Wet van 20 juni 2002, houdende regels inzake handelingen met geslachtscellen en embryo's
(Embryowet)
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het uit een oogpunt van respect voor menselijk
leven wenselijk is bepaalde handelingen met menselijke geslachtscellen en embryo's
te verbieden, te regelen onder welke voorwaarden andere handelingen met menselijke
geslachtscellen en embryo's ter verbetering van de medische zorg toelaatbaar zijn
en regelen te stellen met betrekking tot de zeggenschap over geslachtscellen en embryo's;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal,
hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: