Regeling SUWI

Geraadpleegd op 22-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-10-2006 en zichtdatum 21-11-2024.
Geldend van 06-09-2006 t/m 31-12-2006

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Artikel 1.1. Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

a. WWB:

Wet werk en bijstand;

b. IOAW:

Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers;

c. Wfsv:

Wet financiering sociale verzekeringen;

d.

[Red: vervallen;]

e. WW:

Werkloosheidswet;

f. Wet SUWI:

Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen;

g. RWI:

de Raad voor werk en inkomen, genoemd in hoofdstuk 3 van de Wet SUWI;

h. CWI:

de Centrale organisatie werk en inkomen, genoemd in hoofdstuk 4 van de Wet SUWI;

i. UWV:

het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, genoemd in hoofdstuk 5 van de Wet SUWI;

j. SVB:

de Sociale verzekeringsbank, genoemd in hoofdstuk 6 van de Wet SUWI;

k. IB:

het Inlichtingenbureau, bedoeld in artikel 1, onderdeel o, van de Wet SUWI;

l.

[Red: vervallen;]

m. reïntegratiebedrijf:

natuurlijke persoon of rechtspersoon die in het kader van de uitoefening van beroep of bedrijf de inschakeling van personen in het arbeidsproces bevordert;

n. arbodienst:

een arbodienst als bedoeld in de Arbeidsomstandighedenwet 1998;

o. minister:

de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid;

p. Suwinet-partijen:

de CWI, het UWV, burgemeester en wethouders en het IB;

q. arbeidsmarktinstrumenten:

het geheel van activiteiten dat in verband met de inschakeling in het arbeidsproces van een werkzoekende kan worden ingezet;

r. melding:

de melding, bedoeld in artikel 44, tweede lid, van de WWB, artikel 16a, tweede lid, van de IOAW of artikel 16a, tweede lid, van de IOAZ;

s. basisgegevens:

gegevens die in een al dan niet door de minister gedefinieerde vorm beschikbaar zijn bij de CWI, het UWV en de SVB;

t. TW:

Toeslagenwet;

u. VNG:

Vereniging van Nederlandse Gemeenten;

v. IWI:

de Inspectie Werk en Inkomen, genoemd in hoofdstuk 7 van de Wet SUWI;

w. Invoeringswet SUWI:

Invoeringswet Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen.

Artikel 1.2. Vaststelling zetels

  • 1 De RWI heeft zijn zetel te 's-Gravenhage.

  • 2 De SVB heeft haar zetel te Amstelveen.

  • 3 Het UWV en de CWI hebben elk hun zetel te Amsterdam.

Artikel 1.3. Aanwijzing van een de gemeenten vertegenwoordigende rechtspersoon

Als rechtspersoon die de gemeenten vertegenwoordigt, als bedoeld in de artikelen 16, derde lid, en 71 van de Wet SUWI wordt aangewezen de VNG.

Artikel 1.4. Goedkeuring besluiten CWI, UWV, SVB en RWI

  • 1 Besluiten van de CWI, het UWV en de SVB,

    • a. tot het verwerven en vervreemden van eigendom van registergoederen die afzonderlijk een bedrag van € 250.000,– niet te boven gaan;

    • b. tot het aangaan en beëindigen van overeenkomsten tot huur of verhuur van registergoederen die afzonderlijk een bedrag op jaarbasis van € 1.000.000,– niet te boven gaan;

    • c. die zijn opgenomen in het jaarplan van het desbetreffende bestuursorgaan dat is goedgekeurd door de minister;

    behoeven niet de goedkeuring van de minister, bedoeld in artikel 6 van de Wet SUWI.

  • 2 Besluiten van de RWI

    • a. tot het verwerven en vervreemden van eigendom van registergoederen die afzonderlijk een bedrag van € 62.500,– niet te boven gaan;

    • b. tot het aangaan en beëindigen van overeenkomsten tot huur of verhuur van registergoederen die afzonderlijk een bedrag op jaarbasis van € 250.000,– niet te boven gaan;

    • c. die zijn opgenomen in het jaarplan van de RWI dat is goedgekeurd door de minister;

    behoeven niet de goedkeuring van de minister, bedoeld in artikel 19 van de Wet SUWI.

Artikel 1.5. Gegevensverwerking en -verstrekking in verband met verrichten andere taken

  • 1 De CWI, het UWV en de SVB kunnen gegevens die zij hebben verkregen bij de uitvoering van in de Wet SUWI bedoelde taken verwerken bij de uitvoering van hun andere in die wet bedoelde taken en bij de uitvoering van hun andere dan wettelijke taken.

  • 2 De verwerking van gegevens door de CWI, het UWV en de SVB bij hun uitvoering van andere dan wettelijke taken, bedoeld in artikel 13, eerste lid, van de Wet SUWI, geschiedt slechts indien:

    • a. de gegevens noodzakelijk zijn voor de uitvoering van die andere dan wettelijke taken;

    • b. de gegevens systematisch worden verwerkt; en

    • c. de gegevens, en de wijze van verwerking daarvan, zijn omschreven in de overeenkomst op grond waarvan de andere dan wettelijke taken worden verricht.

Artikel 1.6. Kostentoerekening in verband met verrichten andere taken

De CWI, het UWV en de SVB brengen voor het verrichten van andere taken, bedoeld in artikel 13 van de Wet SUWI, zodanige prijzen in rekening aan de opdrachtgever dat valt aan te nemen dat, gerekend over het desbetreffende jaar, alle directe en indirecte aan die andere taken toe te rekenen lasten door de te verwachten baten zijn gedekt.

Hoofdstuk 2. Centrale organisatie voor werk en inkomen

§ 2.1. Methodiek indeling werkzoekenden

Artikel 2.1. Gezamenlijke bepaling methodiek indeling werkzoekenden

Aan de in artikel 26, eerste lid, van de Wet SUWI bedoelde administratieve indeling van werkzoekenden ligt een methodiek ten grondslag die in gezamenlijk overleg van de CWI, het UWV en de VNG dan wel burgemeester en wethouders wordt bepaald.

§ 2.2. Uitkeringsintake en overdracht aanvraag door de CWI

Artikel 2.2. Door de belanghebbende te verstrekken gegevens en bewijsstukken

  • 1 De belanghebbende verstrekt aan de CWI in ieder geval:

    • a. bij een aanvraag van bijstand op grond van de WWB of uitkering op grond van de IOAW de gegevens en bewijsstukken die worden opgesomd in de bij deze regeling behorende bijlage I ('Aanvraag WWB/IOAW');

    • b. bij een aanvraag van een uitkering op grond van de WW of een toeslag op grond van de TW de gegevens en bewijsstukken die worden opgesomd in de bij deze regeling behorende bijlage II ('Aanvraag WW/TW').

  • 2 Indien, in het geval van een aanvraag van bijstand op grond van de WWB of uitkering op grond van de IOAW, bij de melding dan wel, in het geval van een aanvraag van een uitkering op grond van de WW of een toeslag op grond van de TW, bij de aangifte van werkloosheid blijkt dat bepaalde gegevens en bewijsstukken reeds aan de CWI, burgemeester en wethouders of het UWV zijn verstrekt, deelt de CWI de belanghebbende mede welke gegevens en bewijsstukken dit betreft. De belanghebbende wordt, voorzover laatstgenoemde gegevens en bewijsstukken naar zijn oordeel onjuist, onvolledig of inconsistent zijn, door de CWI in staat gesteld deze gegevens en bewijsstukken alsnog te verstrekken. Artikel 2.3 is van toepassing op deze alsnog verstrekte gegevens en bewijsstukken.

Artikel 2.3. Onderzoek verstrekte gegevens en bewijsstukken door de CWI

  • 1 De CWI controleert of de belanghebbende alle gegevens en bewijsstukken als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, heeft verstrekt. De CWI vraagt de belanghebbende ontbrekende gegevens en bewijsstukken zo spoedig mogelijk alsnog te verstrekken.

  • 3 Indien op grond van het onderzoek, bedoeld in het tweede lid, gegevens of bewijsstukken naar haar oordeel onjuist, onvolledig of inconsistent zijn, vraagt de CWI de belanghebbende hiervoor een verklaring te geven en stelt hem in staat deze gegevens of bewijsstukken te corrigeren of aan te vullen.

Artikel 2.4. Overdracht aanvraag door de CWI aan de gemeente of het UWV

  • 1 Bij de overdracht van een aanvraag aan burgemeester en wethouders onderscheidenlijk het UWV geeft de CWI aan:

    • a. welke gegevens en bewijsstukken als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, de belanghebbende heeft verstrekt en, voorzover er gegevens of bewijsstukken ontbreken, op welke datum zij hem heeft gevraagd deze alsnog te verstrekken;

    • b. welke gegevens en bewijsstukken reeds eerder aan burgemeester en wethouders onderscheidenlijk het UWV zijn verstrekt als bedoeld in artikel 2.2, tweede lid;

    • c. op welk bewijsstuk een gegeven gebaseerd is;

    • d. per gegeven en bewijsstuk, of het op grond van het onderzoek, bedoeld in artikel 2.3, tweede lid, naar haar oordeel onjuist, onvolledig of inconsistent is, de reden voor dit oordeel en op de vergelijking met welk van de administraties, genoemd in artikel 2.3, tweede lid, het oordeel is gebaseerd;

    • e. welke verklaringen als bedoeld in artikel 2.3, derde lid, de belanghebbende heeft gegeven;

    • f. welke andere waarnemingen zij bij de uitvoering van artikel 28 van de Wet SUWI met betrekking tot de belanghebbende heeft gedaan die relevant kunnen zijn voor de beslissing op de aanvraag door burgemeester en wethouders onderscheidenlijk het UWV;

    • g. op welke datum de melding onderscheidenlijk de aangifte van werkloosheid heeft plaatsgevonden, alsmede op welke datum de aanvraag in ontvangst is genomen en is overgedragen.

  • 2 De CWI draagt alle door de belanghebbende verstrekte gegevens en bewijsstukken of afschriften van de bewijsstukken over aan burgemeester en wethouders onderscheidenlijk het UWV.

Artikel 2.5. Directe doorverwijzing door de CWI naar de gemeente of het UWV

Indien de noodzaak daartoe naar haar oordeel aannemelijk is, verwijst de CWI de belanghebbende, nadat zij hem een lijst met de gegevens en bewijsstukken, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, heeft overhandigd, rechtstreeks door naar burgemeester en wethouders onderscheidenlijk het UWV.

Artikel 2.6. Overeenkomsten tussen de CWI, de gemeente en het UWV

De CWI sluit overeenkomsten met burgemeester en wethouders onderscheidenlijk het UWV over de uitvoering van de artikelen 2.2 tot en met 2.5.

Hoofdstuk 3. Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen

§ 3.2. Verzekerdenadministratie UWV

Artikel 3.4. Nadere begripsbepalingen

In deze paragraaf wordt verstaan onder:

a. arbeidsverhouding:

de rechtsbetrekking tussen een werkgever en een natuurlijk persoon, krachtens welke deze persoon verplicht is, arbeid te verrichten voor die werkgever;

b. jaaropgave:

de jaaropgave, bedoeld in artikel 8 van het Loonadministratiebesluit;

c. melding sociale verzekeringen:

de melding sociale verzekeringen, bedoeld in de artikelen 1 en 4 van het Besluit melding sociale verzekeringen;

d. uitkeringsgerechtigde:

verzekerde die recht heeft op een uitkering krachtens de Ziektewet, de WW, de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen, de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen, de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten, de Tijdelijke wet beperking inkomensgevolgen arbeidsongeschiktheidscriteria, TW of de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening militairen;

e. uitkeringsverhouding:

de rechtsbetrekking ter zake van een recht op uitkering krachtens de Ziektewet, de WW, de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen, de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen, de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten, de Tijdelijke wet beperking inkomensgevolgen arbeidsongeschiktheidscriterium, de TW of de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening militairen, tussen een uitkeringsgerechtigde en het UWV;

f. verzekerde:
g. verzekerdenadministratie:

een systeem, dan wel een geheel van systemen of delen daarvan, door middel waarvan de in deze regeling gedefinieerde gegevens van verzekerden op systematische wijze worden vastgelegd om te kunnen worden geraadpleegd, uitgewisseld en samengevoegd en in onderling verband te kunnen worden gebracht, dat door het UWV wordt beheerd als bedoeld in artikel 33, tweede lid, van de Wet SUWI, zoals die bepaling luidde op de dag voorafgaande aan de datum van inwerkingtreding van artikel 5 van de Invoeringswet Wet financiering sociale verzekeringen;

h. verzekeringsverhouding:

de rechtsbetrekking ter zake van een wettelijke verzekering als bedoeld in artikel 30 van de Wet SUWI, dan wel op grond van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening militairen, tussen een verzekerde en het UWV waarbij hij geregistreerd is als verzekerde;

i. code SZ:

een aanduiding waarmee de wet, op grond waarvan de verzekerings- of uitkeringsverhouding bestaat, wordt aangegeven;

j. overwerk:

arbeid verricht buiten de voor de betrokkene vastgestelde dagelijkse werktijd, voorzover daardoor deze werktijd wordt overschreden;

k. feestdag:

Nieuwjaarsdag, Eerste en Tweede Paasdag, Hemelvaartsdag, Eerste en Tweede Pinksterdag en Eerste en Tweede Kerstdag.

Artikel 3.5. Vastleggen van gegevens

  • 1 Ten behoeve van de uitvoering van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening militairen en de wettelijke regelingen, bedoeld in artikel 30 van de Wet SUWI, worden in de verzekerdenadministratie ten aanzien van elke verzekerde ten minste de volgende gegevens door het UWV vastgelegd:

    • a. persoonsgegeven: sociaal-fiscaal nummer;

    • b. werkgeversgegeven: aansluitingsnummer;

    • c. gegevens van de arbeidsverhouding:

      • 1º. datum aanvang arbeidsverhouding;

      • 2º. datum einde arbeidsverhouding;

    • d. gegevens van de verzekeringsverhouding:

      • 1º. datum aanvang verzekeringsverhouding;

      • 2º. datum einde verzekeringsverhouding;

      • 3º. code SZ verzekeringsverhouding;

    • e. gegevens van de uitkeringsverhouding:

      • 1º. datum aanvang uitkeringsverhouding;

      • 2º. datum einde uitkeringsverhouding;

      • 3º. code SZ uitkeringsverhouding.

  • 2 In de verzekerdenadministratie kunnen door het UWV andere dan de in het eerste lid genoemde gegevens worden vastgelegd als aan de volgende voorwaarden is voldaan:

    • a. de additionele gegevens die in de verzekerdenadministratie worden vastgelegd zijn actueel en betrouwbaar;

    • b. de vastlegging van de additionele gegevens staat een toekomstige uitbreiding van de in het eerste lid genoemde gegevens niet in de weg.

Artikel 3.6. Onderling verband gegevens in verzekerdenadministratie

  • 1 Tussen de in de verzekerdenadministratie opgenomen gegevens moeten ten minste zodanige verbanden kunnen worden gelegd, dat vastgesteld kan worden:

    • a. per verzekerde: welke verzekerings-, arbeids- en uitkeringsverhoudingen van hem zijn geregistreerd en op welke periode deze betrekking hebben;

    • b. per arbeidsverhouding: op welke verzekerde en op welke werkgever die arbeidsverhouding betrekking heeft;

    • c. per verzekeringsverhouding:

      • 1º. op welke verzekerde de verzekeringsverhouding betrekking heeft;

      • 2º. op welke wet de verzekeringsverhouding berust;

    • d. per uitkeringsverhouding:

      • 1º. op welke uitkeringsgerechtigde de uitkeringsverhouding betrekking heeft;

      • 2º. op welke wet de uitkeringsverhouding berust.

  • 2 Het leggen van een verband met een wet gebeurt door aanduiding van de desbetreffende wet met de code SZ-wet.

Artikel 3.7. Bewaren van gegevens

  • 1 Het UWV houdt de gegevens bedoeld in artikel 3.5, onderdelen a tot en met e, gedurende ten minste vijf kalenderjaren na het jaar waarin deze gegevens zijn opgenomen, beschikbaar ten behoeve van raadplegingen.

  • 2 Vanaf het moment dat een verzekerde de leeftijd van 65 jaar bereikt of voor het bereiken van die leeftijd overlijdt, worden de hem betreffende, in de verzekerdenadministratie opgenomen gegevens, gedurende vijf jaren te rekenen vanaf dat moment door het UWV bewaard.

Artikel 3.8. Vulling en onderhoud van de verzekerdenadministratie

  • 1 Het UWV baseert de vulling en het onderhoud van de verzekerdenadministratie op ontvangst, verificatie en verwerking van onder meer de volgende berichten en gegevensstromen:

    • a. de melding sociale verzekering;

    • b. een mededeling als bedoeld in artikel 59 van de Wet SUWI, zoals die bepaling luidde op de dag voorafgaande aan de datum van inwerkingtreding van artikel 5 van de Invoeringswet Wet financiering sociale verzekeringen;

    • c. een schriftelijk verzoek, afkomstig van de verzekerde, tot verbetering, aanvulling of verwijdering van hem betreffende gegevens;

    • d. gegevensverstrekking door de verzekerde naar aanleiding van een aanvraag voor een uitkering;

    • e. de jaaropgave;

    • f. verificatieberichten;

    • g. informatie uit hoofde van een door het UWV verrichte looncontrole of fraude-onderzoek.

  • 2 In afwijking van het bepaalde in het eerste lid vindt de vastlegging van een arbeidsverhouding en verzekeringsverhouding door middel van de berichten bedoeld in de onderdelen b tot en met d en f van het eerste lid plaats zodra het bestaan van de arbeidsverhouding en verzekeringsverhouding wordt aangetoond.

  • 3 De in het eerste lid, onderdelen a tot en met c, bedoelde berichten en gegevensstromen worden bewaard voor een periode van ten minste 5 jaren na afloop van het kalenderjaar waarin de gegevens in de verzekerdenadministratie zijn verwerkt.

Artikel 3.9. Verwerking van gegevens in de verzekerdenadministratie

  • 1 Na ontvangst van de melding sociale verzekering verwerkt het UWV de daaraan te ontlenen gegevens binnen een week in de verzekerdenadministratie.

  • 2 Na ontvangst van de jaaropgave verwerkt het UWV de daaraan te ontlenen gegevens binnen zesentwintig weken in de verzekerdenadministratie.

Artikel 3.10. Verificatie van gegevens

  • 1 Het UWV verifieert de in het tweede lid genoemde gegevens bij de authentieke bron bij de eerste opname van gegevens over de verzekerde in de verzekerdenadministratie en vervolgens, indien daartoe aanleiding is.

  • 2 Voor de in artikel 3.5 bedoelde gegevens gelden als authentieke bron:

    • a. sociaal-fiscaal nummer: de sofi-tabel van de Rijksbelastingdienst;

    • b. gegevens van de arbeidsverhouding: de administratie van de werkgever.

  • 3 Voor de in artikel 3.5 genoemde gegevens waarvoor in het tweede lid geen persoon of instelling als authentieke bron is aangemerkt, geldt als authentieke bron het UWV.

  • 4 De verificatie bij eerste opname van gegevens over de verzekerde vindt plaats binnen vier weken na ontvangst van die gegevens.

Artikel 3.11. Gemeenschappelijke verwijsindex

  • 1 Het UWV houdt in het belang van de gegevensuitwisseling die noodzakelijk is voor de uitvoering van de in artikel 30 Wet SUWI genoemde wetten een gemeenschappelijke verwijsindex op de verzekerdenadministratie in stand.

  • 2 Van de verzekerde, met wie het UWV een verzekeringsverhouding of een uitkeringsverhouding heeft, worden in de gemeenschappelijk verwijsindex, zodanig dat zij direct te raadplegen zijn, ten minste de volgende verwijsgegevens opgenomen:

    • a. het sociaal-fiscaal nummer;

    • b. de aard van de verhouding, waarbij de aard van de uitkeringsverhouding wordt aangeduid met de code SZ-wet;

    • c. gegevens over het UWV-onderdeel en de locatie waar de verhouding is geadministreerd;

    • d. de begindatum van de verhouding;

    • e. de einddatum van de verhouding;

    • f. het dossiernummer, behorend bij de verhouding.

  • 3 Wanneer een verzekerde geen verzekeringsverhouding of uitkeringsverhouding meer heeft met het UWV, blijven de verwijsgegevens ten minste vijf jaar na het einde van de laatste verzekeringsverhouding of uitkeringsverhouding in de gemeenschappelijke verwijsindex bewaard.

§ 3.3. Facultatieve gegevensaanlevering

Artikel 3.12. Verwerking van gegevens

  • 1 Het UWV verwerkt wekelijks gegevens met betrekking tot arbeidskrachten afkomstig van werkgevers die zich in het kader van de uitoefening van hun bedrijf of beroep bezighouden met het ter beschikking stellen van arbeidskrachten.

  • 2 De gegevens, bedoeld in het eerste lid, betreffen:

    • a. het aantal dagen en aantal uren waarop arbeid is verricht;

    • b. het aantal uren waarop overwerk is verricht;

    • c. het aantal uren waarover onverminderde doorbetaling van loon heeft plaatsgevonden in verband met een feestdag;

    • d. het aantal uren waarover onverminderde doorbetaling van loon heeft plaatsgevonden in verband met ziekte als bedoeld in artikel 629 lid 1 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek of verlof op grond van de Wet arbeid en zorg;

    • e. het aantal uren waarop de werknemer geen arbeid heeft verricht en waarover hij onverminderde doorbetaling van zijn loon heeft genoten;

    • f. het kantooradres en telefoonnummer van de werkgever, bedoeld in het eerste lid;

    • g. de resterende aanspraak op vakantie in uren.

Hoofdstuk 4. Reïntegratie

§ 4.1. Persoonsgebonden reïntegratie-overeenkomst en persoonsgebonden reïntegratiebudget

Artikel 4.1. Hoogte persoonsgebonden reïntegratiebudget

De subsidie, bedoeld in artikel 2.7a, eerste lid, onderdeel a, van de Wet Invoering en financiering Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen, en de door het UWV aan het reïntegratiebedrijf of de arbodienst maximaal te vergoeden kosten van de uitvoering van de persoonsgebonden reïntegratieovereenkomst, bedoeld in artikel 2.7a, eerste lid, onderdeel b, van de Wet Invoering en financiering Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen bedragen ten hoogste € 3630,– per cliënt.

§ 4.4. Individuele reïntegratieovereenkomst

Artikel 4.6. Voorwaarden individuele reïntegratieovereenkomst

Het UWV en de overheidswerkgever stellen regels omtrent voorwaarden waaraan een reïntegratiebedrijf, deskundige persoon of arbodienst moet voldoen, alvorens met dat bedrijf, die persoon of die dienst een individuele reïntegratieovereenkomst wordt gesloten.

Die regels hebben in elk geval betrekking op:

  • 1°. uitsluitingsgronden;

  • 2°. kwaliteitseisen;

  • 3°. ervaringseisen.

Artikel 4.7. Inhoud plan

  • 1 Het UWV en de overheidswerkgever kunnen uitsluitend een individuele reïntegratieovereenkomst sluiten indien de aanvraag vergezeld gaat van een door of namens de aanvrager, bedoeld in artikel 4.2, eerste lid, danwel artikel 4.2a, eerste lid, van het Besluit SUWI, opgesteld plan waarin in elk geval zijn opgenomen:

    • 1°. het opleidingsniveau en het sociaal-fiscaalnummer van de aanvrager;

    • 2°. een beschrijving van de werkzaamheden die op grond van de individuele reïntegratieovereenkomst zullen worden verricht;

    • 3°. de verwachte begin- en einddatum van de werkzaamheden die op grond van de individuele reïntegratieovereenkomst zullen worden verricht;

    • 4°. de beroepsactiviteiten die de aanvrager naar verwachting na afloop van die periode kan vervullen;

    • 5°. een opgave van de kosten van de werkzaamheden die op grond van de individuele reïntegratieovereenkomst zullen worden verricht.

  • 2 Het UWV en de overheidswerkgever kunnen een termijn bepalen waarbinnen de aanvrager, bedoeld in het eerste lid, een aanvraag om een individuele reïntegratieovereenkomst kan indienen.

Artikel 4.8. Inhoud van de individuele reïntegratieovereenkomst

In de individuele reïntegratieovereenkomst wordt in elk geval geregeld:

  • a. dat een door het UWV of de overheidswerkgever te bepalen deel van de kosten van de door het reïntegratiebedrijf, de deskundige persoon of de arbodienst verrichte werkzaamheden slechts door het UWV of de overheidswerkgever wordt vergoed indien de persoon, ten behoeve van wie een individuele reïntegratieovereenkomst is gesloten, binnen drie maanden nadat de werkzaamheden bedoeld in dit contract zijn geëindigd het verrichten van arbeid duurzaam heeft hervat, waarbij het UWV of de overheidswerkgever voor personen verschillende definities van duurzame werkhervatting mag hanteren;

  • b. dat het reïntegratiebedrijf, de deskundige persoon of de arbodienst op door het UWV of de overheidswerkgever te bepalen tijdstippen bij het UWV of de overheidswerkgever een rapportage indient waarin een beschrijving is opgenomen van de werkzaamheden die zijn verricht ten behoeve van de inschakeling in het arbeidsproces van de persoon. In de rapportage wordt een prognose voor de resterende periode van het traject beschreven;

  • c. dat de overeenkomst door beide partijen slechts wegens gewichtige redenen tussentijds door opzegging kan worden beëindigd.

Hoofdstuk 5. Financiering, verantwoording en informatievoorziening

§ 5.1. Financiering

Artikel 5.1. Toerekening uitvoeringskosten UWV en SVB

  • 1 De uitvoeringskosten van het UWV komen ten laste van de fondsen, genoemd in artikel 45, tweede lid, van de Wet SUWI, naar de mate waarin deze kosten voor elk fonds kunnen worden toegerekend aan de uitvoering van de wetten waarin deze fondsen worden genoemd.

  • 2 De uitvoeringskosten van de SVB komen ten laste van de fondsen, genoemd in artikel 45, derde lid, van de Wet SUWI, naar de mate waarin deze kosten voor elk fonds kunnen worden toegerekend aan de uitvoering van de wetten waarin deze fondsen worden genoemd.

  • 3 De uitvoeringskosten van het UWV en de SVB die niet met toepassing van het eerste en tweede lid kunnen worden toegerekend, worden zoveel mogelijk met overeenkomstige toepassing van die bepalingen ten laste van de bedoelde fondsen gebracht.

  • 4 Over de toepassing van het eerste tot en met het derde lid overleggen het UWV en de SVB met de minister.

Artikel 5.2. Indiening ontwerpen van begroting, jaarplan en meerjarenbeleidsplan door RWI, CWI, UWV en SVB

  • 1 De RWI, de CWI, het UWV en de SVB dienen ieder jaarlijks vóór 1 juli een ontwerp-begroting en een ontwerp-jaarplan bij de minister in.

  • 2 De CWI, het UWV en de SVB dienen ieder jaarlijks vóór 1 juli tevens een ontwerp-meerjarenbeleidsplan bij de minister in.

Artikel 5.3. Tijdstip aanbieding begroting en jaarplan door RWl, CWI, UWV, SVB en IB en voorlegging aan Staten-Generaal

  • 1 De RWI, de CWI, het UWV, de SVB en het IB bieden ieder hun begroting en hun jaarplan jaarlijks vóór 1 oktober aan de minister aan.

  • 2 De minister brengt het jaarplan van het IB alsmede zijn oordeel daarover, tezamen met de in artikel 46, vierde lid, van de Wet SUWI bedoelde stukken van de RWI, de CWI, het UWV en de SVB, ter kennis van de beide kamers der Staten-Generaal.

Artikel 5.4. Tijdstip aanbieding meerjarenbeleidsplan door CWI, UWV en SVB

De CWI, het UWV en de SVB bieden ieder hun meerjarenbeleidsplan jaarlijks vóór 1 oktober aan de minister aan.

Artikel 5.5. Inhoud jaarplan en meerjarenbeleidsplan

  • 1 De jaarplannen van de CWI, het UWV en de SVB bevatten in elk geval een omschrijving van:

    • a. de wettelijke taken en de andere taken, waarvoor goedkeuring is verleend op grond van artikel 13 van de Wet SUWI;

    • b. de omvang van de beoogde activiteiten, uitgedrukt in resultaten, prestatie-indicatoren en streefwaarden;

    • c. de beoogde migratie- en transformatieactiviteiten in het betrokken jaar;

    • d. de (voorgenomen aanpassingen in de) wijze waarop de doelmatigheid van organisatie en beheer wordt bewaakt;

    • e. (de voorgenomen wijzigingen in) het beleid met betrekking tot het laten verrichten van taken door andere rechtspersonen of natuurlijke personen;

    • f. de voornemens om taken door één of meer andere rechtspersonen of natuurlijke personen te laten verrichten, tenzij het werkzaamheden op het terrein van facilitaire dienstverlening of personeelsbeleid betreft; en

    • g. de wijze waarop de CWI, het UWV en de SVB rekening zullen houden met de toezichtsbevindingen van de minister.

  • 2 Het jaarplan van de RWI bevat in elk geval een omschrijving van:

    • a. de wettelijke taken;

    • b. de omvang van de beoogde activiteiten, met onderbouwing daarvan;

    • c. de (voorgenomen aanpassingen in de) wijze waarop de doelmatigheid van organisatie en beheer wordt bewaakt;

    • d. (de voorgenomen wijzigingen in) het beleid met betrekking tot het laten verrichten van taken door andere rechtspersonen of natuurlijke personen;

    • e. de voornemens om taken door één of meer andere rechtspersonen of natuurlijke personen te laten verrichten, tenzij het werkzaamheden op het terrein van facilitaire dienstverlening of personeelsbeleid betreft; en

    • f. de wijze waarop de RWI rekening zal houden met de toezichtsbevindingen van de minister.

  • 3 Het jaarplan van het IB bevat in elk geval een omschrijving van:

    • a. de wettelijke taken en de andere taken, waarvoor goedkeuring is verleend op grond van artikel 2, tweede lid, van het Besluit Inlichtingenbureau gemeenten;

    • b. de omvang van de beoogde activiteiten, uitgedrukt in doelen, prestatie-indicatoren en streefwaarden;

    • c. de (voorgenomen aanpassingen in de) wijze waarop de doelmatigheid van organisatie en beheer wordt bewaakt;

    • d. (de voorgenomen wijzigingen in) het beleid met betrekking tot het laten verrichten van taken door andere rechtspersonen of natuurlijke personen;

    • e. de voornemens om taken door één of meer andere rechtspersonen of natuurlijke personen te laten verrichten, tenzij het werkzaamheden op het terrein van facilitaire dienstverlening of personeelsbeleid betreft; en

    • f. de wijze waarop het IB rekening zal houden met de toezichtsbevindingen van de minister.

  • 4 De meerjarenbeleidsplannen van de CWI, het UWV en de SVB bevatten in elk geval een omschrijving van de ontwikkelingen die ten aanzien van de in het eerste lid genoemde onderwerpen in de jaren waarop het plan betrekking heeft worden verwacht.

  • 5 De omschrijving van een voornemen als bedoeld in het eerste lid, onderdeel f, het tweede lid, onderdeel e, en het derde lid, onderdeel e, omvat in elk geval de volgende informatie:

    • a. een zodanige beschrijving van de door derden te verrichten werkzaamheden, dat daaruit blijkt in welke relatie deze tot de kerntaken staan;

    • b. de contractduur;

    • c. de volumegegevens en (geraamde) financiële omvang van het contract; en

    • d. indien in verband met de werkzaamheden inzage in of overdracht van cliëntgegevens plaatsvindt: een beschrijving van aard en hoeveelheid daarvan.

Artikel 5.6. De raming van baten en lasten

  • 1 De in de begroting van het UWV en van de SVB op te nemen raming van baten en lasten omvat:

    • a. een specificatie van de geraamde uitvoeringskosten naar diensten en werkprocessen van de wettelijke taken;

    • b. een specificatie van de geraamde uitvoeringskosten wettelijke taken naar personeel (inclusief aantal fte's), automatisering, huisvesting, bureaukosten en overige kosten niet zijnde bestuurskosten;

    • c. een specificatie van de geraamde bestuurskosten, gesplitst naar Raad van bestuur en Raad van advies;

    • d. een specificatie van de geraamde baten per wet naar rijksbijdragen en overige baten, alsmede de geraamde baten toegestane andere taken;

    • e. een specificatie van de geraamde uitvoeringskosten naar diensten en werkprocessen van de toegestane andere taken;

    • f. een specificatie van de geraamde uitvoeringskosten toegestane andere taken naar personeel (inclusief aantal fte's), automatisering, huisvesting, bureaukosten en overige kosten niet zijnde bestuurskosten;

    • g. een afzonderlijke beschrijving van de migratie- en transformatiekosten;

    • h. een prognose van de in de balans opgenomen voorzieningen voor de komende vijf jaar;

    • i. een opgave van de volumes op basis van de door de minister aangegeven macro-economische veronderstellingen;

    • j. een raming van de te verwachten volumeontwikkelingen in de vier jaar volgend op het begrotingsjaar;

    • k. een specificatie van de geraamde kosten van het aangaan van lease-overeenkomsten, gesplitst naar auto’s en inventaris.

  • 2 De in de begroting van de CWI op te nemen raming van baten en lasten omvat:

    • a. een specificatie van de geraamde uitvoeringskosten naar diensten en werkprocessen van de wettelijke taken;

    • b. een specificatie van de geraamde uitvoeringskosten wettelijke taken naar personeel (inclusief aantal fte's), automatisering, huisvesting, bureaukosten en overige kosten niet zijnde bestuurskosten;

    • c. een specificatie van de geraamde bestuurskosten, gesplitst naar Raad van bestuur en Raad van advies;

    • d. een afzonderlijke beschrijving van de transformatiekosten;

    • e. een prognose van de in de balans opgenomen voorzieningen voor de komende vijf jaar;

    • f. een opgave van de volumes op basis van de door de minister aangegeven macro-economische veronderstellingen;

    • g. een raming van de te verwachten volumeontwikkelingen in de vier jaar volgend op het begrotingsjaar;

    • h. een totalisering van de geraamde lasten voor de gehele organisatie;

    • i. een specificatie van de geraamde kosten van het aangaan van lease-overeenkomsten, gesplitst naar auto’s en inventaris.

  • 3 De in de begroting van de RWI op te nemen raming van baten en lasten omvat:

    • a. een specificatie van de geraamde lasten;

    • b. een specificatie van de geraamde uitvoeringskosten wettelijke taken naar personeel (inclusief aantal fte's), automatisering, huisvesting, bureaukosten en overige kosten niet zijnde bestuurskosten;

    • c. een specificatie van de geraamde bestuurskosten;

    • d. een totalisering van de geraamde lasten voor de gehele organisatie;

    • e. een totalisering van de geraamde baten voor de gehele organisatie;

    • f. een opgave van de in de balans opgenomen voorzieningen;

    • g. een specificatie van de geraamde kosten van het aangaan van lease-overeenkomsten, gesplitst naar auto’s en inventaris.

  • 4 De in de begroting van het IB op te nemen raming van baten en lasten omvat:

    • a. een specificatie van de geraamde uitvoeringskosten naar diensten en werkprocessen van de wettelijke taken;

    • b. een specificatie van de geraamde uitvoeringskosten wettelijke taken naar personeel (inclusief aantal fte's), automatisering, huisvesting, bureaukosten, bestuurskosten en overige kosten;

    • c. een afzonderlijke beschrijving van de transformatiekosten;

    • d. een prognose van de in de balans opgenomen voorzieningen voor de komende vijf jaar;

    • e. een totalisering van de geraamde lasten voor de gehele organisatie;

    • f. een specificatie van de geraamde kosten van het aangaan van lease-overeenkomsten, gesplitst naar auto’s en inventaris.

  • 5 De raming van de CWI bevat een afzonderlijke opgave van de kosten van het organisatieonderdeel dat in het bijzonder is belast met het beheer van Suwinet, bedoeld in artikel 6.3, tweede lid. Deze kosten worden in een verdiepingsbijlage nader gespecificeerd.

Artikel 5.7. De raming van inkomsten en uitgaven

De in de begroting van de RWI, de CWI, het UWV, de SVB en het IB op te nemen raming van inkomsten en uitgaven omvat:

  • a. een raming van de verplichtingen die in het begrotingsjaar worden aangegaan en die in dat jaar en in volgende jaren tot uitgaven zullen leiden, alsmede de stand van de verplichtingen die per 1 januari van het begrotingsjaar bestaan en in dat jaar en in volgende jaren tot uitgaven gaan leiden; en

  • b. een raming van de inkomsten die in het begrotingsjaar en in volgende jaren zullen worden ontvangen, alsmede de stand van de vorderingen die per 1 januari van het begrotingsjaar bestaan en in dat jaar en in volgende jaren tot inkomsten gaan leiden.

Artikel 5.8. De raming van investeringsuitgaven

  • 1 De in de begroting van de RWI, de CWI, het UWV, de SVB en het IB op te nemen raming van de investeringsuitgaven omvat:

    • a. een raming van de in het begrotingsjaar voorgenomen investeringsuitgaven en de financiering daarvan; en

    • b. een specificatie van de vaste activa per 1 januari van het begrotingsjaar.

  • 2 De raming wordt gespecificeerd naar:

    • a. ict;

    • b. huisvesting;

    • c. meubilair;

    • d. kantoormachines;

    • e. overige investeringen;

    • f. investeringen niet wettelijke taken.

Artikel 5.9. De toelichting op de begroting

De toelichting bij de begroting bevat een omschrijving van:

  • a. een onderbouwing van de ramingen volgens algemeen aanvaarde normen aan de hand van kostencomponenten en prestatie-indicatoren;

  • b. de gehanteerde kostentoerekeningssystematiek in de gevallen waarin het niet mogelijk is de systematiek van integrale kostprijzen te hanteren;

  • c. de afwegingen die zijn gemaakt ten aanzien van personeel, automatisering, huisvesting en managementfilosofie;

  • d. de gehanteerde loon- en prijsbijstellingsmethodiek;

  • e. de mutaties van meer dan 5 procent en tenminste € 50.000,- ten opzichte van dezelfde begrotingspost van het voorafgaande jaar, naar oorzaak en omvang.

Artikel 5.10. Financiële middelen van SVB en UWV buiten de rekening-courant

[Vervallen per 01-01-2006]

§ 5.1a. Verantwoording

Artikel 5.10a. Jaarverslag, kwartaalverslagen en jaarrekening van CWI, UWV en SVB

  • 3 Het jaarverslag, de kwartaalverslagen en de jaarrekening van de CWI bestaan uit twee afzonderlijke delen, waarvan één deel uitsluitend betrekking heeft op het in artikel 6.3, tweede lid, bedoelde organisatieonderdeel en het andere deel op de CWI met uitzondering van het bedoelde organisatieonderdeel.

  • 4 De delen van het jaarverslag en de kwartaalverslagen die betrekking hebben op het in artikel 6.3, tweede lid, bedoelde organisatieonderdeel bevatten in elk geval een omschrijving van de onderwerpen die zijn genoemd in de bij deze regeling behorende bijlage XX.

§ 5.1b. Accountantscontrole

Artikel 5.10b. Begrippen

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
  • 1 Voor de toepassing van deze paragraaf wordt verstaan onder:

    • a. getrouwheid: de overeenstemming van de in de verantwoording opgenomen informatie met de werkelijkheid;

    • b. rechtmatigheid: de overeenstemming van de totstandkoming van de baten en lasten met de wet- en regelgeving;

    • c. doelmatigheid: de relatie tussen de prestaties en de ingezette middelen;

    • d. fout: totstandkoming van baten en lasten niet in overeenstemming met de wet- en regelgeving;

    • e. financiële fout: een fout die financiële consequenties heeft;

    • f. formele fout: een fout die geen financiële consequenties heeft;

    • g. onzekerheden: de baten en lasten waarover de accountant geen toereikende controle-informatie heeft verkregen als gevolg van leemten in de administratieve organisatie en/of interne controle;

    • h. auditrisico: het inherent beleids- en bedrijfsvoeringsrisico, het intern beheersingsrisico en het detectierisico tezamen;

    • i. goedkeuringstolerantie: het bedrag van de financiële fouten en het bedrag van de onzekerheden blijkend uit de accountantscontrole van de jaarrekening, dat een goedkeurende verklaring bij de jaarrekening niet in de weg staat, waartoe elk van deze bedragen wordt gedeeld door de bijbehorende omvangsbasis;

    • j. omvangsbasis: de totale baten, of totale lasten, of de som van baten en lasten voor de jaarrekening als geheel, respectievelijk per wet voor de bevindingen per wet.

  • 2 Deze paragraaf is van toepassing op de accountantscontrole bij de jaarrekening die wordt opgesteld door het UWV, de CWI, de SVB, de RWI en het IB.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2007, 44, datum inwerkingtreding 04-03-2007, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2006.

Begrippen

1 Voor de toepassing van deze paragraaf wordt verstaan onder:

  • a. getrouwheid: de overeenstemming van de in de verantwoording opgenomen informatie met de werkelijkheid;

  • b. financiële rechtmatigheid: de overeenstemming van de totstandkoming van de baten en lasten en de balans met de in Europese regelgeving, Nederlandse wetten, algemene maatregelen van bestuur, ministeriële regelingen, andere algemeen verbindende voorschriften en beleidsregels die in de Staatscourant zijn gepubliceerd, opgenomen bepalingen die de uitkomst van een financiële transactie kunnen beïnvloeden;

  • c. doelmatigheid: de relatie tussen de prestaties en de ingezette middelen;

  • d. financiële fout: een fout die financiële consequenties heeft;

  • e. onzekerheden: de baten en lasten waarover de accountant geen toereikende controle-informatie heeft verkregen als gevolg van leemten in de administratieve organisatie of interne controle of ontoereikend beleid ter voorkoming en bestrijding van misbruik en oneigenlijk gebruik;

  • f. auditrisico: het inherente risico, het interne beheersingsrisico en het ontdekkingsrisico tezamen;

  • g. goedkeuringstolerantie: het bedrag van de financiële fouten respectievelijk het bedrag van de onzekerheden blijkend uit de accountantscontrole van de jaarrekening, dat een goedkeurende verklaring bij de jaarrekening niet in de weg staat;

  • h. omvangsbasis: de totale baten, of totale lasten, of de som van baten en lasten voor de jaarrekening als geheel, respectievelijk per wet voor de bevindingen per wet;

  • i. bedrijfsvoeringsparagraaf: onderdeel van het jaarverslag waarin, mede gebaseerd op risicoanalyse, verantwoording wordt afgelegd over de bedrijfsvoering.

2 Deze paragraaf is van toepassing op de accountantscontrole bij de jaarrekening die wordt opgesteld door het UWV, de CWI, de SVB, de RWI en het IB.

Artikel 5.10c. Het onderzoek

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
  • 1 De accountant stelt ten behoeve van zijn onderzoek een controleplan en werkprogramma’s op waarin hij de opzet en de wijze van uitvoering van het onderzoek en de daarbij gehanteerde normen vastlegt.

  • 2 De accountant sluit bij zijn onderzoek zoveel mogelijk aan bij de ontwikkelingen en regels die gelden voor de rijksoverheid.

  • 3 De accountant verricht de werkzaamheden met het oog op de afgifte van de verklaring zodanig dat daarbij een auditrisico van maximaal vijf procent per onderzochte massa is gewaarborgd.

  • 4 De accountant onderzoekt of de voorgeschreven informatie in de jaarrekening is opgenomen en of deze informatie niet strijdig is met die in het jaarverslag.

  • 5 De accountant onderzoekt de getrouwheid van de jaarrekening en of opgedragen wettelijke taken rechtmatig en doelmatig zijn uitgevoerd. Daarbij stelt de accountant tevens de controlebevindingen per wet vast.

  • 6 De omvangsbasis per wet wordt op overeenkomstige wijze als voor de omvangsbasis voor de jaarrekening als geheel bepaald. Bij het bepalen van de omvang van de controle op het niveau van een wet houdt de accountant rekening met de volgende toleranties in verhouding tot de gehanteerde omvangsbasis:

    • a. wet < € 50 miljoen: tolerantie = 10%;

    • b. wet > € 50 miljoen en ≤ € 500 miljoen: tolerantie = € 5 miljoen;

    • c. wet > € 500 miljoen: tolerantie = 1%.

  • 7 De accountant onderzoektbij de rechtmatigheid ook het door de desbetreffende rechtspersoon gevoerde beleid ter voorkoming en bestrijding van misbruik en oneigenlijk gebruik.

  • 8 Het bestaan van risico’s met betrekking tot misbruik en oneigenlijk gebruik is geen belemmering voor een goedkeurende accountantsverklaring indien:

    • a. sprake is van een, de mogelijkheden en omstandigheden in aanmerking genomen, toereikend beleid ter voorkoming en bestrijding van misbruik en oneigenlijk gebruik, en

    • b. dat beleid ook voldoende wordt uitgevoerd, en

    • c. de desondanks nog bestaande onzekerheid toereikend in de verantwoording is toegelicht.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2007, 44, datum inwerkingtreding 04-03-2007, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2006.

Het onderzoek

1 De accountant stelt ten behoeve van zijn onderzoek een controleplan en werkprogramma’s op waarin hij de opzet en de wijze van uitvoering van het onderzoek en de daarbij gehanteerde normen vastlegt.

2 De accountant sluit bij zijn onderzoek aan bij de regels die gelden voor de accountantscontrole voor de rijksoverheid tenzij in deze regeling afwijkingen zijn vastgelegd.

3 De accountant verricht de werkzaamheden met het oog op de afgifte van de verklaring zodanig dat daarbij een auditrisico van vijf procent per onderzochte omvangsbasis is gewaarborgd.

4 De accountant onderzoekt of de voorgeschreven informatie in de jaarrekening is opgenomen en of de informatie in het jaarverslag niet strijdig is met deze informatie.

5 De accountant onderzoekt de getrouwheid van de in het jaarverslag opgenomen jaarrekening alsmede van de in de bedrijfsvoeringsparagraaf opgenomen rapportage over de rechtmatigheid.

6 De accountant stelt de controlebevindingen vast van de uitvoering van de in de artikelen 30, eerste lid, onderdelen a, h en i, en 34, eerste lid, onderdelen a, d en e, van de Wet SUWI genoemde taken, voor zover het gaat om de uitvoering van wettelijke regelingen waarin uitkeringen of voorzieningen worden toegekend en waarvan de kosten ten laste komen van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, of de fondsen, bedoeld in artikel 1, onderdelen f, g, j tot en met n en w, van de Wfsv.

7 De omvangsbasis wordt voor elk van de taken, bedoeld in het zesde lid, op overeenkomstige wijze als voor de omvangsbasis voor de jaarrekening als geheel bepaald. Bij het bepalen van de omvang van de controle op het niveau van een wet houdt de accountant rekening met de volgende toleranties in verhouding tot de gehanteerde omvangsbasis:

  • a. wet ≤ € 50 miljoen: tolerantie = 10%;

  • b. wet > € 50 miljoen en < € 500 miljoen: tolerantie = € 5 miljoen;

  • c. wet ≥ € 500 miljoen: tolerantie = 1%.

8 De accountant onderzoekt de doelmatigheid van het beheer en de organisatie.

Artikel 5.10d. De verklaring

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
  • 1 Ten behoeve van zijn verklaring bepaalt de accountant de omvang van financiële fouten en onzekerheden als volgt:

    • a. financiële fouten en onzekerheden in de baten als percentage van de totale baten;

    • b. financiële fouten en onzekerheden in de lasten als percentage van de totale lasten, en

    • c. financiële fouten en onzekerheden in de baten en lasten tezamen als percentage van de som van baten en lasten.

  • 2 De accountant toetst de hoogste van de drie financiële foutpercentages en drie onzekerheidspercentages, bedoeld in het eerste lid, aan de in onderstaande tabel opgenomen toleranties en baseert daarop de strekking van zijn verklaring.

    Goedkeurings-toleranties

    goedkeurende verklaring

    verklaring met beperking

    verklaring met oordeel-onthouding

    afkeurende verklaring

    Financiële fouten in de verantwoording

    ≤ 1%

    > 1% en ≤ 3%

     

    > 3%

    onzekerheden in de controle

    ≤ 3%

    > 3% en ≤ 10%

    > 10%

     
  • 3 De accountantsverklaring wordt opgesteld overeenkomstig de modellen die zijn opgenomen in bijlage XXI behorende bij deze regeling.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2007, 44, datum inwerkingtreding 04-03-2007, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2006.

De verklaring

1 Ten behoeve van zijn verklaring bepaalt de accountant de omvang van financiële fouten en onzekerheden die het getrouwe beeld van de jaarrekening en de daarbij behorende financiële toelichtingen dan wel het getrouwe beeld van de rechtmatigheidsinformatie in de bedrijfsvoeringsparagraaf aantasten.

2 Voor wat betreft de financiële fouten en onzekerheden die het getrouwe beeld van de jaarrekening en de daarbij behorende financiële toelichtingen aantasten, bepaalt de accountant de omvang als volgt:

  • a. financiële fouten en onzekerheden in de baten als percentage van de totale baten;

  • b. financiële fouten en onzekerheden in de lasten als percentage van de totale lasten, en

  • c. financiële fouten en onzekerheden in de baten en lasten tezamen als percentage van de som van baten en lasten.

3 De accountant toetst de hoogste van de drie financiële foutpercentages en drie onzekerheidspercentages, bedoeld in het tweede lid, aan de in onderstaande tabel opgenomen toleranties en baseert daarop de strekking van zijn verklaring.

Goedkeuringstoleranties

Goedkeurende verklaring

Verklaring met beperking

Verklaring met oordeelonthouding

Afkeurende verklaring

Financiële fouten in de verantwoording

≤ 1%

> 1% en ≤ 3%

 

> 3%

Onzekerheden in de controle

≤ 3%

> 3% en ≤ 10%

> 10%

 

4 Bij de bepaling van de strekking van de uiteindelijke accountantsverklaring weegt de accountant het getrouwe beeld van de jaarrekening en de rechtmatigheidsrapportage in de bedrijfsvoeringsparagraaf, waaronder de getrouwheid van de rapportage over het gevoerde beleid ter voorkoming en bestrijding van misbruik en oneigenlijk gebruik. Voor de getrouwheid van de rechtmatigheidsrapportage geldt geen kwantitatieve goedkeuringstolerantie.

5 De accountantsverklaring wordt opgesteld overeenkomstig de modellen die zijn opgenomen in bijlage XXII behorende bij deze regeling.

Artikel 5.10e. Het verslag van bevindingen

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
  • 1 Het UWV, de CWI, de SVB, de RWI en het IB dragen er zorg voor dat de minister door middel van het verslag van bevindingen inzicht wordt geboden in de belangrijkste uitkomsten van de controlewerkzaamheden van de accountant, in elk geval met betrekking tot:

    • a. fouten en onzekerheden voor de bepaling van de strekking van de accountantsverklaring, te onderscheiden in:

      • 1°. financiële fouten en onzekerheden in de jaarrekening als geheel, onderverdeeld in baten, lasten en baten en lasten tezamen;

      • 2°. financiële fouten wegens ten onrechte niet uitgevoerde herstelplannen, binnen de bedragen aan financiële fouten in de jaarrekening als geheel zoals opgenomen onder 1°;

      • 3°. formele fouten in de jaarrekening als geheel;

    • b. overige fouten en onzekerheden die niet worden gehanteerd voor de bepaling van de strekking van de accountantsverklaring, te onderscheiden in:

      • 1°. financiële fouten en onzekerheden per wet, onderverdeeld in baten, lasten en baten en lasten tezamen;

      • 2°. formele fouten per wet;

    • c. de doelmatigheid van het beheer en de organisatie;

    • d. het jaarverslag, voor wat betreft:

      • 1°. de prestatie-indicatoren;

      • 2°. de mededeling inzake de bedrijfsvoering;

      • 3°. herstelplannen voor niet-rechtmatige beschikkingen uit voorgaande verslagjaren;

      • 4°. de overwegingen om geen herstelplan uit te voeren.

  • 2 De accountant hanteert bij zijn controlewerkzaamheden als toetsingskader voor de onderdelen, genoemd in het eerste lid:

    • bij a. de rechtmatigheid en de getrouwheid;

    • bij b. de rechtmatigheid en de getrouwheid;

    • bij c. de ordelijke en controleerbare totstandkoming;

    • bij d. de ordelijke en controleerbare totstandkoming, voor de prestatie-indicatoren tevens de getrouwheid als in de gegeven omstandigheden is vereist.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2007, 44, datum inwerkingtreding 04-03-2007, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2006.

Het verslag van bevindingen

1 Het UWV, de CWI, de SVB, de RWI en het IB dragen er zorg voor dat de minister door middel van het verslag van bevindingen inzicht wordt geboden in de belangrijkste uitkomsten van de controlewerkzaamheden van de accountant, in elk geval met betrekking tot:

  • a. fouten en onzekerheden voor de bepaling van de strekking van de accountantsverklaring;

  • b. overige fouten en onzekerheden die niet worden gehanteerd voor de bepaling van de strekking van de accountantsverklaring;

  • c. de doelmatigheid van het beheer en de organisatie;

  • d. het jaarverslag, voor wat betreft de prestatie-indicatoren;

  • e. het jaarverslag, voor wat betreft de bedrijfsvoeringsparagraaf.

2 De accountant hanteert bij zijn controlewerkzaamheden als toetsingskader voor de onderdelen, genoemd in het eerste lid:

bij a. de getrouwheid;

bij b. de getrouwheid;

bij c. de ordelijke en controleerbare totstandkoming;

bij d. de ordelijke, controleerbare en deugdelijke totstandkoming voor wat betreft de prestatie-indicatoren;

bij e. de ordelijke en controleerbare totstandkoming van de bedrijfsvoeringsparagraaf en de getrouwheid voor wat betreft de rechtmatigheidsrapportage in de bedrijfsvoeringsparagraaf.

§ 5.2. Informatievoorziening

§ 5.2.1. Informatieverstrekking CWI, UWV en SVb aan de minister en de IWI

Artikel 5.11. Basisgegevens

  • 1 De CWI, het UWV en de SVB dragen zorg voor de elektronische beschikbaarheid van ten minste de basisgegevens die zijn opgenomen in de bij deze regeling behorende bijlagen III, V en VII ten behoeve van de minister en de IWI, voorzover die gegevens noodzakelijk zijn voor het toezicht en de andere taken van de minister.

  • 2 De CWI, het UWV en de SVB dragen er zorg voor dat de gegevens, bedoeld in het eerste lid, ieder kwartaal worden geactualiseerd en binnen zes weken na afronding van ieder kwartaal direct leverbaar zijn.

  • 3 De CWI, het UWV en de SVB dragen er zorg voor dat de gegevens, bedoeld in het eerste lid, voorzover zij zijn verwerkt voor de uitvoering van de aan de CWI, het UWV en de SVB opgedragen taken, tenminste vijf jaar worden bewaard nadat de taak ten aanzien van de geregistreerde persoon is geëindigd.

  • 4 Na afloop van de termijn, bedoeld in het derde lid, bewaren de CWI, het UWV en de SVB de gegevens slechts ten behoeve van historische of wetenschappelijke doeleinden.

Artikel 5.12. Periodieke informatieverstrekking

  • 1 De CWI, het UWV en de SVB verstrekken ten behoeve van de beleidsvorming aan de minister de informatie, bedoeld in de bij deze regeling behorende bijlagen IV, onder b, VI, onder b, en VIII, onder b, op de daarbij telkens aangegeven tijdstippen.

  • 2 Uiterlijk binnen zes weken na het verstrijken van elke maand verstrekt het UWV ten behoeve van de beleidsvorming aan de minister de in de bij deze regeling behorende bijlage VI, onder c, genoemde maandcijfers.

  • 3 Uiterlijk op 1 februari, 1 juli en 1 november van ieder kalenderjaar verstrekken het UWV en de SVB aan de minister een rapportage over de door hen beheerde fondsen op de wijze als in de bijlagen VI, onder d, en VIII, onder c, is aangegeven.

  • 4 Binnen zes maanden na afloop van elk kalenderjaar verstrekken het UWV en de SVB aan de minister de in de bij deze regeling behorende bijlage VI, onder e, respectievelijk bijlage VIII, onder d, genoemde statistische rapportages.

Artikel 5.13. Jaarlijkse informatieverstrekking voor de Rijksbegroting

De SVB verstrekt jaarlijks aan de minister in mei een gedetailleerde raming van het aantal personen dat een uitkering ontvangt krachtens de Algemene Ouderdomswet, de Algemene nabestaandenwet, de Algemene Kinderbijslagwet en de Regeling tegemoetkoming onderhoudskosten thuiswonende gehandicapte kinderen 2000.

Artikel 5.14. Informatieverstrekking aan derden

  • 1 Op verzoek van de minister respectievelijk de IWI verstrekken de CWI, het UWV en de SVB gegevens en informatie aan personen of instanties die in zijn opdracht of met zijn instemming onderzoek of analyses uitvoeren.

  • 2 Op verzoek van de minister respectievelijk de IWI verstrekken de CWI, het UWV en de SVB gegevens en informatie aan personen of instanties die in zijn opdracht bewerker zijn van de gegevens uit deze regeling.

  • 3 Op verzoek van de minister verstrekken de CWI, het UWV en de SVB informatie aan door hem aangewezen internationaalrechtelijke organisaties.

  • 4 Op verzoek van de minister verstrekt het UWV gegevens en informatie aan de minister van Binnenlands Zaken en Koninkrijksrelaties. Het UWV levert in ieder geval binnen zes weken na afloop van elk kwartaal de in bijlage IX genoemde rapportages en jaarlijks, binnen drie maanden na afloop van het jaar, de in bijlage IX genoemde bestanden.

  • 5 De CWI, het UWV en de SVB plegen overleg met de personen of instanties, bedoeld in het eerste, tweede, derde en vierde lid, over de inhoud, de vorm, de wijze en het tijdstip waarop de informatieverstrekking, bedoeld in het eerste, tweede, derde en vierde lid, plaatsvindt.

  • 6 De minister en de IWI dragen er zorg voor, dat de personen en instanties, bedoeld in het eerste, tweede, derde en vierde lid, van de CWI, het UWV en de SVB niet meer gegevens en informatie krijgen dan noodzakelijk is voor de uitvoering van het onderzoek dan wel voor de taak ten behoeve waarvan bedoelde personen of instanties de gegevens en informatie ontvangen en overleggen met de CWI, het UWV en de SVB over de wijze waarop dit kan worden bereikt.

Artikel 5.15. Openbaarmaking onderzoeksrapporten en statistische rapportages

  • 1 De CWI, het UWV en de SVB brengen rapporten over onderzoek dat door of in opdracht van de uitvoeringsorganisatie is uitgevoerd, ter kennis van de minister. De rapporten over onderzoeken, waarvan de minister niet reeds op de hoogte was of kon zijn, worden uiterlijk twee weken voor openbaarmaking aan de minister verstrekt.

  • 2 De CWI, het UWV en de SVB maken rapporten met informatie als bedoeld in artikel 5.12 en artikel 5.14, eerste lid, niet eerder dan twee dagen na verstrekking aan de minister, openbaar.

  • 3 In geval van de openbaarmaking, bedoeld in dit artikel, wordt de minister uiterlijk 48 uur voor de verwachte publicatietermijn geïnformeerd over de wijze waarop dit zal plaatsvinden.

  • 4 De minister kan op verzoek van de CWI, het UWV en de SVB toestaan, dat van de termijnen, bedoeld in dit artikel wordt afgeweken.

ArtikelKwaliteit van de informatievoorziening 5.16

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
  • 1 De CWI, het UWV en de SVB dragen zorg voor een deugdelijke administratie en organisatie, waaronder begrepen dusdanige procedures en voorzieningen dat er, mede gelet op de stand van de kennis op het terrein van de kwaliteitszorg, voldoende waarborgen aanwezig zijn voor:

    • a. het kunnen voldoen aan de informatieverplichtingen, bedoeld in § 5.2.1;

    • b. tijdige verstrekking van gegevens en informatie;

    • c. voldoende actualiteit en betrouwbaarheid van gegevens en informatie;

    • d. continuïteit van de verstrekking en opslag van gegevens en informatie.

  • 2 De CWI, het UWV en de SVB rapporteren uiterlijk tegelijk met het jaarverslag over de kwaliteit van de informatievoorziening en de wijze waarop deze gewaarborgd.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2007, 44, datum inwerkingtreding 04-03-2007, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2006.

1 De CWI, het UWV en de SVB dragen zorg voor een deugdelijke administratie en organisatie, waaronder begrepen dusdanige procedures en voorzieningen dat er, mede gelet op de stand van de kennis op het terrein van de kwaliteitszorg, voldoende waarborgen aanwezig zijn voor:

  • a. het kunnen voldoen aan de informatieverplichtingen, bedoeld in § 5.2.1;

  • b. tijdige verstrekking van gegevens en informatie;

  • c. voldoende actualiteit;

  • d. het voldoen aan het normenkader voor de betrouwbaarheid van de niet-financiële informatie zoals opgenomen in de bij deze regeling behorende bijlage XVII (‘Normenkader betrouwbaarheid niet-financiële informatie’);

  • e. continuïteit van de verstrekking en opslag van gegevens en informatie.

2 De CWI, het UWV en de SVB rapporteren in de bedrijfsvoeringsparagraaf in het jaarverslag over de kwaliteit van de informatievoorziening en over de wijze waarop deze is gewaarborgd.

Artikel 5.17. Stukken Raad van bestuur en Raad van advies

  • 1 De CWI, het UWV en de SVB verstrekken de agenda en een verkort verslag van de vergaderingen van de Raad van bestuur en de Raad van advies aan de minister en de IWI.

  • 2 De stukken voor de Raden van bestuur en de Raden van advies worden op verzoek binnen drie dagen na agendering aan de minister en de IWI ter beschikking gesteld.

Artikel 5.17a. Melding van belangrijke voornemens tot uitbesteding

  • 1 De CWI, het UWV, de SVB, de RWI en het IB stellen de minister en de IWI zo spoedig mogelijk in kennis van hun voornemens tot het door één of meer andere rechtspersonen of natuurlijke personen laten verrichten van werkzaamheden op het terrein van facilitaire dienstverlening of personeelsbeleid, indien het zwaarwegend karakter ervan daartoe naar hun oordeel aanleiding geeft.

  • 2 Een kennisgeving als bedoeld in het eerste lid omvat in elk geval de volgende informatie:

    • a. een zodanige beschrijving van de door derden te verrichten werkzaamheden, dat daaruit blijkt in welke relatie deze tot de kerntaken staan;

    • b. de contractduur;

    • c. de volumegegevens en (geraamde) financiële omvang van het contract; en

    • d. indien in verband met de werkzaamheden inzage in of overdracht van cliëntgegevens plaatsvindt: een beschrijving van aard en hoeveelheid daarvan.

Artikel 5.18. Wijziging informatieverstrekking

De minister wijzigt de bepalingen in deze paragraaf en de daarbij behorende bijlagen slechts na overleg met de CWI, het UWV en de SVB.

§ 5.2.2. Informatieverstrekking aan de RWI

Artikel 5.19. Informatieverstrekking door CWI, UWV, SVB en colleges van burgemeester en wethouders

  • 2 De minister kan nader bepalen dat de informatieverstrekking, bedoeld in het eerste lid, zal plaatsvinden door zijn tussenkomst.

  • 3 De colleges van burgemeester en wethouders verstrekken aan de RWI, door tussenkomst van de minister, de in de bij deze regeling behorende bijlage X opgenomen informatie, die de RWI nodig heeft voor de uitvoering van zijn taak, en die betrekking hebben op de uitvoering van de Wet SUWI en andere wetten.

  • 4 De gegevens, bedoeld in het eerste lid, zijn zodanig, dat natuurlijke personen niet geïdentificeerd of identificeerbaar zijn.

  • 5 De in dit artikel genoemde informatieverstrekkingen vinden kosteloos plaats.

  • 6 De CWI, het UWV en de SVB stellen de RWI in kennis van de onderzoeken, die door hen of in hun opdracht zijn uitgevoerd.

Artikel 5.20. Nadere bepalingen voor informatieverstrekking

  • 2 Artikel 5.18 is van overeenkomstige toepassing ten aanzien van wijziging van deze paragraaf.

  • 3 De RWI kan de CWI, het UWV, de SVB en de colleges van burgemeester en wethouders verzoeken andere informatie dan bedoeld in artikel 5.19 te verstrekken, die hij nodig heeft voor de uitvoering van zijn taak en daarbij aangeven op welke wijze en op binnen welke termijn die informatie worden verstrekt.

§ 5.2.3. Informatieverstrekking IB aan de minister en de IWI

Artikel 5.21. Reguliere informatieverstrekking IB

  • 1 Binnen zes weken na afloop van elk kwartaal verstrekt het IB de minister een overzicht van de gegevens die zijn opgenomen in de bijlage XI, behorende bij deze regeling.

    Het kwartaalverslag bevat in elk geval een omschrijving van de onderwerpen die zijn genoemd in onderdeel a van bijlage XI.

  • 2 Het jaarverslag van het IB bevat in elk geval een omschrijving van de onderwerpen die zijn genoemd in onderdeel a van bijlage XI.

§ 5.2.4. Rapportage gegevensverwerking

Artikel 5.22. Verantwoording gegevensverwerking

  • 1 De CWI, het UWV, de SVB en het IB rapporteren vóór 15 maart van elk jaar over de opzet en werking van het stelsel van maatregelen en procedures, gericht op het waarborgen van een exclusieve, integere, beschikbare en controleerbare gegevensverwerking.

  • 2 De rapportage wordt vergezeld van een oordeel en een rapport van bevindingen van een tot de Nederlandse Orde van Register EDP-Auditors toegelaten persoon.

§ 5.2.5. Kennisgeving besluiten CWI, UWV en SVB aan de IWI

Artikel 5.23. Aanwijzing voor te leggen besluiten CWI, UWV en SVB

  • 1 De CWI, het UWV en de SVB brengen hun besluiten van algemene strekking binnen twee weken na vaststelling schriftelijk ter kennis van de IWI.

  • 2 Het eerste lid is niet van toepassing ten aanzien van besluiten die goedkeuring van de minister behoeven.

Hoofdstuk 6. Suwinet en IB

§ 6.1. Suwinet

Artikel 6.1. Functies Suwinet

Suwinet biedt de Suwinet-partijen de mogelijkheid:

  • a. bij elkaar gegevens te raadplegen en over te nemen in de eigen administratie, genoemd inkijken;

  • b. elkaar gegevens, documenten of andere informatie te verstrekken, genoemd meldingen versturen.

Artikel 6.2. Gegevensregister SUWI

  • 2 In het Gegevensregister SUWI worden eveneens de berichten, te weten de specifieke gegevens, documenten of andere informatie die met behulp van de mogelijkheden, bedoeld in artikel 6.1, worden verstrekt, vastgelegd. Hierbij wordt per bericht bepaald:

    • a. welke gegevens, documenten of andere informatie er onderdeel van zijn;

    • b. tussen welke Suwinet-partijen het wordt uitgewisseld;

    • c. in welke gevallen de uitwisseling plaatsvindt.

Artikel 6.3. Beheer en Stelselontwerp Suwinet

  • 1 De CWI voert ten behoeve van Suwinet de volgende beheertaken uit:

    • a. de inrichting van een centrale elektronische voorziening;

    • b. de inrichting van een gemeenschappelijk faciliteit voor de toegangsbeveiliging;

    • c. de ondersteuning van de Suwinet-partijen bij het beheer en gebruik van Suwinet;

    • d. het, na overleg met de Suwinet-partijen, doen van voorstellen aan de Minister over de wijziging van deze paragraaf.

  • 2 De CWI belast een afzonderlijk en herkenbaar organisatieonderdeel met de taken, bedoeld in het eerste lid.

  • 3 De Suwinet-partijen voeren ten behoeve van het beheer en gebruik van onderdelen van Suwinet de volgende taken uit:

    • a. de inrichting van een decentrale elektronische voorziening, waaronder een Personenverwijsbestand en, met behulp van de faciliteit, bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, een toegangsmachtigingsadministratie;

    • b. de aansluiting van de decentrale elektronische voorziening op de centrale elektronische voorziening, bedoeld in het eerste lid, onderdeel a;

  • 4 In de bij deze regeling behorende bijlage XIII (`Stelselontwerp Suwinet 1.0') wordt beschreven op welke wijze en volgens welke specificaties het organisatieonderdeel, bedoeld in artikel 6.3, tweede lid, en de Suwinet-partijen invulling geven aan het eerste lid onderscheidenlijk het derde lid.

Artikel 6.4. Beveiliging Suwinet

  • 1 De Suwinet-partijen dragen zorg voor de beveiliging van de gegevensuitwisseling tegen inbreuken op de beschikbaarheid, de integriteit en de vertrouwelijkheid, overeenkomstig hetgeen over de voor het stelsel van maatregelen en procedures te hanteren normen wordt bepaald in de bij deze regeling behorende bijlage XIV (`Beveiliging Suwinet 1.0').

  • 2 De Suwinet-partijen geven ieder in een beveiligingsplan aan op welke wijze zij invulling geven aan het eerste lid.

  • 3 Artikel 5.22 is van overeenkomstige toepassing op het gebruik en de inrichting van Suwinet.

§ 6.2. IB

Artikel 6.5. Aansluitvoorwaarden gemeenten op IB

In de bij deze regeling behorende bijlage XV (`Aansluitvoorwaarden gemeenten op IB 1.0') wordt bepaald op welke wijze en op welk tijdstip de elektronische gegevensuitwisseling tussen burgemeester en wethouders en het IB plaatsvindt.

Artikel 6.6. Ontwerp elektronische voorzieningen IB

In de bij deze regeling behorende bijlage XVI (‘Ontwerp elektronische voorzieningen IB 2.0’) wordt, in aanvulling op het gestelde in de bijlage XIII (`Stelselontwerp Suwinet 1.0'), bedoeld in artikel 6.3, vierde lid, bepaald:

  • a. op welke wijze de gegevensverstrekking, bedoeld in artikel 3 van het Besluit Inlichtingenbureau gemeenten, plaatsvindt;

  • b. welke gegevens worden verstrekt;

  • c. in welke gevallen de verstrekking gebeurt;

  • d. hoelang de gegevens worden bewaard.

Artikel 6.7. Overgangsbepaling aansluiting gemeenten op IB en Suwinet

[Vervallen per 06-09-2006]

Artikel 6.8. Verstrekking van gegevens over detentie via IB

Tot uiterlijk 1 januari 2007 worden opgaven en inlichtingen als bedoeld in artikel 64, eerste lid, onderdeel k, van de WWB, artikel 45, eerste lid, onderdeel j, van de IOAW en artikel 45, eerste lid, onderdeel k, van de IOAZ door het college van burgemeester en wethouders en de Minister van Justitie door tussenkomst van het Inlichtingenbureau gevraagd onderscheidenlijk verstrekt.

Hoofdstuk 7. Overgangsbepalingen en afwijkingen van de Wet SUWI en van het Besluit Inlichtingenbureau gemeenten i.v.m. invoering

Artikel 7.3. Overgangsbepalingen i.v.m. hoofdstuk 4 Wet SUWI

[Vervallen per 01-01-2006]

Artikel 7.3a. Overgangsbepaling aanvragen Toeslagenwet

In afwijking van de artikelen 21, onderdeel f, 28, eerste lid, en 29 van de Wet SUWI en van artikel 46, onderdeel C, van de Invoeringswet SUWI, voorzover het betreft artikel 11, tweede lid, van de Toeslagenwet, wordt de aanvraag van een toeslag op grond van de Toeslagenwet ingediend bij het UWV indien het een aanvraag betreft tot toekenning van een toeslag in aanvulling op een uitkering op grond van de Werkloosheidswet waarvan de aanvraag is of wordt behandeld door het UWV.

Artikel 7.5. Overgangsbepalingen i.v.m. hoofdstuk 7 Wet SUWI

[Vervallen per 01-01-2006]

Artikel 7.6. Overgangsbepaling i.v.m. hoofdstuk 8 Wet SUWI en het Besluit Inlichtingenbureau gemeenten m.b.t. begrotingen, budgetvaststelling, jaarplannen en meerjarenbeleidsplannen

[Vervallen per 01-01-2006]

Artikel 7.7. Overgangsbepalingen i.v.m. hoofdstuk 8 Wet SUWI

[Vervallen per 01-01-2006]

Artikel 7.8. Overige bepalingen i.v.m. hoofdstuk 8 Wet SUWI

[Vervallen per 01-01-2006]

Artikel 7.9. Overgangsbepaling i.v.m. hoofdstuk 9 Wet SUWI

[Vervallen per 01-01-2006]

Artikel 7.10. Overgangsbepaling reïntegratieverantwoordelijkheid werkgever in het tweede spoor

  • 1 Indien op 1 januari 2002 een dienstbetrekking bestaat met een werknemer, wiens eerste dag van ongeschiktheid tot het verrichten van arbeid wegens ziekte is gelegen voor die datum en ten aanzien van wie het Landelijk instituut sociale verzekeringen op die dag een taak heeft op grond van artikel 8, eerste lid, en artikel 10 van de Wet REA, zoals die artikelen luidden op de dag voorafgaand aan 1 januari 2002, heeft in afwijking van artikel 8 en 10 van de Wet REA, het UWV de taak tot bevordering van de inschakeling in het arbeidsproces van die werknemer op grond artikel 10 van die wet.

  • 2 Indien de eerste dag van ongeschiktheid tot het verrichten van arbeid wegens ziekte van een werknemer is gelegen voor 1 januari 2003, is artikel 8, eerste lid, van de Wet REA, indien vaststaat dat in het bedrijf van de werkgever geen passende arbeid voorhanden is, voor de werkgever niet van toepassing en is artikel 10 van de Wet REA van toepassing, tenzij de werkgever het UWV schriftelijk meldt, dat hij de taak op grond van artikel 8 van de Wet REA zal verrichten ten aanzien van zo'n werknemer.

Artikel 7.11. Overgang lopende reïntegratietrajecten Anw'ers en niet-uitkeringsgerechtigden

[Vervallen per 01-01-2006]

Artikel 7.12. Afwijkende bepaling overgang verantwoordelijkheid arbeidsgehandicapten

[Vervallen per 01-01-2006]

Artikel 7.13. Overgangsbepaling m.b.t. de landelijke cliëntenraad

In afwijking van artikel 12, tweede lid, van de Wet SUWI bestaat de landelijke cliëntenraad, bedoeld in artikel 12 van die wet, tot 1 januari 2003 uit negen vertegenwoordigers van landelijke cliëntenorganisaties en drie afgevaardigden uit de cliëntenparticipatie bij de gemeenten.

Artikel 7.14. Overgang bepalingen uitvoering werkzaamheden

[Vervallen per 01-01-2006]

Artikel 7.15 . Vergoeding leden ontslagcommissie CWI i.v.m. overgang ontslagbescherming

[Vervallen per 01-01-2006]

Hoofdstuk 8. Slotbepalingen

Artikel 8.1. Intrekking ministeriële regelingen

De Regeling bewaarplicht identiteitsdocumenten en de Regeling financiële rapportage fondsbeheerders worden ingetrokken.

Artikel 8.2. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2002.

Deze regeling zal met de toelichting en de bijlagen, met uitzondering van de bijlagen III tot en met XVI, in de Staatscourant worden geplaatst.

De bijlagen III tot en met XVI liggen met ingang van 1 januari 2002 ter inzage in de bibliotheek van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

's-Gravenhage, 21 december 2001

De

Minister

van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

W.A. Vermeend

De

Staatssecretaris

van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

J.F. Hoogervorst

Bijlagen

I Aanvraag Abw/IOAW
II Aanvraag WW/TW
III Basisgegevens CWI
IV Informatieproducten van de CWI
V Basisgegevens UWV
VI Informatieproducten van het UWV
VII Basisgegevens SVB
VIII Informatieproducten van de SVB
IX Informatieproducten ten behoeve van BZK
X Informatieproducten ten behoeve van de RWI
XI Informatieproducten van het IB
XII Gegevensregister SUWI 1.0
XIII Stelselontwerp Suwinet 1.0
XIV Beveiliging Suwinet 1.0
XV Aansluitvoorwaarden gemeenten op IB 1.0
XVI Ontwerp elektronische voorzieningen IB 1.0
XVII Aansluitingsschema gemeenten op IB
XVIII Ingroeischema Abw/IOAW-intake
XIX Bijlage XIX, behorende bij de Regeling SUWI, artikel 7.4, eerste lid

Bijlage I. Aanvraag WWB/IOAW

bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onderdeel a, van de Regeling SUWI

Gegevens WWB/IOAW

Alle relevante gegevens behorende tot de volgende categorieën:

  • Persoons- en stamgegevens zoals (voor zover van toepassing):

    • naam, adres en woonplaats

    • sofinummer

    • geboortedatum

    • burgerlijke staat

    • leefvorm

    • nationaliteit

    • verblijfstitel

    • werkvergunning

    • zorgverzekering

  • Leefsituatie zoals (voor zover van toepassing):

    • huwelijk

    • kind(eren)

  • Arbeids- en werkgeversgegevens zoals (voor zover van toepassing):

    • rede einde arbeidsverhouding

    • aard arbeidsverhouding

    • arbeidsperiode

    • nettoloon en loonperiode

    • werkgever

    • werkzaamheden anders dan in arbeidsverhouding

  • Arbeidskwalificatiegegevens zoals (voor zover van toepassing):

    • arbeidsmarktkwalificaties

    • opleiding

    • werkervaring

  • Inkomsten zoals (voor zover van toepassing):

    • overige inkomsten

  • Arbeidstoeleidingsgegevens zoals (voor zover van toepassing):

    • beschikbaarheid voor arbeid

    • mobiliteit en belemmeringen

    • inschrijving werkzoekende

  • Uitkeringsgegevens zoals (voor zover van toepassing):

    • aanvraag uitkering

    • uitkeringsverhouding

    • ontslag (aantal uren, aard, bezwaar)

    • heffingskorting(en)

  • Vermogenssituatie zoals (voor zover van toepassing):

    • bezittingen

    • eigen woning

    • hypotheek

    • schulden

    • waardepapieren

    • motorrijtuig/caravan

  • Woonsituatie en -lasten zoals (voor zover van toepassing):

    • woonlasten

    • medebewoning

    • kostgeld

  • Bewijsstukken WWB/IOAW

  • Identiteit

  • Echtscheiding / verlating Origineel en geldig identiteitsbewijs

  • Indien van toepassing:

    • Origineel en geldig bewijs waaruit de verblijfsstatus blijkt

Indien van toepassing

  • Echtscheiding / verlating

    Alle documenten, zoals:

    • Echtscheidingsvonnis en bewijs van boedelscheiding, inclusief de correspondentie met uw advocaat

    • Verzoekschrift echtscheiding

    • Voorlopige voorzieningen rechtbank

    • Bewijsstukken inzake de hoogte en duur van te ontvangen alimentatie, voor u en uw kind(eren)

    • Bewijsstukken inzake de hoogte en duur van te betalen alimentatie

    • In het geval van co-ouderschap: het gerechtelijk vonnis

    • Beschikking scheiding van tafel en bed

    • Naam adres, woonplaats, telefoonnummer, sofinummer (ex) partner

    • Naam adres, woonplaats, telefoonnummer advocaat echtscheiding

  • Sollicitatieactiviteiten

    Alle documenten, zoals:

    • Overzicht sollicitatie activiteiten

    • Naam, adres woonplaats, telefoonnummer benaderde werkgevers

    • Kopieën sollicitatiebrieven, berichten van ontvangst, uitnodigingen voor gesprek, eventuele afwijzingen

    • Medische of psychische belemmeringen

      Alle documenten, zoals:

      • Omschrijving medische of psychische klachten

      • Naam, adres, woonplaats, telefoonnummer behandelend arts of andere hulpverlener

      • Afsprakenkaart ziekenhuis, polikliniek, RIAGG of andere instelling

      • Correspondentie inzake plaatsing op wachtlijst

      • Rapport (recente) medische keuring

  • Ontslag / beëindiging dienstverband

    Indien van toepassing

  • Alle documenten met betrekking tot het ontslag, zoals bijvoorbeeld:

    • Ontslagcorrespondentie met ex werkgever

    • Ontslagcorrespondentie met andere instanties

    • Ontslagvergunning

    • Verzoek / verweer schrift

    • Beschikking kantonrechter

    • Naam adres, woonplaats, telefoonnummer advocaat ontslag

  • Beëindiging studie / opleiding Indien van toepassing

  • Alle documenten met betrekking tot de beëindigde studie of opleiding zoals bijvoorbeeld:

    • Afstudeerverklaring

    • Verklaring beëindiging WSF/WTS (studiefinanciering)

    • Inleverbewijs OV-jaarkaart)

    • Diploma / getuigschrift

    • Bewijs uitschrijving van opleiding

    • Indien er sprake is van studieschuld het bewijs van de studieschuld

    • Bewijzen van aanvraag / toekenning / einde studiefinanciering

    • Gegevens van avond en / of deeltijdopleiding

  • Woonsituatie (huur) Indien van toepassing

    In geval van een gezamenlijke huishouding kan één van de partners de bewijsstukken overleggen

  • Alle documenten met betrekking tot woning, schip of woonwagen in huur, zoals:

    • Huurcontract

    • Betalingsbewijs huur (bank / giroafschrift)

    • Verklaring omtrent berekening (bruto / netto) huur

    • Specificatie service en administratie kosten

    • Beschikking huurtoeslag

  • Woonsituatie (onderhuur of kostganger) Indien van toepassing

    In geval van een gezamenlijke huishouding kan één van de partners de bewijsstukken overleggen

  • Alle documenten met betrekking tot de woonsituatie,

    Zoals:

    • Onderhuurcontract

    • Betalingsbewijs huur / kostgeld (bank / giro afschrift)

    • Verklaring hoofdbewoner

  • Woonsituatie (koop) Indien van toepassing

    In geval van een gezamenlijke huishouding kan één van de partners de bewijsstukken overleggen

  • Alle documenten met betrekking tot woning, schip of woonwagen in eigendom, zoals:

    • Eigendomsakte / koopakte

    • Hypotheekakte

    • Taxatierapporten

    • Polis brand en opstalverzekering

    • Hypotheeklasten per maand (aflossing / premie)

    • Eigenaargedeelte OZB

    • Premie Opstalverzekering

    • Bijdrage Vereniging van Eigenaren

    • Kosten (groot) onderhoud

    • Administratiekosten

    • Rioolrechten

    • Waterschaps- en polderlasten

    • Erfpachtcanon

  • Inwonende Kinderen jonger dan 18 jaar Indien van toepassing

  • Kinderen jonger dan 18 jaar

    Van een van beide of van beide partners

    Naam, voornamen, geboortedatum, geboorteplaats inwonende kinderen jonger dan 18 jaar

    Kinderbijslag, alle documenten, zoals: Beschikking Sociale verzekeringsbank

  • Studiefinanciering, alle documenten, zoals:

    • Beschikking toekenning of

    • weigering studiefinanciering

    Bewijzen betaling studiefinanciering

  • Inkomsten Overzicht inkomsten inwonende kinderen

    Eventuele arbeidscontracten inwonende kinderen

  • Medebewoners Indien van toepassing

  • Inwonende kinderen van 18 jaar en ouder

    Van een van beide of van beide partners

    Naam, voornamen, geboortedatum, geboorteplaats inwonende kinderen van 18 jaar en ouder

    Overige medebewoners

  • Alle documenten, zoals:

    • Naam, voornamen geboortedatum medebewoner(s)

    Eventuele Familie relatie met de medebewoner

    Onderverhuur contract en / of betalingsbewijs onderverhuur

    Contract kostgeverschap en / of betalingsbewijs kostgeld

    Schriftelijke afspraken inzake de verdeling van de kosten van het huishouden

  • Inkomsten Indien van toepassing

  • Inkomsten uit arbeid (loondienst)

    Alle documenten, zoals:

    • Naam, adres, woonplaats, telefoonnummer Werkgever

    • Arbeidscontract

    • Laatste loonstrook (vaste inkomsten)

    • Loonstroken afgelopen 12 maanden (wisselende inkomsten)

  • Inkomsten uit Uitkering

    Alle documenten, zoals:

    • Naam, adres, woonplaats, telefoonnummer Uitkeringsinstantie

    • Bewijs van toekenning (beschikking) inzake de uitkering

    • Bewijs van (tijdelijke) verlaging of wijziging van de uitkering

    • Correspondentie met de uitkeringsinstantie

    • Naam adres, woonplaats, telefoonnummer advocaat bij procedure met uitkeringsintantie

  • Inkomsten uit zelfstandig bedrijf of beroep

    Alle documenten, zoals:

    • Omschrijving bedrijf / beroep

    • Jaarcijfers over de laatste drie jaar

    • Inschrijving Kamer van Koophandel

    • Afschriften zakenrekening(en) over de afgelopen 3 maanden

    • Naam, adres, woonplaats en telefoonnummer boekhouder

    • Naam, adres, woonplaats en telefoonnummer bewindvoerder (bij surseance)

    • Naam, adres, woonplaats en telefoonnummer curator (bij faillissement)

  • Inkomsten uit Studiefinanciering

    Alle documenten, zoals:

    • Anders dan voor inwonende kinderen jonger dan 18 jaar

    • Naam, adres, woonplaats, telefoonnummer Studiefinanciering

    • Bewijs van toekenning (beschikking) inzake de uitkering

    • Bewijs van (tijdelijke) verlaging of wijziging van de uitkering

    • Correspondentie met Studiefinanciering

    • Naam adres, woonplaats, telefoonnummer advocaat bij procedure met Studiefinanciering

  • Inkomsten uit alimentatie,

    Alle aanvullende documenten, zoals:

    • Alleen in aanvulling op overzicht documenten bij `echtscheiding'

    • Bewijzen van betaling en / of betalingsachterstanden van alimentatie

    • Correspondentie inzake betaling en betalingsachterstanden

    • Naam adres, woonplaats, telefoonnummer advocaat bij procedure betalingsachterstanden

    • Voorlopige teruggave belastingdienst

    • Alle documenten, zoals:

      • Beschikking Belastingdienst inzake:

        • -

          Algemene Heffingskorting

        • -

          Combinatiekorting

        • -

          Alleenstaande ouderkorting

        • -

          Aanvullende Alleenstaande ouder korting

        • -

          Ouderenkorting

        • -

          Aanvullende Ouderenkorting

  • Vermogen Bank / giro gegevens altijd, overige gegevens indien van toepassing

  • Bank / girorekeningen

    Altijd meenemen:

  • Inclusief spaarrekeningen en Beleggingsrekeningen

  • Van alle rekeningen (ook in het buitenland): naam, adres en woonplaats van bankinstelling en rekeningnummer

    Alle bescheiden waaruit spaargeld blijkt, bijvoorbeeld spaarbankboekje, spaarrekeningen

    Alle afschriften van de bank-, giro- en/of creditkaartrekeningen van de laatste drie maanden

  • Motorvoertuigen

    Alle documenten, zoals:

    • Auto, Motor, Bedrijfswagen

    • Het kentekenbewijs (delen I en II)

    • Gegevens omtrent de financiering (bijvoorbeeld financieringscontract, lening, huurkoop, uitgestelde betaling)

    • Aankoopbewijs

    • Eigendomsbewijs

  • Caravan of boot

    Alle documenten, zoals:

    • Omschrijving merk, type, bouwjaar

    • Gegevens omtrent de financiering (bijvoorbeeld financieringscontract, lening, huurkoop, uitgestelde betaling)

    • Aankoopbewijs

    • Eigendomsbewijs

  • Overzicht waardepapieren

    Alle documenten, zoals:

    • Lijfrente polissen

    • Effecten

    • Levensverzekeringen obligaties

    • Aandelen/opties Dividendoverzichten

    • Spaarbrieven

    • Koopsompolissen

    • Beleggingscertificaten

  • Overige bezittingen

    Overzicht, documenten, zoals:

    • Juwelen

    • Schilderijen

    • Onroerend goed (ook in het buitenland)

    • Aandeel in een onverdeelde boedel of erfenis

    • Taxatierapporten

  • Inboedelverzekering

    Alle documenten, zoals:

    • Polis inboedelverzekering

  • Schulden Indien van toepassing

    Lopende Leningen

    Alle documenten, zoals:

    • Naam, adres, woonplaats, telefoonnummer Kredietverschaffer

    • Overeenkomst of contract lening of krediet

    • Alle afschriften en aflossingsoverzichten van de afgelopen drie maanden

    • Correspondentie inzake achterstanden

  • Betalingsachterstanden (anders dan leningen)

    Alle documenten, zoals:

    • Naam, adres, woonplaats, telefoonnummer Instantie(S)

    • Correspondentie inzake achterstanden

    • Schriftelijke overeenkomst inzake aflossingsregeling

  • Schuldsanering

    Alle documenten, zoals:

    • Naam, adres, woonplaats, telefoonnummer advocaat schuldhulpverlening

    • Verzoek tot regeling van de schulden

    • Beschikking rechter inzake wettelijke schuldregeling

    • Beschikking bewindvoering of onder curatele stelling

    • Contract saneringskrediet (Gemeentelijke Kredietbank)

  • Zorgverzekering

    Alle documenten, zoals:

    • Zorgverzekeringskaart of – pasje

    • Polis zorgverzekering

    • Eigen risico Polis (aanvullende) zorgverzekering

    • Polis tandartsverzekering

    • Betalingsbewijzen premies zorgverzekeringen

    • Beschikking zorgtoeslag

Bijlage II. Aanvraag WW/TW

bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onderdeel b, van de Regeling SUWI

Gegevens WW/TW

Alle relevante gegevens behorende tot de volgende categorieën:

  • Persoons- en stamgegevens zoals (voor zover van toepassing):

    • naam, adres en woonplaats

    • sofinummer

    • geboortedatum

    • burgerlijke staat

    • leefvorm

    • nationaliteit

    • verblijfstitel

    • werkvergunning

  • Arbeids- en werkgeversgegevens zoals (voor zover van toepassing):

    • aard arbeidsverhouding

    • arbeidsperiode

    • brutoloon en loonperiode

    • werkgever

    • uitzendbureau en inlener

  • Arbeidskwalificatiegegevens zoals (voor zover van toepassing):

    • arbeidsmarktkwalificaties

    • opleiding

    • werkervaring

  • Arbeidstoeleidingsgegevens zoals (voor zover van toepassing):

    • beschikbaarheid voor arbeid

    • mobiliteit en belemmeringen

    • inschrijving werkzoekende

  • Uitkeringsgegevens zoals (voor zover van toepassing):

    • aanvraag uitkering

    • uitkeringsverhouding

    • ontslag (aantal uren, aard, bezwaar)

  • Bewijsstukken WW/TW

  • Identiteit

    Origineel en geldig identiteitsbewijs

  • Indien van toepassing:

    Origineel en geldig bewijs waaruit de verblijfsstatus blijkt

  • Sollicitatie activiteiten Niet voor groepen die zijn vrijgesteld van deze verplichting

    Overzicht van recente sollicitaties en eventueel relevante correspondentie

  • Ontslag / beëindiging dienstverband

    Indien van toepassing

  • Alle documenten met betrekking tot het ontslag, zoals bijvoorbeeld:

    • Ontslagcorrespondentie met ex werkgever

    • Ontslagcorrespondentie met andere instanties

    • Ontslagvergunning

    • Verzoek / verweer schrift

    • Beschikking kantonrechter

  • Inkomen en arbeidsverleden Indien van toepassing

    Inkomsten uit arbeid (loondienst)

    Alle documenten, zoals:

    • Naam, adres, woonplaats, telefoonnummer Werkgever

    • Naam, adres, woonplaats, telefoonnummer uitzendbureaus en opdrachtgevers

    • Arbeidsovereenkomst

    • Laatste loonstroken

    • Ingevulde loonbelastingverklaring

    • Voor zover beschikbaar volledig ingevulde werkgeversverklaring

    • Statusoverzichten

  • Inkomsten uit Uitkering

    Alle documenten, zoals:

    • Naam, adres, woonplaats, telefoonnummer Uitkeringsinstantie

    • Bewijs van toekenning (beschikking) inzake de uitkering

    • Bewijs van (tijdelijke) verlaging of wijziging van de uitkering

    • Correspondentie met de uitkeringsinstantie

Bijlage V

[Red: Ligt ter inzage bij het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.]

Bijlage VII

[Red: Ligt ter inzage bij het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.]

Bijlage XII

[Red: Ligt ter inzage bij het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.]

Bijlage XIII

[Red: Ligt ter inzage bij het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.]

Bijlage XIV

[Red: Ligt ter inzage bij het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.]

Bijlage XV

[Red: Ligt ter inzage bij het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.]

Bijlage XVI

[Red: Ligt ter inzage bij het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.]

Bijlage XVII. Aansluitingsschema gemeenten op IB

[Vervallen per 06-09-2006]

Terugwerkende kracht

Voor deze bijlage is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
bedoeld in artikel 6.7, eerste lid, van de Regeling SUWI

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2007, 44, datum inwerkingtreding 04-03-2007, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van deze bijlage. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2006.

[Red: Ligt ter inzage bij het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.]

Bijlage XIX. behorende bij de Regeling SUWI, artikel 7.4, eerste lid

[Vervallen per 01-01-2006]

Bijlage XXI. als bedoeld in artikel 5.10d, derde lid, van de Regeling SUWI

Terugwerkende kracht

Voor deze bijlage is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

1. Goedkeurende accountantsverklaring

Opdracht

In het kader van de controle, bedoeld in artikel 49, vierde lid, van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen, hebben wij de jaarrekening (jaartal) van (naam) te (statutaire vestigingsplaats) in dit verslag (verwijzing kan met paginanummers) gecontroleerd. De jaarrekening is opgesteld onder verantwoordelijkheid van de leiding van (naam). Het is onze verantwoordelijkheid een accountantsverklaring inzake de jaarrekening te verstrekken.

Werkzaamheden

Onze controle is verricht overeenkomstig in Nederland algemeen aanvaarde richtlijnen met betrekking tot controleopdrachten. Volgens deze richtlijnen dient onze controle zodanig te worden gepland en uitgevoerd, dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen onjuistheden van materieel belang bevat. Een controle omvat onder meer een onderzoek van informatie ter onderbouwing van de bedragen en de toelichting in de jaarrekening. Bij onze controle zijn de regels inzake de accountantscontrole zoals opgenomen in de Regeling SUWI, paragraaf 5.1b. Accountantscontrole toegepast. Tevens omvat onze controle een beoordeling van de grondslagen voor financiële verslaggeving die bij het opmaken van de jaarrekening zijn toegepast en van belangrijke schattingen die de leiding van de organisatie daarbij heeft gemaakt, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening.

Wij zijn van mening dat onze controle een deugdelijke grondslag vormt voor ons oordeel.

Oordeel

Wij zijn van oordeel dat de jaarrekening (jaartal) van (naam) in dit verslag voldoet aan de hierboven omschreven eisen.

Plaats/datum

Ondertekening

2. Accountantsverklaring met beperking

Opdracht

In het kader van de controle, bedoeld in artikel 49, vierde lid, van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen, hebben wij de jaarrekening (jaartal) van (naam) te (statutaire vestigingsplaats) in dit verslag (verwijzing kan met paginanummers) gecontroleerd. De jaarrekening is opgesteld onder verantwoordelijkheid van de leiding van (naam). Het is onze verantwoordelijkheid een accountantsverklaring inzake de jaarrekening te verstrekken.

Werkzaamheden

Onze controle is verricht overeenkomstig in Nederland algemeen aanvaarde richtlijnen met betrekking tot controleopdrachten. Volgens deze richtlijnen dient onze controle zodanig te worden gepland en uitgevoerd, dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen onjuistheden van materieel belang bevat. Een controle omvat onder meer een onderzoek van informatie ter onderbouwing van de bedragen en de toelichting in de jaarrekening. Bij onze controle zijn de regels inzake de accountantscontrole zoals opgenomen in de Regeling SUWI, paragraaf 5.1b. Accountantscontrole toegepast.

Tevens omvat onze controle een beoordeling van de grondslagen voor financiële verslaggeving die bij het opmaken van de jaarrekening zijn toegepast en van belangrijke schattingen die de leiding van het de organisatie daarbij heeft gemaakt, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening.

Wij zijn van mening dat onze controle een deugdelijke grondslag vormt voor ons oordeel.

Bevindingen

De jaarrekening bevat financiële fouten in de baten, lasten of baten en lasten tezamenHier wordt afhankelijk van het hoogst voorkomende foutpercentage in respectievelijk de baten, lasten of baten en lasten tezamen gerelateerd aan de bijbehorende omvangsbasis. ter hoogte van € … (> 1% en ≤ 3% ) en onzekerheden in de controle van baten, lasten of baten en lasten tezamen ter hoogte van € … (> 3% en ≤ 10%). Deze bedragen zijn ten opzichte van de totale baten, de totale lasten of de som van baten en lasten van € … niet in overeenstemming met de wet- en regelgeving vastgesteld, respectievelijk er is onvoldoende zekerheid over de volledigheid van de verantwoorde ontvangsten.

Oordeel

Bij een materieel belang in de controle: Wij zijn van oordeel onder voorbehoud van hetgeen in de vorige paragraaf is vermeld, dat de jaarrekening (jaartal) van (naam) in dit verslag voldoet aan de hierboven omschreven eisen.

Bij een materieel belang tegen een deel van de jaarrekening: Wij zijn van oordeel met uitzondering van de bedragen genoemd in de vorige paragraaf, dat de jaarrekening (jaartal) van (naam) in dit verslag voldoet aan de hierboven omschreven eisen.

Plaats/datum

Ondertekening

3. Accountantsverklaring met oordeelonthouding

Opdracht

In het kader van de controle, bedoeld in artikel 49, vierde lid, van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen, hebben wij de jaarrekening (jaartal) van (naam) te (statutaire vestigingsplaats) in dit verslag (verwijzing kan met paginanummers) gecontroleerd. De jaarrekening is opgesteld onder verantwoordelijkheid van de leiding van (naam). Het is onze verantwoordelijkheid een accountantsverklaring inzake de jaarrekening te verstrekken.

Werkzaamheden

Onze controle is verricht overeenkomstig in Nederland algemeen aanvaarde richtlijnen met betrekking tot controleopdrachten. Volgens deze richtlijnen dient onze controle zodanig te worden gepland en uitgevoerd, dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen onjuistheden van materieel belang bevat. Een controle omvat onder meer een onderzoek van informatie ter onderbouwing van de bedragen en de toelichting in de jaarrekening. Bij onze controle zijn de regels inzake de accountantscontrole zoals opgenomen in de Regeling SUWI, paragraaf 5.1b. Accountantscontrole toegepast. Tevens omvat onze controle een beoordeling van de grondslagen voor financiële verslaggeving die bij het opmaken van de jaarrekening zijn toegepast en van belangrijke schattingen die de leiding van het de organisatie daarbij heeft gemaakt, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening.

Wij zijn van mening dat onze controle een deugdelijke grondslag vormt voor ons oordeel.

Bevindingen

Bij onvoldoende zekerheid: Er is door ons onvoldoende zekerheid verkregen over baten, lasten of baten en lasten tezamenHier wordt afhankelijk van het hoogst voorkomende foutpercentage in respectievelijk de baten, lasten of baten en lasten tezamen gerelateerd aan de bijbehorende omvangsbasis. ter hoogte van € … (> 10%). Wij hebben niet kunnen vaststellen dat dit bedrag ten opzichte van de totale baten, totale lasten of de som van baten en lasten van € … in overeenstemming met de wet- en regelgeving is vastgesteld, dan wel wij onvoldoende zekerheid konden verkrijgen over de volledigheid van de verantwoorde ontvangsten.

Bij formele fouten: De interne organisatie is gelet op het percentage formele fouten zodanig ingericht dat onze controle niet de vereiste zekerheid kan geven over de rechtmatigheid van baten en lasten.

Oordeel

Om de reden vermeld in de vorige paragraaf kunnen wij geen oordeel geven of de jaarrekening (jaartal) van (naam) in dit verslag voldoet aan de hierboven omschreven eisen.

Plaats/datum

Ondertekening

4 . Afkeurende accountantsverklaring

Opdracht

In het kader van de controle, bedoeld in artikel 49, vierde lid, van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen, hebben wij de jaarrekening (jaartal) van (naam) te (statutaire vestigingsplaats) in dit verslag (verwijzing kan met paginanummers) gecontroleerd. De jaarrekening is opgesteld onder verantwoordelijkheid van de leiding van (naam). Het is onze verantwoordelijkheid een accountantsverklaring inzake de jaarrekening te verstrekken.

Werkzaamheden

Onze controle is verricht overeenkomstig in Nederland algemeen aanvaarde richtlijnen met betrekking tot controleopdrachten. Volgens deze richtlijnen dient onze controle zodanig te worden gepland en uitgevoerd, dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen onjuistheden van materieel belang bevat. Een controle omvat onder meer een onderzoek van informatie ter onderbouwing van de bedragen en de toelichting in de jaarrekening. Bij onze controle zijn de regels inzake de accountantscontrole zoals opgenomen in de Regeling SUWI, paragraaf 5.1b. Accountantscontrole toegepast. Tevens omvat onze controle een beoordeling van de grondslagen voor financiële verslaggeving die bij het opmaken van de jaarrekening zijn toegepast en van belangrijke schattingen die de leiding van het de organisatie daarbij heeft gemaakt, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening.

Wij zijn van mening dat onze controle een deugdelijke grondslag vormt voor ons oordeel.

Bevindingen

De jaarrekening bevat financiële fouten in de baten, lasten of baten en lasten tezamenHier wordt afhankelijk van het hoogst voorkomende foutpercentage in respectievelijk de baten, lasten of baten en lasten tezamen gerelateerd aan de bijbehorende omvangsbasis. ter hoogte van € …. Dit bedrag is ten opzichte van de totale baten, totale lasten of de som van baten en lasten van € … (> 3%) niet in overeenstemming met de wet- en regelgeving vastgesteld.

Oordeel

Wij zijn van oordeel gelet op het belang van hetgeen in de vorige paragraaf is vermeld, dat de jaarrekening (jaartal) van (naam) in dit verslag niet voldoet aan de hierboven omschreven eisen.

Plaats/datum

Ondertekening

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2007, 44, datum inwerkingtreding 04-03-2007, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van deze bijlage. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2006.

[Red: Ligt ter inzage bij het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.]

Bijlage XXII

Terugwerkende kracht

Voor deze bijlage is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

[Red: Ligt ter inzage bij het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.]

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2007, 44, datum inwerkingtreding 04-03-2007, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van deze bijlage. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2006.

Dit onderdeel is nieuw toegevoegd.