Stb. 2011, 397, datum inwerkingtreding 03-09-2011, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 14-10-2010.
3 In plaats van de in het eerste en tweede lid bedoelde voorziening kunnen bewindslieden
die niet zijn verhuisd en van wie de woning zich op een afstand van ten minste 50
kilometer van het ministerie bevindt en die op het tijdstip van benoeming reeds een
gemeubileerde verblijfsvoorziening binnen een afstand van 25 kilometer van het ministerie
in eigendom hebben, aanspraak maken op een bedrag ter vergoeding voor verblijfkosten
waarvan de hoogte afhankelijk is van de afstand van de woonplaats of deel van de woonplaats
van de betrokkene tot het gebouw van het betreffende ministerie.
4 De hoogte van het in het derde lid bedoelde bedrag wordt als volgt berekend:
50 kilometer: 40 * X
75 kilometer: 85 * X
150 kilometer en meer: 140 * X
waarbij X gelijk is aan de het voor dienstreizen van het burgerlijk rijkspersoneel
geldende bedrag voor vergoeding wegens verblijfskosten in verband met logies. De vergoeding,
behorend bij afstanden, afgerond op hele kilometers, tussen de in bovenstaand schema
genoemde afstanden, wordt berekend naar evenredigheid met het verschil tussen de in
het schema aangegeven vergoedingen bij de naast hogere en naast lagere afstand. Het
bedrag van de vergoeding wordt afgerond op hele euro’s.
Stb. 2011, 397, datum inwerkingtreding 03-09-2011, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2011.
5 Een verstrekking als bedoeld in het eerste of tweede lid of een vergoeding als bedoeld
in het tweede of derde lid wordt in aanmerking genomen als eindheffingsbestanddeel
als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting
1964.