Besluit SUWI

Geraadpleegd op 24-12-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 02-05-2013 en zichtdatum 24-08-2013.
Geldend van 01-03-2013 t/m 30-06-2013

Besluit van 20 december 2001 tot vaststelling van een algemene maatregel van bestuur ter uitvoering van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen, en in verband daarmee van enige andere socialezekerheidswetten (Besluit SUWI)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, gedaan mede namens de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, J. F. Hoogervorst, van 19 oktober 2001, Nr SUWI/SEC/2001/71128;

Gelet op de artikelen 13, vijfde lid, 25, eerste lid, onderdeel d, 28, derde lid, en 73, vijfde lid, van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen, de artikelen 125, derde lid, en 145, eerste lid, van de Algemene bijstandswet, de artikelen 48, derde lid, en 64, eerste lid, van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers, de artikelen 48, derde lid, en 64, eerste lid, van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen, de artikelen 8, zevende lid, 10, vijfde lid, 14, tweede lid, 15, tweede lid, en 33a, vierde lid, van de Wet op de (re)integratie arbeidsgehandicapten, artikel 72, vijfde lid, van de Werkloosheidswet en artikel 8, vijfde lid, van de Wet inschakeling werkzoekenden;

De Raad van State gehoord (advies van 12 december 2001, nr. W12.01.0543/IV);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, J. F. Hoogervorst, van 13 december 2001, nr. SUWI/SEC/2001/366;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Artikel 1.1. Begripsbepalingen

In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

Hoofdstuk 2. Algemene bepalingen over uitvoering en samenwerking

Artikel 2.1. Voorwaarden voor verrichten van andere werkzaamheden door UWV en SVB

  • 1 Onze Minister kan een besluit van het UWV of de SVB om andere werkzaamheden dan de in de Wet SUWI bedoelde taken uit te voeren uitsluitend goedkeuren, indien:

    • a. de goede uitvoering van de in die wet bedoelde taken daardoor niet in gevaar komt;

    • b. de andere werkzaamheden in opdracht en voor rekening en risico van de opdrachtgever worden uitgevoerd;

    • c. de taakuitoefening van de Inspectie Werk en Inkomen met betrekking tot het toezicht op de uitvoering van de wetten door het UWV en de SVB, bedoeld in artikel 37, onderdeel a, van de Wet SUWI voldoende gewaarborgd is;

    • d. de Wet op het financieel toezicht in acht wordt genomen voor zover deze van toepassing is;

    • e. de uitvoering van die andere werkzaamheden gescheiden van de uitvoering van de wettelijke taken plaatsvindt, voor zover de andere werkzaamheid niet noodzaakt tot een gezamenlijke uitvoering.

  • 3 Bij ministeriële regeling worden regels gesteld omtrent de berekening van de prijzen die voor het verrichten van andere werkzaamheden in rekening worden gebracht.

Artikel 2.2. Prestatie-indicatoren

De resultaten van werkzaamheden in verband met de taakuitoefening, bedoeld in artikel 9 van de Wet SUWI, worden beoordeeld aan de hand van:

  • a. voorkoming van uitkeringsinstroom, bij het UWV;

  • b. juiste en tijdige uitkeringsverstrekking, bij het UWV en de SVB;

  • c. bevordering uitstroom in relatie tot bemiddeling en re-integratie, bij het UWV;

  • d. klantgerichtheid, bij het UWV en de SVB;

  • e. efficiency, bij het UWV en de SVB;

  • f. ketenprestaties, bij het UWV en colleges van burgemeester en wethouders.

Artikel 2.3. Dienstverlening in en inrichting van locaties werk en inkomen

[Red: Dit artikel treedt niet meer in werking. Het artikel is ingetrokken door Stb. 2012/283.]

  • 1 Geïntegreerde dienstverlening als bedoeld in artikel 10, eerste lid, van de Wet SUWI houdt in dat het UWV en de colleges van burgemeester en wethouders in de locaties werk en inkomen gezamenlijk:

    • a. diensten verlenen op een gemeenschappelijke en herkenbare locatie, die zich naar derden presenteert onder de naam werkplein;

    • b. een structuur creëren waarin de medewerkers op de locatie werk en inkomen gebruik maken van elkaars expertise en instrumenten;

    • c. gebruik maken van arbeidsmarktinformatie en arbeidsmarktanalyse;

    • d. diensten op maat verlenen aan werkzoekenden op het gebied van werk, die voor zover de arbeidsinschakeling daarmee bevorderd wordt, bestaan uit diagnosestelling, re-integratie en bemiddeling, waarbij de werkzoekende een vaste adviseur heeft die de dienstverlening regisseert;

    • e. afspraken maken over de wijze waarop in de dienstverlening op het gebied van werk wordt aangesloten op de dienstverlening op het gebied van inkomen en, voor zover geen sprake is van gegevensverwerking als bedoeld in artikel 62, tweede lid, van de Wet SUWI, over de wijze waarop de informatieverstrekking over deze dienstverlening via de locatie werk en inkomen en het aanspreekpunt, genoemd in onderdeel d, plaatsvindt;

    • f. zorg dragen voor eenmalige uitvraag van gegevens die door het UWV en de colleges van burgemeester en wethouders verwerkt worden voor de uitvoering van alle taken op het gebied van werk en inkomen, bedoeld in artikel 9 van de Wet SUWI; en

    • g. op maat en vraaggericht diensten verlenen aan werkgevers met betrekking tot vacaturevervulling, waarbij de werkgever een vaste adviseur heeft die de dienstverlening regisseert.

  • 2 Het UWV en de colleges van burgemeester en wethouders werken bij hun taken ter bevordering van re-integratie en participatie van werkzoekenden in de locaties werk en inkomen in ieder geval samen met uitzendbureaus, re-integratiebedrijven, organisaties die betrokken zijn bij de uitvoering van de Wet sociale werkvoorziening, onderwijsinstellingen en zorginstellingen.

  • 3 Het UWV en de colleges van burgemeester en wethouders dragen gezamenlijk zorg voor vormgeving van de cliëntenparticipatie via de locaties werk en inkomen.

Artikel 2.4. Organisatie regionaal arbeidsmarktbeleid

[Red: Dit artikel treedt niet meer in werking. Het artikel is ingetrokken door Stb. 2012/283.]

  • 1 Het UWV wijst in evenwichtig gespreide regio’s locaties werk en inkomen aan, waar vorm wordt gegeven aan regionale samenwerking ten behoeve van arbeidsmarktbeleid.

  • 2 Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente waarin een locatie werk en inkomen als bedoeld in het eerste lid is gevestigd, draagt zorg voor de totstandkoming, organisatie en ondersteuning van een regionaal netwerk van werk, inkomen en scholing, waarin periodiek overleg wordt gevoerd over afstemming van regionale arbeidsmarktvraagstukken en uitvoering van regionale arbeidsmarktprojecten.

  • 3 Aan het regionale netwerk, bedoeld in het tweede lid, wordt in ieder geval deelgenomen door werkgevers of vertegenwoordigers daarvan, organisaties van werknemers, instanties als bedoeld in artikel 2.3, tweede lid, het UWV en alle gemeenten uit de regio. De deelnemers van het regionale netwerk kiezen uit hun midden een voorzitter, die de activiteiten van het netwerk coördineert.

  • 4 Het UWV en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente waarin een locatie werk en inkomen, bedoeld in het eerste lid, is gevestigd, dragen zorg voor:

  • 5 Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld over de aanwijzing en spreiding van de locaties werk en inkomen als bedoeld in het eerste lid.

Artikel 2.5. Rapportage uitvoering geïntegreerde dienstverlening

[Red: Dit artikel treedt niet meer in werking. Het artikel is ingetrokken door Stb. 2012/283.]

  • 1 Het UWV en de colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten die bij een locatie werk en inkomen zijn betrokken, stellen een gezamenlijk jaarplan op, waarin op basis van een gedeelde arbeidsmarktanalyse, wordt vermeld op welke wijze uitwerking wordt gegeven aan artikel 2.3. en in geval van samenwerking in de vorm van een regionale werkplein op welke wijze uitwerking wordt gegeven aan artikel 2.4. Het gezamenlijke jaarplan wordt bekend gemaakt op een daartoe ingerichte website.

  • 2 Het UWV en de colleges van burgemeester en wethouders die bij een locatie werk en inkomen zijn betrokken, stellen een gezamenlijk jaarverslag op, waarin verantwoording wordt afgelegd over de onderwerpen uit het jaarplan. Het gezamenlijke jaarverslag wordt bekend gemaakt op de website, bedoeld in het eerste lid.

  • 3 In gezamenlijke tussentijdse verslagen van het UWV en van vertegenwoordigende organisaties van de gemeenten wordt gerapporteerd over de behaalde resultaten en de vastgestelde tekortkomingen, en wordt vermeld op welke wijze is voldaan aan de invulling van de samenwerking, bedoeld in dit hoofdstuk, en welke verbeteringen in de organisatie van de dienstverlening op de locaties werk en inkomen worden aangebracht.

  • 4 Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld over het gezamenlijke jaarplan, het gezamenlijke jaarverslag en de gezamenlijke tussentijdse verslagen.

Artikel 2.6. Gegevensverwerking geïntegreerde dienstverlening

[Red: Dit artikel treedt niet meer in werking. Het artikel is ingetrokken door Stb. 2012/283.]

  • 1 Ten behoeve van geïntegreerde dienstverlening dragen het UWV en de colleges van burgemeester en wethouders zorg voor de gezamenlijke verwerking van gegevens, bedoeld in artikel 62, derde lid, van de Wet SUWI.

  • 2 Het UWV en de colleges van burgemeester en wethouders dragen gezamenlijk zorg voor de inrichting van een landelijk systeem voor de verwerking van gegevens die betrekking hebben op geïntegreerde dienstverlening aan werkzoekenden op het gebied van werk en aan werkgevers in verband met melding van vacatures, en voor het beschikbaar maken van informatie voor beleidsvorming, statistiek en management over de inzet van re-integratievoorzieningen.

  • 3 Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld over de inrichting van het landelijk systeem en de gegevensset.

Hoofdstuk 3. Regels over registratie van vreemdelingen als werkzoekende

Artikel 3.1. Registratie van vreemdelingen als werkzoekende

  • 2 De registratie eindigt voor een vreemdeling als bedoeld in het eerste lid, onderdeel c, zodra:

    • a. onherroepelijk op de aanvraag, het bezwaar of het beroep is beslist, of

    • b. de uitzetting van de vreemdeling is gelast, tenzij die uitzetting ingevolge de Vreemdelingenwet 2000 of op grond van een rechterlijke beslissing achterwege dient te blijven.

Hoofdstuk 4. Re-integratie.

§ 4.1. Contracteisen voor publieke opdrachtgevers

Artikel 4.1. Inhoud van contracten publieke uitvoerders/re-integratiebedrijven

  • 1 Bij de toepassing van artikel 30a, negende lid, van de Wet SUWI laat het UWV de werkzaamheden verrichten op grond van een schriftelijke overeenkomst waarin in elk geval is geregeld, dat het re-integratiebedrijf verplicht is:

    • a. alle gegevens en inlichtingen omtrent deze werkzaamheden op verzoek aan het UWV te verstrekken, voor zover dit noodzakelijk is voor de uitvoering van de in de aanhef genoemde wetten;

    • b. de persoonlijke levenssfeer van de personen van wie de inschakeling in de arbeid wordt bevorderd, te beschermen overeenkomstig een reglement dat aan die personen en het UWV wordt overgelegd;

    • c. in geval van een geschil tussen de te re-integreren persoon en het re-integratiebedrijf een klachten- en geschillenregeling toe te passen die door het re-integratiebedrijf aan de te re-integreren persoon en de partij met wie de in de aanhef bedoelde overeenkomst is gesloten, is overgelegd;

    • d. toegang tot en inzage in alle gegevens te verlenen die een accountant naar zijn oordeel nodig heeft voor het instellen van een nader onderzoek als bedoeld in artikel 42, vierde lid, van de Wet SUWI;

    • e. op verzoek aan het UWV een schriftelijk oordeel van een accountant of een gelijkwaardige deskundige over de verwerking van informatie en de genomen maatregelen ter beveiliging van informatie door het re-integratiebedrijf over te leggen;

    • f. de gegevens die het re-integratiebedrijf in verband met deze werkzaamheden verkrijgt uitsluitend te verwerken voor zover dat noodzakelijk is voor het verrichten van die werkzaamheden dan wel voor de naleving van verplichtingen als bedoeld in de onderdelen a tot en met e;

    • g. indien dit re-integratiebedrijf deze werkzaamheden laat verrichten door een ander re-integratiebedrijf in een schriftelijke overeenkomst met dat andere re-integratiebedrijf te regelen dat voor dat bedrijf, die persoon of dienst de verplichtingen jegens het UWV, bedoeld in de onderdelen a tot en met f, gelden.

  • 2 Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld omtrent het eerste lid.

§ 4.1a. Taakverdeling eigenrisicodrager en UWV

[Treedt in werking op 01-01-2014]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

§ 4.2. Individuele re-integratieovereenkomst.

Artikel 4.2. Mogelijkheid individuele re-integratieovereenkomst te sluiten door UWV

  • 1 Het UWV kan ten behoeve van een persoon als bedoeld in artikel 30a, eerste lid, onderdelen a en c, van de Wet SUWI, met uitzondering van een uitkeringsgerechtigde op grond van de Werkloosheidswet tenzij sprake is van een werknemer als bedoeld in artikel 20, zesde lid, onderdeel a, van die wet en met uitzondering van een uitkeringsgerechtigde op grond van de Wet inkomensvoorziening oudere werklozen, op diens aanvraag een individuele re-integratieovereenkomst sluiten met een re-integratiebedrijf, overeenkomstig de voorkeur van de aanvrager, ter uitvoering van werkzaamheden die zijn gericht op de inschakeling in het arbeidsproces.

  • 2 Het UWV bepaalt het ten hoogste aan het re-integratiebedrijf verschuldigde bedrag voor de uitvoering van de individuele re-integratieovereenkomst, bedoeld in het eerste lid, en het tijdvak waarvoor de individuele re-integratieovereenkomst, bedoeld in het eerste lid, wordt gesloten.

  • 3 Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld omtrent de voorwaarden waaronder door het UWV een individuele re-integratieovereenkomst als bedoeld in het eerste lid, kan worden gesloten en omtrent de inhoud van de individuele re-integratieovereenkomst, bedoeld in het eerste lid.

Artikel 4.2a. Mogelijkheid individuele re-integratieovereenkomst te sluiten door overheidswerkgever

[Vervallen per 01-07-2012]

Artikel 4.3. Termijn sluiten van een individuele re-integratieovereenkomst

  • 1 In geval van een toekennende beschikking op een aanvraag als bedoeld in artikel 4.2, eerste lid, sluit het UWV binnen zes weken na het nemen van die beschikking een overeenkomst met een re-integratiebedrijf dat de in artikel 4.2, eerste lid, bedoelde werkzaamheden uitvoert.

  • 2 De persoon ten behoeve van wie een individuele re-integratieovereenkomst als bedoeld in artikel 4.2, eerste lid, wordt gesloten tekent een exemplaar van die overeenkomst voor gezien en verstrekt dit aan het UWV.

Artikel 4.4. Weigering van sluiting van een individuele re-integratieovereenkomst

De aanvraag om een individuele re-integratieovereenkomst kan in ieder geval worden geweigerd in de gevallen waarin op grond van artikel 4:35, eerste lid, onderdelen a en b en tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht een subsidieverlening kan worden geweigerd, en indien niet wordt voldaan aan de krachtens artikel 4.2, derde lid, door het UWV gestelde voorwaarden.

Artikel 4.5. Evaluatie

Onze Minister zendt binnen vier jaar na de inwerkingtreding van de artikelen 4.2 tot en met 4.4 aan de Staten-Generaal een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van deze artikelen in de praktijk.

Artikel 4.6. Hoogte van subsidie en tijdstip van betaling

[Vervallen per 14-07-2004]

§ 4.3. Persoonsgebonden re-integratiebudgetten

§ 4.3.1. Algemene bepalingen omtrent het persoonsgebonden re-integratiebudget voor arbeidsgehandicapte werknemers

Artikel 4.7. Nadere begripsbepalingen

In deze paragraaf en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

Artikel 4.8. Bestedingsdoel

  • 1 Het UWV kan op een aanvraag als bedoeld in artikel 2.7a van de Wet IWIA een subsidie verstrekken ter voldoening van de noodzakelijk te maken kosten van werkzaamheden die zijn gericht op behoud, herstel of bevordering van mogelijkheden tot het verrichten van arbeid, waaronder begrepen het behouden en verkrijgen van een dienstbetrekking, of een persoonsgebonden re-integratieovereenkomst sluiten ter uitvoering van die werkzaamheden.

  • 2 Onder werkzaamheden als bedoeld in het eerste lid worden uitsluitend verstaan:

    • a. begeleiding en advisering;

    • b. opleiding;

    • c. arbeidsbemiddeling en andere werkzaamheden die, in aansluiting op de onder a en b bedoelde werkzaamheden, zijn gericht op behoud, herstel of bevordering van mogelijkheden tot het verrichten van arbeid.

  • 3 Kosten van werkzaamheden die niet zijn beschreven in het in artikel 4.10, onderdeel b, bedoelde trajectplan komen niet voor subsidiëring in aanmerking en ter uitvoering van die werkzaamheden wordt geen persoonsgebonden re-integratieovereenkomst gesloten, tenzij het UWV voor het verrichten van die werkzaamheden schriftelijk goedkeuring heeft verleend.

Artikel 4.9. Keuze voor subsidie of contract

Bij de aanvraag, bedoeld in artikel 2.7a van de Wet IWIA, vermeldt de aanvrager of zijn aanvraag betrekking heeft op verstrekking van subsidie dan wel het sluiten van een persoonsgebonden re-integratieovereenkomst door het UWV.

Artikel 4.10. Voorwaarden voor het verstrekken van een persoonsgebonden re-integratiebudget

Het UWV kan uitsluitend een subsidie verstrekken of een persoonsgebonden re-integratieovereenkomst sluiten indien:

  • a. de aanvraag wordt ingediend binnen zes weken nadat het oordeel van het UWV omtrent de aanwezigheid van passende arbeid in het bedrijf van zijn werkgever of in een ander bedrijf, als bedoeld in artikel 2.7a, tweede lid, van de Wet IWIA, aan de arbeidsgehandicapte werknemer bekend is gemaakt;

  • b. de aanvraag vergezeld gaat van een door of namens de werknemer opgesteld trajectplan waarin in elk geval zijn opgenomen:

    • 1°. het opleidingsniveau en het burgerservicenummer of, bij het ontbreken daarvan, het sociaal-fiscaalnummer van de arbeidsgehandicapte werknemer;

    • 2°. een beschrijving van de werkzaamheden die de aanvrager op grond van artikel 2.7a, eerste lid, van de Wet IWIA zal laten verrichten;

    • 3°. de verwachte begin- en einddatum van de werkzaamheden, bedoeld in artikel 2.7a van de Wet IWIA;

    • 4°. de beroepsactiviteiten die de aanvrager naar verwachting na afloop van die periode kan vervullen;

    • 5°. een begroting van de kosten van de in artikel 4.8 bedoelde werkzaamheden.

Artikel 4.11. Verhaal van kosten op de werkgever

  • 1 De werkgever vergoedt aan het UWV 50 procent van de kosten die door het re-integratiebedrijf aan het UWV in rekening worden gebracht voor het verrichten van werkzaamheden ter uitvoering van de persoonsgebonden re-integratieovereenkomst, tenzij de arbeidsgehandicapte werknemer binnen drie maanden nadat de werkzaamheden ter uitvoering van de persoonsgebonden re-integratieovereenkomst zijn geëindigd een dienstbetrekking met een andere werkgever is aangegaan en deze arbeidsgehandicapte werknemer voor een aaneengesloten periode van ten minste 26 weken daadwerkelijk in dienstbetrekking met deze andere werkgever heeft gestaan of met die arbeid in een periode van één jaar ten minste gedurende 26 weken inkomsten heeft verworven waardoor hij geen recht meer heeft op een uitkering anders dan een arbeidsongeschiktheidsuitkering in verband met het verwerven van die inkomsten of verrichten van die arbeid.

  • 2 Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing indien de werknemer voor het verrichten van de werkzaamheden een subsidie als bedoeld in deze paragraaf heeft ontvangen.

  • 3 Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld omtrent het eerste lid.

§ 4.3.2. Persoonsgebonden re-integratiebudget in de vorm van een subsidie

Artikel 4.12. Verlening van subsidie

  • 1 Op de aanvraag om een subsidie wordt een beschikking omtrent subsidieverlening gegeven.

  • 2 In de subsidievoorwaarden bij een beschikking als bedoeld in het eerste lid wordt in elk geval opgenomen dat in een overeenkomst die de subsidie-ontvanger met een re-integratiebedrijf sluit wordt geregeld:

    • a. de duur van de overeenkomst alsmede de hoogte van de kosten die door het re-integratiebedrijf in rekening zullen worden gebracht;

    • b. dat de overeenkomst door beide partijen wegens gewichtige redenen tussentijds door opzegging kan worden beëindigd;

    • c. dat het re-integratiebedrijf verplicht is:

      • 1º. toegang tot en inzage in alle gegevens te verlenen die een accountant naar zijn oordeel nodig heeft voor het instellen van een nader onderzoek als bedoeld in artikel 42, vierde lid, van de Wet SUWI;

      • 2º. de persoonlijke levenssfeer van de personen van wie de inschakeling in de arbeid wordt bevorderd, te beschermen overeenkomstig een reglement dat aan die personen en de werkgever wordt overgelegd;

      • 3º. in geval van een geschil tussen de te re-integreren persoon en het re-integratiebedrijf een klachten- en geschillenregeling toe te passen die door het re-integratiebedrijf aan de te re-integreren persoon en de werkgever is overgelegd;

      • 4º. op verzoek aan de werkgever een schriftelijk oordeel van een accountant of een gelijkwaardige deskundige over de verwerking van informatie en de genomen maatregelen ter beveiliging van informatie door het re-integratiebedrijf over te leggen;

      • 5º. de gegevens die het re-integratiebedrijf in verband met deze werkzaamheden verkrijgt uitsluitend te verwerken voorzover dat noodzakelijk is voor het verrichten van die activiteiten of werkzaamheden dan wel voor de naleving van verplichtingen als bedoeld in de subonderdelen 1° tot en met 4°;

      • 6º. indien dit re-integratiebedrijf deze werkzaamheden laat verrichten door een ander re-integratiebedrijf, in een schriftelijke overeenkomst met dat andere re-integratiebedrijf te regelen dat voor dat bedrijf de verplichtingen, bedoeld in de subonderdelen 1° tot en met 6°, gelden;

    • d. dat het re-integratiebedrijf aan het UWV op verzoek of na toestemming van de subsidie-ontvanger uit eigen beweging gegevens verstrekt over de besteding van de subsidie.

  • 3 Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld omtrent het tweede lid.

Artikel 4.13. Hoogte van de subsidie en tijdvak van gesubsidieerde werkzaamheden

  • 1 De subsidie bedraagt ten hoogste een bij ministeriële regeling vastgesteld bedrag.

  • 2 De subsidie wordt verleend voor werkzaamheden als bedoeld in artikel 4.8 gedurende een tijdvak van ten hoogste een jaar.

  • 3 Indien de aanvrager van een subsidie of de subsidie-ontvanger aantoont dat de noodzakelijke kosten van de werkzaamheden die zijn gericht op behoud, herstel of bevordering van mogelijkheden tot het verrichten van arbeid hoger zijn dan het in het eerste lid bedoelde bedrag of die werkzaamheden langer zullen duren dan een tijdvak van een jaar, kan subsidie worden verleend voor een hoger bedrag of een langere periode.

  • 4 De in het derde lid bedoelde bevoegdheid bestaat uitsluitend indien het in het eerste lid bedoelde bedrag of de in het tweede lid bedoelde werkzaamheden gedurende een tijdvak van een jaar redelijkerwijs niet zullen kunnen leiden tot behoud, herstel of bevordering van mogelijkheden tot het verrichten van arbeid.

Artikel 4.14. Voorschotten

  • 1 Het UWV kan aan de subsidie-ontvanger voorschotten op de vast te stellen subsidie verlenen aan de hand van aan het UWV overgelegde declaraties voor de werkzaamheden, die voortvloeien uit het trajectplan.

  • 2 Indien het UWV besluit tot het verlenen van voorschotten, betaalt het UWV de voorschotten binnen één week na het nemen van dat besluit aan de subsidie-ontvanger of aan het re-integratiebedrijf, waarmee de subsidie-ontvanger een overeenkomst heeft gesloten.

Artikel 4.15. Inlichtingenverstrekking

  • 1 De subsidie-ontvanger dient iedere drie maanden bij het UWV een rapportage in waarin een beschrijving is opgenomen van de ten behoeve van de subsidie-ontvanger verrichte werkzaamheden, bedoeld in artikel 4.8. In de rapportage worden in ieder geval de resultaten van de uitvoering van het trajectplan en de prognose voor de resterende periode van het traject beschreven en wordt een overzicht gegeven van de tot op dat moment gemaakte kosten.

  • 2 De subsidie-ontvanger verstrekt onverwijld en uit eigen beweging alle gegevens en inlichtingen omtrent voortijdige beëindiging van gesubsidieerde trajecten aan het UWV.

  • 3 De subsidie-ontvanger verstrekt op verzoek aan het UWV alle gegevens en inlichtingen die van belang zijn voor de vaststelling van de rechtmatigheid en doelmatigheid van de uitvoering van artikel 2.7a van de Wet IWIA, alsmede binnen vier weken alle hem betreffende informatie die noodzakelijk is voor de evaluatie van deze regeling.

Artikel 4.16. Subsidievaststelling

De subsidie-ontvanger dient binnen zes weken na afloop van het tijdvak waarvoor de subsidie is verleend een aanvraag tot vaststelling van de subsidie in.

§ 4.3.3. Persoonsgebonden re-integratiebudget in de vorm van een overeenkomst

Artikel 4.17. Sluiten van een persoonsgebonden reïntegratie-overeenkomst

  • 1 In geval van een toekennende beschikking op een aanvraag om een persoonsgebonden re-integratieovereenkomst, sluit het UWV binnen zes weken na het nemen van die beschikking een overeenkomst met een re-integratiebedrijf dat de in artikel 4.8 bedoelde werkzaamheden uitvoert.

  • 2 Het UWV sluit een overeenkomst met een re-integratiebedrijf als bedoeld in het eerste lid overeenkomstig de voorkeur voor een re-integratiebedrijf van de aanvrager of begunstigde.

Artikel 4.18. Weigering van sluiting van een persoonsgebonden re-integratieovereenkomst

Het sluiten van een persoonsgebonden re-integratieovereenkomst kan in ieder geval worden geweigerd in de gevallen, bedoeld in artikel 4:35 van de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 4.19. Prijs en duur van de persoonsgebonden re-integratieovereenkomst

  • 1 Het door het UWV aan het re-integratiebedrijf verschuldigde bedrag voor de uitvoering van de persoonsgebonden re-integratieovereenkomst bedraagt ten hoogste een bij ministeriële regeling vastgesteld bedrag.

  • 2 De persoonsgebonden re-integratieovereenkomst wordt gesloten voor een tijdvak van ten hoogste een jaar.

  • 3 Indien de aanvrager van een persoonsgebonden re-integratieovereenkomst of begunstigde aantoont dat de noodzakelijke kosten van de in artikel 4.8 bedoelde werkzaamheden hoger zijn dan het in het eerste lid bedoelde bedrag of die werkzaamheden langer zullen duren dan een tijdvak van een jaar, kan een overeenkomst worden gesloten voor een hoger bedrag of een langere periode.

  • 4 De in het derde lid bedoelde bevoegdheid bestaat uitsluitend indien het in het eerste lid bedoelde bedrag of de in het derde lid bedoelde werkzaamheden gedurende een tijdvak van een jaar redelijkerwijs niet zullen kunnen leiden tot behoud, herstel of bevordering van mogelijkheden tot het verrichten van arbeid.

Artikel 4.20. Inhoud van de persoonsgebonden re-integratieovereenkomst

  • 1 In de persoonsgebonden re-integratieovereenkomst wordt in elk geval geregeld:

    • a. de duur van de overeenkomst alsmede de hoogte van de kosten die door het re-integratiebedrijf in rekening zullen worden gebracht;

    • b. dat het re-integratiebedrijf iedere drie maanden bij het UWV een rapportage indient waarin een beschrijving is opgenomen van de werkzaamheden die zijn verricht ten behoeve van het behoud, herstel of bevordering van mogelijkheden tot het verrichten van arbeid van de arbeidsgehandicapte werknemer. In de rapportage worden tevens de resultaten van de uitvoering van het trajectplan, bedoeld in artikel 4.10, onderdeel b, en de prognose voor de resterende periode van het traject beschreven en wordt een overzicht gegeven van de tot op dat moment gemaakte kosten;

    • c. dat de overeenkomst door beide partijen wegens gewichtige redenen tussentijds door opzegging kan worden beëindigd;

    • d. dat de prijs voor de overeenkomst uitsluitend wordt betaald voor die werkzaamheden, die zijn beschreven in het in artikel 4.10, onderdeel b, bedoelde trajectplan, tenzij het UWV voor het verrichten van andere werkzaamheden schriftelijk goedkeuring heeft verleend;

    • e. dat het re-integratiebedrijf voldoet aan verplichtingen als bedoeld in artikel 4.12, eerste lid, onderdeel c;

    • f. dat het re-integratiebedrijf aan het UWV op verzoek of na toestemming van de subsidie-ontvanger uit eigen beweging gegevens verstrekt over de uitvoering van de overeenkomst.

  • 2 Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld omtrent het eerste lid.

Hoofdstuk 5. Gegevensverwerking en gegevensverstrekking

§ 5.1. Polisadministratie

Artikel 5.1. Gegevensset polisadministratie

  • 1 In de polisadministratie worden van de werknemer of de persoon die vrijwillig verzekerd is voor de ZW, de Wet WIA, de WW en de WAO de volgende gegevens verwerkt:

    • a. adresgegevens: straatnaam, huisnummer, huisnummertoevoeging, postcode, woonplaats, gemeentenaam, woonobjectverwijzing en locatieomschrijving;

    • b. postbusadresgegevens: postbusnummer, postcode, woonplaats, gemeentenaam en locatieomschrijving;

    • c. buitenlandse adresgegevens: straatnaam, huisnummer, huisnummertoevoeging, postcode, woonplaats, locatieomschrijving, regionaam en landcode ISO;

    • d. sociaal verzekeringsnummer buitenland: verzekeringsnummer en landcode ISO;

    • e. persoonsgegevens: namen, burgerservicenummer of, bij het ontbreken daarvan, sociaal-fiscaalnummer, het administratienummer, bedoeld in de Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens (A-nummer), geboortedatum, overlijdensdatum, geslacht, burgerlijke staat, leefvorm, nationaliteit, verblijfstitel, datum vertrek uit Nederland, indicatie curatelestelling en indicatie voor informatiebeveiliging;

    • f. ontheffing wegens gemoedsbezwaren;

    • g. verzekeringsplicht werknemersverzekeringen: gegevens inzake de vaststelling verzekeringsplicht, indicaties verzekerd en premies voor de werknemersverzekeringen;

    • h. gegevens over de werkgever in de zin van de Wfsv en de inhoudingsplichtige in de zin van de Wet op de loonbelasting 1964: naam en loonheffingennummer;

    • i. gegevens over de inkomstenverhouding: personeelsnummer, soort inkomstenverhouding, collectieve arbeidsovereenkomst, risicopremiegroep, sector, datum begin en einde van inkomstenverhouding, reden einde inkomstenverhouding en code invloed verzekeringsplicht;

    • j. loongerelateerde gegevens: lonen, aantal SV-dagen, aantal verloonde uren, ingehouden loonbelasting en premie volksverzekeringen, inkomensafhankelijke bijdrage als bedoeld in artikel 41 van de ZVW, verzekeringssituatie ZVW, andere gegevens van belang voor de heffing van inkomstenbelasting en toegepaste kortingen.

  • 2 In aanvulling op het eerste lid kunnen tevens bij regeling van Onze Minister, in overeenstemming met Onze Minister van Financiën, aan te wijzen gegevens worden verwerkt die afkomstig zijn van een werkgever in de zin van de Wfsv.

Artikel 5.2. Bijlage overzicht polisadministratie

  • 1 In bijlage I bij dit besluit wordt voor de polisadministratie een overzicht gegeven van de opgenomen gegevens, voor welk doel die gegevens worden verwerkt en hoe die gegevens worden verkregen.

  • 2 Bijlage I kan bij regeling van Onze Minister, in overeenstemming met Onze Minister van Financiën, en na overleg met het Centraal bureau voor de statistiek, worden gewijzigd, voorzover deze wijziging geen wijziging tot gevolg heeft van de lijst van gegevens in artikel 5.1.

§ 5.1a. Eenmalige uitvraag van gegevens

Artikel 5.2a. Gegevens eenmalige uitvraag

  • 3 Bij ministeriële regeling kan worden bepaald, dat tot een in die regeling genoemd tijdstip bepaalde onderdelen van bijlage II voor bepaalde bestuursorganen met betrekking tot bepaalde taken niet van toepassing zijn.

  • 4 Bij regeling van Onze Minister, voor zover het gegevens betreft die afkomstig zijn van de rijksbelastingdienst in overeenstemming met Onze Minister van Financiën, wordt nader bepaald voor welke gegevens het eerste lid van toepassing is.

Artikel 5.2b. Correctieverzoeken

  • 3 Bij het desbetreffende gegeven wordt aangetekend, dat het gegeven in onderzoek is.

§ 5.2. Bepalingen over gegevensuitwisseling voor opsporing en toezicht

Artikel 5.4. Gegevensverstrekking aan de Arbeidsinspectie

Het UWV, de SVB en de colleges van burgemeester en wethouders zijn bevoegd uit eigen beweging en verplicht op verzoek uit de onder hun verantwoordelijkheid gevoerde administraties voor de taken, bedoeld in artikel 62, eerste lid, van de Wet SUWI kosteloos aan de door Onze Minister aangewezen ambtenaren, die zijn belast met het toezicht op de naleving van de Wet arbeid vreemdelingen, de Arbeidsomstandighedenwet, de Arbeidstijdenwet, de Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs, de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag, de Wet op de loonvorming en de Wet gelijke behandeling mannen en vrouwen gegevens te verstrekken die noodzakelijk zijn voor het toezicht op de naleving en de uitvoering van die wetten.

Artikel 5.5. Gebruik elektronische voorzieningen voor gegevensverkeer voor opsporing en toezicht

  • 2 Voor het verstrekken van gegevens als bedoeld in artikel 73, zesde lid, van de Wet SUWI aan het UWV, de SVB en de colleges van burgemeester en wethouders, maken de ambtenaren en opsporingsambtenaren gebruik van elektronische voorzieningen als bedoeld in paragraaf 5.6.

Artikel 5.5a. Gegevensverstrekking aan burgemeester en wethouders voor controle

De Dienst Wegverkeer, bedoeld in artikel 4a van de Wegenverkeerswet 1994, is verplicht op verzoek aan colleges van burgemeester en wethouders opgaven en inlichtingen te verstrekken die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van de WWB.

§ 5.3. Gegevensverstrekking aan bestuursorganen

Artikel 5.6. Gegevensverstrekking aan buitenlandse bestuursorganen

Het UWV en de SVB zijn bevoegd uit de onder hun verantwoordelijkheid gevoerde administraties gegevens te verstrekken aan buitenlandse bestuursorganen, voorzover die gegevens noodzakelijk zijn voor de vervulling van een taak van zwaarwegend algemeen belang waartoe in ieder geval gerekend wordt het verstrekken en vaststellen van uitkeringen en het heffen en innen van premies en bijdragen daarvoor.

Artikel 5.7. Gegevensverstrekking door het UWV en de SVB aan binnenlandse bestuursorganen

Het UWV en de SVB zijn bevoegd uit eigen beweging en verplicht op verzoek uit de onder hun verantwoordelijkheid gevoerde administraties kosteloos te verstrekken:

Artikel 5.8. Gegevensverstrekking door de SVB

De SVB is bevoegd op verzoek uit de onder zijn verantwoordelijkheid gevoerde administratie kosteloos aan de Stichting Administratie Indonesische Pensioenen de gegevens te verstrekken die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van de Wet houdende vaststelling regeling ten aanzien van de Stichting tot verzorging en afwikkeling van pensioenaangelegenheden gewezen overheidspersoneel van Indonesië en overeenkomstige wet- en regelgeving.

Artikel 5.9. Gegevensverstrekking door UWV

  • 2 Het UWV is bij de verwerking van gegevens voor de uitvoering van de taak, die krachtens de Wet arbeid vreemdelingen aan het UWV is opgedragen, bevoegd uit eigen beweging en verplicht op verzoek aan colleges van burgemeester en wethouders gegevens te verstrekken die noodzakelijk zijn in verband met de taken die voortvloeien uit de Huisvestingswet en de Woningwet.

  • 3 Het UWV is verplicht op verzoek uit de onder zijn verantwoordelijkheid gevoerde administraties kosteloos te verstrekken aan een deurwaarder die gerechtigd is tegen een schuldenaar executoriaal beslag onder derden te leggen de gegevens die ten behoeve van het leggen van dit beslag noodzakelijk zijn voor het vaststellen van de identiteit van degene die periodieke betalingen aan de schuldenaar verricht.

  • 5 In verband met het systematisch verstrekken van gegevens als bedoeld in artikel 5.11 kunnen bij ministeriële regeling nadere regels worden gesteld omtrent de wijze waarop en de vorm waarin de adresgegevens, bedoeld in het eerste lid, onderdeel i, verstrekt worden.

Artikel 5.10. Gegevensverwerking burgemeester en wethouders met betrekking tot voortijdige schoolverlaters

Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd gegevens die worden verwerkt voor de uitvoering van taken die krachtens de WWB aan het college van burgemeester en wethouders zijn opgedragen, verder te verwerken ten behoeve van de registratie van gegevens, bedoeld in artikel 118h van de Wet op het voortgezet onderwijs, artikel 8.3.2 van de Wet educatie en beroepsonderwijs en artikel 162b van de Wet op de expertisecentra, voor zover dat noodzakelijk is voor de doorverwijzing van voortijdige schoolverlaters naar onderwijs of arbeidsmarkt.

Artikel 5.11. Systematische gegevensverstrekking buiten SUWI-domein

Het UWV en de SVB verstrekken in de in de artikelen 5.7 en 5.9 vermelde gevallen slechts systematisch gegevens, niet zijnde persoonsgegevens als bedoeld in artikel 16 van de Wet bescherming persoonsgegevens, tenzij het betreft persoonsgegevens betreffende iemands gezondheid die noodzakelijk zijn voor re-integratie of begeleiding van werknemers of uitkeringsgerechtigden in verband met ziekte of arbeidsongeschiktheid als bedoeld in artikel 21, eerste lid, onderdeel f, van die wet, indien met de desbetreffende bestuursorganen overeenstemming is bereikt over in ieder geval de systematisch te verstrekken gegevens, alsmede de omstandigheid waaronder, de regelmaat waarmee en de wijze waarop die verstrekking plaatsvindt.

§ 5.4. Gegevensverstrekking aan derden

Artikel 5.12. Gegevensverstrekking door het UWV aan derden

  • 1 Het UWV is bevoegd op verzoek uit de onder zijn verantwoordelijkheid gevoerde administraties aan derden als bedoeld in artikel 73a, tweede lid, en in artikel 73, eerste lid, van de Wet SUWI, de volgende van de rijksbelastingdienst afkomstige gegevens te verstrekken:

    • a. persoonsgegevens van de werknemer: adresgegevens, namen, burgerservicenummer of, bij het ontbreken daarvan, sociaal-fiscaalnummer, geboortedatum en geslacht;

    • b. verzekeringsplicht werknemersverzekeringen: indicatie verzekerd en premies voor de werknemersverzekeringen;

    • c. gegevens over de inkomstenverhouding: soort inkomstenverhouding, aard arbeidsverhouding, datum begin en einde van inkomstenverhouding, risicopremiegroep, sector, contract (on)bepaalde tijd, fase indeling Flexibiliteit en Zekerheid, collectieve arbeidsovereenkomst, reden einde dienstbetrekking van een flexwerker;

    • d. loongerelateerde gegevens: aantal SV-dagen, aantal verloonde uren, loon SV, (opgebouwd recht) vakantiebijslag, indicatie aanvulling op uitkering, indicatie vakantiebonnen toegepast;

    • e. gegevens over de werkgever: naam, loonheffingennummer, fi-nummer, rechtsvorm, risicopremiegroep, sector, voortzettingsrelatie, datum oprichting, datum ontbinding, statutaire zetel, eigenrisicodragerschap, premiepercentage individueel, faillissement of surseance en gemoedsbezwaardheid.

  • 2 De in artikel 73a, tweede lid, van de Wet SUWI bedoelde derden zijn: deskundigen en instellingen die in het kader van de uitoefening van beroep of bedrijf taken uitvoeren of diensten verrichten ter ondersteuning van administraties of het verrichten van keuringen.

  • 3 Bij het verstrekken van gegevens op grond van dit artikel worden kosten in rekening gebracht. Bij ministeriële regeling worden hiervoor nadere regels gesteld.

Artikel 5.13. Gegevensverstrekking door het UWV ten behoeve van verzekeringen met betrekking tot ziekte en arbeidsongeschiktheid

  • 1 Het UWV is bevoegd uit de onder zijn verantwoordelijkheid gevoerde administraties op verzoek van een werkgever als bedoeld in artikel 73, tweede lid, onderdeel a, van de Wet SUWI, aan die werkgever in verband met het aangaan van overeenkomsten tot verzekering van de risico’s van het eigenrisicodrager zijn of van betaling van premie als bedoeld in hoofdstuk 3, afdeling 5, van de Wfsv kosteloos gegevens, mede afkomstig van de rijksbelastingdienst, te verstrekken op grond waarvan die werkgever kan bepalen:

    • a. de instroom, bedoeld in artikel 40 van de Wet WIA, over de periode van drie jaar voorafgaande aan het verzoek;

    • b. de ontwikkeling van het totale bedrag aan loon in de zin van artikel 16 van de Wfsv per jaar over de periode van vijf jaar voorafgaande aan het verzoek;

    • c. het aantal werknemers naar leeftijd en geslacht in de periode van vijf jaar voorafgaand aan het verzoek;

    • d. het arbeidsverleden van de werknemers die ten tijde van het verzoek bij de werkgever in dienst zijn zoals het UWV dat vastlegt op grond van artikel 33d, eerste lid, van de Wet SUWI,

    voorzover die werkgever dat niet op basis van gegevens in zijn loonadministratie kan bepalen.

  • 2 Het UWV is bevoegd op verzoek uit de onder zijn verantwoordelijkheid gevoerde administraties aan een financiële onderneming als bedoeld in artikel 73, tweede lid, onderdeel b, van de Wet SUWI:

    • a. kosteloos te verstrekken gegevens als bedoeld in artikel 5.12, eerste lid, onderdelen a, b, c en d , afkomstig van de rijksbelastingdienst, en gegevens van de werknemer, die een WGA-uitkering op grond van de Wet WIA ontvangt, omtrent het dagloon dat aan de uitkering ten grondslag ligt, de mate van arbeidsongeschiktheid uitgedrukt in het arbeidsongeschiktheidspercentage, en de duur van uitkering in verband met de uitvoering van de overeenkomsten met werkgevers tot verzekering van het risico van het betalen van premie voor de arbeidsongeschiktheidsverzekering op grond van de Wfsv en van de betalingen als gevolg van het eigenrisicodragen, bedoeld in artikel 40, eerste lid, onderdeel b, van de Wfsv;

    • b. gegevens te verstrekken als bedoeld in artikel 5.12, eerste lid, onderdelen a, b, c en d , afkomstig van de rijksbelastingdienst, in verband met de uitvoering van de overeenkomsten met werkgevers tot verzekering van het risico van het betalen van loon in geval van ziekte en van de betaling van ziekengeld, bedoeld in artikel 40, eerste lid, onderdeel a, van de Wfsv.

Artikel 5.14. Verstrekking van statistische gegevens door het UWV aan financiële ondernemingen

Het UWV is bevoegd uit de onder zijn verantwoordelijkheid gevoerde administraties kosteloos gegevens die mede afkomstig zijn van de rijksbelastingdienst en die het UWV verwerkt ten behoeve van de statistiek over de ontwikkeling van de arbeidsongeschiktheidsuitkeringen te verstrekken aan de financiële ondernemingen, bedoeld in artikel 73, tweede lid, onderdeel b, van de Wet SUWI, in verband met de in dat artikel bedoelde overeenkomsten:

  • a. aantallen nieuwe uitkeringen op grond van de WAO of de Wet WIA per jaar, beëindigde uitkeringen op grond van de WAO of de Wet WIA per jaar en lopende uitkeringen in een jaar, naar geslacht, leeftijd, sector als bedoeld in artikel 95 van de Wfsv, en bedrijfsgrootte, dagloon, naar ingangdatum respectievelijk datum beëindiging uitkering, arbeidsongeschiktheidspercentages, diagnose, soort inkomstenverhouding en combinatie met inkomsten uit arbeid;

  • b. totaal aantal werknemers naar jaar, geslacht, leeftijd, sector als bedoeld in artikel 95 van de Wfsv, en bedrijfsgrootte, en het totaalbedrag van de premieplichtige loonsom per jaar, bedoeld in artikel 2.7 van het Besluit Wfsv.

Artikel 5.15. Gegevensverstrekking door de SVB en het UWV aan instanties, bedoeld in artikel 73, eerste lid

  • 1 De SVB en het UWV zijn bevoegd op verzoek uit de onder hun verantwoordelijkheid gevoerde administraties aan derden, genoemd in artikel 73, eerste lid, van de Wet SUWI, en derden, bedoeld in artikel 5.12, tweede lid, persoonsgegevens, gegevens over de uitkeringsverhouding en over opleiding en werkervaring te verstrekken.

  • 2 De in het eerste lid bedoelde gegevens, niet zijnde persoonsgegevens als bedoeld in artikel 16 van de Wet bescherming persoonsgegevens, kunnen door de SVB en het UWV systematisch worden verstrekt aan de derden, genoemd in artikel 73, eerste lid, indien met de desbetreffende derden overeenstemming is bereikt over de te verstrekken gegevens, de omstandigheden waaronder, de regelmaat waarmee en de wijze waarop die verstrekking plaatsvindt, vast te leggen in een besluit, dat op adequate wijze wordt bekendgemaakt.

  • 3 De bevoegdheid op grond van het eerste lid geldt ook voor het UWV voor het verstrekken van andere gegevens dan bedoeld in artikel 5.12, die door het UWV worden verwerkt op grond van artikel 33a van de Wet SUWI.

  • 4 Bij ministeriële regeling wordt bepaald welke gegevens op grond van het derde lid worden verstrekt.

  • 5 Bij het verstrekken van gegevens op grond van dit artikel worden kosten in rekening gebracht. Bij ministeriële regeling worden hiervoor nadere regels gesteld.

§ 5.5. Gegevensuitwisseling ten behoeve van re-integratie

Artikel 5.16. Gegevensverstrekking door eigenrisicodragers aan gemeenten

Eigenrisicodragers, die het risico dragen van de betaling van uitkeringen aan personen, ten aanzien van wie op grond van artikel 7, eerste lid, onderdeel a, van de WWB een verantwoordelijkheid bestaat, verstrekken op verzoek aan colleges van burgemeester en wethouders opgaven en inlichtingen die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van artikel 7, eerste lid, onderdeel a, van de WWB ten aanzien van die personen.

Artikel 5.1.7. Gegevensverstrekking in verband met re-integratietaak overheidswerkgevers

  • 3 Een overheidswerkgever of het Participatiefonds, bedoeld in het tweede lid, kan het UWV op verzoek of uit eigen beweging kennis geven van het gegronde vermoeden dat een persoon van wie de inschakeling in de arbeid wordt bevorderd, onvoldoende medewerking verleent aan deze werkzaamheden, voorzover dit noodzakelijk is voor de uitvoering van de WW door het UWV.

Artikel 5.18. Gegevensverstrekking aan re-integratiebedrijven

  • 1 De gegevens die het UWV op grond van artikel 73, negende lid, bevoegd is te verstrekken betreffen gegevens omtrent naam, adres, telefoonnummer, postcode, woonplaats, opleiding en werkervaring.

§ 5.6. Elektronische voorzieningen

Artikel 5.19. Functie elektronische voorzieningen

Ten behoeve van de gegevensverwerking, bedoeld in artikel 62 van de Wet SUWI, worden de elektronische voorzieningen in ieder geval benut:

  • a. om de gebruikers en derde partijen te faciliteren bij de raadpleging en aanlevering van de gegevens met het oog op eenmalige gegevensuitvraag en de inrichting van hun administraties daarbij;

  • b. voor eenduidige informatieverstrekking aan de betrokkene op wie de gegevens betrekking hebben door gebruikers.

Artikel 5.20. Gegevensregister SUWI

Bij ministeriële regeling wordt in het Gegevensregister SUWI bepaald:

  • a. dat gegevens met behulp van de elektronische voorzieningen worden uitgewisseld;

  • b. welke soort gegevens en documenten het daarbij betreft;

  • c. wie de verantwoordelijke is in de zin van de Wet bescherming persoonsgegevens;

  • d. welke gegevens aan de betrokkene op wie de gegevens betrekking hebben worden gepresenteerd en op welke wijze.

Artikel 5.21. Inrichting en beheer

  • 1 Het UWV voert ten behoeve van de gezamenlijke zorg voor de instandhouding van de elektronische voorzieningen de volgende beheertaken uit:

    • a. de inrichting van een centrale elektronische voorziening;

    • b. de inrichting van een gemeenschappelijke faciliteit voor de toegangsbeveiliging;

    • c. de ondersteuning van de gebruikers bij het beheer en gebruik van de centrale elektronische voorzieningen;

    • d. het, na overleg met de gebruikers, doen van voorstellen aan Onze Minister over de wijziging van de ministeriële regelingen op grond van deze paragraaf.

  • 2 Het UWV belast een afzonderlijk en herkenbaar organisatieonderdeel met de taken, bedoeld in het eerste lid.

  • 3 De gebruikers zorgen, ten behoeve van het beheer en gebruik van onderdelen van de elektronische voorzieningen, voor de inrichting van een decentrale elektronische voorziening en de aansluiting daarvan op de centrale elektronische voorziening, bedoeld in het eerste lid, onderdeel a.

  • 4 Bij ministeriële regeling worden, in de vorm van het Stelselontwerp gezamenlijke elektronische voorzieningen SUWI, regels gesteld over de wijze waarop invulling wordt gegeven aan het eerste en derde lid.

Artikel 5.22. Beveiliging

  • 1 De gebruikers dragen op uniforme wijze zorg voor de beveiliging van de gegevensverwerking door middel van de elektronische voorzieningen tegen inbreuken op de beschikbaarheid, de integriteit en de vertrouwelijkheid.

  • 2 Bij ministeriële regeling worden regels gesteld over deze beveiliging.

Artikel 5.23. Gebruik elektronische voorzieningen voor gegevensuitwisseling met derden, niet SUWI-partijen

  • 1 De elektronische voorzieningen worden tevens gebruikt voor de verwerking van gegevens als bedoeld in artikel 62, tweede lid, tweede zin, van de Wet SUWI indien er een overeenkomst is gesloten tussen één van de gebruikers, voor zover die tot de gegevensverstrekking of het opvragen van de gegevens bevoegd is, en een derde partij. De overeenkomst heeft in ieder geval betrekking op de gegevens die worden verstrekt en de stelselmatigheid van de verstrekking.

  • 2 In geval één van de partijen bij een overeenkomst als bedoeld in het eerste lid een college van burgemeester en wethouders is treedt het Inlichtingenbureau namens het betrokken college van burgemeester en wethouders als partij op, indien het de verwerking van gegevens betreft, bedoeld in artikel 5.24.

  • 3 Op de gegevensverstrekking, bedoeld in dit artikel, is artikel 5.20 van overeenkomstige toepassing.

  • 4 Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld over de overeenkomst, bedoeld in het eerste lid.

Artikel 5.23a. Gebruik elektronische voorzieningen voor justitiële gegevens

[Treedt in werking op 01-07-2013]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

§ 5.7. Inlichtingenbureau

Artikel 5.24. Bewerker

  • 1 Het Inlichtingenbureau is bewerker in de zin van de Wet bescherming persoonsgegevens voor het verwerken van gegevens die bij of krachtens enige wet door tussenkomst van het Inlichtingenbureau aan of door colleges van burgemeester en wethouders worden verstrekt, voor zover artikel 62 van de Wet SUWI van toepassing is, en voor het verwerken van de gegevens noodzakelijk voor het verlenen van kwijtschelding van gemeentelijke belastingen, bedoeld in artikel 255 van de Gemeentewet, die door het UWV, de Dienst wegverkeer of de rijksbelastingdienst op grond van enig wettelijk voorschrift worden verstrekt aan colleges van burgemeester en wethouders.

  • 2 Bij ministeriële regeling kan worden bepaald welke gegevens door het Inlichtingenbureau worden verwerkt en onder welke voorwaarden het Inlichtingenbureau als bewerker voor colleges van burgemeester en wethouders optreedt.

Artikel 5.25. Rijksbijdrage, begroting, jaarplan, budget, jaarverslag, jaarrekening en accountantsverklaring

  • 1 De kosten van het Inlichtingebureau voor de uitvoering van de taken, bedoeld in artikel 5.24, eerste lid, komen ten laste van de daartoe door Onze Minister toegekende rijksbijdrage.

  • 2 Het Inlichtingenbureau stelt hiertoe elk jaar een begroting en een jaarplan voor het komende kalenderjaar vast en biedt deze vóór een door Onze Minister vast te stellen datum aan hem aan.

  • 3 Onze Minister stelt jaarlijks vóór 1 december het budget voor de uitvoeringskosten van het Inlichtingenbureau voor het eerstvolgende kalenderjaar vast. Hij kan besluiten dit budget te wijzigen. Het Inlichtingenbureau gaat met betrekking tot de uitvoering van zijn wettelijke taken geen verplichtingen aan en doet geen uitgaven die leiden tot een overschrijding van het vastgestelde budget. Wanneer het budget niet is vastgesteld vóór 1 januari van het kalenderjaar waarop de begroting betrekking heeft, is het Inlichtingenbureau bevoegd, teneinde zijn activiteiten gaande te houden, te beschikken over ten hoogste een derde gedeelte van het budget dat laatstelijk voor een geheel jaar is vastgesteld. Onze Minister kan besluiten dat het Inlichtingenbureau in een geval als bedoeld in de vorige zin, kan beschikken over meer dan een derde gedeelte van het budget dat laatstelijk voor een geheel jaar is vastgesteld.

  • 4 Het Inlichtingenbureau stelt jaarlijks een jaarverslag en een jaarrekening op en biedt deze vóór 15 maart van het kalenderjaar volgend op het jaar waarop deze betrekking hebben aan Onze Minister aan. Het Inlichtingenbureau beschrijft in zijn jaarverslag de taakuitoefening, het gevoerde beleid en de doelmatigheid van de uitvoering van de taken, bedoeld in artikel 5.24, eerste lid, in het afgelopen jaar en legt in zijn jaarrekening rekening en verantwoording af over het financieel beheer, alsmede over de rechtmatigheid van genoemde taken in het verstreken boekjaar. De jaarrekening gaat vergezeld van een verklaring omtrent de getrouwheid, afgegeven door een door het Inlichtingenbureau aangewezen accountant als bedoeld in artikel 393, eerste lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek. Deze verklaring heeft mede betrekking op de rechtmatige besteding van de middelen door het Inlichtingenbureau. De accountant voegt bij de verklaring tevens een verslag van zijn bevindingen over de vraag of het beheer en de organisatie van het Inlichtingenbureau voldoen aan de eisen van doelmatigheid.

  • 5 Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld omtrent de inhoud en de indiening van de begroting en ontwerpen daarvan, het jaarplan, tussentijdse verslagen, het jaarverslag, de jaarrekening, de verklaring, bedoeld in het vierde lid, en het aan die verklaring ten grondslag liggende onderzoek.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage, 20 december 2001

Beatrix

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

W. A. F. G. Vermeend

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

J. F. Hoogervorst

Uitgegeven de achtentwintigste december 2001

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals

Bijlage I. als bedoeld in artikel 5.2, eerste lid, Besluit SUWI

Overzicht polisadministratie: gegevensset, doelen en herkomst

Gegeven

Doelen*

Herkomst

 

UWV, art 33.2a Wet SUWI

UWV, art 33.2b Wet SUWI

UWV, art 33.2c Wet SUWI

BD, art 33.2d Wet SUWI

CBS, art 33.2e Wet SUWI

1. Loonaangifte 2006

2. GBA

3. UWV (distribuerend of rest)

4. UWV Vrijwillig Verzekerden

5. Belastingdienst

6. SVB

Straatadres Nederland

                     

Huisnummer

X

X

X

X

X

X

X

Huisnummertoevoeging

X

X

X

X

X

X

X

Straatnaam

X

X

X

X

X

X

Postcode

X

X

X

X

X

X

X

Woonplaatsnaam

X

X

X

X

X

X

Gemeentenaam

X

X

X

X

Woonobjectverwijzing

X

X

X

X

Locatieomschrijving

X

X

X

X

X

X

                       

Postbusadres Nederland

                     

Postbusnummer

X

X

X

X

Postcode

X

X

X

X

Woonplaatsnaam

X

X

X

X

Gemeentenaam

X

X

X

X

Locatieomschrijving

X

X

X

X

                       

Straatadres buitenland

                     

Huisnummer

X

X

X

X

X

X

X

X

Huisnummertoevoeging

X

X

X

X

X

X

X

Straatnaam

X

X

X

X

X

X

X

Postcode

X

X

X

X

X

X

X

X

Woonplaatsnaam

X

X

X

X

X

X

X

Regionaam

X

X

X

X

X

X

X

Locatieomschrijving

X

X

X

X

X

X

X

Landcode ISO

X

X

X

X

X

X

X

X

                       

Natuurlijk persoon

                     

Burgerservicenummer/sociaal-fiscaalnummer

X

X

X

X

X

X

X

X

A-nummer

X

X

X

X

Voornamen

X

X

X

X

Voorletters

X

X

X

X

Voorvoegsels

X

X

X

X

X

X

Significant deel achternaam

X

X

X

X

X

X

X

Aanduiding naamgebruik

X

X

X

X

Code bijz nederl schap

X

X

X

X

Geboortedatum

X

X

X

X

X

X

X

Overlijdensdatum

X

X

X

X

Geslacht

X

X

X

X

X

X

X

Indicatie curatelestelling

X

X

X

X

Indicatie geheim

X

X

X

X

Indicatie Vip

X

X

X

X

Code burgerlijke staat

X

X

X

X

Code leefvorm

X

X

X

Nationaliteit

X

X

X

X

X

X

Code verblijfstitel

X

X

X

X

Code adellijke titel/predikaat

X

X

X

X

Datum vertrek uit Nederland

X

X

X

X

                       

Gemoedsbezwaardheid

                     

Code sz product

X

X

X

X

X

                       

Sociaal verzekeringsnummer buitenland

                     

Verzekeringsnummer

X

X

X

Landcode ISO

X

X

X

                       

Vaststelling verzekeringsplicht

                     

Resultaat onderzoek verzekeringsplicht UWV en/of BD

X

X

X

X

X

Code status verblijfstitel

X

X

X

X

                       

Administratieve eenheid

                     

Loonheffingennummer

X

X

X

X

X

X

Naam werkgever

X

X

X

                       

Inkomstenverhouding

                     

Aanduiding inkomstenverhouding volgens werkgever

X

X

X

X

Personeelsnummer

X

X

X

X

X

Datum aanvang

X

X

X

X

X

Datum einde

X

X

X

X

X

Code reden einde inkomstenverhouding

X

X

Code reden einde dienstbetrekking flexwerker

X

X

X

X

Code reden geen bijtelling auto

X

X

                       

Inkomstenopgave

                     

Datum aanvang inkomstenopgave

X

X

X

X

X

Datum einde inkomstenopgave

X

X

X

X

X

Loon LB/PH

X

X

X

Loon belast volgens tabel bijzondere beloningen

X

X

Loon SV

X

X

X

X

X

Vakantiebijslag

X

X

X

X

Opgebouwd recht vakantiebijslag

X

X

X

X

Extra periode salaris

X

X

X

X

Opgebouwde recht extra periode salaris

X

X

X

X

Loon in geld

X

X

Waarde niet in geld uitgekeerd loon

X

X

Loon uit overwerk

X

X

Ingehouden loonheffing

X

X

X

Basispremie Aof/WGA

X

X

X

X

WAO-premie Aok

X

X

X

X

WW-premie Awf werkgevers- en werknemersdeel

X

X

X

X

WW-premie sectorfonds

X

X

X

X

UFO premie

X

X

X

X

Ingehouden bijdrage Zvw

X

X

X

Bedrag vergoeding Zvw door inhoudingsplichtige

X

X

X

Bedrag vergoeding reiskosten woning-werk

X

X

X

Verrekende Arbeidskorting

X

X

X

Bedrag genoten zeedagenaftrek

X

X

X

Bedrag in WWB-uitkering doorbetaalde alimentatie

X

X

Bedrag rechtstreeks betaalde alimentatie

X

X

Bedrag bijtelling auto

X

X

X

Bedrag eigen bijdrage voor privé-gebruik auto

X

X

X

Bedrag werkgeversbijdrage kinderopvang

X

X

Gespaard bedrag levensloopregeling

X

X

Aantal sv dagen

X

X

X

X

Aantal verloonde uren

X

X

X

                       

Inkomstenperiode

                     

Tijdvak gegevens

                     

Datum aanvang periode

X

X

X

X

X

Aangifte Inkomstenperiode gegevens

                     

Code soort inkomstenverhouding / inkomenscode

X

X

X

X

X

Code risicopremiegroep

X

X

X

X

X

Sector

X

X

X

X

X

Code aard arbeidsverhouding

X

X

X

X

Code invloed verzekeringsplicht

X

X

X

Code contract onbepaalde/bepaalde tijd

X

X

X

X

Code fase indeling F&Z

X

X

X

X

Code cao

X

X

X

X

Code premiekorting gedeeltelijk arbeidsgeschikten

X

X

X

Code loonheffingskorting

X

X

X

Code loonbelastingtabel

X

X

X

X

X

Indicatie verzekerd WIA

X

X

X

X

X

Indicatie verzekerd WW

X

X

X

X

X

Indicatie verzekerd ZW

X

X

X

X

X

Code verzekeringssituatie Zvw

X

X

X

Indicatie vakantiebonnen toegepast

X

X

X

X

X

Indicatie loon is (mede) AOW-uitkering alleenstaande

X

X

X

Indicatie loon inclusief WAJONG-uitkering

X

X

X

Indicatie rente/kosten personeelslening niet in loon

X

X

Indicatie vervoer vanwege de inhoudingsplichtige

X

X

Code incidentele inkomstenvermindering

X

X

X

X

Indicatie aanvulling op uitkering

X

X

X

X

                       

Aanvullende gegevensaanlevering

X

X

     

BRON: WEEKAANLEVERING

                       

Vrijwillig verzekerden

                     

Code sz product

X

X

* De doeleinden van de polisadministratie zijn op basis van artikel 33, tweede lid, van de Wet SUWI:

  • a. vastleggen van gegevens van de werknemer voor de werknemersverzekeringen;

  • b. besluiten over recht op uitkering of verstrekking baseren op gegevens als bedoeld onder a;

  • c. verwerking van gegevens van de persoon die vrijwillig is verzekerd voor de werknemersverzekeringen;

  • d. verwerken van fiscale gegevens van de werknemer die van belang zijn voor de uitvoering van de taken van de rijksbelastingdienst en

  • e. verwerken van overige gegevens van de werknemer ten behoeve van de statistieken van arbeid en lonen voor het CBS.

Bijlage II. Overzicht gegevens eenmalige uitvraag: gegevens en herkomst (als bedoeld in artikel 5.2a, eerste lid, Besluit SUWI)

Besluit SUWI

GBA*

Gegevens over de burgerlijke staat.

Gegevens over de nationaliteit.

Gegevens over het verblijfrecht van de vreemdeling.

Gegevens over de gemeente van inschrijving.

Gegevens over het burgerservicenummer van de ingeschrevene, van de echtgenoot dan wel van de geregistreerde partner, de eerdere echtgenoten of eerdere geregistreerde partners en de kinderen.

Gegevens over het gebruik door de ingeschrevene van de geslachtsnaam van de echtgenoot, de geregistreerde partner, de eerdere echtgenoot of de eerdere geregistreerde partner.

UWV

Gegevens over inschrijving.

Gegevens over werkervaring.

Gegevens over beschikbaarheid voor arbeid.

Gegevens over dienstverlening.

Gegevens over opleiding.

Gegevens over vacature.

Polisadministratie: gegevens over de inkomstenverhouding, inkomstenopgave en inkomstenperiode, gegevens betreffende verzekering, noodzakelijk voor het doel, genoemd in artikel 33, tweede lid, onderdeel a, van de Wet SUWI.

Gegevens over maatregelen.

Gegevens over het arbeidsverleden.

Gegevens over uitkeringen.

Gegevens over uitkeringsstatus en re-integratiegegevens.

SVB

Gegevens over de kinderbijslag.

Gegevens over de uitkeringen Algemene nabestaandenwet (ANW).

Gegevens over de uitkeringen Algemene ouderdomswet (AOW).

Gegevens over algemene bijstand in de vorm van een aanvullende inkomensvoorziening ouderen op grond van paragraaf 5.4 van de WWB.

Gemeenten

WWB:

Gegevens over data uitkering.

 

Gegevens over maatregel.

 

Gegevens over huisvesting.

 

Gegevens over leefvorm.

 

Gegevens over het normbedrag.

 

Gegevens over de beëindiging en vordering.

 

Gegevens over betaalbaarstelling.

 

Gegevens over bijzondere bijstand.

 

Gegevens over inkomsten, classificatie Besluit bijstandsverlening zelfstandigen 2004 en munteenheid.

   

IOAW:

Gegevens over uitkering.

 

Gegevens over beëindiging en vordering.

   

IOAZ:

Gegevens over uitkering.

 

Gegevens over beëindiging en vordering.

   

Gemeentelijke gegevens over re-integratie gemeenten:

 

Gegevens over doelgroep;

 

Gegevens over trajectplan;

 

Gegevens over loonkostensubsidie;

 

Gegevens over vrijstelling arbeidsplicht;

 

Gegevens over participatieplaats;

 

Gegevens over re-integratiepositie;

 

Gegevens over uitkeringsstatus.

RDW

Gegevens over aansprakelijkheid

Gegevens over status voertuig.

Gegevens over de kenmerken van het voertuig.

Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

Gegevens over deelname aan opleidingen.

Gegevens over het recht op studiefinanciering.

Gegevens over tegemoetkoming in het kader van de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten.