Besluit gelijke behandeling bij pensioenen

[Regeling vervallen per 01-01-2007.]
Geraadpleegd op 17-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 20-12-2006 en zichtdatum 30-09-2024.
Geldend van 01-01-2005 t/m 31-12-2006

Besluit van 5 februari 2002 tot vaststelling van een algemene maatregel van bestuur als bedoeld in de artikelen 2b, vijfde lid, 2c, tweede lid, en 32, negende lid, van de Pensioen- en spaarfondsenwet en artikel 12c, vijfde lid, van de Wet gelijke behandeling van mannen en vrouwen (Besluit gelijke behandeling bij pensioenen)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, J.F. Hoogervorst, van 31 oktober 2001, Directie Sociale Verzekeringen, Nr. SV/V&P/01/73851;

Gelet op deartikelen 2b, vijfde lid, 2c, tweede lid, en 32, negende lid, van de Pensioen- en spaarfondsenwet en artikel 12c, vijfde lid, van de Wet gelijke behandeling van mannen en vrouwen;

De Raad van State gehoord (advies van 11 januari 2002, No. W12.01.0568/IV);

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, J.F. Hoogervorst, van 1 februari 2002, Directie Arbeidsverhoudingen, Nr. AV/PB/02/3507;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1. Definities

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • a. de wet: de Pensioen- en spaarfondsenwet;

  • b. de ruilvoet: de verhouding tussen het in te ruilen pensioen en het daarvoor in te kopen pensioen;

  • c. de opbouwkeuzevoet: de verhouding tussen het pensioen waarvan kan worden afgezien en het pensioen dat daarvoor in de plaats kan worden opgebouwd;

  • d. de afkoopvoet: de verhouding tussen het af te kopen pensioen en de daarvoor in de plaats uit te keren afkoopsom;

  • e. de gewezen deelnemer: de persoon die heeft deelgenomen aan de pensioenregeling, voorzover hij na beëindiging van de deelneming anders dan door overlijden of het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd een premievrije aanspraak op pensioen op grond van artikel 8, eerste lid, van de wet heeft verkregen en behouden jegens het uitvoeringsorgaan.

Artikel 2. Ruilvoet en opbouwkeuzevoet

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

  • 1 Per geboden keuzemogelijkheid als bedoeld in artikel 2b of artikel 2c van de wet, wordt voor een bepaalde periode voor alle deelnemers en gewezen deelnemers dezelfde ruilvoet of opbouwkeuzevoet vastgesteld.

  • 3 In afwijking van het eerste lid kan aan een gewezen deelnemer de ruilvoet worden toegekend, die geldt op de dag van beëindiging van de deelneming.

Artikel 3. Afkoop kleine pensioenen

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

  • 2 Er wordt voor een bepaalde periode voor alle deelnemers en gewezen deelnemers dezelfde afkoopvoet vastgesteld.

  • 3 De afkoopvoet wordt zodanig vastgesteld dat er sprake is van collectieve actuariële gelijkwaardigheid.

Artikel 4. Berekening werkgeversbijdrage bij beschikbare premieregelingen

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Indien door de werkgever niet uitdrukkelijk een bepaald soort pensioen is toegezegd wordt de geldelijke bijdrage, bedoeld in artikel 12c, tweede lid, van de Wet gelijke behandeling van mannen en vrouwen zodanig vastgesteld dat, ervan uitgaande dat slechts ouderdomspensioen is toegezegd, het in te kopen pensioen naar het inzicht op het tijdstip van vaststelling van die bijdrage voor mannen en vrouwen gelijk is.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

  • 2 De Pensioen- & Verzekeringskamer kan het bedrag van de boete lager stellen dan in bijlage 1 is bepaald, indien het bedrag van de boete in een bepaald geval op grond van bijzondere omstandigheden onevenredig hoog is.

Artikel 6. Overgangsrecht

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

De artikelen van dit besluit zijn uitsluitend van toepassing op aanspraken op pensioen die vanaf de datum van inwerkingtreding van het betreffende artikel worden opgebouwd.

Artikel 7. Inwerkingtreding

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

  • 1 Artikel 2 en artikel 3 voor zover het niet betreft pensioen dat wordt berekend of mede wordt berekend op grond van een geldelijke bijdrage of voor zover het niet betreft voorzieningen als bedoeld in het derde lid, artikel 1 en artikel 5 treden in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.

  • 2 Artikel 2 en artikel 3 voor zover het betreft pensioen dat wordt berekend of mede wordt berekend op grond van een geldelijke bijdrage, en artikel 4 treden in werking met ingang van 1 januari 2005.

  • 3 Artikel 2 en artikel 3 voor zover het betreft voorzieningen als bedoeld in artikel 2, vierde lid, van de Pensioen- en spaarfondsenwet waarbij een zodanig pensioen is toegezegd dat op individueel niveau wordt gestreefd naar een pensioen dat wordt bepaald op basis van het salaris en de diensttijd van de betrokkene en ter dekking waarvan een of meer kapitaalverzekeringen met pensioenclausule worden gesloten met dien verstande dat bij die voorziening zodanige voorbehouden gelden dat de betrokkene slechts aanspraak kan maken op het pensioen dat aan de hand van de op de uitkeringsdatum geldende tarieven aangekocht kan worden met het alsdan opgebouwde kapitaal, treden in werking met ingang van 1 januari 2005.

Artikel 8. Citeertitel

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit gelijke behandeling bij pensioenen.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage, 5 februari 2002

Beatrix

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

J. F. Hoogervorst

Uitgegeven zesentwintigste februari 2002

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals

Bijlage 1. , behorend bij artikel 5, eerste lid, van het Besluit gelijke behandeling bij pensioenen

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

  • 1 Het bedrag van de boete voor de overtreding van de voorschriften, begaan na het tijdstip van inwerkingtreding van het besluit waarbij deze bijlage is vastgesteld, gesteld bij de artikelen 2, eerste en tweede lid, en 3, tweede en derde lid, van dit besluit bedraagt € 21 781, vermenigvuldigd met de factor behorende bij de hierna genoemde categorie-indeling naar balanstotaal:

    Categorie I: pensioenfondsen en verzekeraars als bedoeld in artikel 2, vierde lid, van deze wet, met een balanstotaal minder dan € 9 075 604: factor 1;

    Categorie II: pensioenfondsen en verzekeraars als bedoeld in artikel 2, vierde lid, van deze wet, met een balanstotaal van ten minste € 9 075 604 maar minder dan € 45 378 022: factor 2;

    Categorie III: pensioenfondsen en verzekeraars als bedoeld in artikel 2, vierde lid, van deze wet, met een balanstotaal van ten minste € 45 378 022 maar minder dan € 226 890 108: factor 3;

    Categorie IV: pensioenfondsen en verzekeraars als bedoeld in artikel 2, vierde lid, van deze wet, met een balanstotaal van ten minste € 226 890 108 maar minder dan € 453 780 216: factor 4;

    Categorie V: pensioenfondsen en verzekeraars als bedoeld in artikel 2, vierde lid, van deze wet, met een balanstotaal van € 453 780 216 of meer: factor 5.

  • 2 Indien de gegevens omtrent het balanstotaal niet aan de Pensioen- & Verzekeringskamer beschikbaar zijn gesteld, kan de Pensioen- & Verzekeringskamer aan degene aan wie de boete wordt opgelegd, verzoeken deze gegevens binnen een door haar te stellen termijn te verstrekken. Indien de betrokkene niet binnen de gestelde termijn voldoet aan dit verzoek, is bij de vaststelling van de hoogte van de boete categorie V van toepassing.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Het bedrag van de boete voor de overtreding van de voorschriften, begaan na het tijdstip van inwerkingtreding van het besluit waarbij deze bijlage is vastgesteld, gesteld bij artikel 4 van dit besluit bedraagt € 21 781.