Besluit van 17 december 2001 tot aanpassing van enige uitvoeringsbesluiten mede in
het kader van het Belastingplan 2002
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Financiën van 15 november 2001, nr. WDB
2001/659M, Directoraat-Generaal voor Fiscale Zaken, Directie Wetgeving Directe Belastingen;
Gelet op de artikelen 6.16 en 6.25 van de Wet inkomstenbelasting 2001, de artikelen 15, 15a en 35c van de Wet op de loonbelasting 1964, de artikelen 5, 6, 9 en 29 van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969, artikel 38, eerste lid, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, artikel 28 van de Invorderingswet 1990 en hoofdstuk 2, artikel IV, onderdeel B, van de Invoeringswet Wet inkomstenbelasting
2001;
De Raad van State gehoord (advies van 30 november 2001, nr. W06.01.0605/IV);
Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Financiën van 14 december 2001;
nr. WDB2001/724U, Directoraat-Generaal voor Fiscale Zaken, Directie Wetgeving Directe
Belastingen;
Hebben goedgevonden en verstaan: