Besluit van 22 juli 2002, houdende wijziging van het Besluit medische hulpmiddelen
in verband met derivaten van menselijk bloed
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 13 maart
2002, kenmerk GMT/MT 2263480;
Gelet op
– Richtlijn 2001/104/EG (PbEG L 6) van het Europees Parlement en de Raad van 7 december 2001 tot wijziging,
voor wat medische hulpmiddelen betreft die stabiele derivaten van menselijk bloed
of menselijk plasma bevatten, van richtlijn 93/42/EEG van de Raad (PbEG L 169), zoals gewijzigd bij Richtlijn 2000/70/EG (PbEG L 313/12),
– Richtlijn 2000/70/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 november 2000 tot wijziging, voor wat
medische hulpmiddelen betreft die stabiele derivaten van menselijk bloed of menselijk
plasma bevatten, van Richtlijn 93/42/EEG van de Raad (PbEG L 169),
– artikel 3, eerste lid, van de Wet op de medische hulpmiddelen;
De Raad van State gehoord (advies van 24 april 2002, nr. W13.02.0120/III);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van
12 juli 2002, GMT/MT 2296848;
Hebben goedgevonden en verstaan: