U bent nu hier: Wettenbank
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving
Zoals belastingen, uitkeringen en subsidies.
Officiële publicaties van de overheid.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
[Regeling vervallen per 01-01-2012.]Geraadpleegd op 25-12-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 20-08-2014 en zichtdatum 02-05-2015. Geldend van 27-04-2002 t/m 31-12-2011
Regeling Inspectie Verkeer en Waterstaat 2002
De Minister van Verkeer en Waterstaat,
Gelet op artikel 3 van het Instellingsbesluit Inspectie Verkeer en Waterstaat;
Besluit:
[Regeling vervallen per 01-01-2012]
In deze regeling wordt verstaan onder:
Ministerie van Verkeer en Waterstaat;
Minister van Verkeer en Waterstaat, voor zover dit voortvloeit uit de taakverdeling tussen minister en staatssecretaris, na overleg met en mede namens de Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat;
secretaris-generaal van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat;
Inspectie Verkeer en Waterstaat, met inbegrip van de samenstellende delen daarvan;
inspecteur-generaal van de Inspectie Verkeer en Waterstaat;
voor de desbetreffende beleidsterreinen verantwoordelijke directeuren-generaal van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat;
hoofddirecteur van de Directie Financieel Economische Zaken van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat.
De inspectie is belast met het op onafhankelijke en transparante wijze bevorderen van de handhaving van de wetgeving op het terrein van het ministerie, voorzover dit aan haar is opgedragen.
De inspecteur-generaal draagt zorg voor een systematische, consistente en voor de burger toegankelijke werkwijze van de inspectie en waarborgt een verantwoorde taakuitoefening door de inspectie.
De inspecteur-generaal draagt zorg voor de totstandkoming en navolging van een beroepscode voor degenen die werkzaam zijn bij de inspectie. Deze beroepscode heeft in ieder geval betrekking op het vervullen van nevenwerkzaamheden die de belangen van de dienst kunnen raken of waardoor de goede vervulling van de functie of het goede functioneren van de dienst in redelijkheid niet zouden zijn verzekerd.
1 De inspectie richt haar werkzaamheden voor het desbetreffende kalenderjaar in op basis van een jaarlijks tijdig voor het begin van het kalenderjaar waarop het jaarwerkplan betrekking heeft door de inspectie, mede op basis van een inventarisatie van de beleidswensen van de secretaris-generaal en de directeuren-generaal, op te stellen jaarwerkplan, waarin in elk geval de prioriteitstelling, de inspectieactiviteiten, de door de inspectie ten behoeve van de beleidsvorming aan de directeuren-generaal beschikbaar te stellen capaciteit en de overige werkzaamheden van de inspectie, alsmede relevante ontwikkelingen, voor het desbetreffende kalenderjaar zijn aangegeven.
2 De directeuren-generaal worden in de gelegenheid gesteld een beleidstoets te verrichten ten aanzien van een concept-jaarwerkplan.
3 De inspecteur-generaal stelt het jaarwerkplan vast met inachtneming van de resultaten van de beleidstoets en biedt het aan de minister aan ter goedkeuring op een zodanig tijdstip dat het jaarwerkplan gelijktijdig met de begroting van het ministerie bij de Staten-Generaal kan worden ingediend.
4 Indien de minister zijn goedkeuring aan het jaarwerkplan onthoudt, doet hij daarvan mededeling aan de inspecteur-generaal en nodigt hem uit het jaarwerkplan opnieuw, met inachtneming van zijn opmerkingen, vast te stellen.
De minister kan aan de inspecteur-generaal, na voorafgaand overleg, opdracht geven tot het verrichten van niet in het jaarwerkplan voor het desbetreffende kalenderjaar opgenomen werkzaamheden.
De inspecteur-generaal verricht een toetsing van beleidsvoornemens en voorgenomen regelgeving, indien deze de inspectie raken.
1 De directeuren-generaal stellen een beleidsvisie of -nota niet vast voordat de inspecteur-generaal in de gelegenheid is gesteld in een uitvoerings- en handhavingsanalyse zijn visie te geven op de vraag of het daarin neergelegde beleid uitvoerbaar en handhaafbaar is. Een dergelijke uitvoerings- en handhavingsanalyse wordt toegevoegd aan de beleidsvisie of -nota, waarin tevens wordt aangegeven of, en zo ja, welke, aanpassingen in de beleidsvisie of -nota zijn aangebracht naar aanleiding van de analyse.
2 De directeuren-generaal stellen de inspecteur-generaal tijdig in de gelegenheid vanuit de specifieke deskundigheid en de praktijkkennis van de inspectie, een uitvoerings- en handhavingstoets te verrichten op concepten voor nieuwe en wijzigingen in de bestaande wet- en regelgeving op hun beleidsterrein, teneinde in elk geval indicaties te verkrijgen over de protentiële effectiviteit en de mogelijk te realiseren mate van naleving van een voorgenomen maatregel.
De directeuren-generaal verrichten een toetsing van door de inspecteur-generaal vast te stellen beleidsregels en van voornemens tot het vaststellen van nieuwe, dan wel ingrijpend gewijzigde handhavingsmethodieken.
Indien de inspecteur-generaal voornemens is een beleidsregel vast te stellen omtrent het gebruik van een bevoegdheid die bij of krachtens de wet aan de inspecteur-generaal of aan de ambtenaren van de inspectie is toegekend, of die door de inspecteurgeneraal krachtens mandaat van de minister wordt uitgeoefend en door de minister ook de bevoegdheid tot het vaststellen van beleidsregels ten aanzien van de gebruik van deze bevoegdheid is gemandateerd aan de inspecteur-generaal, stelt de inspecteurgeneraal de desbetreffende directeuren-generaal in de gelegenheid een beleidstoets uit te voeren ten aanzien van een concept voor een dergelijke beleidsregel.
De inspecteur-generaal en de desbetreffende directeuren-generaal kunnen in onderlinge overeenstemming besluiten tot afwijkingen van de artikelen 7 tot en met 10.
1 Indien de minister de inspecteur-generaal een aanwijzing van algemene of bijzondere aard geeft ten aanzien van de uitoefening van een bevoegdheid die bij of krachtens wettelijke regeling of krachtens verdrag of besluit van een volkenrechtelijke organisatie of instelling aan de inspecteur-generaal of aan de ambtenaren van de inspectie is toegekend, doet hij daarvan onverwijld mededeling aan de beide kamers der Staten-Generaal.
2 Het eerste lid is niet van toepassing op aanwijzingen die betrekking hebben op de beheersmatige aspecten van de inspectie.
De inspecteur-generaal rapporteert desgevraagd en uit eigen beweging aan de minister over de naleving van de wetgeving op het terrein van het ministerie, voorzover de inspectie met de handhaving daarvan is belast, en over de andere taken van de inspectie, en doet op grond daarvan voorstellen die hij in verband met zijn bevindingen nodig acht. Deze voorstellen kunnen mede betrekking hebben op wenselijke wijzigingen van deze wetgeving.
1 De inspecteur-generaal legt de minister, de secretaris-generaal en de directeuren-generaal jaarlijks uiterlijk in de eerste week van maart een concept-jaarbericht voor, waarin verslag wordt gedaan van de bevindingen uit de toezichtspraktijk van de inspectie, waaronder wordt begrepen een zo volledig en juist mogelijk beeld van de stand van zaken met betrekking tot het vigerende beleid en de vergunningenpraktijk op het terrein van de inspectie, verantwoording over werkwijzen en resultaten van de inspectie in het voorafgaande kalenderjaar en een schets van de ontwikkelingen betreffende de staat van de veiligheid, het milieu en de economie op het terrein van de inspectie.
2 De minister geeft, mede op basis van de reactie van de secretaris-generaal en de directeuren-generaal, binnen vier weken na ontvangst van het concept-jaarbericht zijn bevindingen door aan de inspecteur-generaal.
3 De inspecteur-generaal stelt het al dan niet naar aanleiding van de bevindingen van de minister gewijzigde jaarbericht vast en zendt dit uiterlijk in de derde week van april aan de minister.
4 De minister zendt het jaarbericht onverwijld aan de beide kamers der Staten-Generaal, eventueel vergezeld van zijn commentaar.
De inspecteur-generaal stelt na afloop van elk kalenderjaar een jaarverslag op over de beleids- en begrotingsuitvoering door de inspectie in het voorafgaande kalenderjaar, volgens de desbetreffende aanschrijvingen van de hoofddirecteur FEZ.
1 Er is een Klachtadviescommissie Inspectie Verkeer en Waterstaat belast met de behandeling van en advisering over klachten over gedragingen van de inspectie. Op de behandeling van en advisering over klachten is de in afdeling 9.3 van de Algemene wet bestuursrecht geregelde procedure van toepassing.
2 De klachtadviescommissie bestaat uit drie leden, die worden benoemd en ontslagen door de minister. De leden kunnen niet tevens zijn ambtenaar bij het ministerie, alsmede bij de daaronder ressorterende instellingen, diensten en bedrijven. De leden kiezen uit hun midden een voorzitter.
3 De klachtadviescommissie bepaalt haar eigen werkwijze. De klachtadviescommissie zendt haar adviezen tevens aan de minister.
De inspecteur-generaal is ten aanzien van de beleids-, begrotings- en verantwoordingscyclus, de administratieve en de betalingsorganisatie, de verlening van subsidies en voorschotten, het materieel- en contractbeheer, de externe inhuur, de behandeling van onregelmatigheden en andere onderwerpen gebonden aan de aanschrijvingen van de hoofddirecteur FEZ.
De hoofden van de organisatieonderdelen, in het bijzonder belast met handhaving, van de onderscheiden divisies van de inspectie, zijn bevoegd in voorkomende gevallen rechtstreeks te rapporteren aan de inspecteur-generaal.
De Regeling Inspectie Verkeer en Waterstaat wordt ingetrokken.
Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.
Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling Inspectie Verkeer en Waterstaat 2002.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
Minister
T. Netelenbos
Voor een permanente link naar de door u bekeken versie, inwerkinggetreden op , kopieer één van de onderstaande links of verfijn de link in de Linktool.
Met behulp van de Linktool van LiDO is het mogelijk om een bredere link of een meer gedetailleerde link te maken.
Ga naar de Linktool
Op linkeddata.overheid.nl zijn onderstaande relaties bekend.
Er is geen andere versie beschikbaar waarmee u de huidige geselecteerde versie, inwerkinggetreden op , kan vergelijken.
Selecteer een andere versie van de regeling waarmee u de huidige versie , inwerkinggetreden op , wilt vergelijken.
Vergelijken van "Regeling Inspectie Verkeer en Waterstaat 2002", inwerkinggetreden op , met versie die inwerking is getreden op .
Doordat er een grote regeling is gekozen kan de vergelijking enkele minuten duren.
U kunt kiezen voor het toevoegen van de wetstechnische informatie aan de tekst.
U kunt kiezen in welk formaat de tekst geëxporteerd wordt.
U kunt de tekst inclusief afbeeldingen exporteren. De afbeeldingen worden dan met de tekst in een .zip-bestand geleverd
Via deze link kunt u meer informatie krijgen over de Europese richtlijn of verordening waarnaar in de tekst van de regeling verwezen wordt, inclusief de tekst daarvan. U wordt hiervoor doorgeleid naar EUR-LEX, de online databank van de Europese Unie waarin de Europese wetgeving is opgenomen.