Invoeringswet Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen

Geraadpleegd op 27-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2009 en zichtdatum 02-07-2009.
Geldend van 01-01-2008 t/m 31-07-2009

Wet van 29 november 2001 tot invoering van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen (Invoeringswet Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de invoering van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen en enkele daarmee samenhangende onderwerpen te regelen, zulks onder intrekking van de Organisatiewet sociale verzekeringen 1997, de Arbeidsvoorzieningswet 1996 en de wetten ter invoering van die wetten;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Hoofdstuk 1. Definities

Artikel 1. Algemene begrippen

In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

Hoofdstuk 2. Overgangsrecht Organisatiewet sociale verzekeringen 1997

Artikel 2. Intrekking wetten

  • 1 De Organisatiewet sociale verzekeringen 1997 en de Invoeringswet Organisatiewet sociale verzekeringen 1997 worden ingetrokken.

  • 2 Voor de verschillende artikelen of onderdelen van de artikelen van de Organisatiewet sociale verzekeringen 1997 en de Invoeringswet Organisatiewet sociale verzekeringen 1997 kan bij koninklijk besluit het tijdstip waarop deze vervallen verschillend worden gesteld.

Artikel 3. Handhaving Sociale Verzekeringsbank

  • 2 De artikelen 18, 19, eerste, derde en vierde lid, 20, 22, 23 en 24 van de Organisatiewet sociale verzekeringen 1997 en de op grond daarvan gestelde regels, zoals deze luidden op de datum vóór het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet, blijven tot 1 januari 2003 van toepassing, met dien verstande dat de periode van benoeming van leden en plaatsvervangende leden van het bestuur zich niet langer dan tot 1 januari 2003 kan uitstrekken.

Artikel 4. Overgang vermogensbestanddelen van Lisv naar UWV

  • 1 Alle vermogensbestanddelen van het Landelijk instituut sociale verzekeringen gaan over op het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, zonder dat daarvoor een akte of betekening nodig is.

  • 2 De vermogensbestanddelen die deel uitmaken van het Algemeen Werkloosheidsfonds en op grond van het eerste lid overgaan, gaan deel uitmaken van het Algemeen Werkloosheidsfonds dat op grond van artikel 103 van de Werkloosheidswet door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen afzonderlijk wordt beheerd en geadministreerd.

  • 3 De vermogensbestanddelen die deel uitmaken van het Arbeidsongeschiktheidsfonds en op grond van het eerste lid overgaan, gaan deel uitmaken van het Arbeidsongeschiktheidsfonds dat op grond van artikel 72 van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen afzonderlijk wordt beheerd en geadministreerd.

  • 4 De vermogensbestanddelen die deel uitmaken van de Arbeidsongeschiktheidskas en op grond van het eerste lid overgaan, gaan deel uitmaken van de Arbeidsongeschiktheidskas die op grond van artikel 73 van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen afzonderlijk wordt beheerd en geadministreerd.

  • 5 De vermogensbestanddelen die deel uitmaken van het Arbeidsongeschiktheidsfonds zelfstandigen en op grond van het eerste lid overgaan, gaan deel uitmaken van het Arbeidsongeschiktheidsfonds zelfstandigen dat op grond van artikel 78 van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen afzonderlijk wordt beheerd en geadministreerd.

  • 6 De vermogensbestanddelen die deel uitmaken van het Arbeidsongeschiktheidsfonds jonggehandicapten en op grond van het eerste lid overgaan, gaan deel uitmaken van het Arbeidsongeschiktheidsfonds jonggehandicapten dat op grond van artikel 63 van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen afzonderlijk wordt beheerd en geadministreerd.

  • 7 De vermogensbestanddelen die deel uitmaken van het Reïntegratiefonds en op grond van het eerste lid overgaan, gaan deel uitmaken van het Reïntegratiefonds dat op grond van artikel 41 van de Wet op de (re)integratie arbeidsgehandicapten door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen afzonderlijk wordt beheerd en geadministreerd.

  • 8 De vermogensbestanddelen die deel uitmaken van een wachtgeldfonds en op grond van het eerste lid overgaan, gaan deel uitmaken van het wachtgeldfonds dat voor het desbetreffende onderdeel van het bedrijfs- en beroepsleven op grond van artikel 102 van de Werkloosheidswet door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen afzonderlijk wordt beheerd en geadministreerd.

  • 9 De vermogensbestanddelen die deel uitmaken van het Uitvoeringsfonds voor de overheid en op grond van het eerste lid overgaan, gaan deel uitmaken van het Uitvoeringsfonds voor de overheid dat op grond van artikel 104 van de Werkloosheidswet door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen afzonderlijk wordt beheerd en geadministreerd.

  • 10 De vermogensbestanddelen die deel uitmaken van het Toeslagenfonds en op grond van het eerste lid overgaan, gaan deel uitmaken van het Toeslagenfonds dat op grond van artikel 31 van de Toeslagenwet door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen afzonderlijk wordt beheerd en geadministreerd.

Artikel 5. Overgang vermogensbestanddelen van uitvoeringsinstellingen naar UWV

Alle vermogensbestanddelen van de uitvoeringsinstellingen gaan over op het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, zonder dat daarvoor een akte of betekening nodig is.

Artikel 6. Overgang vermogensbestanddelen van stichting VUWV naar UWV

Alle vermogensbestanddelen van de stichting, bedoeld in artikel 5, eerste lid, van het Besluit voorwaarden erkenning uitvoeringsinstelling, gaan over op het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, zonder dat daarvoor een akte of betekening nodig is.

Artikel 7. Overgang vermogensbestanddelen van Ctsv naar Staat (SZW)

Alle vermogensbestanddelen van het College van toezicht sociale verzekeringen gaan over op de Staat (Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid), zonder dat daarvoor een akte of betekening nodig is.

Artikel 8. Overdrachtsbelasting inschrijving openbare registers

  • 1 Met betrekking tot de ingevolge de artikelen 4, 5, 6 en 7 overgaande vermogensbestanddelen die in openbare registers te boek zijn gesteld, zal verandering van de tenaamstelling in die registers plaatsvinden door de bewaarders van die registers. De daartoe benodigde opgaven worden door de zorg van Onze Minister aan de bewaarders van de desbetreffende registers gedaan.

  • 2 Ter zake van de in de artikelen 4, 5, 6 en 7 bedoelde overgang van vermogensbestanddelen blijft heffing van overdrachtsbelasting achterwege.

Artikel 9. Overgang publiekrechtelijke rechten en verplichtingen van Lisv en uvi's naar UWV

  • 1 De publiekrechtelijke rechten en verplichtingen van het Landelijk instituut sociale verzekeringen en de uitvoeringsinstellingen gaan over op het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen voorzover in deze wet of de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen niet anders is bepaald.

  • 2 Een besluit dat door het Landelijk instituut sociale verzekeringen of namens dit instituut door een uitvoeringsinstelling is genomen, geldt als een besluit van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen.

  • 3 Een tot het Landelijk instituut sociale verzekeringen of een uitvoeringsinstelling gericht verzoek om een besluit te nemen, wordt beschouwd als te zijn gericht tot het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen.

Artikel 10. Overgang publiekrechtelijke rechten en verplichtingen van Ctsv naar Minister van SZW

  • 2 Een besluit van het College van toezicht sociale verzekeringen geldt als een besluit van Onze Minister.

  • 3 Een tot het College van toezicht sociale verzekeringen gericht verzoek om een besluit te nemen, wordt beschouwd als te zijn gericht tot Onze Minister.

Artikel 11. Partijvervanging van Lisv en beroepstermijn

  • 1 In civielrechtelijke en bestuursrechtelijke gedingen waarin het Landelijk instituut sociale verzekeringen partij is treedt het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen in zijn plaats, zonder dat daarvoor een betekening nodig is en met overneming van procureurstelling onderscheidenlijk aanwijzing van een gemachtigde.

  • 2 Beroep waarvoor de termijn is aangevangen vóór de inwerkingtreding van deze wet staat voor het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen open gedurende het resterende gedeelte van de beroepstermijn.

Artikel 12. Partijvervanging van uvi's en beroepstermijn

  • 1 In civielrechtelijke en bestuursrechtelijke gedingen waarin een uitvoeringsinstelling partij is treedt het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen in haar plaats, zonder dat daarvoor een betekening nodig is en met overneming van procureurstelling onderscheidenlijk aanwijzing van een gemachtigde.

  • 2 Beroep waarvoor de termijn is aangevangen vóór de inwerkingtreding van deze wet staat voor het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen open gedurende het resterende gedeelte van de beroepstermijn.

Artikel 13. Partijvervanging van Ctsv in civielrechtelijke gedingen

In civielrechtelijke gedingen waarin het College van toezicht sociale verzekeringen partij is treedt de Staat (Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid) in zijn plaats, zonder dat daarvoor een betekening nodig is en met overneming van procureurstelling onderscheidenlijk aanwijzing van een gemachtigde.

Artikel 14. Partijvervanging Ctsv in bestuursrechtelijke gedingen en beroepstermijn

  • 1 In bestuursrechtelijke gedingen waarin het College van toezicht sociale verzekeringen partij is treedt Onze Minister in zijn plaats, zonder dat daarvoor een betekening nodig is en met overneming van aanwijzing van een gemachtigde.

  • 2 Beroep waarvoor de termijn is aangevangen vóór de inwerkingtreding van deze wet staat voor Onze Minister open gedurende het resterende gedeelte van de beroepstermijn.

Artikel 15. Beëindiging gedingen

Indien de toepassing van dit hoofdstuk tot gevolg heeft dat in een geding eiser en gedaagde samenvallen, wordt dat geding tussen die partijen van rechtswege beëindigd.

Artikel 16. Beëindiging bezwaarschriftenprocedures

Indien de toepassing van dit hoofdstuk tot gevolg heeft dat in een bezwaarschriftenprocedure de indiener van het bezwaarschrift en het bestuursorgaan dat het bestreden besluit heeft genomen samenvallen, wordt die bezwaarschriftenprocedure tussen hen van rechtswege beëindigd.

Artikel 17. Overgang van bezwaarschriftenprocedures van Lisv naar UWV

  • 1 Bij het Landelijk instituut sociale verzekeringen aanhangige bezwaarschriften gaan, in de stand waarin zij zich bevinden, over naar het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen.

  • 2 Bezwaar waarvoor de termijn is aangevangen vóór de inwerkingtreding van deze wet staat voor het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen open gedurende het resterende gedeelte van de bezwaartermijn.

Artikel 18. Overgang van bezwaarschriftenprocedures van Ctsv naar Minister van SZW

  • 1 Bij het College van toezicht sociale verzekeringen aanhangige bezwaarschriften gaan, in de stand waarin zij zich bevinden, over naar Onze Minister.

  • 2 Bezwaar waarvoor de termijn is aangevangen vóór de inwerkingtreding van deze wet staat voor Onze Minister open gedurende het resterende gedeelte van de bezwaartermijn.

Artikel 19. Ontslag bestuursleden

  • 1 Aan de leden van het College van toezicht sociale verzekeringen die op de dag voorafgaand aan de datum van inwerkingtreding van deze wet die functies bekleden wordt met ingang van die datum ontslag verleend.

  • 2 Aan de voorzitter, de leden en de plaatsvervangende leden van het Landelijk instituut sociale verzekeringen die op de dag voorafgaand aan de datum van inwerkingtreding van deze wet die functies bekleden wordt met ingang van die datum ontslag verleend.

  • 3 Aan de voorzitter, de leden en de plaatsvervangende leden van de Sociale verzekeringsbank die op 31 december 2002 die functies bekleden wordt met ingang van 1 januari 2003 ontslag verleend.

Artikel 20. Rechtspositionele aanspraken bestuursleden

De door Onze Minister op grond van de artikelen 7, 22 en 35 van de Organisatiewet sociale verzekeringen 1997 gestelde regels blijven na de inwerkingtreding van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen van kracht voor zolang daaraan door de in artikel 19 bedoelde functionarissen aanspraken kunnen worden ontleend.

Artikel 21. Overgang personeel Lisv en uvi's

De rechten en verplichtingen van het Landelijk instituut sociale verzekeringen en de uitvoeringsinstellingen die voortvloeien uit de arbeidsovereenkomsten met hun werknemers, daaronder begrepen die welke voortvloeien uit een toezegging omtrent pensioen als bedoeld in artikel 1 van de Pensioen- en spaarfondsenwet, gaan over op het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen.

Artikel 22. Overgang personeel Ctsv

  • 1 De werknemers die op de dag voorafgaand aan de datum van inwerkingtreding van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen in dienst zijn van het College van toezicht sociale verzekeringen, worden met ingang van de dag van inwerkingtreding van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen als ambtenaar in dienst van het Rijk aangesteld. Daarbij worden hun arbeidsvoorwaarden zo veel mogelijk op een gelijk niveau gesteld met de arbeidsvoorwaarden die verbonden waren aan hun dienstbetrekking bij het College van toezicht sociale verzekeringen.

  • 2 Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld omtrent het eerste lid.

Artikel 23. Opheffing commissies

  • 1 Commissies als bedoeld in de artikelen 9 en 37 van de Organisatiewet sociale verzekeringen 1997 worden opgeheven.

  • 2 Commissies als bedoeld in artikel 24 van de Organisatiewet sociale verzekeringen 1997 worden opgeheven per 1 januari 2003.

Artikel 24. Overgang lagere regelgeving

Artikel 25. Overgang regelgevende bevoegdheden

Artikel 26. Overgang toestemmingen, verplichtingen en opdrachten in verband met andere taken

  • 1 Toestemming, verleend aan een uitvoeringsinstelling of aan de Sociale verzekeringsbank op grond van artikel 50, eerste lid, of artikel 25, derde lid, van de Organisatiewet sociale verzekeringen 1997, wordt aangemerkt als goedkeuring van een daartoe strekkend besluit van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, onderscheidenlijk de Sociale verzekeringsbank, op grond van artikel 13 van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen.

  • 2 Verplichtingen, opgelegd aan een uitvoeringsinstelling of aan de Sociale verzekeringsbank op grond van artikel 50, tweede lid, of artikel 25, vierde lid, van de Organisatiewet sociale verzekeringen 1997, worden aangemerkt als verplichtingen, opgelegd aan het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, onderscheidenlijk de Sociale verzekeringsbank, op grond van artikel 13, tweede lid, van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen.

  • 3 De door Onze Minister op grond van artikel 25, eerste lid, onderdeel f, of artikel 38, eerste lid, onderdeel k, van de Organisatiewet sociale verzekeringen 1997 aangewezen algemene maatregelen van bestuur en ministeriële regelingen, waarvan de uitvoering is opgedragen aan de Sociale verzekeringsbank, onderscheidenlijk het Landelijk instituut sociale verzekeringen, worden aangemerkt als algemene maatregelen van bestuur en ministeriële regelingen waarvan de uitvoering op grond van artikel 34, eerste lid, onderdeel e, of artikel 30, eerste lid, onderdeel i, van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen is opgedragen aan de Sociale verzekeringsbank, onderscheidenlijk het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen.

Hoofdstuk 3. Overgangsrecht Arbeidsvoorzieningswet 1996

Artikel 27. Intrekking wetten

  • 3 Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld voor de gevolgen van de toepassing van het tweede lid, waarbij zo nodig kan worden afgeweken van dit hoofdstuk.

Artikel 28. Overgang vermogen

  • 1 Alle vermogensbestanddelen van de Arbeidsvoorzieningsorganisatie gaan over op de Centrale organisatie werk en inkomen, zonder dat daarvoor een akte of betekening nodig is.

  • 2 Met betrekking tot de ingevolge dit artikel overgaande vermogensbestanddelen die in openbare registers te boek zijn gesteld, zal verandering van de tenaamstelling in die registers plaatsvinden door de bewaarders van die registers. De daartoe benodigde opgaven worden door de zorg van Onze Minister aan de bewaarders van de desbetreffende registers gedaan.

  • 3 Ter zake van de in dit artikel bedoelde overgang van vermogensbestanddelen blijft heffing van overdrachtsbelasting achterwege.

Artikel 29. Overgang publiekrechtelijke rechten en verplichtingen, besluiten en aanvragen

  • 2 Een besluit van de Arbeidsvoorzieningsorganisatie geldt als een besluit van de Centrale organisatie werk en inkomen.

  • 3 Een tot de Arbeidsvoorzieningsorganisatie gericht verzoek om een besluit te nemen geldt als te zijn gericht tot de Centrale organisatie werk en inkomen.

Artikel 30. Partijvervanging en beroepstermijn

  • 1 In civielrechtelijke en bestuursrechtelijke gedingen waarin de Arbeidsvoorzieningsorganisatie partij is treedt de Centrale organisatie werk en inkomen in haar plaats, zonder dat daarvoor een betekening nodig is en met overneming van procureurstelling onderscheidenlijk aanwijzing van een gemachtigde.

  • 2 Beroep waarvoor de termijn is aangevangen vóór de inwerkingtreding van deze wet staat voor de Centrale organisatie werk en inkomen open gedurende het resterende gedeelte van de beroepstermijn.

Artikel 31. Overgang van bestuursrechtelijke procedures

De bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven aanhangige zaken betreffende besluiten van de Arbeidsvoorzieningsorganisatie op grond van de Arbeidsvoorzieningswet 1996, de Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen en de Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs gaan van rechtswege, in de stand waarin zij zich bevinden, over naar de rechtbank die bij toepassing van artikel 8:7 van de Algemene wet bestuursrecht bevoegd zou zijn geweest het beroep te behandelen.

Artikel 32. Overgang bezwaarschriften en bezwaartermijn

  • 1 Bij de Arbeidsvoorzieningsorganisatie aanhangige bezwaarschriften gaan, in de stand waarin zij zich bevinden, over naar de Centrale organisatie werk en inkomen.

  • 2 Bezwaar waarvoor de termijn is aangevangen vóór de inwerkingtreding van deze wet staat voor de Centrale organisatie werk en inkomen open gedurende het resterende gedeelte van de bezwaartermijn.

Artikel 33. Ontslag functionarissen

Aan de voorzitter, de plaatsvervangend voorzitters, de leden en de plaatsvervangende leden van het Centraal Bestuur voor de Arbeidsvoorziening en van de Regionale Besturen voor de Arbeidsvoorziening, die op de dag voorafgaande aan de datum van inwerkingtreding van deze wet die functies bekleden wordt met ingang van die datum ontslag verleend.

Artikel 34. Overgang personeel

De rechten en verplichtingen van de Arbeidsvoorzieningsorganisatie die voortvloeien uit de arbeidsovereenkomsten met haar werknemers, daaronder begrepen die welke voortvloeien uit een toezegging omtrent pensioen als bedoeld in artikel 1 van de Pensioen- en spaarfondsenwet, gaan over op de Centrale organisatie werk en inkomen.

Artikel 35. Regelingen op grond van de artikelen 75 en 77 van de Arbeidsvoorzieningswet 1996

Artikel 36. Registratie als werkzoekende

De registratie als werkzoekende op grond van de Arbeidsvoorzieningswet 1996 wordt met ingang van de datum van inwerkingtreding van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen aangemerkt als registratie als werkzoekende op grond van die wet.

Artikel 37. Goedkeuring deelnemingen en geldleningen

Verzoeken om goedkeuring als bedoeld in artikel 10, onderscheidenlijk artikel 66 van de Arbeidsvoorzieningswet 1996, waaromtrent door Onze Minister nog niet is beslist, worden aangemerkt als verzoeken om goedkeuring op grond van artikel 6, onderdeel a, onderscheidenlijk onderdeel d, van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen. Ten aanzien van zodanige verzoeken wordt alsnog artikel 3, zesde lid, van die wet toegepast. In dat geval vangt de termijn van dertien weken, bedoeld in artikel 10:31 van de Algemene wet bestuursrecht, aan na de laatst bedoelde verzending ter goedkeuring.

Artikel 38. Overgangsbepalingen overgang verantwoordelijkheid arbeidsgehandicapten

  • 2 Een tot de Arbeidsvoorzieningsorganisatie gericht verzoek om een besluit te nemen als bedoeld in het eerste lid geldt als te zijn gericht tot de gemeente, bedoeld in het eerste lid.

  • 3 In afwijking van artikel 32 gaat de behandeling van bezwaarschriften met betrekking tot de besluiten, bedoeld in het eerste lid, over naar de daar bedoelde gemeente en staat bij die gemeente bezwaar open tegen die besluiten, gedurende het resterende gedeelte van de bezwaartermijn die voor de inwerkingtreding van deze wet is aangevangen.

  • 4 In afwijking van artikel 29 treedt de gemeente, bedoeld in het eerste lid, in de plaats van de Arbeidsvoorzieningsorganisatie in civielrechtelijke en bestuursrechtelijke gedingen waarin de Arbeidsvoorzieningsorganisatie partij is en die verband houden met de uitvoering van de artikelen van de Arbeidsvoorzieningswet 1996, bedoeld in het eerste lid, zonder dat daarvoor een betekening nodig is en met overneming van procureurstelling onderscheidenlijk aanwijzing van een gemachtigde.

  • 5 Beroep waarvoor de termijn is aangevangen vóór de inwerkingtreding van deze wet staat voor de in het eerste lid bedoelde gemeente open gedurende het resterende gedeelte van de beroepstermijn.

  • 6 Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld omtrent de overgang van werknemers van de Arbeidsvoorzieningsorganisatie naar gemeenten, in afwijking van artikel 34, in verband met de overgang van verantwoordelijkheden, bedoeld in dit artikel.

Artikel 39. Bijzondere overgangsbepalingen in verband met verzelfstandiging van onderdelen van de Arbeidsvoorzieningsorganisatie

  • 1 Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kan worden bepaald, dat in afwijking van artikel 28, vermogensbestanddelen van de Arbeidsvoorzieningsorganisatie die worden toegerekend aan de uitvoering van in die maatregel genoemde taken of het verrichten van bepaalde diensten overgaan op bij die maatregel aan te wijzen rechtspersonen dan wel op de Staat.

  • 3 Bij of krachtens de maatregel, bedoeld in het eerste lid, kunnen regels worden gesteld voor de overgang van personeel, de gegevensoverdracht en de waardering van de vermogensbestanddelen.

Artikel 40. Ontslagbescherming werknemers van de Centrale organisatie werk en inkomen

  • 1 De arbeidsovereenkomsten van personeelsleden die in dienst zijn van de Centrale organisatie werk en inkomen kunnen door die organisatie niet worden opgezegd zonder voorafgaande toestemming van de ontslagcommissie, bedoeld in artikel 41.

  • 2 Het eerste lid is niet van toepassing indien de opzegging geschiedt om een dringende aan de werknemer onverwijld meegedeelde reden dan wel indien de opzegging geschiedt met wederzijds goedvinden.

  • 4 Een rechtsvordering in verband met de vernietiging verjaart door verloop van zes maanden na de dag waartegen is opgezegd.

  • 5 De Centrale organisatie werk en inkomen kan niet opzeggen gedurende de tijd dat de werknemer ongeschikt is tot het verrichten van zijn arbeid wegens ziekte, tenzij de ongeschiktheid een aanvang heeft genomen nadat het voornemen van die organisatie tot opzegging van de arbeidsovereenkomst ter toetsing aan de ontslagcommissie, bedoeld in artikel 41, is voorgelegd en door die commissie is ontvangen. Van de eerste volzin kan slechts worden afgeweken bij collectieve arbeidsovereenkomst of bij regeling door of namens een daartoe bevoegd bestuursorgaan.

  • 6 Indien de toestemming, bedoeld in het eerste lid, is verleend, wordt de door de Centrale organisatie werk en inkomen in acht te nemen termijn van opzegging, verkort met een maand, met dien verstande dat de resterende termijn van opzegging ten minste één maand bedraagt. Van de eerste volzin kan slechts worden afgeweken bij collectieve arbeidsovereenkomst of bij regeling door of namens een daartoe bevoegd bestuursorgaan.

Artikel 41. Ontslagcommissie

  • 1 Er is een ontslagcommissie, die tot taak heeft voornemens van de Centrale organisatie werk en inkomen tot opzegging van de arbeidsovereenkomsten, bedoeld in artikel 40 te toetsen, alvorens toestemming voor de voorgenomen opzegging te verlenen.

  • 3 De ontslagcommissie bestaat uit drie leden, die door Onze Minister worden benoemd. Eén lid wordt benoemd op voordracht van de Centrale organisatie werk en inkomen, één lid op voordracht van de organisaties die representatief zijn voor de bij de Centrale organisatie werk en inkomen werkzame werknemers en één lid, tevens voorzitter, op gezamenlijke voordracht van de Centrale organisatie werk en inkomen en genoemde organisaties.

  • 4 Onze Minister benoemt voor ieder van de leden een plaatsvervanger. De tweede volzin van het derde lid is daarbij van overeenkomstige toepassing.

  • 5 De benoeming van de leden en plaatsvervangende leden geschiedt voor de tijd van ten hoogste vier jaren. De aftredende leden en plaatsvervangende leden zijn terstond herbenoembaar.

  • 6 Aan een lid of plaatsvervangend lid wordt door Onze Minister tussentijds ontslag verleend:

    • a. bij verlies van de hoedanigheid of beëindiging van de functie in verband waarmee de benoeming heeft plaatsgevonden;

    • b. op eigen verzoek.

  • 7 De ontslagcommissie regelt, met inachtneming van de regels bedoeld in het tweede lid, zelf haar werkwijze.

  • 8 De Centrale organisatie werk en inkomen regelt de aanwezigheidsvergoeding van de voorzitter alsmede de vergoeding voor reis- en verblijfkosten van de leden en plaatsvervangende leden. Het voorziet tevens in het secretariaat van de ontslagcommissie.

Artikel 42. Overgang ontslagbescherming

  • 1 De commissie die is ingesteld op grond van artikel 43 van de Arbeidsvoorzieningswet 1996 wordt gehandhaafd en geldt met ingang van de datum van inwerkingtreding van de artikelen 40 en 41 als commissie, bedoeld in artikel 41, en behandelt de voor die datum bij eerstgenoemde commissie ingediende verzoeken om toestemming van een voorgenomen opzegging van een arbeidsovereenkomst.

  • 2 De artikelen 40 en 41 zijn van toepassing totdat in een collectieve arbeidsovereenkomst een regeling betreffende toestemming van een voorgenomen opzegging van een arbeidsovereenkomst van het personeel van de Centrale organisatie werk en inkomen is opgenomen.

  • 3 Indien twee jaar na inwerkingtreding van de artikelen 40 en 41 de in het tweede lid bedoelde collectieve arbeidsovereenkomst niet tot stand is gekomen dan wel in die collectieve arbeidsovereenkomst een dergelijke regeling niet is opgenomen, vervallen genoemde artikelen en wordt aan de zittende leden ontslag verleend.

  • 4 Verzoeken om toestemming van een voorgenomen opzegging van een arbeidsovereenkomst waaromtrent op de dag waarop de artikelen 40 en 41 overeenkomstig het derde lid vervallen door de in die artikelen bedoelde ontslagcommissie nog niet is beslist, worden met inachtneming van het daaromtrent in die artikelen bepaalde afgehandeld, doch uiterlijk binnen zes maanden na die dag.

  • 5 De ontslagcommissie blijft in stand voor zolang dat in verband met de toepassing van het vierde lid noodzakelijk is.

  • 6 Uiterlijk met ingang van de dag, gelegen zes maanden na de datum bedoeld in het derde lid, wordt aan de leden en de plaatsvervangende leden van de ontslagcommissie ontslag verleend.

Hoofdstuk 4. Wijziging van andere wetten

§ 1. Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Artikel 44. Overgangsrecht wijziging Werkloosheidswet

  • B [Red: Vervallen.]

Artikel 45. Voorstel van wet tot wijziging van de Werkloosheidswet en de Wet op de (re)integratie arbeidsgehandicapten in verband met de invoering van een regeling inzake de financiering van kinderopvang voor uitkeringsgerechtigden

[Red: Wijzigt de Werkloosheidswet en de Wet op de (re)integratie arbeidsgehandicapten.]

Artikel 47. Overgangsrecht wijziging Toeslagenwet

  • A Door het Landelijk instituut sociale verzekeringen, op grond van de artikelen 14c, derde lid, en 20b, tweede lid, van de Toeslagenwet zoals deze artikelen luidden op de datum vóór het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet, gestelde regels gelden met ingang van dat tijdstip als ministeriële regelingen op grond van de artikelen 14c, derde lid, en 20b, tweede lid, van de Toeslagenwet.

  • B [Red: Wijzigt de Toeslagenwet.]

Artikel 49. Overgangsrecht wijziging Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering

  • B [Red: Wijzigt de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering.]

Artikel 51. Overgangsrecht wijziging Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen

  • B [Red: Wijzigt de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen.]

Artikel 53. Overgangsrecht wijziging Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten

  • B [Red: Wijzigt de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten.]

Artikel 58. Overgangsrecht wijziging Wet op de (re)integratie arbeidsgehandicapten

De regeling van het Landelijk instituut sociale verzekeringen op grond van artikel 21, zevende lid, van de Wet op de (re)integratie arbeidsgehandicapten, zoals dit artikel luidde op de datum vóór het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet, geldt met ingang van dat tijdstip als regeling van Onze Minister op grond van artikel 21, zevende lid, van de Wet op de (re)integratie arbeidsgehandicapten.

Artikel 62. Overgangsrecht wijziging Ziektewet

  • A Door het Landelijk instituut sociale verzekeringen, op grond van de artikelen 33b, tweede lid, en 45c, derde lid, van de Ziektewet, zoals deze artikelen luidden op de datum vóór het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet, gestelde regels, gelden met ingang van dat tijdstip als ministeriële regelingen op grond van artikel 33b en 45c, derde lid, van de Ziektewet.

  • B [Red: Wijzigt de Ziektewet.]

Artikel 66. Overgangsrecht wijziging Algemene Kinderbijslagwet

  • A Door de Sociale verzekeringsbank, op grond van de artikelen 17c, derde lid, en 24b, tweede lid, van de Algemene Kinderbijslagwet, zoals deze artikelen luidden op de datum vóór het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet, gestelde regels gelden met ingang van dat tijdstip als ministeriële regelingen op grond van de artikelen 17c, derde lid, en 24b van de Algemene Kinderbijslagwet.

  • B [Red: Wijzigt de Algemene Kinderbijslagwet.]

Artikel 68. Overgangsrecht wijziging Algemene nabestaandenwet

  • A Door de Sociale verzekeringsbank, op grond van de artikelen 41, derde lid, en 55, tweede lid, van de Algemene nabestaandenwet, zoals deze artikelen luidden op de datum vóór het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet, gestelde regels gelden met ingang van dat tijdstip als ministeriële regelingen op grond van de artikelen 41, derde lid, en 55 van de Algemene nabestaandenwet.

  • B [Red: Wijzigt de Algemene nabestaandenwet.]

Artikel 70. Overgangsrecht wijziging Algemene Ouderdomswet

  • A Door de Sociale verzekeringsbank, op grond van de artikelen 17e, derde lid, en 24b, tweede lid, van de Algemene Ouderdomswet, zoals deze artikelen luidden op de datum vóór het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet, gestelde regels gelden met ingang van dat tijdstip als ministeriële regelingen op grond van de artikelen 17e, derde lid, en 24b van de Algemene Ouderdomswet.

  • B [Red: Wijzigt de Algemene Ouderdomswet.]

Artikel 90. Wet financiering loopbaanonderbreking

[Red: Wijzigt de Wet financiering loopbaanonderbreking.]

§ 2. Justitie

§ 3. Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

§ 4. Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen

Artikel 111. Wet tegemoetkoming studiekosten

[Red: Wijzigt de Wet tegemoetkoming studiekosten.]

Artikel 115. Voorstel van wet tot wijziging van enkele onderwijswetten in verband met de invoering van persoonsgebonden nummers in het onderwijs

[Red: Wijzigt de Wet verzelfstandiging Informatiseringsbank.]

Hoofdstuk 5. Overige en slotbepalingen

Artikel 126. Wijziging in verband met het voorstel van Wet verbetering poortwachter

[Red: Wijzigt de Ziektewet, de Wet op de arbeidsongeschikheidsverzekering, de Wet op de (re)integratie arbeidsgehandicapten, de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen, de Wet op de arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten, Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, de Wet terugdringing ziekteverzuim en de Wet verbetering poortwachter.]

Artikel 127. Regelgevende bevoegdheden ten behoeve van de invoering

  • 2 Onze Minister is bevoegd, voorzover dat in verband met de datum van inwerkingtreding van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen noodzakelijk is, regels te stellen met betrekking tot de bevoegdheid van de Raad voor werk en inkomen, de Centrale organisatie werk en inkomen, het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen en de Sociale verzekeringsbank tot het aangaan van verplichtingen en het doen van uitgaven en de daaraan ten grondslag te leggen budgetten, begrotingen en jaarplannen.

  • 4 Bij ministeriële regeling kan worden bepaald dat kosten in verband met de intrekking van de Arbeidsvoorzieningswet 1996 ten laste van het Rijk worden vergoed.

Artikel 128. Regels voor overgang verantwoordelijkheid reïntegratie

  • 1 Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld in verband met een goede overgang van taken van het Landelijk instituut sociale verzekeringen, de Arbeidsvoorzieningsorganisatie en de Sociale verzekeringsbank naar werkgevers en gemeenten ter bevordering van de inschakeling in de arbeid van uitkeringsgerechtigden en arbeidsgehandicapten, waarin in ieder geval bepaald wordt, dat en op welke wijze de daarmee samenhangende activiteiten en het verstrekken van instrumenten, waarmee voor de datum van inwerkingtreding van deze wet een aanvang is gemaakt, worden voortgezet door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen en gemeenten, zo nodig in afwijking van de Wet op de (re)integratie arbeidsgehandicapten, de Wet inschakeling werkzoekenden en de Werkloosheidswet.

  • 3 In de ministeriële regeling, bedoeld in het eerst lid, kan bepaald worden, dat kosten in verband met de uitvoering van het eerste lid ten laste komen van het Reïntegratiefonds.

Artikel 129. Benadelingshandelingen

Een rechtshandeling die door een uitvoeringsinstelling, een houdstermaatschappij als bedoeld in § 4 van het Besluit voorwaarden erkenning uitvoeringsinstelling, een stichting die de aandelen hield in zulk een houdstermaatschappij, of een stichting als bedoeld in § 3 van dat besluit, zoals dat besluit luidde tot 1 november 2000, is verricht na 23 november 1999 en voor de datum van inwerkingtreding van deze wet, en waarvan deze wist of redelijkerwijze behoorde te weten dat daaruit voor een uitvoeringsinstelling, een fonds als bedoeld in artikel 1, onderdeel l, van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen, de stichting, bedoeld in artikel 5, eerste lid, van het Besluit voorwaarden erkenning uitvoeringsinstelling, het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen of de Staat schade voortvloeit, is vernietigbaar. De rechter kan de gevolgen van een vernietiging beperken voorzover dat nodig is ter bescherming van rechten van derden te goeder trouw.

Artikel 131. Intrekking wetten

De volgende wetten worden ingetrokken:

  • a. Invaliditeitswet;

  • b. Liquidatiewet Ouderdomswet 1919;

  • c. Liquidatiewet invaliditeitswetten;

  • d. Wet uitkering 1987 aan echte minima;

  • e. Wet uitkering-ineens personen met werkloosheidsuitkering;

  • f. Wet eenmalige toelage 1990.

Artikel 132. Inwerkingtreding

  • 1 De artikelen van deze wet treden in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

Artikel 133. Citeertitel

Deze wet wordt aangehaald als: Invoeringswet Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te 's-Gravenhage, 29 november 2001

Beatrix

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

W. A. F. G. Vermeend

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

J. F. Hoogervorst

Uitgegeven de achttiende december 2001

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals

Inhoudsopgave

HOOFDSTUK 1. DEFINITIES

1

   

Artikel 1. Algemene begrippen

1

   

HOOFDSTUK 2. OVERGANGSRECHT ORGANISATIEWET SOCIALE VERZEKERINGEN 1997

2

   

Artikel 2. Intrekking wetten

2

Artikel 3. Handhaving Sociale Verzekeringsbank

2

Artikel 4. Overgang vermogensbestanddelen van Lisv naar UWV

2

Artikel 5. Overgang vermogensbestanddelen van uitvoeringsinstellingen naar UWV

3

Artikel 6. Overgang vermogensbestanddelen van stichting VUWV naar UWV

3

Artikel 7. Overgang vermogensbestanddelen van Ctsv naar Staat (SZW)

4

Artikel 8. Overdrachtsbelasting inschrijving openbare registers

4

Artikel 9. Overgang publiekrechtelijke rechten en verplichtingen van Lisv en uvi's naar UWV

4

Artikel 10. Overgang publiekrechtelijke rechten en verplichtingen van Ctsv naar Minister van SZW

4

Artikel 11. Partijvervanging van Lisv en beroepstermijn

4

Artikel 12. Partijvervanging van uvi's en beroepstermijn

5

Artikel 13. Partijvervanging van Ctsv in civielrechtelijke gedingen

5

Artikel 14. Partijvervanging Ctsv in bestuursrechtelijke gedingen en beroepstermijn

5

Artikel 15. Beëindiging gedingen

5

Artikel 16. Beëindiging bezwaarschriftenprocedures

5

Artikel 17. Overgang van bezwaarschriftenprocedures van Lisv naar UWV

5

Artikel 18. Overgang van bezwaarschriftenprocedures van Ctsv naar Minister van SZW

6

Artikel 19. Ontslag bestuursleden

6

Artikel 20. Rechtspositionele aanspraken bestuursleden

6

Artikel 21. Overgang personeel Lisv en uvi's

6

Artikel 22. Overgang personeel Ctsv

6

Artikel 23. Opheffing commissies

6

Artikel 24. Overgang lagere regelgeving

7

Artikel 25. Overgang regelgevende bevoegdheden

7

Artikel 26. Overgang toestemmingen, verplichtingen en opdrachten in verband met andere taken

7

   

HOOFDSTUK 3. OVERGANGSRECHT ARBEIDSVOORZIENINGSWET 1996

8

   

Artikel 27. Intrekking wetten

8

Artikel 28. Overgang vermogen

8

Artikel 29. Overgang publiekrechtelijke rechten en verplichtingen, besluiten en aanvragen

8

Artikel 30. Partijvervanging en beroepstermijn

8

Artikel 31. Overgang van bestuursrechtelijke procedures

8

Artikel 32. Overgang bezwaarschriften en bezwaartermijn

9

Artikel 33. Ontslag functionarissen

9

Artikel 34. Overgang personeel

9

Artikel 35. Regelingen op grond van de artikelen 75 en 77 van de Arbeidsvoorzieningswet 1996

9

Artikel 36. Registratie als werkzoekende

9

Artikel 37. Goedkeuring deelnemingen en geldleningen

9

Artikel 38. Overgangsbepalingen overgang verantwoordelijkheid arbeidsgehandicapten

10

Artikel 39. Bijzondere overgangsbepalingen in verband met de Wet verzelfstandiging reïntegratiediensten Arbeidsvoorzieningsorganisatie

10

Artikel 40. Ontslagbescherming werknemers van de Centrale organisatie werk en inkomen

10

Artikel 41. Ontslagcommissie

11

Artikel 42. Overgang ontslagbescherming

12

   

HOOFDSTUK 4. WIJZIGING VAN ANDERE WETTEN

12

   

§ 1. Sociale Zaken en Werkgelegenheid

12

   

Artikel 43. Werkloosheidswet

12

Artikel 44. Overgangsrecht wijziging Werkloosheidswet

26

Artikel 45. Voorstel van wet tot wijziging van de Werkloosheidswet en de Wet op de (re)integratie arbeidsgehandicapten in verband met de invoering van een regeling inzake de financiering van kinderopvang voor uitkeringsgerechtigden

26

Artikel 46. Toeslagenwet

26

Artikel 47. Overgangsrecht wijziging Toeslagenwet

29

Artikel 48. Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering

29

Artikel 49. Overgangsrecht wijziging Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering

33

Artikel 50. Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen

33

Artikel 51. Overgangsrecht wijziging Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen

35

Artikel 52. Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten

36

Artikel 53. Overgangsrecht wijziging Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten

37

Artikel 54. Tijdelijke wet beperking inkomensgevolgen arbeidsongeschiktheidscriteria

37

Artikel 55. Wet terugdringing beroep op de arbeidsongeschiktheidsregelingen

38

Artikel 56. Invoeringswet nieuwe en gewijzigde arbeidsongeschiktheidsregelingen

38

Artikel 57. Wet op de (re)integratie arbeidsgehandicapten

38

Artikel 58. Overgangsrecht wijziging Wet op de (re)integratie arbeidsgehandicapten

48

Artikel 59. Wet overgangsregeling arbeidsongeschiktheidsverzekering

48

Artikel 60. Wet aanpassing daglonen Wet overgangsregeling arbeidsongeschiktheidsverzekeringen

48

Artikel 61. Ziektewet

49

Artikel 62. Overgangsrecht wijziging Ziektewet

52

Artikel 63. Wet overgangsregeling Ziektewet

52

Artikel 64. Invoeringswet stelselherziening sociale zekerheid

52

Artikel 65. Algemene Kinderbijslagwet

53

Artikel 66. Overgangsrecht wijziging Algemene Kinderbijslagwet

54

Artikel 67. Algemene nabestaandenwet

54

Artikel 68. Overgangsrecht wijziging Algemene nabestaandenwet

56

Artikel 69. Algemene Ouderdomswet

56

Artikel 70. Overgangsrecht wijziging Algemene Ouderdomswet

57

Artikel 71. Wet financiering volksverzekeringen

57

Artikel 72. Wet privatisering FVP

58

Artikel 73. Wet premieregime bij marginale arbeid

58

Artikel 74. Coördinatiewet Sociale Verzekering

59

Artikel 75. Wet invoering mutatiesysteem AKW

60

Artikel 76. Algemene bijstandswet

60

Artikel 77. Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers

68

Artikel 78. Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen

75

Artikel 79. Wet financiering Abw, IOAW en IOAZ

82

Artikel 80. Wet sociale werkvoorziening

82

Artikel 81. Wet Inschakeling werkzoekenden

84

Artikel 82. Wet inkomensvoorziening kunstenaars

89

Artikel 83. Wet stimulering arbeidsdeelname minderheden

89

Artikel 84. Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs

90

Artikel 85. Wet arbeid vreemdelingen

91

Artikel 86. Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen 1945

91

Artikel 87. Wet melding collectief ontslag

91

Artikel 88. Wet op de ondernemingsraden

92

Artikel 89. Noodwet Arbeidsvoorziening

92

Artikel 90. Wet financiering loopbaanonderbreking

93

Artikel 91. Wet arbeid en zorg

94

   

§2. Justitie

95

Artikel 92. Algemene wet bestuursrecht

95

Artikel 93. Beroepswet

95

Artikel 94. Burgerlijk Wetboek

95

Artikel 95. Wet Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen

96

Artikel 96. Wet op de rechterlijke organisatie

96

Artikel 97. Wet op de rechtsbijstand

96

   

§ 3. Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

96

Artikel 98. Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers

96

Artikel 99. Ambtenarenwet

96

Artikel 100. Wet privatisering ABP

97

Artikel 101. Wet financiële voorzieningen privatisering ABP

97

Artikel 102. Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens

97

Artikel 103. Wet inburgering nieuwkomers

97

Artikel 104. Wet overheidspersoneel onder de werknemersverzekeringen

98

Artikel 105. Wet Incompatibiliteiten Staten-Generaal en Europees Parlement

99

Artikel 106. Samenloopregeling Indonesische pensioenen 1960

100

Artikel 107. Remigratiewet

100

Artikel 108. Wet aanpassing pensioenvoorzieningen Bijstandkorps

100

   

§ 4. Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen

101

Artikel 109. Wet op de expertisecentra

101

Artikel 110. Wet op de studiefinanciering

101

Artikel 111. Wet tegemoetkoming studiekosten

101

Artikel 112. Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek

101

Artikel 113. Wet op het primair onderwijs

101

Artikel 114. Wet op het voortgezet onderwijs

101

Artikel 115. Voorstel van wet tot wijziging van enkele onderwijswetten in verband met de invoering van persoonsgebonden nummers in het onderwijs

101

   

§ 5. Financiën

102

Artikel 116. Wet toezicht verzekeringsbedrijf 1993

102

Artikel 117. Intrekkingswet Beleggingswet

102

Artikel 118. Wet medefinanciering oververtegenwoordiging oudere ziekenfondsverzekerden

102

Artikel 119. Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen

102

   

§ 6. Defensie

103

Artikel 120. Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening militairen

103

   

§ 7. Verkeer en Waterstaat

103

Artikel 121. Vaarplichtwet

103

Artikel 122. Wet privatisering Spoorwegpensioenfonds

103

   

§ 8. Economische Zaken

103

Artikel 123. Handelsregisterwet

103

   

§9. Volksgezondheid, Welzijn en Sport

104

Artikel 124. Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten

104

Artikel 125. Ziekenfondswet

104

   

HOOFDSTUK 5. OVERIGE EN SLOTBEPALINGEN

105

   

Artikel 126. Wijziging in verband met het voorstel van Wet verbetering poortwachter

105

Artikel 127. Regelgevende bevoegdheden ten behoeve van de invoering

105

Artikel 128. Regels voor overgang verantwoordelijkheid reïntegratie

106

Artikel 129. Benadelingshandelingen

106

Artikel 130. Vervallen

106

Artikel 131. Intrekking wetten

106

Artikel 132. Inwerkingtreding

107

Artikel 133. Citeertitel

107