Stcrt. 2004, 130, datum inwerkingtreding 14-07-2004, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2004.
1 De bijdrage wordt vermeerderd met 6% van het deel van de bijdrage dat door de concessieverlener
voor het jaar waarop de bijdrage betrekking heeft, is toegekend aan een concessiehouder
indien voldaan is aan de in het vierde lid opgenomen vereisten.
2 De bijdrage wordt vermeerderd met 6% van het deel van de bijdrage dat door de concessieverlener
in het jaar waarop de bijdrage betrekking heeft, is besteed aan een persoon waarmee
de concessieverlener een overeenkomst heeft gesloten voor het verrichten van personenvervoer
per auto als bedoeld in artikel 6, eerste lid, van het besluit, indien voldaan is
aan de in het vijfde lid opgenomen vereisten.
3 De bijdrage wordt vermeerderd met 6% van het deel van de bijdrage dat door de concessieverlener
in het jaar waarop de bijdrage betrekking heeft, is besteed aan een persoon waarmee
de concessieverlener een overeenkomst heeft gesloten voor het verrichten van personenvervoer
per passagiersschip als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van het besluit, indien
voldaan is aan de in het vijfde lid opgenomen vereisten.
4 De vereisten, bedoeld in het eerste lid zijn dat:
-
a. de inspecteur van de rijksbelastingdienst, die bevoegd is voor de heffing van de omzetbelasting
ten aanzien van de concessiehouder, heeft besloten dat over de op basis van de concessie
te ontvangen subsidie, omzetbelasting verschuldigd is; en
-
b. de inspecteur, bedoeld in artikel 1, onderdeel h, van de Wet op het BTW-compensatiefonds,
heeft besloten dat de concessieverlener voor de omzetbelasting, in onderdeel a, geen
recht heeft op een bijdrage uit het BTW-compensatiefonds.
5 De vereisten, bedoeld in het tweede en derde lid zijn dat:
-
a. de inspecteur van de rijksbelastingdienst, die bevoegd is voor de heffing van de omzetbelasting
ten aanzien van de persoon, bedoeld in het tweede lid en derde lid, heeft besloten
dat over het op basis van de overeenkomst met de concessieverlener te ontvangen bedrag
omzetbelasting is verschuldigd; en
-
b. de inspecteur, bedoeld in artikel 1, onderdeel h, van de Wet op het BTW-compensatiefonds,
heeft besloten dat de concessieverlener voor de omzetbelasting, bedoeld in onderdeel
a, geen recht heeft op een bijdrage uit het BTW-compensatiefonds.
6 De toepassing van artikel 2, tiende lid, van de Wet op het BTW-compensatiefonds, blijft
ten aanzien van het eerste tot en met vijfde lid buiten aanmerking.