangen zending beschadigd is, afwijkingen vertoont of indien bij controle van de zending documenten ontbreken. Er worden vijf hoofdfouten onderscheiden, waarvan er een tweetal nog nader onderverdeeld zijn. De foutsituaties worden onderstaand beschreven. Per foutsituatie wordt vervolgens per pagina schematisch aangegeven hoe gehandeld dient te worden.

  • I De ontvangen zending bevat een andere inhoud dan aangekondigd

    Dit is het geval indien de inhoud van de zending niet overeenkomt met de op de verzendbrief vermelde inhoud of met hetgeen in de elektronische vooraankondiging van de producent staat vermeld. De volgende situaties worden onderscheiden:

    • 3. de zending bevat nietalle aangekondigde documenten

      (er ontbreken dus documenten)

      In dit geval dient de procedure, vermeld in schema I 1, te worden gevolgd.

    • 4. de zending bevat (ook) andere documenten dan aangekondigd

      (het pakket bevat documenten die niet voor de uitgiftelocatie zijn bestemd; het kan zijn dat bijvoorbeeld het adresetiket op het pakket niet juist was, dat er niet voor de uitgiftelocatie bedoelde colli in het pakket zitten of dat er zich niet voor de uitgiftelocatie bedoelde documenten in een collo bevinden).

      In deze gevallen moet de procedure, vermeld in schema I 2, worden gevolgd.

  • II De ontvangen zending is beschadigd

    Hiervan is sprake indien bij ontvangst van het pakket geconstateerd wordt dat de verpakking van het pakket beschadigingen vertoont. Er worden verschillende situaties onderscheiden:

    • 4. De verpakking is beschadigd maar de inhoud is onbeschadigd en compleet

      (Alle aangekondigde documenten zijn aanwezig en onbeschadigd).

      In dit geval dient schema II 1 te worden gevolgd.

    • 5. Zowel de verpakking als de inhoud zijn beschadigd, maar de inhoud is wel compleet

      (alle aangekondigde documenten zijn aanwezig maar één of meerdere documenten zijn beschadigd).

      In dit geval dienst schema II 2 te worden gevolgd.

    • 6. Zowel de verpakking als de inhoud zijn beschadigd en de inhoud is bovendien incompleet

      (Eén of meerdere documenten zijn beschadigd en daarnaast zijn niet alle aangekondigde documenten aanwezig).

      In dit geval dient schema II 3 te worden gevolgd.

  • III De inhoud van de zending is goed, maar niet op de afgesproken wijze verpakt

    Hiervan is sprake indien de inhoud van de zending wel overeenkomt met hetgeen door de producent is aangekondigd, maar de inhoud is niet op de juiste wijze is verpakt. Het pakket bevat bijvoorbeeld colli met verschillende documenten (er zitten bijvoorbeeld zakenpaspoorten tussen de nationale paspoorten) of de zending bevat geen of een onjuiste verzendbrief.

    In dit geval dient de procedure, beschreven in schema III te worden gevolgd.

  • IV Overige calamiteiten

    Voor het geval er zich een situatie voordoet, die niet in een van de voornoemde categorieën is onder te brengen, dient de in schema IV beschreven procedure te worden gevolgd.

    Bijlage 247646.png
    Bijlage 247647.png
    Bijlage 247648.png
    Bijlage 247649.png
    Bijlage 247650.png
    Bijlage 247651.png

3. Foutafhandelingsprocedure Aruba, Curaçao, Sint Maarten en het Caribische deel van Nederland (Bonaire, Sint Eustatius en Saba)

In deze paragraaf zijn de procedures weergegeven die moeten worden gevolgd indien een aangekondigde zending niet op het afgesproken tijdstip arriveert, de ontvangen zending beschadigd is, afwijkingen vertoont of indien bij controle van de zending documenten ontbreken. Er worden vijf hoofdfouten onderscheiden, waarvan er een tweetal nog nader onderverdeeld zijn. De foutsituaties worden onderstaand beschreven. Per foutsituatie wordt vervolgens per pagina schematisch aangegeven hoe gehandeld dient te worden.

  • I De aangekondigde zending wordt niet op het afgesproken tijdstip ontvangen

    Hiervan is sprake indien een uitgiftelocatie een aangekondigde zending niet op het met de distributeur afgesproken tijdstip ontvangt. De procedure die gevolgd dient te worden, is weergegeven in schema I.

  • II De ontvangen zending bevat een andere inhoud dan aangekondigd

    Dit is het geval indien de inhoud van de zending niet overeenkomt met de op de verzendbrief vermelde inhoud of met hetgeen in de elektronische vooraankondiging van de producent staat vermeld. De volgende situaties worden onderscheiden:

    • 5. de zending bevat nietalle aangekondigde documenten

      (er ontbreken dus documenten)

      In dit geval dient de procedure, vermeld in schema II 1, te worden gevolgd.

    • 6. de zending bevat (ook) andere documenten dan aangekondigd

      (het pakket bevat documenten die niet voor de uitgiftelocatie zijn bestemd; het kan zijn dat bijvoorbeeld het adresetiket op het pakket niet juist was, dat er niet voor de uitgiftelocatie bedoelde colli in het pakket zitten of dat er zich niet voor de uitgiftelocatie bedoelde documenten in een collo bevinden).

      In deze gevallen moet de procedure, vermeld in schema II 2, worden gevolgd.

  • III De ontvangen zending is beschadigd

    Hiervan is sprake indien bij ontvangst van het pakket geconstateerd wordt dat de verpakking van het pakket beschadigingen vertoont. Er worden verschillende situaties onderscheiden:

    • 7. De verpakking is beschadigd maar de inhoud is onbeschadigd en compleet

      (Alle aangekondigde documenten zijn aanwezig en onbeschadigd).

      In dit geval dient schema III 1 te worden gevolgd.

    • 8. Zowel de verpakking als de inhoud zijn beschadigd, maar de inhoud is wel compleet

      (alle aangekondigde documenten zijn aanwezig maar één of meerdere documenten zijn beschadigd).

      In dit geval dienst schema III 2 te worden gevolgd.

    • 9. Zowel de verpakking als de inhoud zijn beschadigd en de inhoud is bovendien incompleet

      (Eén of meerdere documenten zijn beschadigd en daarnaast zijn niet alle aangekondigde documenten aanwezig).

      In dit geval dient schema III 3 te worden gevolgd.

  • IV De inhoud van de zending is goed, maar niet op de afgesproken wijze verpakt

    Hiervan is sprake indien de inhoud van de zending wel overeenkomt met hetgeen door de producent is aangekondigd, maar de inhoud is niet op de juiste wijze is verpakt. Het pakket bevat bijvoorbeeld colli met verschillende documenten (er zitten bijvoorbeeld zakenpaspoorten tussen de nationale paspoorten) of de zending bevat geen of een onjuiste verzendbrief.

    In dit geval dient de procedure, beschreven in schema IV te worden gevolgd.

  • V Overige calamiteiten

    Voor het geval er zich een situatie voordoet, die niet in een van de voornoemde categorieën is onder te brengen, dient de in schema V beschreven procedure te worden gevolgd.

    Bijlage 247652.png
    Bijlage 247653.png
    Bijlage 247654.png
    Bijlage 247655.png
    Bijlage 247656.png
    Bijlage 247657.png
    Bijlage 247658.png

Bijlage F. Overzicht aanvraaggegevens

  • 1. Reisdocumenten niet zijnde nooddocumenten

    Deze lijst geldt voor reisdocumenten niet zijnde nooddocumenten. De onderstaande rubrieken moeten worden ingevuld, voor zover op de aanvraag van toepassing.

    • -

      Aanvraagnummer

    • -

      Datum aanvraag

    • -

      Spoedaanvraag (alleen voor gemeenten)

    • -

      Soort reisdocument

    • -

      Huidig reisdocument – soort

    • -

      Huidig reisdocument – nummer

    • -

      Huidig reisdocument – datum einde geldigheid

    • -

      Huidig reisdocument – autoriteit verstrekking

    • -

      Burgerservicenummer (alleen voor Nederlanders die in een gemeentelijke basisadministatie zijn ingeschreven)

    • -

      Nationaliteit

    • -

      Geslachtsnaam

    • -

      Voorvoegsel geslachtsnaam

    • -

      Adellijke titel/ predikaat

    • -

      Voornamen

    • -

      Geboortedatum

    • -

      Geboorteplaats

    • -

      Geslacht

    • -

      Lengte

    • -

      Adres

    • -

      Postcode+Woonplaats

    • -

      Toestemming wettelijke vertegenwoordiger(s)

    • -

      Verblijfsdocument – nummer

    • -

      Verblijfsdocument – datum einde geldigheid

    • -

      Aanduiding vermissing

    • -

      Datum Verklaring vermissing

    • -

      Proces verbaal vermissing vorig document – nummer

    • -

      Vermist reisdocument – nummer

    • -

      Vermist reisdocument – autoriteit verstrekking

    • -

      Verzoek originele aanvraag vermist document

    • -

      Vermelding partner (SC I)

    • -

      Geslachtsnaam partner

    • -

      Voorvoegsel geslachtsnaam partner

    • -

      Adellijke titel partner

    • -

      Pseudoniem (SC IV)

    • -

      Niet in staat tot ondertekening (SC V)

    • -

      XXA (staatloze) (SC XIb)

    • -

      Dit paspoort is afgegeven ter vervanging van (SC XII)

  • 2. Nooddocumenten

    Deze lijst geldt voor nooddocumenten. De onderstaande rubrieken moeten worden ingevuld, voor zover op de aanvraag van toepassing.

    • -

      Aanvraagnummer

    • -

      Datum aanvraag

    • -

      Soort reisdocument

    • -

      Huidig reisdocument – soort

    • -

      Huidig reisdocumentg – nummer

    • -

      Huidig reisdocument – datum einde geldigheid

    • -

      Huidig reisdocument – autoriteit verstrekking

    • -

      Nationaliteit

    • -

      Geslachtsnaam

    • -

      Voorvoegsel geslachtsnaam

    • -

      Adellijke titel/ predikaat

    • -

      Voornamen

    • -

      Geboortedatum

    • -

      Geboorteplaats

    • -

      Geslacht

    • -

      Lengte

    • -

      Adres

    • -

      Postcode+Woonplaats

    • -

      Toestemming wettelijke vertegenwoordiger(s)

    • -

      Aanduiding vermissing

    • -

      Datum Verklaring vermissing

    • -

      Proces verbaal vermissing vorig document – nummer

    • -

      Vermist reisdocument – nummer

    • -

      Vermist reisdocument – autoriteit verstrekking

    • -

      Niet in staat tot ondertekening (SC V)

    • -

      Dit paspoort is afgegeven ter vervanging van (SC XII)

Bijlage G. Tot verstrekking van paspoorten bevoegde buitenlandse posten

[Vervallen per 20-07-2007]

Bijlage H. Tot verstrekking van Nederlandse identiteitskaarten bevoegde buitenlandse posten

[Vervallen per 20-07-2007]

Bijlage J. Invulinstructie laissez-passer

 

Algemene opmerkingen

 
 

Het laissez passer wordt handmatig ingevuld op de hierna weergegeven wijze.

 
 

Invulinstructie per rubriek

 

Type

LP

 

Code

NLD

 

Document-

nummer

Het documentnummer dat in het document geperforeerd is, overnemen.

 

Naam

De naam van de houder in volgorde:

 
 

– Adellijke titel

voluit

 

– Voorvoegsel voor de achternaam

voluit

 

– Achternaam

geslachtsnaam houder

Voornamen

Voornamen van de houder in volgorde:

 
 

– Adellijke predikaat

voluit (facultatief)

 

– Voornamen

voluit

 

Indien geen voornamen worden ingevuld wordt dit aangegeven met drie liggende streepjes, ---.

 
 

Algemene opmerking:

Indien de naam niet past in de hiervoor bestemde ruimte m.b.v. standaardclausule II verwijzen naar pagina 3.

 

Nationaliteit

Alleen in te vullen bij Nederlanders. In andere gevallen drie liggende streepjes, ---.

 

Geslacht

M/M: man

V/F: vrouw

 

Lengte

Voorbeeld: 1,82m

(Cijfermatig in meters en centimeters vermelden gevolgd door afkorting m).

 

Geboortedatum

Vermelden iVermelden in volgorde:

n formaat dd XXX eejj

– Twee posities dagaanduiding in cijfers.

– Spatie

– Eerste drie posities voor maandaanduiding (zie lijst hierna vermeld)

– Spatie

– Laatste vier posities eeuw- en jaartalaanduiding

 
 

Lijst maandafkortingen:

JAN/JAN FEB/FEB MRT/MAR APR/APR MEI/MAY JUN/JUN JUL/JUL AUG/AUG SEP/SEP OKT/OCT NOV/NOV DEC/DEC

 
 

Voorbeelden:

XX XX 1956

00 JAN 1984

19 JAN 1984

Bij de toekenning van een reisdocument wordt altijd een eeuw- en jaartal aanduiding opgenomen.

 

Afgiftedatum

Zie geboortedatum

 

Geboorteplaats

Geboorteplaatsnaam vermelden

 

Geldig tot

Datum tot wanneer het document geldig is.

Datum weergeven zoals aangegeven bij geboortedatum.

 

Autoriteit

Gouverneur van

Minister van Buitenlandse Zaken

 

Waarmerking

Stempel autoriteit moet over de foto vallen.

 

Handtekening

De houder plaatst zijn handtekening op de bestemde plaats onder de foto.

 

Opmerkingen

Pagina 3 is te gebruiken voor opmerkingen van bevoegde instanties. Op deze pagina worden de datum waarop het reisdocument uiterlijk moet worden ingeleverd en de autoriteit bij wie de inlevering dient plaats te vinden ingevuld.

 

Lamineren

Het document wordt na invulling van de houderpagina gelamineerd. Dit gebeurt niet met een laminator maar door middel van koud laminaat dat als een sticker wordt geplakt. Door de beschermlaag op de achterzijde van de folie te verwijderen kan de folie, zonder gebruik van hulpmiddelen, over de houderpagina worden geplakt.

 

Bijlage L. Fotomatrix

[Red: Ligt ter inzage bij het Agentschap Basisadministratie Persoonsgegevens en Reisdocumenten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.]