Reconstructiewet concentratiegebieden

[Regeling vervallen per 01-07-2014.]
Geraadpleegd op 14-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 11-03-2004 en zichtdatum 01-01-2005.
Geldend van 01-04-2002 t/m 30-06-2005

Wet van 31 januari 2002, houdende regels inzake de reconstructie van de concentratiegebieden (Reconstructiewet concentratiegebieden)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is bijzondere regelen te stellen omtrent een integrale aanpak van de verbetering van de kwaliteit van gebieden die in het bijzonder kampen met problemen op het vlak van inrichting, landbouw, natuur, bos, landschap, recreatie, water en milieu;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Hoofdstuk 1. Inleidende bepalingen

[Regeling vervallen per 01-07-2014]

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-07-2014]

In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

Onze Minister: Onze Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij;

Onze Ministers: Onze Minister en Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer;

reconstructie: voorbereiding, vaststelling en uitvoering van een onderling samenhangend complex van maatregelen en voorzieningen ter verwezenlijking van de doelstellingen van deze wet;

reconstructiecommissie: reconstructiecommissie als bedoeld in artikel 6;

reconstructieplan: reconstructieplan als bedoeld in artikel 11;

concentratiegebied: concentratiegebied Zuid of concentratiegebied Oost als bedoeld in bijlage B bij de Wet herstructurering varkenshouderij;

reconstructiegebied: bij een reconstructieplan nader begrensd gebied binnen een concentratiegebied waar de reconstructie daadwerkelijk plaatsvindt;

varkenshouderij: geheel van productie-eenheden bestaande uit één of meer gebouwen of afgescheiden gedeelten daarvan en daarbij behorende landbouwgrond, uitsluitend of onder meer dienende tot het bedrijfsmatig houden van varkens, zulks beoordeeld naar de feitelijke omstandigheden;

varkensvrije zone: ruimtelijk begrensd gedeelte van een verwevings- of extensiveringsgebied dat vrij is van varkenshouderijen of daarvan in het kader van de reconstructie vrij zal worden gemaakt;

landbouwontwikkelingsgebied: ruimtelijk begrensd gedeelte van een reconstructiegebied met het primaat landbouw dat geheel of gedeeltelijk voorziet, of in het kader van de reconstructie zal voorzien, in de mogelijkheid tot uitbreiding, hervestiging of nieuwvestiging van intensieve veehouderij;

verwevingsgebied: ruimtelijk begrensd gedeelte van een reconstructiegebied gericht op verweving van landbouw, wonen en natuur, waar hervestiging of uitbreiding van de intensieve veehouderij mogelijk is mits de ruimtelijke kwaliteit of functies van het gebied zich daar niet tegen verzetten;

extensiveringsgebied: ruimtelijk begrensd gedeelte van een reconstructiegebied met het primaat wonen of natuur, waar uitbreiding, hervestiging of nieuwvestiging van in ieder geval intensieve veehouderij onmogelijk is of in het kader van de reconstructie onmogelijk zal worden gemaakt;

herverkaveling: samenvoeging, verkaveling en verdeling van onroerende zaken met toepassing van hoofdstuk 3, titel 6, van deze wet;

blok: geheel van in een herverkaveling begrepen onroerende zaken; eigenaar: degene die eigenaar is van een tot het blok behorende onroerende zaak en degene aan wie een recht van opstal, erfpacht, beklemming, vruchtgebruik, gebruik of bewoning toebehoort waaraan een in het blok begrepen onroerende zaak is onderworpen, met dien verstande dat onder het recht van opstal niet wordt begrepen dat recht voorzover het betreft het leggen en houden van leidingen in, op of boven de onroerende zaak van een ander;

rechthebbende: eigenaar en degene aan wie een niet onder de omschrijving van eigenaar benoemd beperkt recht toebehoort waaraan een tot het blok behorende onroerende zaak is onderworpen, degene aan wie met betrekking tot zulk een zaak een recht van huur toebehoort of degene aan wie met betrekking tot zulk een zaak een recht als bedoeld in artikel 252 van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek toebehoort;

openbare registers: openbare registers als bedoeld in afdeling 2 van titel 1 van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek;

Dienst landelijk gebied: Dienst landelijk gebied van het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-07-2014]

Voorzover niet anders bepaald, wordt in deze wet en de daarop berustende bepalingen verstaan onder:

provincie: provincie waarin het reconstructiegebied geheel of grotendeels is gelegen;

provinciale staten: provinciale staten van de provincie waarin het reconstructiegebied geheel of grotendeels is gelegen;

gedeputeerde staten: gedeputeerde staten van de provincie waarin het reconstructiegebied geheel of grotendeels is gelegen.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-07-2014]

  • 1 Gedeputeerde staten nemen de besluiten, bedoeld in de artikelen 31, eerste lid, en 38, in voorkomend geval in overeenstemming met gedeputeerde staten van de andere provincies waarin het reconstructiegebied mede is gelegen.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 01-07-2014]

Ter bevordering van een goede ruimtelijke structuur van de concentratiegebieden, in het bijzonder met betrekking tot landbouw, natuur, bos, landschap, recreatie, water, milieu en infrastructuur, alsmede ter verbetering van een goed woon-, werk- en leefklimaat en van de economische structuur, vindt in deze gebieden een reconstructie plaats op grond van deze wet.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 01-07-2014]

De reconstructie omvat de gecoördineerde en geïntegreerde voorbereiding, vaststelling en uitvoering van maatregelen en voorzieningen, waaronder in ieder geval maatregelen en voorzieningen:

  • a. ter verbetering van de ruimtelijke structuur ten behoeve van de landbouw, mede teneinde de veterinaire risico's voortvloeiend uit een hoge veedichtheid te verminderen;

  • b. ter verbetering van de kwaliteit van natuur en landschap en

  • c. ter verbetering van de kwaliteit van milieu en water.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 01-07-2014]

  • 1 Provinciale staten stellen voor elk concentratiegebied een of meer reconstructiecommissies in.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 01-07-2014]

  • 1 Provinciale staten regelen, in zoverre in afwijking van de artikelen 80, tweede lid, en 89, eerste lid, van de Provinciewet, en in voorkomend geval in overeenstemming met provinciale staten van de andere provincies waarin het reconstructiegebied mede is gelegen, de samenstelling van de reconstructiecommissie zodanig dat in elk geval uit elk van de volgende geledingen ten minste een lid in de reconstructiecommissie zitting heeft:

    • a. gemeenten;

    • b. waterschappen;

    • c. landbouw;

    • d. natuur en landschap;

    • e. milieu en

    • f. recreatie.

  • 2 Alvorens te beslissen omtrent de samenstelling van de reconstructiecommissie, voeren provinciale staten overleg met de besturen van de betrokken gemeenten en waterschappen omtrent de wijze waarop de in het eerste lid, onderdelen a en b, bedoelde geledingen in de reconstructiecommissie zullen zijn vertegenwoordigd.

  • 3 Gedeputeerde staten zenden bericht van de samenstelling en de taken en bevoegdheden van de reconstructiecommissie aan Onze Ministers alsmede aan:

    • a. de colleges van burgemeester en wethouders van de betrokken gemeenten en

    • b. de dagelijkse besturen van de betrokken waterschappen.

  • 4 Onze Ministers voegen ieder een adviseur aan de reconstructiecommissie toe.

  • 5 Gedeputeerde staten voegen op voordracht van het bestuur van de Dienst voor het kadaster en de openbare registers een ingenieur van die Dienst en een of meer plaatsvervangers als adviseur toe aan de reconstructiecommissie.

Artikel 8

[Regeling vervallen per 01-07-2014]

De Dienst landelijk gebied staat gedeputeerde staten en de reconstructiecommissie bij in de vervulling van de aan hen opgedragen en op de reconstructie betrekking hebbende taken.

Hoofdstuk 2. Het reconstructieplan

[Regeling vervallen per 01-07-2014]

Titel 1. Algemene bepalingen

[Regeling vervallen per 01-07-2014]

Artikel 9

[Regeling vervallen per 01-07-2014]

  • 1 Met het oog op het bereiken van de doelstellingen, bedoeld in artikel 4, geschieden de voorbereiding, de vaststelling en de uitvoering van het reconstructieplan met inachtneming van de in de bijlage bij deze wet opgenomen rijksuitgangspunten.

  • 2 Bij algemene maatregel van bestuur kunnen criteria worden vastgesteld voor de wijze waarop de toetsing van de resultaten van de reconstructieplannen aan de rijksuitgangspunten, bedoeld in het eerste lid, kan plaatsvinden.

Artikel 10

[Regeling vervallen per 01-07-2014]

  • 1 Onze Ministers bepalen jaarlijks, na overleg met gedeputeerde staten van de provincies waarin de concentratiegebieden zijn gelegen, telkens voor een termijn van vier jaren, op basis van vastgesteld rijksbeleid met betrekking tot de in de artikelen 4 en 5 genoemde aspecten en in het perspectief van de rijksuitgangspunten, bedoeld in artikel 9, eerste lid, de beleidsprioriteiten voor de reconstructie van de onderscheiden concentratiegebieden. Daarbij kunnen zij tevens de rijksuitgangspunten aan de hand van het in de eerste volzin bedoelde rijksbeleid nader uitwerken.

  • 2 Het overleg met gedeputeerde staten van de provincies, bedoeld in het eerste lid, is erop gericht overeenstemming te bereiken met gedeputeerde staten van de provincies over de beleidsprioriteiten. Van overeenstemming wordt blijk gegeven bij bestuursovereenkomst.

Titel 2. Inhoud van het reconstructieplan

[Regeling vervallen per 01-07-2014]

Artikel 11

[Regeling vervallen per 01-07-2014]

  • 1 Voor elk concentratiegebied worden een of meer reconstructieplannen vastgesteld.

  • 2 Een reconstructieplan bevat:

    • a. een aanduiding van de grenzen van het reconstructiegebied;

    • b. een beschrijving van de in het reconstructiegebied bestaande toestand van de aspecten, bedoeld in artikel 4;

    • c. de aanduiding van de meest gewenste ontwikkeling van het reconstructiegebied ten aanzien van de aspecten, bedoeld in artikel 4;

    • d. een beschrijving van de ruimtelijke indeling van het reconstructiegebied in landbouwontwikkelingsgebieden, verwevingsgebieden en extensiveringsgebieden;

    • e. een aanduiding van de te treffen maatregelen en voorzieningen met het oog op de ontwikkeling, bedoeld in onderdeel c;

    • f. een beschrijving van de te verwachten gevolgen van de onder e bedoelde maatregelen en voorzieningen voor de toestand van de aspecten, bedoeld in artikel 4;

    • g. een globale raming van de totale kosten en de verdeling daarvan over de te treffen maatregelen en voorzieningen, alsmede een tijdschema voor de uitvoering van de maatregelen en voorzieningen;

    • h. in voorkomend geval een aanduiding van te verwerven onroerende zaken;

    • i. in voorkomend geval de aanwijzing van te onteigenen percelen of opstallen;

    • j. een of meer kaarten die met inachtneming van het vierde lid zijn vervaardigd.

  • 3 In het reconstructieplan wordt in voorkomend geval bepaald ten aanzien van welke onderdelen van het plan uitwerking als bedoeld in artikel 18 zal plaatsvinden.

  • 4 Op de kaarten, bedoeld in het tweede lid, onderdeel j, worden zo nauwkeurig mogelijk aangegeven:

    • a. de begrenzing van het reconstructiegebied;

    • b. de begrenzing van de landbouwontwikkelingsgebieden, de verwevingsgebieden en de extensiveringsgebieden, alsmede van de binnen de verwevings- of extensiveringsgebieden gelegen varkensvrije zones;

    • c. de bestaande en in voorkomend geval de te ontwikkelen natuur- en bosgebieden, landschappelijke elementen, waaronder cultuurhistorische, aardkundige en natuurwetenschappelijke elementen, en recreatieve voorzieningen;

    • d. de bestaande en in voorkomend geval de te verbeteren en nieuw aan te leggen openbare wegen, waterlopen, dijken of kaden en andere infrastructurele voorzieningen;

    • e. in voorkomend geval de te verwerven onroerende zaken;

    • f. in voorkomend geval de te onteigenen percelen of opstallen.

  • 5 Indien voor het reconstructiegebied of delen daarvan streekplannen als bedoeld in artikel 4a van de Wet op de Ruimtelijke Ordening, zijn vastgesteld, wordt in het reconstructieplan aangegeven op welke onderdelen het reconstructieplan afwijkingen van zodanige streekplannen inhoudt.

  • 6 In het reconstructieplan wordt aangegeven voor welke delen van het plangebied artikel 27 van toepassing is.

Artikel 12

[Regeling vervallen per 01-07-2014]

  • 1 Het reconstructieplan bestrijkt een termijn van ten hoogste twaalf jaren.

  • 2 Telkens na verloop van een periode van vier jaren bezien gedeputeerde staten, in voorkomend geval tezamen met gedeputeerde staten van de andere provincies waarin het reconstructiegebied mede is gelegen, of het reconstructieplan, mede met inachtneming van de beleidsprioriteiten, bedoeld in artikel 10, wijziging behoeft. Zij doen van hun bevindingen mededeling aan Onze Ministers.

  • 3 Onze Ministers kunnen gedeputeerde staten verzoeken een wijziging van het reconstructieplan voor te bereiden gelet op de beleidsprioriteiten, bedoeld in artikel 10. Gedeputeerde staten zijn gehouden aan dit verzoek gevolg te geven. Indien het reconstructiegebied, waarop het in de eerste volzin bedoelde reconstructieplan betrekking heeft, is gelegen op het grondgebied van meerdere provincies, doen Onze Ministers het in de eerste volzin bedoelde verzoek aan de betrokken colleges van gedeputeerde staten gezamenlijk.

Titel 3. Het ontwerp van het reconstructieplan

[Regeling vervallen per 01-07-2014]

Artikel 13

[Regeling vervallen per 01-07-2014]

  • 1 Wanneer gedeputeerde staten het ten behoeve van het opstellen van een ontwerp van een reconstructieplan nodig achten dat grond wordt betreden of daarop gravingen of opmetingen worden verricht of tekens gesteld, moet de eigenaar van de grond of degene aan wie een beperkt recht toebehoort waaraan de grond is onderworpen, dit dulden.

  • 2 De burgemeester van de gemeente waar de in het eerste lid bedoelde gronden zijn gelegen, is bevoegd tot toepassing van bestuursdwang ter handhaving van de in het eerste lid bedoelde plicht.

  • 3 Voorzover een belanghebbende ten gevolge van de toepassing van het eerste lid schade lijdt of zal lijden die redelijkerwijs niet of niet geheel te zijnen laste behoort te blijven, kennen gedeputeerde staten op aanvraag een naar billijkheid te bepalen schadevergoeding toe.

  • 4 Aan de belanghebbende wordt op aanvraag een door gedeputeerde staten te bepalen voorschot op de schadevergoeding toegekend.

  • 5 In dit artikel wordt verstaan onder gedeputeerde staten: gedeputeerde staten van de provincie waar de gronden die worden betreden of waarop de in het eerste lid genoemde werkzaamheden worden verricht, geheel of grotendeels zijn gelegen.

Artikel 14

[Regeling vervallen per 01-07-2014]

  • 1 Gedeputeerde staten stellen, in voorkomend geval in overeenstemming met gedeputeerde staten van de andere provincies waarin het reconstructiegebied mede is gelegen, het reconstructieplan in ontwerp op binnen negen maanden na inwerkingtreding van deze wet.

  • 2 Voorafgaand aan de opstelling van het ontwerp van het reconstructieplan sluiten gedeputeerde staten, in voorkomend geval gezamenlijk met gedeputeerde staten van de andere provincies waarin het reconstructiegebied mede is gelegen, een bestuursovereenkomst met de besturen van de betrokken gemeenten en waterschappen omtrent de wijze waarop de betrokkenheid van de desbetreffende gemeenten en waterschappen bij de totstandkoming en uitvoering van het reconstructieplan, alsmede de afstemming met de procedures voor de vaststelling of herziening van bestemmingsplannen als bedoeld in artikel 10 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening, zal zijn gewaarborgd.

Artikel 15

[Regeling vervallen per 01-07-2014]

Titel 4. Vaststelling van het reconstructieplan

[Regeling vervallen per 01-07-2014]

Artikel 16

[Regeling vervallen per 01-07-2014]

  • 1 Provinciale staten stellen het reconstructieplan vast binnen acht weken na afloop van de termijn, bedoeld in artikel 15, tweede lid.

  • 2 Ten aanzien van onderdelen van het reconstructieplan die een afwijking inhouden van een vastgesteld streekplan als bedoeld in artikel 4a van de Wet op de Ruimtelijke Ordening, geldt de vaststelling van het reconstructieplan als besluit tot herziening van zodanig streekplan.

  • 3 Indien provinciale staten niet binnen de termijn, bedoeld in het eerste lid, het reconstructieplan vaststellen, kunnen Onze Ministers in afwijking van het eerste lid zelf het reconstructieplan vaststellen.

Artikel 17

[Regeling vervallen per 01-07-2014]

  • 1 Het reconstructieplan, bedoeld in artikel 16, eerste lid, behoeft de goedkeuring van Onze Ministers. Onze Ministers nemen het besluit omtrent goedkeuring in overeenstemming met Onze Ministers die het mede aangaat.

  • 2 De goedkeuring, bedoeld in het eerste lid, kan worden onthouden wegens strijd met het recht of het algemeen belang of indien onvoldoende is gewaarborgd dat met de beschikbare middelen het plan genoegzaam en met inachtneming van de beleidsprioriteiten, bedoeld in artikel 10, kan worden uitgevoerd.

  • 4 Indien Onze Ministers hun goedkeuring onthouden aan het reconstructieplan, stellen provinciale staten, rekening houdend met de overwegingen die tot de onthouding van de goedkeuring hebben geleid, binnen een door Onze Ministers vast te stellen termijn een gewijzigd reconstructieplan vast.

  • 5 Het gewijzigde reconstructieplan, bedoeld in het vierde lid, behoeft de goedkeuring van Onze Ministers. Het tweede en derde lid zijn van overeenkomstige toepassing.

  • 6 Onze Ministers kunnen, indien provinciale staten niet binnen de termijn, bedoeld in het vierde lid, een gewijzigd reconstructieplan vaststellen of indien Onze Ministers het gewijzigde reconstructieplan niet goedkeuren, zelf het gewijzigde reconstructieplan vaststellen. In dat geval wordt van het oorspronkelijk vastgestelde reconstructieplan slechts afgeweken voorzover dit redelijkerwijs voortvloeit uit de in het vierde lid bedoelde overwegingen.

Artikel 18

[Regeling vervallen per 01-07-2014]

  • 1 In het reconstructieplan kan worden bepaald dat, indien het belang van de reconstructie dit vordert, het reconstructieplan kan worden uitgewerkt met inachtneming van in het plan vervatte regelen. Uitwerking geschiedt in ieder geval indien een van de in artikel 11, tweede lid, onderdeel e, bedoelde maatregelen of voorzieningen herverkaveling betreft.

  • 3 De in het eerste lid bedoelde uitwerking maakt na vaststelling en voorzover vereist goedkeuring daarvan deel uit van het reconstructieplan.

Artikel 19

[Regeling vervallen per 01-07-2014]

  • 1 De uitwerking van het reconstructieplan bevat voorzover van toepassing:

    • a. de te treffen maatregelen en voorzieningen, bedoeld in artikel 11, tweede lid, onderdeel e, voorzover in het reconstructieplan is bepaald dat ten aanzien daarvan uitwerking plaats zal vinden;

    • b. aanduidingen van te verwerven onroerende zaken;

    • c. de aanwijzing van te onteigenen percelen of opstallen;

    • d. de toewijzing van eigendom van buiten een blok gelegen:

      • 1°. wegen, waterlopen, dijken of kaden met de daartoe behorende kunstwerken;

      • 2°. gebieden van belang uit een oogpunt van natuur- en landschapsbehoud en elementen van landschappelijke, recreatieve, cultuurhistorische, aardkundige of natuurwetenschappelijke waarde;

      • 3°. andere voorzieningen van openbaar nut;

    • e. de toewijzing en regeling van beheer en onderhoud van buiten een blok gelegen wegen, waterlopen, dijken of kaden met de daartoe behorende kunstwerken;

    • f. voor elke te treffen maatregel of voorziening een raming van de kosten, alsmede een tijdschema voor de uitvoering;

    • g. overige aspecten, ten aanzien waarvan in het reconstructieplan is bepaald dat uitwerking plaats zal vinden.

  • 2 Indien een van de in het eerste lid, onderdeel a, bedoelde maatregelen of voorzieningen herverkaveling betreft, bevat de uitwerking van het reconstructieplan tevens:

    • a. de begrenzing van een of meer blokken waarbinnen herverkaveling zal plaatsvinden;

    • b. een beschrijving van de in elk blok te treffen maatregelen en voorzieningen, die kunnen bevatten:

      • 1°. wijziging van het stelsel van wegen, waterlopen, dijken of kaden met de daarbij behorende kunstwerken,

      • 2°. veiligstelling, aanleg of ontwikkeling van gebieden van belang uit een oogpunt van natuur- en landschapsbehoud en elementen van landschappelijke, recreatieve, cultuurhistorische, aardkundige en natuurwetenschappelijke waarde alsmede

      • 3°. uitvoering van andere werken van openbaar nut;

    • c. voorzover van toepassing de toewijzing van eigendom van binnen een blok gelegen:

      • 1°. wegen, waterlopen, dijken of kaden met de daartoe behorende kunstwerken,

      • 2°. gebieden van belang uit een oogpunt van natuur- en landschapsbehoud en elementen van landschappelijke, recreatieve, cultuurhistorische, aardkundige of natuurwetenschappelijke waarde,

      • 3°. andere voorzieningen van openbaar nut;

    • d. voorzover van toepassing de toewijzing en regeling van beheer en onderhoud van binnen een blok gelegen wegen, waterlopen, dijken of kaden met de daartoe behorende kunstwerken.

  • 3 Indien voor het reconstructiegebied of delen daarvan streekplannen als bedoeld in artikel 4a van de Wet op de Ruimtelijke Ordening, zijn vastgesteld, wordt in de uitwerking van het reconstructieplan aangegeven op welke onderdelen de uitwerking afwijkingen van zodanige streekplannen inhoudt.

  • 4 In de uitwerking van het reconstructieplan wordt aangegeven voor welke delen van het plangebied artikel 27 van toepassing is.

Artikel 20

[Regeling vervallen per 01-07-2014]

  • 2 Het beheer en het onderhoud van openbare wegen met de daartoe behorende kunstwerken worden toegewezen aan de daarvoor in aanmerking komende openbare lichamen.

  • 3 In afwijking van het tweede lid kan, indien bijzondere omstandigheden daartoe aanleiding geven, het onderhoud van openbare wegen worden toegewezen aan andere rechtspersonen dan openbare lichamen.

  • 4 Bij het opstellen van een ontwerp van de uitwerking van het reconstructieplan stellen gedeputeerde staten de in het eerste tot en met derde lid bedoelde openbare lichamen en rechtspersonen, voorzover deze de eigendom, het beheer of het onderhoud hadden voor de reconstructie, in de gelegenheid hun zienswijze naar voren te brengen.

  • 5 Tenzij een rechtspersoon, niet zijnde een openbaar lichaam, voor de reconstructie de eigendom, het beheer en het onderhoud van openbare wegen, waterlopen, dijken of kaden met de daartoe behorende kunstwerken had, geschiedt de toewijzing hiervan pas indien overeenstemming is verkregen met de betrokken rechtspersoon.

  • 6 De toewijzing van de eigendom, het beheer en het onderhoud van openbare wegen, waterlopen, dijken of kaden met de daartoe behorende kunstwerken geschiedt zonder geldelijke verrekening, met dien verstande dat dit in de gegeven omstandigheden niet tot onredelijke gevolgen voor het betrokken openbaar lichaam mag leiden.

  • 7 De onttrekking aan het Rijk van de eigendom, het beheer en het onderhoud van openbare wegen, waterlopen, dijken of kaden met de daartoe behorende kunstwerken, alsmede, tenzij het Rijk zodanige eigendom, beheer en onderhoud voor de reconstructie had, de toewijzing daarvan aan het Rijk, geschiedt pas indien overeenstemming is verkregen met Onze betrokken Minister.

Artikel 21

[Regeling vervallen per 01-07-2014]

De eigendom, het beheer en het onderhoud van de gebieden en voorzieningen, bedoeld in artikel 19, eerste lid, onderdeel d, onder 2° en 3°, onderscheidenlijk tweede lid, onderdeel c, onder 2° en 3°, worden toegewezen aan:

  • a. het Rijk of

  • b. een ander openbaar lichaam of een andere rechtspersoon dan het Rijk, indien dit lichaam of deze rechtspersoon daarmee instemt.

Artikel 22

[Regeling vervallen per 01-07-2014]

  • 1 Voorzover het openbaar lichaam of de rechtspersoon voorheen niet was belast met het beheer en onderhoud van openbare wegen, waterlopen, dijken of kaden met de daartoe behorende kunstwerken, gaan het beheer en onderhoud in afwijking van de artikelen 1 en 2 van de Waterstaatswet 1900 en de artikelen 18a, 19 en 20 van de Wegenwet, over op het tijdstip van bekendmaking van de uitwerking van het reconstructieplan.

  • 2 Het beheer en onderhoud van de voorzieningen, bedoeld in het eerste lid, gaan over op een later tijdstip dan bedoeld in het eerste lid indien:

    • a. aan bestaande voorzieningen verbeteringswerken worden uitgevoerd of

    • b. het nieuwe voorzieningen betreft.

    Gedeputeerde staten van de provincie waar de betrokken voorzieningen geheel of grotendeels zijn gelegen, in voorkomend geval in overeenstemming met gedeputeerde staten van de provincies waar de betrokken voorzieningen mede zijn gelegen, bepalen in voorkomend geval dat tijdstip.

Artikel 23

[Regeling vervallen per 01-07-2014]

  • 1 Tot het tijdstip, bedoeld in artikel 22, eerste of tweede lid, berust het beheer en het onderhoud van de bestaande openbare wegen, waterlopen, dijken of kaden met de daartoe behorende kunstwerken bij de beheers- en onderhoudsplichtigen die voor de reconstructie daarmee belast waren.

  • 2 In afwijking van het eerste lid berust het beheer en het onderhoud bij gedeputeerde staten van de provincie waarbinnen de in het eerste lid bedoelde voorzieningen geheel of voor het grootste deel zijn gelegen indien het betreft verbetering van deze voorzieningen, vanaf het tijdstip waarop gedeputeerde staten opdracht geven tot de uitvoering van de verbeteringswerken tot het tijdstip, bedoeld in artikel 22, eerste of tweede lid.

  • 3 Het beheer en het onderhoud van nieuwe voorzieningen als bedoeld in het eerste lid, berust bij gedeputeerde staten van de provincie waarbinnen deze voorzieningen geheel of voor het grootste deel zijn gelegen tot het tijdstip, bedoeld in artikel 22, eerste of tweede lid.

Artikel 24

[Regeling vervallen per 01-07-2014]

  • 1 De wegen met de daartoe behorende kunstwerken die voorheen voor het openbaar verkeer waren opengesteld en niet in de uitwerking van het reconstructieplan zijn opgenomen, zijn in afwijking van de artikelen 8 en 9 van de Wegenwet door het enkele feit van de niet-opneming aan het openbaar verkeer onttrokken.

  • 2 Aan wegen met de daartoe behorende kunstwerken die in de uitwerking van het reconstructieplan zijn opgenomen maar die voorheen niet voor het openbaar verkeer waren opengesteld, is in afwijking van de artikelen 4 en 5 van de Wegenwet door het enkele feit van opneming de bestemming van openbare weg gegeven.

  • 3 De in het eerste en tweede lid genoemde rechtsgevolgen gaan in op het tijdstip van bekendmaking van de uitwerking van het reconstructieplan.

  • 4 In afwijking van het derde lid kunnen gedeputeerde staten van de provincie waar de betrokken wegen met de daartoe behorende kunstwerken geheel of grotendeels zijn gelegen, in voorkomend geval in overeenstemming met gedeputeerde staten van de provincies waar de betrokken wegen en kunstwerken mede zijn gelegen, besluiten dat de in dat lid bedoelde rechtsgevolgen ingaan op een ander, door hen te bepalen tijdstip, dat voor de onderscheiden wegen met de daartoe behorende kunstwerken, verschillend kan zijn.

Artikel 25

[Regeling vervallen per 01-07-2014]

  • 2 Zonder instemming van Onze Minister van Defensie wordt geen wijziging gebracht in de gebruikstoestand van onroerende zaken die een militaire bestemming hebben.

  • 3 Zonder toestemming van de eigenaar wordt geen wijziging gebracht in diens recht ten aanzien van gebouwen, behoudens in geval van onteigening als bedoeld in artikel 122 van de onteigeningswet.

Artikel 26

[Regeling vervallen per 01-07-2014]

  • 1 Het reconstructieplan kan worden gewijzigd.

  • 2 Onze Ministers kunnen gedeputeerde staten om zwaarwegende redenen van algemeen belang verzoeken een wijziging van het reconstructieplan voor te bereiden. Artikel 12, derde lid, tweede en derde volzin, zijn van overeenkomstige toepassing.

Artikel 27

[Regeling vervallen per 01-07-2014]

  • 2 Artikel 50 van de Woningwet is niet van toepassing op aanvragen om een bouwvergunning ter uitvoering van de in het eerste lid bedoelde delen van het reconstructieplan.

  • 3 Voorzover de in het eerste lid bedoelde delen van het reconstructieplan en het bestemmingsplan niet met elkaar in overeenstemming zijn, geldt het reconstructieplan voor de uitvoering daarvan als een vrijstelling als bedoeld in artikel 19 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening.

  • 4 Voorzover een bestemmingsplan of een ander besluit een aanlegvergunning als bedoeld in artikel 14 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening vereist, geldt zodanige eis niet voor de uitvoering van werken en werkzaamheden ter uitvoering van het reconstructieplan in de in het eerste lid bedoelde delen van het reconstructiegebied.

  • 5 Voorschriften in een leefmilieuverordening als bedoeld in artikel 9, derde lid, van de Wet op de stads- en dorpsvernieuwing, blijven buiten toepassing voor de uitvoering van werken, werkzaamheden en bouwwerken en voor het gebruik van gronden en opstallen ter uitvoering van de in het eerste lid bedoelde delen van een reconstructieplan, voorzover deze delen van het reconstructieplan en die voorschriften niet met elkaar in overeenstemming zijn.

Artikel 28

[Regeling vervallen per 01-07-2014]

Het reconstructieplan, alsmede een uitwerking of wijziging van een reconstructieplan, wordt onverwijld na de goedkeuring of, in het in artikel 16, derde lid, of 17, zesde lid, bedoelde geval, na de vaststelling door Onze Ministers, bekendgemaakt.

Artikel 29

[Regeling vervallen per 01-07-2014]

  • 1 Tegen een besluit tot vaststelling, wijziging of uitwerking van het reconstructieplan kan een belanghebbende beroep instellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

  • 2 Het besluit tot goedkeuring, bedoeld in artikel 17, eerste of vijfde lid, maakt voor de toepassing van het eerste lid, deel uit van het daaraan ten grondslag liggende besluit tot vaststelling, wijziging of uitwerking van het reconstructieplan.

Titel 5. Schadevergoeding

[Regeling vervallen per 01-07-2014]

Artikel 30

[Regeling vervallen per 01-07-2014]

  • 1 Voorzover een belanghebbende ten gevolge van de vaststelling van een reconstructieplan schade lijdt of zal lijden die redelijkerwijs niet of niet geheel te zijnen laste behoort te blijven en waarvan de vergoeding niet of niet voldoende door aankoop, onteigening of anderszins is verzekerd, kennen gedeputeerde staten op aanvraag een naar billijkheid te bepalen schadevergoeding toe.

  • 2 Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing op de vaststelling van een uitwerking of een wijziging van een reconstructieplan.

  • 3 Aan de belanghebbende wordt op aanvraag een door gedeputeerde staten te bepalen voorschot op de schadevergoeding toegekend.

  • 4 In dit artikel wordt verstaan onder gedeputeerde staten: gedeputeerde staten van de provincie waar de in het reconstructieplan opgenomen maatregel of voorziening waardoor de schade optreedt, ten aanzien van de belanghebbende wordt getroffen.

Titel 6. Programmering van de uitvoering

[Regeling vervallen per 01-07-2014]

Artikel 31

[Regeling vervallen per 01-07-2014]

  • 1 Gedeputeerde staten stellen per onderscheiden reconstructieplan een uitvoeringsprogramma vast.

  • 2 Het uitvoeringsprogramma wordt vastgesteld voor een daarbij bepaald tijdvak.

  • 3 Het uitvoeringsprogramma, bedoeld in het eerste lid, bevat in ieder geval per reconstructieplan:

    • a. een zo nauwkeurig mogelijke opsomming van voorgenomen activiteiten voor het tijdvak waarop het uitvoeringsprogramma betrekking heeft;

    • b. een zo nauwkeurig mogelijke raming van de kosten van de onder a bedoelde activiteiten;

    • c. een zo nauwkeurig mogelijk inzicht in de wijze van financiering van die activiteiten.

  • 4 Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen, na overleg met gedeputeerde staten van de provincies die het aangaat, nadere regels worden gesteld voor het uitvoeringsprogramma, bedoeld in het eerste lid.

Artikel 32

[Regeling vervallen per 01-07-2014]

Gedeputeerde staten bezien, in voorkomend geval tezamen met gedeputeerde staten van de andere provincies waarin het reconstructiegebied mede is gelegen, tenminste eenmaal in de twee jaar of een uitvoeringsprogramma als bedoeld in artikel 31, eerste lid, wijziging behoeft.

Artikel 33

[Regeling vervallen per 01-07-2014]

  • 1 Een uitvoeringsprogramma als bedoeld in artikel 31, gaat vergezeld van een bestuursovereenkomst tussen in ieder geval Onze Ministers en gedeputeerde staten van de provincies waarin het desbetreffende reconstructiegebied is gelegen.

  • 2 In de bestuursovereenkomst, bedoeld in het eerste lid, zijn in ieder geval opgenomen:

    • a. de beleidsintenties en beleidsinspanningen van partijen ten behoeve van de realisatie van het uitvoeringsprogramma;

    • b. de bedragen tot welke partijen ten hoogste bijdragen in de financiering van de in het uitvoeringsprogramma opgenomen activiteiten, in het perspectief van het tijdvak waarvoor het uitvoeringsprogramma is vastgesteld, met inachtneming van artikel 31;

    • c. regels voor de voortgangsbewaking van de uitvoering en de wijze waarop daarover wordt gerapporteerd;

    • d. regels voor de evaluatie van het uitvoeringsprogramma na afloop van het tijdvak waarvoor het uitvoeringsprogramma is vastgesteld;

    • e. in voorkomend geval de wijzigingen die naar aanleiding van het uitvoeringsprogramma moeten worden aangebracht in het voor het desbetreffende reconstructiegebied geldende plan voor plattelandsontwikkeling, zoals dat door de Commissie van de Europese Gemeenschappen is goedgekeurd overeenkomstig artikel 44, tweede lid, van Verordening (EG) nr. 1257/1999 van de Raad van de Europese Unie van 17 mei 1999 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw (EOGFL) en tot wijziging en instelling van een aantal verordeningen (PbEG L 160).

Artikel 34

[Regeling vervallen per 01-07-2014]

Indien een uitvoeringsprogramma wordt gewijzigd, bezien Onze Ministers en gedeputeerde staten die het aangaat, tevens of de bestuursovereenkomst, bedoeld in artikel 33, wijziging behoeft en wijzigen deze zo nodig.

Artikel 34a

[Regeling vervallen per 01-07-2014]

  • 1 Voorzover naar aanleiding van een uitvoeringsprogramma of een wijziging daarvan wijzigingen noodzakelijk zijn in een plan voor plattelandsontwikkeling als bedoeld in artikel 33, tweede lid, onderdeel e, die ingevolge het bepaalde in artikel 35, tweede lid, van Verordening (EG) nr. 1750/1999 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 23 juli 1999 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EG) nr. 1257/1999 van de Raad inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw (EOGFL) (PbEG L 214), de goedkeuring behoeven van de Commissie van de Europese Gemeenschappen, kan Onze Minister de doorgeleiding ter goedkeuring van de wijziging van het plan voor plattelandsontwikkeling gedurende ten hoogste twaalf maanden na de vaststelling van de bestuursovereenkomst, die op het desbetreffende uitvoeringsprogramma of een wijziging daarvan betrekking heeft, maar uiterlijk tot de datum, bedoeld in het tweede lid, aanhouden.

  • 2 Onze Minister bepaalt in elk kalenderjaar een datum waarop wijzigingen van plannen voor plattelandsontwikkeling als bedoeld in het eerste lid, in voorkomend geval na samenvoeging met andere wijzigingen in zodanige plannen die krachtens de in het eerste lid bedoelde verordening de goedkeuring van de Commissie van de Europese Gemeenschappen behoeven, aan de Commissie zullen worden aangeboden. Hiervan doet hij mededeling in de Staatscourant en aan gedeputeerde staten van alle provincies.

Artikel 35

[Regeling vervallen per 01-07-2014]

  • 1 Onze Ministers storten jaarlijks de geldmiddelen die in het betrokken begrotingsjaar beschikbaar zullen zijn voor de reconstructie in het door de Stichting Groenfonds te 's-Gravenhage beheerde groenfonds.

  • 2 De Stichting Groenfonds reserveert de in het eerste lid bedoelde middelen ten behoeve van de reconstructie, overeenkomstig door Onze Ministers gegeven aanwijzingen.

Titel 7. Overige bepalingen

[Regeling vervallen per 01-07-2014]

Artikel 36

[Regeling vervallen per 01-07-2014]

  • 1 Met ingang van het tijdstip waarop het ontwerp van het reconstructieplan ter inzage is gelegd tot het tijdstip waarop het reconstructieplan voor de betrokken onroerende zaken is verwezenlijkt, is het behoudens ontheffing verboden handelingen te verrichten die de verwezenlijking van het reconstructieplan ernstig belemmeren. De ontheffing wordt verleend door gedeputeerde staten van de provincie waar de betrokken onroerende zaken geheel of grotendeels zijn gelegen.

  • 2 Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing bij wijziging of uitwerking van het reconstructieplan.

  • 3 Na bekendmaking van het reconstructieplan, of de wijziging of uitwerking daarvan, is het behoudens ontheffing eigenaren en gebruiksgerechtigden van tot een blok behorende onroerende zaken verboden handelingen te verrichten, of handelingen die door een normale bedrijfsvoering worden geëist achterwege te laten, indien daardoor de waarde van hun onroerende zaken zou veranderen. De tweede volzin van het eerste lid is van toepassing.

  • 4 Indien de verandering van de waarde, bedoeld in het derde lid, een waardevermeerdering betreft, behoeft deze niet te worden vergoed, tenzij deze vermeerdering het gevolg is van handelingen waarvoor ontheffing is verleend.

Hoofdstuk 3. De uitvoering

[Regeling vervallen per 01-07-2014]

Titel 1. Inleidende bepalingen

[Regeling vervallen per 01-07-2014]

Artikel 37

[Regeling vervallen per 01-07-2014]

  • 1 Zodra een reconstructieplan of een uitwerking of wijziging daarvan is bekendgemaakt, kan de uitvoering hiervan ter hand worden genomen.

  • 2 Voorzover niet anders is bepaald, zijn gedeputeerde staten belast met de uitvoering van het reconstructieplan.

  • 3 De uitvoering geschiedt met inachtneming van het reconstructieplan en het uitvoeringsprogramma, bedoeld in artikel 31, eerste lid.

Artikel 38

[Regeling vervallen per 01-07-2014]

  • 1 Gedeputeerde staten kunnen besluiten het reconstructieplan in delen in uitvoering te nemen.

  • 2 Gedeputeerde staten kunnen besluiten delen als bedoeld in het eerste lid, bij voorrang in uitvoering te nemen.

  • 3 Gedeputeerde staten kunnen besluiten bepaalde maatregelen of voorzieningen slechts in uitvoering te nemen, indien tussen gedeputeerde staten en een ander openbaar lichaam dan het Rijk overeenstemming is verkregen over de geldelijke bijdrage van het lichaam in de kosten van deze maatregel of voorziening, en over de voorwaarden waaronder de vergoeding van deze kosten zal plaatsvinden.

Titel 2. Coördinatie van besluitvorming

[Regeling vervallen per 01-07-2014]

Artikel 39

[Regeling vervallen per 01-07-2014]

In deze titel wordt verstaan onder gedeputeerde staten: gedeputeerde staten van de provincie waar de activiteiten, waarop de aanvragen betrekking hebben, geheel of in hoofdzaak plaatsvinden of zullen plaatsvinden.

Artikel 40

[Regeling vervallen per 01-07-2014]

  • 1 Indien in het kader van de uitvoering van het reconstructieplan aanvragen zijn ingediend tot het geven van met elkaar samenhangende besluiten, kunnen gedeputeerde staten een gecoördineerde behandeling van die aanvragen bevorderen.

  • 2 Gedeputeerde staten zijn gehouden een gecoördineerde behandeling van aanvragen als bedoeld in het eerste lid, te bevorderen wanneer een van de betrokken bestuursorganen dan wel de aanvrager of een van de aanvragers dat aanvraagt.

  • 3 Gedeputeerde staten zijn voorts gehouden op aanvraag van degene die voornemens is een of meer aanvragen te doen als bedoeld in het eerste lid, een gecoördineerde voorbereiding van die aanvragen te bevorderen.

  • 4 Indien gedeputeerde staten toepassing geven aan het eerste, tweede of derde lid, delen zij dit onverwijld schriftelijk mede aan de aanvrager of aanvragers en elk der andere bestuursorganen waartoe een of meer van de aanvragen mocht zijn gericht.

Artikel 41

[Regeling vervallen per 01-07-2014]

  • 2 De in het eerste lid bedoelde procedure treedt in de plaats van de bij of krachtens enig ander wettelijk voorschrift voor die besluiten bepaalde procedure.

  • 4 Gedeputeerde staten delen de datum, bedoeld in het derde lid, onverwijld mede aan de aanvrager of aanvragers en aan elk der andere bestuursorganen waaraan een of meer van de aanvragen mocht zijn gericht, onder vermelding van de datum waarop de laatste aanvraag is ontvangen. Het bevoegd gezag stelt een aantekening terzake op het geschrift waarbij de aanvraag is ingediend.

Artikel 42

[Regeling vervallen per 01-07-2014]

  • 1 Gedeputeerde staten kunnen van de bestuursorganen die bevoegd zijn te besluiten op de aanvragen waarover de in artikel 40 bedoelde coördinatie zich uitstrekt, alsmede van de bij de besluiten betrokken adviseurs de medewerking vorderen die voor het welslagen van de coördinatie nodig is.

  • 2 De in het eerste lid bedoelde bestuursorganen en adviseurs zijn gehouden de van hen gevorderde medewerking te verlenen.

Artikel 43

[Regeling vervallen per 01-07-2014]

  • 1 De bestuursorganen die bevoegd zijn te besluiten op de aanvragen waarover de in artikel 40 bedoelde coördinatie zich uitstrekt, nemen de in dat artikel bedoelde besluiten binnen drie maanden na de datum, bedoeld in artikel 41, derde lid, en zenden deze besluiten onverwijld toe aan gedeputeerde staten.

  • 2 De in het eerste lid bedoelde termijn treedt in de plaats van de bij of krachtens enig ander wettelijk voorschrift voor die besluiten bepaalde termijn.

  • 3 Indien een bestuursorgaan als bedoeld in het eerste lid, niet of niet tijdig een besluit aan gedeputeerde staten zendt, kunnen gedeputeerde staten een besluit op de desbetreffende aanvraag nemen. In dat geval treedt hun besluit in de plaats van het besluit van het in eerste aanleg bevoegde bestuursorgaan. Indien gedeputeerde staten voornemens zijn zelf een besluit op de aanvraag te nemen, plegen zij overleg met het bestuursorgaan dat in eerste aanleg bevoegd is op de aanvraag te beslissen.

  • 4 Het derde lid is niet van toepassing indien een van Onze betrokken Ministers het bevoegde bestuursorgaan is.

Artikel 44

[Regeling vervallen per 01-07-2014]

Tegen een besluit genomen met toepassing van de artikelen 40 tot en met 43 kan een belanghebbende beroep instellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

Titel 3. Doorwerking van het reconstructieplan in besluiten

[Regeling vervallen per 01-07-2014]

Artikel 45

[Regeling vervallen per 01-07-2014]

Het bestuursorgaan dat bevoegd is te besluiten op een aanvraag die wordt ingediend in het kader van de uitvoering van het reconstructieplan, neemt hierbij het reconstructieplan in acht.

Artikel 46

[Regeling vervallen per 01-07-2014]

Geen subsidies worden verstrekt indien de verstrekking daarvan strijdig zou zijn met het reconstructieplan.

Titel 4. Gebruiksverboden

[Regeling vervallen per 01-07-2014]

Artikel 47

[Regeling vervallen per 01-07-2014]

  • 1 Ten aanzien van gebieden die daartoe in het reconstructieplan zijn aangewezen, kunnen provinciale staten van de provincie waar de betrokken gebieden zijn gelegen, in voorkomend geval in overeenstemming met provinciale staten van de provincies waar de betrokken gebieden mede, maar niet in hoofdzaak zijn gelegen, bij provinciale verordening bepalen dat het met ingang van een bij zodanige verordening te bepalen tijdstip verboden is in de desbetreffende gebieden gelegen opstallen voor in die verordening vastgestelde doeleinden te gebruiken of met het oog op zodanige doeleinden anders te gebruiken dan onder in die verordening te stellen regels, voorzover dit bijdraagt aan de doelstellingen, bedoeld in artikel 4.

  • 2 De regels, bedoeld in het eerste lid, kunnen slechts worden gesteld in het belang van de uitvoering van het reconstructieplan.

  • 3 Gedeputeerde staten van de provincie waar de betrokken opstallen zijn gelegen, kunnen ontheffing verlenen van een verbod als bedoeld in het eerste lid. Aan deze ontheffing kunnen voorschriften of beperkingen worden verbonden.

  • 4 Voorzover een belanghebbende ten gevolge van de toepassing van het eerste lid schade lijdt of zal lijden die redelijkerwijs niet of niet geheel te zijnen laste behoort te blijven, kennen gedeputeerde staten op aanvraag een naar billijkheid te bepalen schadevergoeding toe.

  • 5 Aan de belanghebbende wordt op aanvraag een door gedeputeerde staten te bepalen voorschot op de schadevergoeding toegekend.

Titel 5. Voorzieningen van openbaar nut

[Regeling vervallen per 01-07-2014]

Artikel 48

[Regeling vervallen per 01-07-2014]

  • 1 Na bekendmaking van het reconstructieplan of een uitwerking of wijziging daarvan wordt op een door gedeputeerde staten te bepalen tijdstip een akte ter zake van de toewijzing, bedoeld in artikel 19, eerste lid, onderdeel d, opgemaakt door een door gedeputeerde staten aan te wijzen notaris en ondertekend door de voorzitter van gedeputeerde staten en de griffier, bedoeld in artikel 97 van de Provinciewet.

  • 2 Door de inschrijving van de akte in de openbare registers wordt de daarin omschreven eigendom verkregen.

  • 3 Voorzover tegen het reconstructieplan of een uitwerking of wijziging daarvan beroep is ingesteld betreffende de in het eerste lid bedoelde toewijzing, doen gedeputeerde staten van de uitspraak in beroep mededeling door toezending, ter inschrijving in de openbare registers, aan het desbetreffende kantoor van de Dienst voor het kadaster en de openbare registers:

    • a. indien door de uitspraak in beroep de eigendom aan een ander wordt toegewezen dan in de in het eerste lid bedoelde akte is vermeld;

    • b. indien de in artikel 90 bedoelde ruilakte is ingeschreven in de openbare registers en door de uitspraak in beroep de eigendom aan een ander wordt toegewezen dan in de ruilakte is vermeld.

  • 4 Door inschrijving van de uitspraak in beroep in de openbare registers wordt de in die uitspraak omschreven eigendom verkregen door de in die uitspraak genoemde openbare lichamen of andere rechtspersonen.

Titel 6. Herverkaveling

[Regeling vervallen per 01-07-2014]

Afdeling 1. Algemeen

[Regeling vervallen per 01-07-2014]

Artikel 49

[Regeling vervallen per 01-07-2014]

[Treedt in werking op 16-06-2006]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Artikel 50

[Regeling vervallen per 01-07-2014]

[Treedt in werking op 16-06-2006]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Afdeling 2. Uitvoering van werken

[Regeling vervallen per 01-07-2014]

Artikel 51

[Regeling vervallen per 01-07-2014]

[Treedt in werking op 16-06-2006]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Artikel 52

[Regeling vervallen per 01-07-2014]

[Treedt in werking op 16-06-2006]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Artikel 53

[Regeling vervallen per 01-07-2014]

[Treedt in werking op 16-06-2006]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Artikel 54

[Regeling vervallen per 01-07-2014]

[Treedt in werking op 16-06-2006]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Afdeling 3. Wijziging blokgrenzen

[Regeling vervallen per 01-07-2014]

Artikel 55

[Regeling vervallen per 01-07-2014]

[Treedt in werking op 16-06-2006]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Afdeling 4. Tijdelijk gebruik

[Regeling vervallen per 01-07-2014]

Artikel 56

[Regeling vervallen per 01-07-2014]

[Treedt in werking op 16-06-2006]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Artikel 57

[Regeling vervallen per 01-07-2014]

[Treedt in werking op 16-06-2006]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Afdeling 5. Het ruilplan en de lijst der geldelijke regelingen

[Regeling vervallen per 01-07-2014]

Paragraaf 1. Algemeen

[Regeling vervallen per 01-07-2014]

Artikel 58

[Regeling vervallen per 01-07-2014]

[Treedt in werking op 16-06-2006]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Artikel 59

[Regeling vervallen per 01-07-2014]

[Treedt in werking op 16-06-2006]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Paragraaf 2. De lijst van rechthebbenden

[Regeling vervallen per 01-07-2014]

Artikel 60

[Regeling vervallen per 01-07-2014]

[Treedt in werking op 16-06-2006]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Artikel 61

[Regeling vervallen per 01-07-2014]

[Treedt in werking op 16-06-2006]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Paragraaf 3. Het plan van toedeling

[Regeling vervallen per 01-07-2014]

Artikel 62

[Regeling vervallen per 01-07-2014]

[Treedt in werking op 16-06-2006]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Artikel 63

[Regeling vervallen per 01-07-2014]

[Treedt in werking op 16-06-2006]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Artikel 64

[Regeling vervallen per 01-07-2014]

[Treedt in werking op 16-06-2006]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Artikel 65

[Regeling vervallen per 01-07-2014]

[Treedt in werking op 16-06-2006]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Artikel 66

[Regeling vervallen per 01-07-2014]

[Treedt in werking op 16-06-2006]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Artikel 67

[Regeling vervallen per 01-07-2014]

[Treedt in werking op 16-06-2006]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Artikel 68

[Regeling vervallen per 01-07-2014]

[Treedt in werking op 16-06-2006]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Artikel 69

[Regeling vervallen per 01-07-2014]

[Treedt in werking op 16-06-2006]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Artikel 70

[Regeling vervallen per 01-07-2014]

[Treedt in werking op 16-06-2006]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Artikel 71

[Regeling vervallen per 01-07-2014]

[Treedt in werking op 16-06-2006]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Paragraaf 4. De lijst der geldelijke regelingen

[Regeling vervallen per 01-07-2014]

Artikel 72

[Regeling vervallen per 01-07-2014]

[Treedt in werking op 16-06-2006]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Artikel 73

[Regeling vervallen per 01-07-2014]

[Treedt in werking op 16-06-2006]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Paragraaf 5. Nadere regels omtrent het ruilplan en de lijst der geldelijke regelingen

[Regeling vervallen per 01-07-2014]

Artikel 74

[Regeling vervallen per 01-07-2014]

[Treedt in werking op 16-06-2006]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Paragraaf 6. De procedure voor de vaststelling van het ruilplan

[Regeling vervallen per 01-07-2014]

Artikel 75

[Regeling vervallen per 01-07-2014]

[Treedt in werking op 16-06-2006]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Artikel 76

[Regeling vervallen per 01-07-2014]

[Treedt in werking op 16-06-2006]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Artikel 77

[Regeling vervallen per 01-07-2014]

[Treedt in werking op 16-06-2006]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Paragraaf 6a. De procedure voor de vaststelling van de lijst der geldelijke regelingen

[Regeling vervallen per 01-07-2014]

Artikel 77a

[Regeling vervallen per 01-07-2014]

[Treedt in werking op 16-06-2006]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Artikel 78

[Regeling vervallen per 01-07-2014]

[Treedt in werking op 16-06-2006]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Paragraaf 7. Bijzondere bepalingen over beroep en hoger beroep

[Regeling vervallen per 01-07-2014]

Artikel 80

[Regeling vervallen per 01-07-2014]

[Treedt in werking op 16-06-2006]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Artikel 81

[Regeling vervallen per 01-07-2014]

[Treedt in werking op 16-06-2006]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Paragraaf 8. Overige bepalingen

[Regeling vervallen per 01-07-2014]

Artikel 82

[Regeling vervallen per 01-07-2014]

[Treedt in werking op 16-06-2006]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Artikel 83

[Regeling vervallen per 01-07-2014]

[Treedt in werking op 16-06-2006]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Afdeling 6. De gevolgen van het ruilplan voor de pachtverhoudingen

[Regeling vervallen per 01-07-2014]

Artikel 84

[Regeling vervallen per 01-07-2014]

[Treedt in werking op 16-06-2006]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Artikel 85

[Regeling vervallen per 01-07-2014]

[Treedt in werking op 16-06-2006]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Artikel 86

[Regeling vervallen per 01-07-2014]

[Treedt in werking op 16-06-2006]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Artikel 87

[Regeling vervallen per 01-07-2014]

[Treedt in werking op 16-06-2006]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Artikel 88

[Regeling vervallen per 01-07-2014]

[Treedt in werking op 16-06-2006]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Artikel 89

[Regeling vervallen per 01-07-2014]

[Treedt in werking op 16-06-2006]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Afdeling 7. De ruilakte

[Regeling vervallen per 01-07-2014]

Artikel 90

[Regeling vervallen per 01-07-2014]

[Treedt in werking op 16-06-2006]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Artikel 91

[Regeling vervallen per 01-07-2014]

[Treedt in werking op 16-06-2006]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Afdeling 8. Gelijktijdige terinzagelegging van het ruilplan en de lijst der geldelijke regelingen

[Regeling vervallen per 01-07-2014]

Artikel 91a

[Regeling vervallen per 01-07-2014]

  • 1 Gedeputeerde staten kunnen, in afwijking van artikel 77a, tweede lid, tweede volzin, bepalen dat het ontwerp van ruilplan en van de lijst der geldelijke regelingen gelijktijdig ter inzage worden gelegd.

  • 2 In het geval, bedoeld in het eerste lid, worden zienswijzen met betrekking tot het ontwerp van de lijst der geldelijke regelingen eerst behandeld nadat het ruilplan onherroepelijk is, en in voorkomend geval tezamen met zienswijzen, welke op basis van artikel 91b, tweede lid, worden ingediend.

Artikel 91b

[Regeling vervallen per 01-07-2014]

  • 1 Indien bij toepassing van artikel 91a het onherroepelijke ruilplan anders luidt dan het ter inzage gelegde ontwerp, stellen gedeputeerde staten een gewijzigd ontwerp op van de lijst der geldelijke regelingen, waarin de geldelijke gevolgen van de wijzigingen in het ruilplan worden opgenomen.

  • 2 Artikel 77a is van overeenkomstige toepassing op het gewijzigd ontwerp van de lijst der geldelijke regelingen.

Hoofdstuk 4. De kosten

[Regeling vervallen per 01-07-2014]

Artikel 92

[Regeling vervallen per 01-07-2014]

De kosten van de reconstructie worden gedragen door het Rijk, andere openbare lichamen en eigenaren met inachtneming van de artikelen 93 tot en met 95.

Artikel 93

[Regeling vervallen per 01-07-2014]

  • 1 Ten laste van het Rijk komen de kosten van:

    • a. de Dienst landelijk gebied en de Dienst voor het kadaster en de openbare registers;

    • b. het bijeenroepen en houden van vergaderingen;

    • c. het doen van openbare kennisgevingen;

    • d. de uitvoering van de in het reconstructieplan opgenomen maatregelen en voorzieningen, voorzover ingevolge het tweede lid andere openbare lichamen zich niet hebben verplicht tot het dragen van deze kosten;

    • e. de schadevergoedingen, bedoeld in de artikelen 13, derde lid, 30, eerste lid, 47, vierde lid, en 54, tweede lid.

  • 2 Ten laste van andere openbare lichamen komen de kosten waartoe zij zich op grond van artikel 38, derde lid, of anderszins bij overeenkomst, hebben verplicht.

  • 3 Ten laste van de eigenaren van de in een herverkaveling betrokken onroerende zaken gezamenlijk komen de kosten van herverkaveling die gemaakt zijn ten behoeve van het blok, voorzover deze niet gedekt worden door een subsidie of andere bijdrage van het Rijk of voorzover de betaling van deze kosten niet bij overeenkomst is verzekerd.

  • 4 De kosten die ten laste van de eigenaren gezamenlijk komen, worden over de eigenaren omgeslagen zoals bepaald in de onherroepelijke lijst der geldelijke regelingen. Iedere eigenaar is kostenplichtig voor de over hem omgeslagen kosten.

Artikel 94

[Regeling vervallen per 01-07-2014]

De eigenaar is de over hem omgeslagen kosten verschuldigd op het moment dat de lijst der geldelijke regelingen onherroepelijk is.

Artikel 95

[Regeling vervallen per 01-07-2014]

  • 2 De omgeslagen kosten worden geheven bij wege van aanslag.

  • 3 Indien de over een eigenaar omgeslagen kosten geringer zijn dan een bij regeling van Onze Minister, in overeenstemming met Onze Minister van Financiën, vast te stellen bedrag, worden deze kosten niet geheven.

  • 4 Indien met betrekking tot eenzelfde onroerende zaak twee of meer eigenaren kostenplichtig zijn en bij elk van deze eigenaren het derde lid geen toepassing vindt, kan de belastingaanslag ten name van een van hen worden gesteld.

  • 5 Indien met toepassing van het vierde lid de belastingaanslag ten name van één kostenplichtige is gesteld, kan:

    • a. de ontvanger de aanslag op de gehele onroerende zaak verhalen ten name van degene te wiens naam de belastingaanslag is gesteld, zonder rekening te houden met de rechten van de overige kostenplichtigen;

    • b. de kostenplichtige die de belastingaanslag heeft voldaan hetgeen hij meer heeft voldaan dan overeenkomt met zijn kostenplicht verhalen op de overige kostenplichtigen naar evenredigheid van ieders kostenplicht.

  • 6 Van het vijfde lid, aanhef en onderdeel b, kan bij overeenkomst worden afgeweken.

Hoofdstuk 6. Slotbepalingen

[Regeling vervallen per 01-07-2014]

Artikel 97

[Regeling vervallen per 01-07-2014]

[Treedt in werking op 16-06-2006]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Artikel 98a

[Regeling vervallen per 01-07-2014]

Onze Ministers zenden binnen vier jaar na de inwerkingtreding van deze wet aan de Staten-Generaal een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van deze wet in de praktijk.

Artikel 99

[Regeling vervallen per 01-07-2014]

De artikelen van deze wet treden in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

Artikel 100

[Regeling vervallen per 01-07-2014]

Deze wet wordt aangehaald als: Reconstructiewet concentratiegebieden.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te 's-Gravenhage, 31 januari 2002

Beatrix

De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,

L. J. Brinkhorst

De Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,

G. H. Faber

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

J. P. Pronk

Uitgegeven de zevende maart 2002

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals

Bijlage bedoeld in artikel 9 van de Reconstructiewet concentratiegebieden

[Regeling vervallen per 01-07-2014]

Rijksuitgangspunten voor het opstellen van het reconstructieplan

[Regeling vervallen per 01-07-2014]

§ 1. Begrippenkader

[Regeling vervallen per 01-07-2014]

In deze bijlage wordt verstaan onder:

waardevolle en kwetsbare gebieden:

  • prioritaire milieubeschermingsgebieden, bedoeld in het provinciale milieubeleidsplan,

  • waardevolle cultuurlandschappen, bedoeld in deel 4 van het Structuurschema Groene Ruimte,

  • gebieden behoud en herstel bestaande landschapskwaliteit, bedoeld in deel 4 van het Structuurschema Groene Ruimte,

  • open ruimten waarvoor een (rijks)restrictief beleid geldt, bedoeld in deel 4 van de Vierde nota ruimtelijke ordening extra,

  • verdroogde gebieden,

  • strategische groenprojecten, bedoeld in deel 4 van het Structuurschema Groene Ruimte,

  • de ecologische hoofdstructuur;

bestaande bos- en natuurgebieden:

  • bossen, natuurterreinen en landschapselementen die voor de toepassing van de Interimwet ammoniak en veehouderij worden aangemerkt als voor verzuring gevoelig gebied;

ecologische hoofdstructuur:

  • ecologische hoofdstructuur, zoals deze globaal is weergegeven in deel 4 van het Structuurschema Groene Ruimte.

§ 2. rijksuitgangspunten

[Regeling vervallen per 01-07-2014]

A. Ruimtelijk en veterinair

[Regeling vervallen per 01-07-2014]

1. De ligging van extensiveringsgebieden sluit aan bij de zeer kwetsbare bos- en natuurgebieden en kernrandzones.

2. Bij de indeling van het gebied van het reconstructieplan wordt zoveel mogelijk gekozen voor afgeronde gebieden, waarbij rekening wordt gehouden met natuurlijke barrières, infrastructuur van wegen, spoorwegen en waterlopen en bestaande of toekomstige stedelijke bebouwing.

3. Het reconstructieplan beschrijft de maatregelen en voorzieningen die worden getroffen:

  • a. ter voorkoming van vestiging of uitbreiding van intensieve veehouderij in de extensiveringsgebieden;

  • b. ter bevordering van de beëindiging of de verplaatsing van intensieve veehouderij in de extensiveringsgebieden naar buiten de extensiveringsgebieden gelegen locaties;

  • c. ter zake van agrarische bedrijfsgebouwen die in de extensiveringsgebouwen vrijkomen als gevolg van beëindiging of verplaatsing van intensieve veehouderij;

  • d. ter realisering van de inrichting van de verwevingsgebieden en landbouwontwikkelingsgebieden.

4. Een varkensvrije zone is ten minste 1000 meter breed.

5. De ligging van varkensvrije zones wordt zodanig gekozen dat zij een natuurlijke barrière vormen waardoor transport van vee zo veel mogelijk wordt tegengegaan. Bij het vaststellen van de ligging van een varkensvrije zone wordt daartoe rekening gehouden met bestaande transportstromen van levende dieren en de omvang van de gebieden die door deze varkensvrije zone zal worden omsloten.

6. De ligging van een varkensvrije zone sluit aan bij de ecologische hoofdstructuur dan wel bij de waardevolle en kwetsbare gebieden, de infrastructuur van wegen, spoorwegen en waterlopen of bestaande en toekomstige stedelijke bebouwing.

7. De varkensvrije zones worden zoveel mogelijk voorzien in de extensiveringsgebieden.

8. Rekening wordt gehouden met rijksnota's op het gebied van ruimtelijke ordening, water, milieu, cultuurhistorie, landschap en natuur.

B. Milieu

[Regeling vervallen per 01-07-2014]

1. In het reconstructieplan wordt in ieder geval aangegeven welke onderdelen van de in het reconstructiegebied gelegen ecologische hoofdstructuur, waaronder in ieder geval de daarin gelegen bestaande bosen natuurgebieden en, voorzover deze door de provincies zijn begrensd, de daarin gelegen natuurontwikkelings-, reservaats- en beheersgebieden, voor verzuring gevoelig zijn.

2. Het reconstructieplan geeft voor de onder punt B.1 bedoelde gebieden kwalitatief en kwantitatief inzicht in de gevolgen van de uitvoering van de in het reconstructieplan opgenomen maatregelen en voorzieningen voor de ammoniakemissie en -depositie.

3. Het reconstructieplan geeft inzicht in welke mate de uitvoering van de in het reconstructieplan opgenomen maatregelen en voorzieningen leiden tot een vermindering van het aantal stankgehinderden.

4. Het reconstructieplan geeft aan welke gebieden binnen het reconstructiegebied gevoelig zijn voor de doorslag van fosfaat of voor de uitspoeling van nitraat en geeft aan in welke delen van deze gebieden en op welke wijze in het kader van de reconstructie maatregelen en voorzieningen worden getroffen:

  • a. ter reductie van het doorslagprobleem van fosfaat;

  • b. ter vermindering van de uitspoeling van nitraat.

C. Water

[Regeling vervallen per 01-07-2014]

1. Het reconstructieplan geeft aan welke gebieden binnen het reconstructiegebied verdroogd of voor verdroging gevoelig zijn en geeft aan in welke delen van deze gebieden en op welke wijze in het kader van de reconstructie maatregelen en voorzieningen worden getroffen, gericht op het herstel van hydrologische systemen, inclusief bestrijding van de eutrofiëring, voorkoming van wateroverlast, beekherstel, en opheffing van de verdroging.

2. Het reconstructieplan geeft aan voor welke kwetsbare oppervlaktewateren in het reconstructiegebied in het kader van reconstructie maatregelen en voorzieningen worden getroffen ter opheffing van ongezuiverde lozingen en overstort van rioleringen.

D. Natuur en landschap

[Regeling vervallen per 01-07-2014]

1. Het reconstructieplan beschrijft de maatregelen en voorzieningen die worden getroffen:

  • a. ter voorkoming van vestiging en ter beperking van uitbreiding van intensieve veehouderij in de begrensde reservaats- en natuurontwikkelingsgebieden en de bestaande bos- en natuurgebieden;

  • b. ter bevordering van de beëindiging of verplaatsing naar buiten de onder a bedoelde gebieden gelegen locaties van intensieve veehouderijen die in die gebieden gevestigd zijn;

  • c. ter zake van de agrarische bedrijfsgebouwen die vrijkomen als gevolg van beëindiging of verplaatsing van veehouderijen.

  • 2. Het reconstructieplan geeft aan welke maatregelen en voorzieningen worden getroffen om de landschappelijke kwaliteit en de cultuurhistorische en aardkundige waarden binnen het reconstructiegebied met het oog op identiteit, belevingswaarde en verscheidenheid te behouden of te verbeteren, onder meer door het tegengaan van verstening en herstel van oude landschapsstructuren.