[Regeling vervallen per 01-01-2006]
Artikel 2.
[Regeling vervallen per 01-01-2006]
1. Indien een boete wordt opgelegd, is bij de vaststelling van de hoogte van de boete
de volgende categorie-indeling naar eigen vermogen van toepassing, met de daarbij
behorende factor:
Categorie-indeling normgeadresseerden
Categorie I: natuurlijke personen, rechtspersonen en vennootschappen met een eigen vermogen van
minder dan € 136 100; Factor 1;
Categorie II: natuurlijke personen, rechtspersonen en vennootschappen met een eigen vermogen van
ten minste € 136 100 maar minder dan € 272 300; Factor 2;
Categorie III: natuurlijke personen, rechtspersonen en vennootschappen met een eigen vermogen van
ten minste € 272 300 maar minder dan € 453 800; Factor 3;
Categorie IV: natuurlijke personen, rechtspersonen en vennootschappen met een eigen vermogen van
ten minste € 453 800 maar minder dan € 4 538 000; Factor 4;
Categorie V: natuurlijke personen, rechtspersonen en vennootschappen met een eigen vermogen van
ten minste € 4 538 000; Factor 5.
2. De boete wordt vastgesteld door het bedrag, genoemd in artikel 1, te vermenigvuldigen met de factor, behorende bij de categorie naar eigen vermogen,
bedoeld in het eerste lid.
3. Indien de gegevens omtrent het vermogen niet aan de toezichthoudende autoriteit
beschikbaar zijn gesteld, kan zij aan degene aan wie de boete wordt opgelegd verzoeken
deze gegevens binnen een door haar te stellen termijn te verstrekken. Indien de betrokkene
niet binnen de gestelde termijn voldoet aan dit verzoek, is bij de vaststelling van
de hoogte van de boete categorie V van toepassing.