Wet van 8 november 2001, houdende regels betreffende terbeschikkingstelling en gebruik
van foetaal weefsel (Wet foetaal weefsel)
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is regelen te stellen omtrent
de voorwaarden waaronder terbeschikkingstelling en gebruik van foetaal weefsel toelaatbaar
is;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal,
hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: