Regeling opleidingsinstellingen voor luchtvarenden 2001

Geraadpleegd op 26-12-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 23-08-2013 en zichtdatum 25-12-2024.
Geldend van 14-08-2012 t/m 14-03-2014

Regeling opleidingsinstellingen voor luchtvarenden 2001

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

Gelet op artikel 13, eerste lid, van het Besluit bewijzen van bevoegdheid voor de luchtvaart;

Besluit:

Hoofdstuk 1. Algemeen

Artikel 1

  • 1 In deze regeling wordt verstaan onder:

    • CR: klassebevoegdverklaring (Class Rating);

    • erkende taalbeoordelingsinstantie: door Onze Minister met betrekking tot het aanbieden en afnemen van de test ten behoeve van de taalvaardigheidsaantekening erkende opleidingsinstelling;

    • FTO: door Onze Minister gekwalificeerde opleidingsinstelling voor het in delen of een geheel geven van training voor het verkrijgen van bepaalde bewijzen van bevoegdheid en bevoegdverklaringen (Flight Training Organisation);

    • geregistreerde opleidingsinstelling: een door Onze Minister geregistreerde opleidingsinstelling voor het geven van training voor het verkrijgen van bepaalde bewijzen van bevoegdheid en bevoegdverklaringen;

    • TR: typebevoegdverklaring (Type Rating);

    • TRTO: door Onze Minister gekwalificeerde opleidingsinstelling voor het geven van training voor het verkrijgen van een CR, TR en bepaalde bewijzen van bevoegdheid (Type Rating Training Organisation).

  • 2 Voor zover in deze regeling achter de aanduiding van een bepaalde bevoegdheid de toevoeging (A), (H) of (E) voorkomt, wordt daaronder verstaan:

    • a. voor (A): de categorie vliegtuigen (Aeroplane),

    • b. voor (H): de categorie helikopters (Helicopters),

    • c. voor (E): boordwerktuigkundige (Cockpit Flight Engineer).

Hoofdstuk 2. Procedureregels

§ 2.1. Algemeen

Artikel 2

De aanvraag tot registratie, kwalificatie of erkenning dan wel hernieuwde afgifte van een registratie, kwalificatie of erkenning wordt gedaan op een daartoe door de minister verstrekt aanvraagformulier.

§ 2.2. Afgifte

Artikel 3

  • 1 Onze Minister registreert of kwalificeert op aanvraag een opleidingsinstelling indien de aanvrager voldoet aan de eisen, bedoeld in artikel 10 onderscheidenlijk artikel 11.

  • 2 Onze Minister erkent een opleidingsinstelling met betrekking tot het aanbieden en afnemen van de test ten behoeve van de taalvaardigheidsaantekening indien de aanvrager voldoet aan de eis, bedoeld in artikel 11a.

Artikel 4

  • 1 De aanvraag tot registratie of kwalificatie gaat vergezeld van:

    • a. voor de registratie van een opleidingsinstelling voor RPL:

      1o. naam of model van het trainingshandboek dat wordt gebruikt;

      2o. verklaring waarin de aanvrager aangeeft dat de aangeleverde informatie juist is en dat de training zal worden uitgevoerd in overeenstemming met deze regeling;

    • b. voor de registratie van een opleidingsinstelling voor PPL:

      1o. overzicht en curriculum vitae van het bij de opleiding betrokken onderwijzend personeel;

      2o. beschrijving van de accommodatie en theorie-instructievoorzieningen;

      3o. bewijs van beschikbaarheid van luchtvaartuigen, gekwalificeerde FSTD's, voorzieningen en instructeurs;

      4o. naam of model van het trainingshandboek dat wordt gebruikt;

      5o. verklaring waarin de aanvrager aangeeft dat de aangeleverde informatie juist is en dat de training zal worden uitgevoerd in overeenstemming met deze regeling;

    • c. indien de registratie van een opleidingsinstelling enkel betrekking heeft op de module RT:

      1o. overzicht en curriculum vitae van het bij de opleiding betrokken onderwijzend personeel;

      2o. beschrijving van de accommodatie en theorie-instructievoorzieningen;

      3o. bewijs van beschikbaarheid van simulatieapparatuur en instructeurs;

      4o. exemplaar van de syllabus die wordt gebruikt;

      5o. verklaring waarin de aanvrager aangeeft dat de aangeleverde informatie juist is en dat de training zal worden uitgevoerd in overeenstemming met deze regeling;.

    • d. voor de kwalificatie van een FTO:

      1o. gedetailleerd overzicht van de managementstructuur;

      2o. overzicht en curriculum vitae van het bij de opleiding betrokken leidinggevend en onderwijzend personeel;

      3o. lijst van luchtvaartuigen die voor trainingsdoeleinden worden gebruikt en daaraan gerelateerde documenten;

      4o. lijst van (vlieg)velden die voor trainingsdoeleinden worden gebruikt en de daarop aanwezige voorzieningen;

      5o. lijst van gekwalificeerde FSTD's;

      6o. beschrijving van de accommodatie en theorie-instructievoorzieningen;

      7o. bewijs van beschikbaarheid van luchtvaartuigen die voor trainingsdoeleinden worden gebruikt, gekwalificeerde STD's, voorzieningen en instructeurs;

      8o. opleidingsprogramma's en trainingshandboeken corresponderend met de verschillende opleidingen die aangeboden worden;

      9o. voorbeeld van het trainingsvoortgangformulier en de beoordelingsformulieren ten behoeve van de voortgang;

      10o. operatiehandboek;

      11o. beschrijving van het kwaliteitssysteem;

      12o. verklaring inzake de financiële situatie waaruit blijkt dat wordt voldaan aan de eisen, bedoeld in JAR-FCL 1.055 en JAR- FCL 2.055;

    • e. voor de kwalificatie van een TRTO:

      1o. gedetailleerd overzicht van de managementstructuur, lijst van het aantal stafleden, bevoegd tot het geven van de opleiding voor een TR en het aantal kandidaten;

      2o. curriculum vitae van het Hoofd Training;

      3o. lijst van typen luchtvaartuigen die voor trainingsdoeleinden worden gebruikt;

      4o. lijst van gekwalificeerde FSTD's;

      5o. beschrijving van de accommodatie, theorie-instructievoorzieningen en theorie-examenorganisatie;

      6o. bewijs van beschikbaarheid van de vereiste trainingsuitrusting, voorzieningen en instructeurs;

      7o. opleidingsprogramma's en trainingshandboeken corresponderend met de verschillende opleidingen die aangeboden worden;

      8o. voorbeeld van het trainingsvoortgangformulier en beoordelingsformulieren ten behoeve van de voortgang;

      9o. operatiehandboek;

      10o. beschrijving van het kwaliteitssysteem;

      11o. verklaring inzake de financiële situatie waaruit blijkt dat wordt voldaan aan de eisen, bedoeld in JAR-FCL 1.055 en JAR- FCL 2.055;

    • f. voor de kwalificatie van een opleiding voor een CR voor vliegers van vliegtuigen of een TR voor vliegers van vliegtuigen, een TR voor helikopters, een TR voor boordwerktuigkundigen van een luchtvaartmaatschappij, fabrikant of een individuele instructeur in een bijzonder geval: de in onderdeel d genoemde gegevens, tenzij daar in het JAR-OPS Operations Manual, Part D – Training, al in is voorzien, wat wordt aangetoond door het meesturen van een controlelijst van naleving van de JAR-FCL (compliance checklist).

  • 2 Op verzoek van Onze Minister verstrekt een aanvrager in afwijking van de financiële verklaring, bedoeld in het eerste lid, onderdeel d, onder 12° en onderdeel e, onder 11°, een accountantsverklaring.

Artikel 5

  • 1 De geldigheidsduur van een eerste registratie of kwalificatie is ten hoogste een jaar.

  • 2 De geldigheidsduur van een eerste erkenning met betrekking tot het aanbieden en afnemen van de test ten behoeve van de taalvaardigheidsaantekening is ten minste 6 maanden.

  • 3 In afwijking van het eerste lid wordt een registratie voor onbepaalde tijd verleend, indien de registratie enkel betrekking heeft op de module RT.

§ 2.3. Opnieuw afgeven

Artikel 6

  • 1 Onze Minister registreert of kwalificeert op aanvraag een opleidingsinstelling opnieuw voor de termijn, genoemd in de bijlagen bij JAR-FCL 1.055, JAR-FCL 2.055 en JAR-FCL 4.055, indien de aanvrager voldoet aan de eisen, bedoeld in artikel 10, onderscheidenlijk artikel 11.

  • 2 Onze Minister verlengt op aanvraag de erkenning van een erkende taalbeoordelingsinstantie indien de aanvrager voldoet aan de eis, bedoeld in artikel 11a.

Artikel 7

De aanvraag tot opnieuw registreren of kwalificeren van een opleidingsinstelling gaat vergezeld van die gegevens en bescheiden, genoemd in artikel 4, ten aanzien waarvan wijzigingen hebben plaatsgevonden.

§ 2.4. Wijziging

Artikel 8

Een geregistreerde of gekwalificeerde opleidingsinstelling of erkende taalbeoordelingsinstantie stelt Onze Minister terstond op de hoogte van wijzigingen met betrekking tot bij de aanvraag tot registratie, kwalificatie of erkenning aan Onze Minister geleverde informatie.

Artikel 9

  • 1 Wijzigingen in door geregistreerde of gekwalificeerde opleidingsinstellingen aangeboden opleidingen kunnen op aanvraag tussentijds onder de al bestaande registratie of kwalificatie worden gebracht indien Onze Minister met deze wijzigingen instemt.

  • 2 Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing op erkende taalbeoordelingsinstanties.

  • 3 Met betrekking tot het eerste lid zijn de artikelen 3 en 4 van overeenkomstige toepassing.

Hoofdstuk 3. Inhoudelijke eisen voor registratie, kwalificatie en erkenning

Artikel 10

  • 1 Voor registratie van een opleidingsinstelling dient de aanvrager aan de volgende eisen te voldoen:

    • a. wat betreft de opleidingsinstelling: de eisen, bedoeld in bijlage 1 bij deze regeling;

    • b. wat betreft de aangeboden opleidingen:

      1°. voor PPL(A), onderscheidenlijk PPL(H), de eisen, bedoeld in JAR-FCL 1.125, onderscheidenlijk JAR-FCL 2.125;

      2°. voor SE-SPA CR de eisen, bedoeld in JAR-FCL 1.261;

      3°. voor RPL de eisen, bedoeld in bijlage 2 bij deze regeling;

      4°. voor RFI de eisen, bedoeld in bijlage 3 bij deze regeling;

      5°. voor TR(H) de eisen, bedoeld in JAR-FCL 2.240;

      6°. voor de module RT de eisen, bedoeld in bijlage 4 bij deze regeling.

  • 2 Het eerste lid, onderdeel a, is niet van toepassing op de registratie van een opleidingsinstelling met betrekking tot de module RT.

Artikel 11

Voor kwalificatie van een opleidingsinstelling dient de aanvrager aan de volgende eisen te voldoen:

  • a. voor een FTO onderscheidenlijk TRTO voor vliegtuigen, helikopters, respectievelijk boordwerktuigkundigen: de eisen, bedoeld in JAR-FCL 1.055, JAR-FCL 2.055, onderscheidenlijk JAR-FCL 4.055, met dien verstande dat een financiële verklaring als bedoeld in artikel 4, eerste lid, onderdeel d, onder 12° of onderdeel e, onder 11°, dan wel een accountantsverklaring als bedoeld in artikel 4, tweede lid, aan Onze Minister is overgelegd;

  • b. wat betreft de aangeboden opleidingen:

    • 1°. de opleidingen worden in delen of als geheel aangeboden voor zover dat ingevolge tabel 1a mogelijk is,

    • 2°. de opleidingen voldoen aan de relevante eisen, bedoeld in de tabellen 1a, 1b of 2 bij dit artikel of bijlage 2 of 3 bij deze regeling,

    • 3°. de opleidingsinstelling zorgt ervoor dat de aanvrager voor een IR voor vliegtuigen respectievelijk helikopters voldoet aan de eisen, bedoeld in JAR-FCL 1.200, respectievelijk JAR-FCL 2.200.

Tabel 1a

FTO Opleiding

Vliegtuigen In delen

Geheel

Helikopters In delen

Geheel

ATPL-theorie

bijlage 1 bij JAR-FCL 1.285 niet mogelijk

niet mogelijk

bijlage 1 bij JAR-FCL 2.285 niet mogelijk

niet mogelijk

ATP

niet mogelijk

bijlage 1 bij JAR-FCL 1.160 & 1.265 (a)(1)

niet mogelijk

bijlage 1 bij JAR-FCL 2.160 & 2.165 (a)(1)

CPL/IR

niet mogelijk

bijlage bij 1 JAR-FCL 1.160 & 1.165 (a)(2)

niet mogelijk

niet mogelijk

CPL

bijlage 1 bij JAR-FCL 1.160 & 1.165 (a)(4)

bijlage 1 bij JAR-FCL 1.160 & 1.165 (a)(3)

bijlage 1 bij JAR-FCL 2.160 & 2.165 (a)(4)

bijlage 1 bij JAR-FCL 2.160 & 2.165 (a)(3)

IR

bijlage 1 bij JAR-FCL 1.205

niet mogelijk

bijlage 1 bij JAR-FCL 2.205

niet mogelijk

Tabel 1b

FTO

Oplei-

Eisen per categorie

 

ding

Vliegtuigen

Helikopters

PPL

JAR-FCL 1.125, bijlage 1 bij JAR-FCL 1.125

JAR-FCL 2.125, bijlage 1 bij JAR-FCL 2.125

TR

JAR-FCL 1.261, bijlage 1 bij JAR-FCL 1.261(a)

JAR-FCL 2.261, bijlage 1 bij JAR-FCL 2.261(a)

CR

JAR-FCL 1.261 , bijlage 1 bij JAR-FCL 1.261(a)

 

FI

JAR-FCL 1.340

JAR-FCL 2.340, bijlage 1 bij JAR-FCL 2.340

CRI(SPA)

bijlage 1 bij JAR-FCL 1.380

 

TRI

JAR-FCL 1.365, bijlage 1 bij JAR-FCL 1.365

JAR-FCL 2.365, bijlage 1 bij JAR-FCL 2.365

IRI

JAR-FCL 1.395, bijlage 1 bij JAR-FCL 1.395

JAR-FCL 2.395, bijlage 1 bij JAR-FCL 2.395

SFI

JAR-FCL 1.410

JAR-FCL 2.410, bijlage 1 bij JAR-FCL 2.365

MCCI

JAR-FCL 1.417

 

MCC

JAR-FCL 1.261(d)

JAR-FCL 2.261(d), bijlage 1 bij JAR-FCL 2.261(d)

HPA

bijlage 1 bij JAR-FCL 1.251

 

TR(H) SP-ME pre-entry

 

JAR-FCL 2.255, bijlage 1 bij JAR-FCL 2.255

MPL(A)

bijlage 1 bij JAR-FCL 1.520 en JAR-FCL 1.525

 

MPL(A)

bijlage 1 bij JAR-FCL 1.310(d)

 

Instructeurs

   

Trainingscursus

   

RT

bijlage 4 bij de deze regeling

bijlage 4 bij deze regeling

Tabel 2

TRTO

Oplei-

Eisen per categorie

 

ding

Vliegtuigen

Helikopters

TR

JAR-FCL 1.261, bijlage 1 bij JAR-FCL 1.261(a)

JAR-FCL 2.261, bijlage 1 bij JAR-FCL 2.261(a)

CR

JAR-FCL 1.261, bijlage 1 bij JAR-FCL 1.261(a), bijlage 1 bij JAR-FCL 1.261(c)(2)

 

MCC

JAR-FCL 1.261(d)

JAR-FCL 2.261(d), bijlage 1 bij JAR-FCL 2.261(d)

CRI(SPA)

bijlage 1 bij JAR-FCL 1.380

 

TRI

JAR-FCL 1.365, bijlage 1 bij JAR-FCL 1.365

JAR-FCL 2.365, bijlage 1 bij JAR-FCL 2.365

IRI

JAR-FCL 1.395, bijlage 1 bij JAR-FCL 1.395

JAR-FCL 2.395, bijlage 1 bij JAR-FCL 2.395

SFI

JAR-FCL 1.410

JAR-FCL 2.410, bijlage 1 bij JAR-FCL 2.365

MCCI

JAR-FCL 1.417

 

TR(E)

JAR-FCL 1.261, bijlage 1 bij JAR-FCL 1.261

 

HPA

bijlage 1 bij JAR-FCL 1.251

 

TR(H) SP-ME pre-entry

 

JAR-FCL 2.255, bijlage 1 bij JAR-FCL 2.255

IR-ME

Bijlage 1 bij JAR-FCL 1.205 -

 

Artikel 11a

Voor de erkenning van een opleidingsinstelling met betrekking tot het aanbieden en afnemen van de test ten behoeve van de taalvaardigheidsaantekening, dient de aanvrager te beschikken over een test waarmee de taalvaardigheid, bedoeld in bedoeld in JAR-FCL 1.010 en JAR-FCL 2.010 of Bijlage 1 bij het op 7 december 1944 te Chicago gesloten Verdrag inzake de internationale Burgerluchtvaart (Trb. 1973, 109), kan worden aangetoond.

Hoofdstuk 4. Slotbepalingen

Artikel 12

Bewijzen van registratie of kwalificatie, afgegeven op basis van artikel 3 van de Regeling opleidingsinstellingen voor luchtvarenden, worden aangemerkt als registraties of kwalificaties op basis van de Regeling opleidingsinstellingen voor luchtvarenden 2001.

Artikel 13

De bijlagen bij deze regeling liggen ter inzage bij het Ministerie van Verkeer en Waterstaat.

Artikel 14

De Regeling opleidingsinstellingen voor luchtvarenden wordt ingetrokken.

Artikel 15

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 november 2001 en werkt terug tot en met 1 oktober 2001.

Artikel 16

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling opleidingsinstellingen voor luchtvarenden 2001.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst met uitzondering van de bijlagen, die ter inzage worden gelegd bij het Ministerie van Verkeer en Waterstaat.

De

Minister

van Verkeer en Waterstaat,

T. Netelenbos

Bijlage 2. bedoeld in de artikelen 10 onderdeel b onder 3, en 11 onderdeel b onder 2, van de Regeling opleidingsinstellingen voor luchtvarenden 2001

1. De opleiding voor RPL(A)

De opleiding voor RPL(A)SE piston(land) wordt aangeboden door:

  • a. een geregistreerde opleidingsinstelling met instructeurs die in het bezit zijn van een geldige RFI in hun RPL(A)SE piston(land), of

  • b. een geregistreerde of gekwalificeerde opleidingsinstelling voor PPL(A)SE piston(land) met instructeurs die in het bezit zijn van een geldige FI in hun PPL(A)SE piston(land), CPL(A)SE piston(land) of ATPL(A)SE piston(land).

De opleiding voor RPL(A)TMG wordt aangeboden door:

  • a. een geregistreerde opleidingsinstelling met instructeurs die in het bezit zijn van een geldige RFI in hun RPL(A)TMG, of

  • b. een geregistreerde of gekwalificeerde opleidingsinstelling voor PPL(A)TMG met instructeurs met een geldig FI in hun PPL(A)TMG, CPL(A)TMG of ATPL(A)TMG.

De opleiding voor RPL(A)MLA wordt aangeboden door:

een geregistreerde opleiding met instructeurs die in het bezit zijn van een geldige RFI in hun RPL(A)MLA.

2. De opleiding voor RPL(H)

De opleiding voor RPL(H) voor type bevoegdverklaringen voor eenmotorige helikopters of voor gyroplanes wordt aangeboden door:

  • a. een geregistreerde opleidingsinstelling met instructeurs die in het bezit zijn van een geldige RFI(H) in hun RPL(H) of FI in hun PPL(H), CPL(H) of ATPL(H) en de typebevoegdverklaring waarvoor ze instructie geven, of

  • b. een geregistreerde of gekwalificeerde opleidingsinstelling voor PPL(H) met instructeurs die in het bezit zijn van een geldige FI in hun PPL(H), CPL(H) of ATPL(H) en de typebevoegdverklaring waarvoor ze instructie geven.

3. De praktijkopleiding voor RPL(A)

De praktijkopleiding voor elke klasse binnen het RPL(A) omvat ten minste 30 uur, waarvan ten minste:

op een vliegtuig uit een willekeurige klasse uit RPL(A):

  • a. 1 solo overlandvlucht waarbij op twee andere luchtvaartterreinen wordt geland en gestart dan waarop men vertrekt, of

  • b. een driehoeksvlucht over een afstand van ten minste 100 km en daarnaast een start en een landing op ten minste drie verschillende terreinen.

Het opleidingsplan voor de praktijkopleiding voor RPL(A) omvat ten minste:

  • a. de vluchtvoorbereiding inclusief de berekening van de massa en het zwaartepunt, de voor-de-vlucht-inspectie van het vliegtuig en de staat van onderhoud;

  • b. het gebruik van het luchtvaartterrein en het luchtverkeerscircuit, het vermijden van botsingen (voorzorgen en uitwijkprocedures);

  • c. het besturen van het vliegtuig met behulp van het zicht naar buiten;

  • d. het vliegen met een kritische lage luchtsnelheid, herkenning van en het herstellen uit een beginnende en volledige overtrek;

  • e. het vliegen met een kritische hoge luchtsnelheid, herkenning van en het herstellen uit een spiraalduikvlucht of herkenning en het vermijden van een spiraalduikvlucht;

  • f. starts en landingen normaal en bij dwarswind;

  • g. starts waarbij een maximumprestatie van het vliegtuig is vereist (kort veld en over hindernissen), landingen op een korte baan;

  • h. het maken van overlandvluchten met herkenningspunten op de grond, gegist bestek en, wanneer dat beschikbaar is, radionavigatiehulpmiddelen;

  • i. noodprocedures, inclusief gesimuleerde situaties waarbij de uitrusting van het vliegtuig niet of niet meer goed werkt;

  • j. het voorbereiden van vluchten van, naar en via verschillende luchtvaartterreinen, procedures met luchtverkeersdienstverlening; en radiotelefonieprocedures en terminologie.

4. De opleidingsvliegtuigen voor RPL(A)

  • a. De opleidingsinstelling zorgt voor een adequate vloot van opleidingsvliegtuigen die geschikt zijn voor de bedoelde opleiding en die zijn uitgerust en onderhouden volgens de geldende regels.

  • b. Elk vliegtuig is voorzien van een dubbel besturingssysteem dat onafhankelijk kan worden gebruikt door de instructeur en de leerling. Een overzwenkbare besturing is niet acceptabel.

  • c. De vloot bevat ook ten minste één vliegtuig dat geschikt is om te leren hoe men een overtrek kan vermijden.

5. De theorieopleiding voor RPL(A)

De opleidingsinstelling zorgt voor theorieonderwijs voor het theorie-examen PPL(A)/RPL(A), inclusief het theorie-gedeelte voor communicatie.

6. De praktijkopleiding voor RPL(H)

De praktijkopleiding voor elk type eenmotorige helikopter of gyroplane of voor de klasse MLH binnen het RPL(H) omvat ten minste 30 uur, waarvan ten minste:

  • a. 20 uur dubbelbesturingsonderricht op het gewenste type eenmotorige helikopter of gyroplane of de klasse MLH (dit kan minder zijn bij leerling-vliegers die in aanmerking komen voor compensatie als bedoeld in de Regeling bewijzen van bevoegdheid en bevoegdverklaringen voor luchtvarenden 2001),

  • b. 5 uur solo op het gewenste type eenmotorige helikopter of gyroplane of de klasse MLH, en

op het gewenste type eenmotorige helikopter of gyroplane of de klasse MLH:

  • a. 1 solo overlandvlucht waarbij op twee andere luchthavens wordt geland en gestart dan waarop men vertrekt, of

  • b. een driehoeksvlucht over een afstand van ten minste 100 km en daarnaast een start en een landing op ten minste drie verschillende terreinen,

bij een gyroplane kunnen (voor zowel het type als voor de klasse MLH) de DBO uren, gevlogen op een ongemotoriseerde gyroplane tot een maximum van 5 uren in mindering worden gebracht.

Het opleidingsplan voor de praktijkopleiding voor RPL(H) voor eenmotorige helikopters omvat ten minste:

  • a. de vluchtvoorbereiding inclusief de berekening van de massa en het zwaartepunt, de voor-de-vlucht-inspectie van de helikopter en de staat van onderhoud;

  • b. het gebruik van het luchtvaartterrein en het luchtverkeerscircuit, het vermijden van botsingen (voorzorgen en uitwijkprocedures);

  • c. het besturen van de helikopter met behulp van het zicht naar buiten;

  • d. starts, landingen, stilhangen, uitkijkbochten en normale overgangsvluchten van en naar stilhangen;

  • e. noodprocedures, elementaire autorotaties, gesimuleerde motorstoring, herstel van grondresonantie indien relevant voor het type;

  • f. zijwaartse en achterwaartse vlucht, bochten op de plek;

  • g. autorotaties op een landingspunt, gesimuleerde landingen met motor uit, oefenen van noodlandingen. Gesimuleerde storingen van uitrusting en noodtoestandprocedures met betrekking tot storing van motoren, besturing, elektrische en hydraulische circuits;

    steile bochten;

  • h. overgangsvluchten, snelle stops, manoeuvres uit de wind, landingen en starts op hellend terrein;

  • i. vluchten met beperkt vermogen en beperkte ruimte inclusief het kiezen van en het opereren naar en van onvoorbereide plaatsen;

  • j. overlandvlucht met visuele referentie, gegist bestek en waar beschikbaar, radionavigatiehulpmiddelen;

  • k. het voorbereiden van vluchten van, naar en via verschillende luchtvaartterreinen, procedures met luchtverkeersdienstverlening.

Het opleidingsplan voor de praktijkopleiding voor RPL(H) voor gyroplanes omvat ten minste:

  • a. de vluchtvoorbereiding inclusief de berekening van de massa en het zwaartepunt, de voor-de-vlucht-inspectie van de gyroplane en de staat van onderhoud;

  • b. wielblokprocedure, motor- en rotorstartprocedure evt. met de hand, taxiën met of zonder rotorrotatie, taxiën met rugwind, tegenwind en dwarswind;

  • c. het gebruik van het luchtvaartterrein en het luchtverkeerscircuit, het vermijden van botsingen (voorzorgen en uitwijkprocedures);

  • d. het besturen van de gyroplane met behulp van het zicht naar buiten;

  • e. rotormanagement bij de gyroplane met draaiende motor, waaronder herstelprocedure bij flapping;

  • f. start zonder wind, met tegenwind, dwarswind en short-field start gevolgd door motorstoring in grondeffect tijdens de start;

  • g. gecoördineerde horizontale bochten, klimmende en dalende bochten en steile bochten, het klimmen met vol vermogen, maximum snelheid en het vliegen met minimaal vermogen;

    vliegen met lage snelheid aan de backside van de powercurve;

  • h. normale landing met een flare, landing met een steile nadering, landing met doorstart, noodlanding (motor uit), doellanding, landing met vermogen en landing met minimaal vermogen (idle);

  • i. het stoppen van de rotor, het stoppen van de motor en het veilig parkeren van de gyroplane;

    uitsluitend bij gebruikmaking van niet-gemotoriseerde gyroplanes:

  • j. het herstellen van pilot induced occilation (glider);

  • k. het herstellen van een pendel beweging (glider).

7. De opleidingshelikopters of gyroplanes voor RPL(H)

De opleidingsinstelling zorgt voor een adequate vloot van opleidingshelikopters of gyroplanes die geschikt zijn voor de bedoelde opleiding en die zijn uitgerust en onderhouden volgens de geldende regels.

Elke helikopter inclusief gyroplane is voorzien van een dubbel besturingssysteem dat onafhankelijk kan worden gebruikt door de instructeur en de leerling. Een overzwenkbare besturing is niet acceptabel.

8. De theorieopleiding voor RPL(H)

De opleidingsinstelling zorgt voor theorieonderwijs voor het theorie-examen PPL(H), inclusief het theorie-gedeelte voor communicatie.