Tijdelijke regeling nachtdienstontheffing politie

[Regeling vervallen per 01-01-2013.]
Geraadpleegd op 24-12-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2002 en zichtdatum 23-12-2024.
Geldend van 03-12-2011 t/m 31-12-2012

Tijdelijke regeling nachtdienstontheffing politie

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

De ambtenaar die 55 jaar of ouder is en deze leeftijd voor 1 juli 2012 heeft bereikt, wordt op zijn aanvraag door het bevoegd gezag, bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder l, van het Besluit algemene rechtspositie politie, geheel of gedeeltelijk ontheffing verleend van het verrichten van dienst of het opleggen van consignatie tussen 00.00 uur en 06.00 uur, tenzij een zwaarwegend dienstbelang zich daartegen verzet.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

Met ingang van de eerste betaalperiode na de dag waarop de in artikel 1 bedoelde ontheffing wordt verleend, ontvangt de ambtenaar een maandelijkse toelage. Bij gedeeltelijke ontheffing wordt de toelage berekend naar rato van de toelage voor gehele ontheffing.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

  • 1 De in artikel 2 bedoelde toelage wordt berekend door het aantal uren dat de ambtenaar in de twaalf maanden direct voorafgaan aan de artikel 1 bedoelde ontheffing dienst heeft verricht of consignatie is opgelegd tussen 00:00 uur en 06:00 uur te vermenigvuldigen met € 2,22 respectievelijk € 0,56 en dat bedrag vervolgens te delen door twaalf.

  • 2 De in het eerste lid genoemde bedragen worden aangepast overeenkomstig een algemene salarismaatregel in de sector Politie.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

Het bevoegd gezag kan nadere voorschriften stellen ten behoeve van de uitvoering van deze regeling.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

Deze regeling treedt in werking op 1 januari 2002.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

Deze regeling wordt aangehaald als: Tijdelijke regeling nachtdienstontheffing politie.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De

Minister

van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

K.G. de Vries