Wijzigingswet Wet op het primair onderwijs, Wet op de expertisecentra en Wet op het voortgezet onderwijs in verband met het vervoer van leerlingen

Geraadpleegd op 20-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-09-2015 en zichtdatum 02-10-2024.
Geldend van 01-01-2004 t/m heden

Wet van 17 januari 2002, houdende wijziging van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra en de Wet op het voortgezet onderwijs in verband met het vervoer van leerlingen

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra en de Wet op het voortgezet onderwijs te wijzigen, opdat voor leerlingen voor wie tot dusverre aanspraak kan worden gemaakt op vervoer op basis van de Wet op de (re)integratie arbeidsgehandicapten, voortaan aanspraak kan worden gemaakt op gemeentelijk leerlingenvervoer;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel IV

De in deze wet opgenomen wijzigingen zijn voor de eerste maal van toepassing op het vervoer van leerlingen dat in het schooljaar 2002/2003 zal plaatsvinden. Op het vervoer van leerlingen voorafgaand aan het schooljaar 2002/2003 en daarop betrekking hebbende geschillen blijven de regelingen zoals luidend voorafgaand aan de inwerkingtreding van deze wet van toepassing.

Artikel V

Artikel VI

Voor een leerling als bedoeld in artikel 4, dertiende lid, van de Wet op het primair onderwijs of artikel 4, eerste lid, van de Wet op het voortgezet onderwijs voor wie in het schooljaar 2001/2002 krachtens de Wet op de (re)integratie arbeidsgehandicapten ten behoeve van het vervoer naar en van school een voorziening werd verstrekt en op wie artikel V, eerste en tweede lid, niet van toepassing is, blijft, indien de ouders, voogden of verzorgers dat wensen, dan wel, indien de leerling meerderjarig en handelingsbekwaam is, de leerling dat wenst, zo nodig in afwijking van artikel 4, vijfde lid, van de Wet op het primair onderwijs of de gemeentelijke regeling, onderscheidenlijk artikel 4, vijfde lid, van de Wet op het voortgezet onderwijs of de gemeentelijke regeling, ten behoeve van het vervoer naar en van de school die deze leerling in het schooljaar 2001/2002 bezocht, aanspraak bestaan op een voorziening die gelijkwaardig is aan die welke voor die leerling gold krachtens de Wet op de (re)integratie arbeidsgehandicapten.

Artikel VII

  • 1 Voor een leerling van een school voor voortgezet onderwijs die voldoet aan de voorwaarden, genoemd in het tweede lid, blijft ten behoeve van het vervoer naar en van de school die deze leerling in het schooljaar 2001/2002 bezocht, aanspraak bestaan op bekostiging van vervoerskosten krachtens artikel 127 juncto artikel 124a van de Wet op het voortgezet onderwijs, zoals luidend voorafgaand aan de inwerkingtreding van deze wet.

Artikel VIII

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te 's-Gravenhage, 17 januari 2002

Beatrix

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen,

K. Y. I. J. Adelmund

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

J. F. Hoogervorst

De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,

L. J. Brinkhorst

Uitgegeven de twaalfde februari 2002

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals