Besluit van 5 februari 2002 tot vaststelling van een algemene maatregel van bestuur
als bedoeld in de artikelen 2b, vijfde lid, 2c, tweede lid, en 32, negende lid, van
de Pensioen- en spaarfondsenwet en artikel 12c, vijfde lid, van de Wet gelijke behandeling
van mannen en vrouwen (Besluit gelijke behandeling bij pensioenen)
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, J.F.
Hoogervorst, van 31 oktober 2001, Directie Sociale Verzekeringen, Nr. SV/V&P/01/73851;
Gelet op deartikelen 2b, vijfde lid, 2c, tweede lid, en 32, negende lid, van de Pensioen- en spaarfondsenwet en artikel 12c, vijfde lid, van de Wet gelijke behandeling van mannen en vrouwen;
De Raad van State gehoord (advies van 11 januari 2002, No. W12.01.0568/IV);
Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
J.F. Hoogervorst, van 1 februari 2002, Directie Arbeidsverhoudingen, Nr. AV/PB/02/3507;
Hebben goedgevonden en verstaan: