Wet van 13 december 2001 tot uitvoering van de verordening (EG) Nr. 1348/2000 van
de Raad van de Europese Unie van 29 mei 2000 inzake de betekening en de kennisgeving
in de lidstaten van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken in burgerlijke of
in handelszaken (PbEG L 160/37) (Uitvoeringswet EG-betekeningsverordening)
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het noodzakelijk is voorzieningen te treffen
ter uitvoering van de verordening (EG) Nr. 1348/2000 van de Raad van de Europese Unie van 29 mei 2000 inzake de betekening en de kennisgeving
in de lidstaten van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken in burgerlijke of
in handelszaken (PbEG L 160/37);
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal,
hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: