Belasting van personenauto’s en motorrijwielen: begrip kampeerauto’s en de maatstaf van heffing; quads

[Regeling vervallen per 01-10-2006.]
Geraadpleegd op 25-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 11-07-2008 en zichtdatum 22-11-2024.
Geldend van 01-05-2002 t/m 30-09-2006

Belasting van personenauto’s en motorrijwielen: begrip kampeerauto’s en de maatstaf van heffing; quads

De Directeur-Generaal Belastingdienst heeft namens de Staatssecretaris van Financiën het volgende besloten.

A. Kampeerauto’s

[Regeling vervallen per 01-10-2006]

Maatstaf van heffing

In § 14.3.2 van de Leidraad BPM 1992 is goedgekeurd, dat de BPM voor kampeerauto’s niet wordt berekend over dat deel van de catalogusprijs dat is toe te rekenen aan de recreatieve functie. Vanaf 1 juni 1999 geldt deze goedkeuring uitsluitend voor kampeerauto’s die voldoen aan de criteria genoemd in punt 2 van mijn Besluit van 1 juni 1999, nr. VB98/2647 (Infobulletin 99/449).

Bij Besluit van 19 april 2002, nr. WV2002/74, Stb. 198 (hierna: het Wijzigingsbesluit), zijn de in mijn Besluit van 1 juni 1999 genoemde voorwaarden opgenomen in artikel 6, lid 1, onderdeel a, van het Uitvoeringsbesluit MB’94. Het Wijzigingsbesluit is vanaf 1 mei 2002 van kracht.

Voor de toepassing van § 14.3.2 van de leidraad BPM wordt nu aangesloten bij de criteria voor kampeerauto’s zoals opgenomen in artikel 6, lid 1, onderdeel a, van het Uitvoeringsbesluit MB’94.

Dit houdt in dat de goedkeuring in § 14.3.2 van de leidraad BPM vanaf 1 mei 2002 slechts van toepassing is voor kampeerauto’s die voldoen aan de criteria van artikel 6, eerste lid, van het Uitvoeringsbesluit MB’94.

Dit betekent dat indien een auto niet voldoet aan de criteria van genoemd artikel 6, voor het bepalen van de maatstaf van heffing in de BPM niet kan worden uitgegaan van de catalogusprijs van de daarmee vergelijkbare bestelauto, maar van de – zo nodig door vergelijking te bepalen – catalogusprijs met inbegrip van de waarde van de aan de recreatieve functie toe te rekenen delen van de inrichting.

Goedkeuringen

Ik keur het volgende goed.

  • 1. De (bevestiging van de) tafel mag zodanig zijn ontworpen dat de tafel eenvoudig kan worden verwijderd.

  • 2. Voor motorrijtuigen van het merk Volkswagen, type Transporter, met een door de Dienst Wegverkeer (RDW) toegekende ‘datum van eerste toelating tot de weg’ van vóór 1 januari 1994, waarbij de motor van fabriekswege achterin is geplaatst, geldt dat bovenstaande criteria ten aanzien van de binnenruimte kunnen worden toegepast als ware de motor niet achterin gelegen.

    Ik merk hierbij volledigheidshalve op, dat de datum van eerste toelating tot de weg een vroegere kan zijn dan de datum van deel I van het kentekenbewijs.

Vervallen besluit

Het Besluit van 1 juni 1999, nr. VB98/2647, komt hiermee te vervallen voor zover het van toepassing was voor de BPM.

B. Quads

[Regeling vervallen per 01-10-2006]

Quad aangemerkt als motorrijwiel

Een quad is een vierwieling voertuig waarvan bediening en zitpositie, net als de toegepaste combinatie van motortechniek, meer overeenstemmen met die van een motorrijwiel dan met die van een personenauto.

Met ingang van1 mei 2002 is artikel 4 van de Uitvoeringsregeling BPM gewijzigd bij Besluit van 22 april 2002, nr. WV2002/109 (Stcrt. 79). Door deze wijziging wordt de quad, net als eerder de trike, onder het begrip motorrijwiel gebracht door de specificaties van voertuigen die gelijkgesteld worden met motorrijwielen, aan te passen voor quads.

Vervallen besluit

Vooruitlopend op deze wijziging van de Uitvoeringsregeling BPM was bij Besluit van 15 december 1998, nr. VB97/2366 (Infobulletin 1999, nr. 1) reeds goedgekeurd dat een quad wordt aangemerkt als een motorrijwiel. In verband met de wijziging van artikel 4 van de Uitvoeringsregeling BPM komt dit besluit te vervallen.