Beleidsvoornemen Speciale Beurzenprogramma

[Regeling vervallen per 01-01-2006.]
Geraadpleegd op 20-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 10-03-2005.
Geldend van 13-12-2001 t/m 31-12-2005

Beleidsvoornemen Speciale Beurzenprogramma

De Minister voor Ontwikkelingssamenwerking

Gelet op de artikelen 1.1.6, 1.1.7, derde lid, 1.1.10., 2.4.6, 2.4.11 en 2.4.12 van de Subsidieregeling Ministerie van Buitenlandse Zaken

Besluit:

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

Voor subsidieverlening op grond van de artikelen 2.4.6, 2.4.11, onder c, en 2.4.12, onder b en c van de Subsidieregeling Ministerie van Buitenlandse Zaken voor de uitvoering van het Speciale Beurzenprogramma geldt voor de periode 1 januari 2002 tot en met 31 december 2002 een subsidieplafond, exclusief apparaatskosten vergoeding, van € 2.923.706 (NLG 6.443.000).

Bij de subsidieverlening neemt de Minister voor Ontwikkelingssamenwerking het volgende beleidskader in acht.

Algemeen

De Nederlandse overheid acht het van belang dat mensen uit ontwikkelingslanden financieel in de gelegenheid worden gesteld om opleidingen in Nederland te volgen. Daartoe is binnen het raam van het Nederlands Fellowships Programma (NFP) het Speciale Beurzenprogramma (SBP) ontwikkeld.

De Minister voor Ontwikkelingssamenwerking geeft hieraan uitvoering door het verlenen van subsidie aan een intermediaire, particuliere organisatie die de middelen overeenkomstig de bepalingen van de subsidiebeschikking vervolgens ter beschikking stelt aan de “eindgebruikers”. De intermediaire organisatie treedt daarbij op als particuliere organisatie, niet als bestuursorgaan: zij beschikt bij het uitvoeren van haar gesubsidieerde activiteiten - het beurzenprogramma - over voldoende vrijheid van handelen om de schijn dat zij als “bestuursorgaan” in de zin van de Algemene wet bestuursrecht optreedt te vermijden. Het laatste woord hierover is uiteraard aan de bestuursrechter.

Het SBP

De activiteiten die in het kader van SBP voor subsidie in aanmerking komen omvatten het verstrekken van beurzen aan mensen uit ontwikkelingslanden voor het volgen van speciale `tailor-made' trainingen teneinde de ontvangers in staat te stellen kennis en ervaring op te doen, met het doel een bijdrage te leveren aan de opbouw van kennis en capaciteit in ontwikkelingslanden. Het gaat hier bij voorkeur om groepstrainingen t.b.v. organisaties in ontwikkelingslanden waarbij gebruik wordt gemaakt van in Nederland aanwezige trainingscapaciteit.

Het SBP is beperkt tot probleem- en toepassingsgerichte trainingen die van belang zijn voor ontwikkelingslanden. De duur van de trainingen zal als regel niet langer dan twaalf maanden bedragen.

Het SBP is bestemd voor midden en hoger kader van overheidsdiensten, onderwijsinstellingen, particuliere ontwikkelingsorganisaties, midden- en kleinbedrijven. De ontvangers van de door de intermediaire organisatie te verstrekken beurzen dienen afkomstig te zijn uit een van de landen, genoemd in de als bijlage bij dit besluit gevoegde lijst. In de subsidiebeschikking zal de minister voor de intermediaire organisatie het voorschrift opnemen zich te houden aan de 'Rules and regulations of the Netherlands Fellowships Programme'.

De subsidieontvanger

De subsidieontvanger zal als intermediaire organisatie de subsidiemiddelen besteden overeenkomstig het hiervoor bepaalde en met inachtneming van hetgeen in de subsidiebeschikking zal worden neergelegd. De vergoeding voor de beheerskosten zal ten hoogste 7,5% van de toegekende middelen bedragen.

Uit oogpunt van doelmatigheid zal slechts één intermediaire organisatie voor subsidie in aanmerking kunnen komen.

Indiening en beoordeling aanvragen

Aanvragen dienen uiterlijk een week na inwerkingtreding van dit besluit te worden ingediend bij de Afdeling Onderwijs en Ontwikkeling (DCO/OO) van het Ministerie van Buitenlandse Zaken, Postbus 20061, 2500 EB 's-Gravenhage. De beoordeling van de aanvragen zal - onverminderd de overige criteria die in de Subsidieregeling Ministerie van Buitenlandse Zaken zijn neergelegd - plaatsvinden aan de hand van de vraag of en zo ja de mate waarin de aanvrager aantoonbaar in staat is om zorg te dragen voor een doelgerichte en doelmatige besteding van de subsidie en daartoe over voldoende ervaringsdeskundigheid beschikt op zowel inhoudelijk als op financieel en beheersmatig terrein. Ervaringsdeskundigheid houdt o.a. in dat de aanvrager dient te beschikken over langdurige ervaring en grote deskundigheid met betrekking tot onderwijs t.b.v. personen uit ontwikkelingslanden en ruime ervaring heeft met het opvangen en het omgaan met personen uit ontwikkelingslanden.

Nadere inlichtingen over het programma kunnen worden ingewonnen bij:

drs. J.C. de Nie (tel. 070-348 55 89) van de Afdeling Onderwijs en Ontwikkeling (DCO/OO) van het Ministerie van Buitenlandse Zaken.

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het geplaatst wordt.

Dit besluit zal met de bijlage in de Staatscourant worden geplaatst.

De

Minister

voor Ontwikkelingssamenwerking
namens deze,
De

Directeur-Generaal Internationale Samenwerking

R. Keller

Annex: Landenlijst Speciale Beurzenprogramma

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

Afghanistan1

Guinee

Palestijnse Gebieden

Albanië

Guinee-Bissau

Panama

Algerije

Guyana

Papoea Nieuw Guinea

Angola

Haïti

Paraguay

Antigua & Barbuda

Honduras

Peru

Argentinië

India

Rwanda

Armenië

Indonesië

Saint. Kitts & Nevis

Azerbaijan

Irak2

Saint. Lucia

Bangladesh

Iran

Saint. Vincent & Grenadinen

Belize

Ivoorkust

Salomonseilanden

Benin

Jamaica

Samoa

Bhutan

Jemen

Sao Tomé & Principe

Bolivia

Jordanië

Senegal

Bosnië-Herzegovina

Kaapverdië

Seychellen

Botswana

Kameroen

Sierra Leone

Brazilië

Kazachstan

Somalië

Burkina Faso

Kenia

Sri Lanka

Burundi

Kiribati

Sudan

Cambodja

Kyrgyzstan

Suriname3

Centraalafrikaanse Repupbliek

Laos

Swaziland

Chili

Lesotho

Syrië

China4

Libanon

Tadzjikistan

Colombia

Liberia

Tanzania

Comoren, de

Macedonië

Thailand

Congo

Madagaskar

Togo

Congo DRC

Malawi

Tonga

Costa Rica

Maldiven

Trinidad & Tobago

Cuba

Maleisië

Tsjaad

Djibouti

Mali

Tunesië

Dominica

Marokko

Turkije

Dominicaanse Republiek

Mauretanië

Turkmenistan

Ecuador

Mauritius

Tuvalu

Egypte

Mexico

Uganda

El Salvador

Moldavië

Uruguay

Equatoriaal Guinee

Mongolië

Vanuatu

Eritrea

Mozambique

Venezuela

Ethiopië

Myanmar (Birma)1

Vietnam

Fiji

Namibië

Zambia

Filipijnen

Nepal

Zimbabwe

Gabon

Nicaragua

Zuid-Afrika

Gambia

Niger

 

Georgië

Nigeria

 

Ghana

Noord-Korea1

 

Grenada

Oezbekistan

 

Guatemala

Pakistan

 
  1. Alleen kandidaten voorgedragen door bepaalde NGO's. ^ [1]
  2. Alleen personen die zich actief inzetten voor de mensenrechten en democratisering, waaronder kandidaten voorgedragen door bepaalde NGO's. ^ [2]
  3. Beursverlening Suriname geschiedt lastens verdragsmiddelen, behalve voor kandidaten voorgedragen door bepaalde NGO's. ^ [3]
  4. Uitgezonderd personen afkomstig uit Hongkong en Macao. ^ [4]