Regeling vergoeding dienstautogebruik

[Regeling vervallen per 22-12-2007 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2004.]
Geraadpleegd op 30-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2006 en zichtdatum 27-11-2024.
Geldend van 05-06-2002 t/m 31-12-2003

Regeling vergoeding dienstautogebruik

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

Besluit:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 22-12-2007 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2004]

In deze regeling wordt verstaan onder:

a. ambtenaar:

degene die is aangesteld op grond van het Algemeen Rijksambtenarenreglement, het Ambtenarenreglement Staten-Generaal en het Reglement Dienst Buitenlandse Zaken;

b. dienstauto:

een door de werkgever ter beschikking gestelde auto;

c. woon-werkverkeer:

het op ten minste 60 dagen per kalenderjaar binnen een tijdsbestek van 24 uur heen en weer reizen tussen de woning of de verblijfplaats en dezelfde arbeidsplaats;

d. arbeidsplaats:

de plaats (adres, gebouw, gebouwencomplex, rayon) waar of van waaruit de ambtenaar zijn werkzaamheden verricht.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 22-12-2007 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2004]

Aan de ambtenaar die:

  • -

    voor de uitoefening van zijn functie verplicht is voor het woon-werkverkeer gebruik te maken van een dienstauto of

  • -

    een uitdrukkelijke opdracht heeft om voor het woon-werkverkeer gebruik te maken van een dienstauto of

  • -

    uit hoofde van zijn functie voor het woon-werkverkeer gebruik maakt van een dienstauto met chauffeur

    en die als gevolg van de toepassing van de fiscale wetgeving ter zake van dat gebruik financieel nadeel ondervindt wordt jaarlijks een schadeloosstelling toegekend overeenkomstig het bepaalde bij artikel 3.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 22-12-2007 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2004]

  • 1 De schadeloosstelling wordt berekend aan de hand van de formule:

    C x V% x T% x 100 / (100 - T) = S

    In deze formule is:

    C de catalogusprijs van de dienstauto (inclusief omzetbelasting en belasting van personenauto's en motorrijwielen);

    V% het van toepassing zijnde percentage op grond van artikel 3.145 van de Wet inkomstenbelasting 2001. Bij het bepalen van de factor V% dienen de kilometers die (mede) in het persoonlijk belang zijn verreden buiten beschouwing te blijven;

    T% het van toepassing zijnde percentage volgens de loonbelastingtabel voor bijzondere beloningen als bedoeld in artikel 26 van de Wet op de loonbelasting 1964;

    S het bedrag van de jaarlijkse schadeloosstelling.

  • 2 Indien door meer dan een ambtenaar individueel gebruik wordt gemaakt van dezelfde dienstauto wordt voor de berekening van de schadeloosstelling de in het eerste lid genoemde factor V% voor elke ambtenaar afzonderlijk vastgesteld naar rato van het aantal verreden woon-werkkilometers. V% van alle ambtenaren tezamen is ten hoogste gelijk aan het maximum percentage genoemd in artikel 3.145 van de Wet inkomstenbelasting 2001.

  • 3 Indien een ambtenaar voor het woon-werkverkeer gebruik maakt van meer dan een dienstauto wordt de bij de berekening van de schadeloosstelling uitgegaan van het gewogen gemiddelde van de catalogusprijzen van de gebruikte dienstauto's.

  • 4 De schadeloosstelling wordt jaarlijks na afloop van het kalenderjaar toegekend.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 22-12-2007 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2004]

  • 1 Met ingang van het jaar 2003 kan op verzoek van de ambtenaar de schadeloosstelling maandelijks bij wijze van voorschot worden uitbetaald.

  • 2 Indien de schadeloosstelling maandelijks bij wijze van voorschot wordt uitbetaald bedraagt het voorschot 1/12 gedeelte van de jaarlijkse schadeloosstelling.

  • 3 Bij de berekening van het maandelijkse voorschot op de schadeloosstelling dient te worden uitgegaan van het heffingspercentage volgens de loonbelastingtabel voor bijzondere beloningen als bedoeld in artikel 26 van de Wet op de loonbelasting 1964 dat van toepassing is op 1 januari van het kalenderjaar waarop de schadeloosstelling betrekking heeft.

  • 4 Als na vaststelling van de jaarlijkse schadeloosstelling blijkt dat er te veel of te weinig aan voorschotten is uitbetaald zullen de te veel of te weinig uitbetaalde bedragen worden verrekend met het salaris over de maand volgende op die waarin de schadeloosstelling is vastgesteld.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 22-12-2007 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2004]

  • 1 De ambtenaar is verplicht alle met de dienstauto gemaakte reizen en de daarbij afgelegde kilometers te registreren. Het ontbreken van een dergelijke registratie kan er toe leiden dat geen schadeloosstelling wordt toegekend.

  • 2 De door de ambtenaar geregistreerde gegevens worden opgenomen in een door de werkgever bij te houden kilometeradministratie.

  • 3 Na afloop van elk kalenderjaar wordt op basis van de per ambtenaar bijgehouden kilometeradministratie de jaarlijkse schadeloosstelling berekend.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 22-12-2007 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2004]

Aan de ambtenaar, die in de periode van 1 januari 2002 tot de datum waarop deze regeling in werking treedt voor het woon-werkverkeer gebruik heeft gemaakt van een dienstauto en van wie buiten zijn schuld of toedoen achteraf niet kan worden vastgesteld of aan dat gebruik een uitdrukkelijke dienstopdracht ten grondslag heeft gelegen, kan een schadeloosstelling worden toegekend.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 22-12-2007 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2004]

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2002.

Artikel 8

[Regeling vervallen per 22-12-2007 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2004]

Deze regeling kan worden aangehaald als: Regeling vergoeding dienstautogebruik.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De

Minister

van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
voor deze:
De

directeur-generaal Management en personeelsbeleid

,

M.J. van Rijn