Artikel 1. (definities)
[Regeling vervallen per 04-03-2005]
- a.
Minister:
-
de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid;
- b.
Wet SUWI:
-
de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen;
- c.
CWI:
-
de Centrale organisatie werk en inkomen;
- d.
regionaal platform:
-
een regionaal platform als bedoeld in artikel 23, eerste lid, van de Wet SUWI;
- e.
onderneming:
-
een onderneming als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel c, van de Wet op
de ondernemingsraden;
- f.
samenwerkingsverband:
-
een stichting of vereniging met volledige rechtsbevoegdheid waarin een aantal ondernemingen
samenwerkt, dan wel een stichting of vereniging met volledige rechtsbevoegdheid, opgericht
door een of meer landelijk representatieve organisaties van werkgevers en een of meer
landelijk representatieve organisaties van werknemers;
- g.
aanvrager:
-
een onderneming of een samenwerkingsverband met vacatures, dan wel met werknemers
als bedoeld in onderdeel j;
- h.
dienstbetrekking:
-
een arbeidsovereenkomst in de zin van artikel 610 van boek 7 van het Burgerlijk Wetboek
voor de duur van tenminste 6 maanden, met een omvang van tenminste 12 uur per kalenderweek,
waarin de loondoorbetalingsplicht van artikel 628 van boek 7 van het Burgerlijk Wetboek
niet is uitgesloten, dan wel een publiekrechtelijke aanstelling voor de duur van tenminste
6 maanden, met een omvang van tenminste 12 uur per kalenderweek;
- i.
werkloze:
-
de persoon die blijkens een niet langer dan 8 weken voor de aanvang van een traject
door de CWI verstrekte verklaring als bedoeld in artikel 25, geen werk heeft of minder
dan 12 uur per week werkt, staat ingeschreven bij de CWI en door die organisatie op
grond van de administratieve indeling, bedoeld in artikel 26, eerste lid, van de Wet
SUWI is ingedeeld in fase 2, 3 of 4 als bedoeld in artikel 2.1, onderdelen b, c en
d, van de Regeling SUWI, dan wel is ingedeeld in fase 1 als bedoeld in artikel 2.1,
onderdeel a, van de Regeling SUWI en na het moment van die indeling langer dan zes
maanden niet gewerkt heeft;
- j.
werknemer:
-
de persoon met een dienstbetrekking die een schriftelijke mededeling van zijn werkgever
ontvangt dat deze het voornemen heeft de arbeidsovereenkomst in de zin van artikel
610 van boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, dan wel de publiekrechtelijke aanstelling,
te beëindigen;
- k.
werkzoekende:
-
een werkloze of een werknemer;
- l.
reïntegratieactiviteiten:
-
het samenhangend geheel van activiteiten gericht op de plaatsing in een dienstbetrekking
van werkzoekenden op vacatures, inhoudende de activiteiten werving en selectie, trajecten,
bemiddeling en nazorg, dan wel overige reïntegratieactiviteiten;
- m.
werving en selectie:
-
activiteiten die direct gericht zijn op de instroom van werkzoekenden in trajecten;
- n.
traject:
-
het geheel van activiteiten onderscheidenlijk activiteiten op het terrein van scholing,
direct gericht op het geschikt maken van werklozen onderscheidenlijk werknemers voor
inpassing in dienstbetrekkingen;
- o.
bemiddeling en nazorg:
-
activiteiten die direct gericht zijn op de plaatsing en de bestendiging van die plaatsing
van werkzoekenden in een dienstbetrekking;
- p.
overige reïntegratieactiviteiten:
-
activiteiten die de activiteiten, bedoeld in de onderdelen m, n en o, kunnen ondersteunen;
- q.
reïntegratiebedrijf:
-
de natuurlijke of rechtspersoon die in het kader van de uitoefening van beroep of
bedrijf de inschakeling van personen in het arbeidsproces bevordert.