Verlenging tijdelijke tegemoetkoming film 2001

[Regeling vervallen per 28-12-2013.]
Geraadpleegd op 27-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2004 en zichtdatum 23-11-2024.
Geldend van 01-01-2002 t/m 27-12-2013

Verlenging tijdelijke tegemoetkoming film 2001

De Directeur-Generaal Belastingdienst heeft namens de Staatssecretaris van Financiën het volgende besloten.

In het Belastingplan 2002 is een regeling voor de filminvesteringsaftrek met aangepaste desinvesteringsbijtelling opgenomen. Die regeling is aangemeld bij de Europese Commissie. De regeling zal in werking treden zodra de regeling door de Europese Commissie is goedgekeurd. De goedkeuring zal worden gerealiseerd bij koninklijk besluit.

Naar het zich thans laat aanzien, zal de procedure bij de Europese Commissie nog enige tijd in beslag nemen.

Teneinde te voorkomen dat ondernemers in de filmsector tijdens de loop van deze procedure in onzekerheid verkeren omtrent het investeringsregime, keur ik, vooruitlopend op wetgeving, goed dat tussen de afloop van de regeling voor 2001 (de ‘tijdelijke tegemoetkoming film 2001’ vastgelegd in de Invoeringswet Inkomstenbelasting 2001, hoofdstuk 2, artikel I, onderdeel Dd) en de inwerkingtreding van de regeling voor 2002, de ‘tijdelijke tegemoetkoming film 2001’ wordt toegepast tot aan het tijdstip van de inwerkingtreding van de regeling voor de filminvesteringsaftrek.

Ervan uitgaande dat de goedkeuring door de Europese Commissie vóór 1 mei 2002 zal worden gerealiseerd, zal onderhavige goedkeuring gelden tot en met 30 april 2002.

Dat betekent in concreto dat bij de toepassing van hoofdstuk 2, artikel I, onderdeel Dd, voor ‘het kalenderjaar 2001’ gelezen moet worden ‘het kalenderjaar 2001 of de eerste vier maanden van het kalenderjaar 2002’. Voor ‘1 januari 2002’ moet worden gelezen: ‘1 mei 2002’. De medegerechtigdheid ten slotte kan worden aangetoond door middel van een op 30 april 2002 bestaande schriftelijke overeenkomst tot toetreding tot het samenwerkingsverband waaruit de medegerechtigdheid voortvloeit.

Voor de volledigheid merk ik op dat, om cumulatie van de verlengde ‘tijdelijke tegemoetkoming film 2001’ en de filminvesteringsaftrek te voorkomen, de filminvesteringsaftrek niet eerder dan 1 mei 2002 zal kunnen worden ingevoerd.

De aangekondigde wetswijziging zal zo spoedig mogelijk worden ingediend. Daarbij is uiteraard ook aanpassing nodig van het in artikel VI van het Belastingplan 2002-II Economische Infrastructuur opgenomen overgangsrecht voor investeringen in films waarvan de voortbrengingskosten ten dele in 2001 en ten dele in latere jaren vallen.