Besluit van 19 april 2002, houdende eisen aan het houden, huisvesten, verzorgen en
tonen van wilde dieren in dierentuinen (Dierentuinenbesluit)
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij van 11 december
2001, no. TRCJZ/2001/17 402, Directie Juridische Zaken;
Gelet op richtlijn nr. 1999/22/EG van de Raad van de Europese Unie van 29 maart 1999 betreffende het houden van wilde
dieren in dierentuinen (PbEG L 94) en gelet op de artikelen 35, 38, 45, 65 en 111 van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren en artikel 3, eerste lid en derde tot en met achtste lid, van de Wet op de dierenbescherming;
De Raad van State gehoord (advies van 29 maart 2002, nr. W11.01 0674/V);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,
van 15 april 2002, no. TRCJZ/2002/4751, Directie Juridische Zaken;
Hebben goedgevonden en verstaan: