Regeling vrijstelling beschermde dier- en plantensoorten Flora- en faunawet
De Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,
-
Gelet op de op 3 maart 1973 te Washington tot stand gekomen Overeenkomst inzake de
internationale handel in bedreigde in het wild levende dier- en plantesoorten (Trb.
1975, 23);
-
Gelet op verordening (EG) nr. 338/97 van de Raad van de Europese Unie van 9 december 1996 inzake de bescherming van in
het wild levende dier- en plantensoorten door controle op het desbetreffende handelsverkeer
(PbEG 1997, L 61), verordening (EG) nr. 1808/2001 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 30 augustus 2001, houdende uitvoeringsbepalingen
van Verordening (EG) nr. 338/97 van de Raad inzake de bescherming van in het wild levende dier- en plantensoorten
door controle op het desbetreffende handelsverkeer (PbEG L 250);
-
Gelet op Verordening (EEG) nr. 3254/91 van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 4 november 1991 houdende een verbod
op het gebruik van de wildklem in de Gemeenschap en op het binnenbrengen in de Gemeenschap
van pelzen en produkten die vervaardigd zijn van bepaalde in het wild levende diersoorten
uit landen waar gebruik wordt gemaakt van de wildklem of andere vangmethoden die niet
stroken met de internationale normen voor humane vangst met behulp van vallen (PbEG
L 308) en Verordening (EG) nr. 35/97 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 10 januari 1997 tot vaststelling
van bepalingen betreffende de certificatie van pelzen en goederen die vallen onder
Verordening (EEG) nr. 3254/91 van de Raad (PbEG L 8);
-
Gelet op Richtlijn nr. 92/43/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 21 mei 1992 inzake de instandhouding
van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna (PbEG L 206);
-
Gelet op artikel 75, tweede lid, Flora- en faunawet;
-
Gelet op artikel 17a, tweede lid, Besluit vrijstelling beschermde dier- en plantensoorten;