Regeling herstel historische buitenplaatsen

[Regeling vervallen per 01-04-2007.]
Geraadpleegd op 15-12-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2010.
Geldend van 30-04-2005 t/m 31-03-2007

Regeling herstel historische buitenplaatsen

De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,

Gelet op artikel 2 van de Kaderwet LNV-subsidies;

Besluit:

Paragraaf 1. Begripsbepalingen

[Regeling vervallen per 01-04-2007]

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-04-2007]

In deze regeling wordt verstaan onder:

a. minister:

Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit;

b. Dienst Regelingen:

Dienst Regelingen van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit;

c. eigenaar:
  • 1. natuurlijke persoon die het recht van eigendom of een ander zakelijk recht heeft op (een deel van) een beschermde historische buitenplaats;

  • 2. naamloze vennootschap of besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid als bedoeld in artikel 7a van de Natuurschoonwet 1928, voor zover de aandeelhouders uitsluitend natuurlijke personen zijn, die het recht van eigendom of een ander zakelijk recht heeft op (een deel van) een beschermde historische buitenplaats;

  • 3. rechtspersoon die krachtens privaatrecht is ingesteld en die het recht van eigendom of een ander zakelijk recht op (een deel van) een beschermde historische buitenplaats heeft verkregen van een natuurlijke persoon als bedoeld onder 1 of van een vennootschap als bedoeld onder 2, en die zich uitsluitend of nagenoeg uitsluitend ten doel stelt die buitenplaats in stand te houden;

d. beschermde historische buitenplaats:

in het register, bedoeld in artikel 6 van de Monumentenwet 1988, als zodanig vermeld complex waarin van oorsprong één of meer gebouwen een compositorisch geheel vormen met een tuin of met een park van ten minste 1 hectare, waarvan de aanleg dateert van vóór 1850 en herkenbaar aanwezig is;

e. herstel:

technische werkzaamheden aan onderdelen van een tuin of park, die het normale onderhoud te boven gaan, gericht op het behoud van het oorspronkelijke karakter daarvan.

Paragraaf 2. Algemene bepalingen

[Regeling vervallen per 01-04-2007]

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-04-2007]

De minister kan ter instandhouding van beschermde historische buitenplaatsen subsidie verstrekken voor het herstel van onderdelen van parken en tuinen van beschermde historische buitenplaatsen, indien die onderdelen van belang zijn vanwege cultuurhistorische of natuurwetenschappelijke waarden of uit oogpunt van recreatie.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-04-2007]

Voor subsidieverlening komen uitsluitend in aanmerking eigenaren van beschermde historische buitenplaatsen.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 01-04-2007]

De minister stelt jaarlijks een subsidieplafond vast voor op grond van deze regeling te verstrekken subsidies. Het subsidieplafond wordt bekendgemaakt in de Staatscourant.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 01-04-2007]

  • 1 De minister kan per kalenderjaar een aanvraagperiode vaststellen en geeft van dat besluit kennis in de Staatscourant.

  • 2 Aanvragen worden alleen in behandeling genomen, indien een aanvraagperiode als bedoeld in het eerste lid, is vastgesteld.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 01-04-2007]

Geen subsidie wordt verleend voor:

  • a. werkzaamheden waarvan de subsidiabele kosten minder dan € 2.250 bedragen;

  • b. werkzaamheden met de uitvoering waarvan een aanvang is gemaakt alvorens de beschikking tot subsidieverlening schriftelijk aan de aanvrager is meegedeeld.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 01-04-2007]

  • 1 Een subsidie als bedoeld in artikel 2 kan worden verleend voor de volgende noodzakelijke kosten die met het herstel verband houden en die in het in artikel 8 bedoelde werkplan zijn opgenomen:

    • a. 80% van de volgende kosten:

      • -

        kosten van materialen;

      • -

        loonkosten van werkzaamheden verricht door derden;

      • -

        loonkosten van het betrokken personeel in dienst van de subsidieontvanger;

    • b. kosten voor het opstellen van een werkplan als bedoeld in artikel 8, overeenkomend met een percentage van de kosten van de werkzaamheden overeenkomstig onderstaande tabel:

      Kosten van werkzaamheden waarvoor op grond van onderdeel a subsidie wordt verleend (zonder omzetbelasting)

      Bijbehorend percentage

      vanaf € 2.250 tot € 4.500

      14%

      vanaf € 4.500 tot € 9.000

      12%

      vanaf € 9.000 tot € 22.500

      10%

      vanaf € 22.500 en meer

      8%

    • c. de kosten van de voor de vaststelling van de subsidie benodigde accountantsverklaring tot een maximum van € 1.800.

  • 2 De kosten, bedoeld in het eerste lid, worden in aanmerking genomen met inbegrip van de verschuldigde omzetbelasting indien de aanvrager de omzetbelasting niet kan verrekenen met de door hem af te dragen omzetbelasting.

  • 3 Indien voor de werkzaamheden waarvoor op grond van deze regeling subsidie wordt verleend, andere subsidies door de rijksoverheid worden verstrekt, wordt slechts een zodanig bedrag op grond van deze regeling verstrekt, dat de som van de subsidies de som van de kosten, die op basis van het eerste lid als subsidiabele kosten kunnen worden aangemerkt, niet overschrijdt.

  • 4 Indien voor de werkzaamheden waarvoor op grond van deze regeling subsidie wordt verleend, subsidies door anderen dan de rijksoverheid dan wel financiële middelen door niet-bestuursorganen worden verstrekt, wordt slechts een zodanig bedrag op grond van deze regeling verstrekt, dat de som van de subsidies dan wel de som van de subsidie en de financiële middelen niet meer bedraagt dan 100% van de totale kosten van de werkzaamheden.

Paragraaf 3. Subsidieverlening

[Regeling vervallen per 01-04-2007]

Artikel 8

[Regeling vervallen per 01-04-2007]

  • 1 Een aanvraag tot subsidieverlening wordt ingediend bij Dienst Regelingen met gebruikmaking van het daarvoor bestemde aanvraagformulier en gaat vergezeld van:

    • a. een werkplan;

    • b. een kaart met ten minste een schaal van 1:1000, waarop de terreingedeelten of onderdelen aangegeven zijn, waarvoor subsidie wordt aangevraagd; en

    • c. een advies van de Stichting tot behoud van Particuliere Historische Buitenplaatsen met betrekking tot de geplande werkzaamheden.

  • 2 Het in het eerste lid, onderdeel a, bedoelde werkplan houdt in ieder geval in:

    • a. een beschrijving van de huidige situatie, een gespecificeerde omschrijving van de te verrichten werkzaamheden, het doel van de werkzaamheden, de noodzaak van de werkzaamheden alsmede de noodzaak van de kosten;

    • b. een sluitende begroting voor de werkzaamheden en de plankosten alsmede een toelichting daarop; indien het een meerjarig plan betreft, is de begroting een meerjarenbegroting met een liquiditeitsplanning per jaar; en

    • c. de realisatietermijn.

  • 3 In het in het eerste lid, onderdeel c, bedoelde advies wordt aangegeven of de uit te voeren werkzaamheden het normale onderhoud te boven gaan. Voorts heeft het advies betrekking op:

    • a. de bijdrage die de uit te voeren werkzaamheden leveren aan de instandhouding en het herstel van de beschermde historische buitenplaats;

    • b. het cultuurhistorische, natuurwetenschappelijke of recreatieve belang van de uit te voeren werkzaamheden;

    • c. de urgentie van de uit te voeren werkzaamheden;

    • d. de wijze van uitvoering en de te gebruiken materialen; en

    • e. de mogelijke samenhang met andere gesubsidieerde werkzaamheden.

Artikel 9

[Regeling vervallen per 01-04-2007]

De minister rangschikt, in overleg met de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, de aanvragen die voor subsidie in aanmerking komen zodanig dat zij hoger worden gerangschikt naarmate:

  • a. de uit te voeren werkzaamheden een grotere bijdrage leveren aan de instandhouding en het herstel van de beschermde historische buitenplaats;

  • b. de uit te voeren werkzaamheden meer van belang zijn voor de cultuurhistorische of natuurwetenschappelijke waarde van de beschermde historische buitenplaats of voor de recreatie;

  • c. een grotere urgentie bestaat voor de uit te voeren werkzaamheden; en

  • d. er samenhang is met andere gesubsidieerde werkzaamheden.

Artikel 10

[Regeling vervallen per 01-04-2007]

  • 1 De minister beslist binnen vier maanden na afloop van de aanvraagperiode op aanvragen die in de betrokken aanvraagperiode zijn ingediend met inachtneming van artikel 9.

  • 2 De minister kan bij de subsidieverlening bepalen dat de werkzaamheden voor een door hem te bepalen datum zijn uitgevoerd.

Artikel 11

[Regeling vervallen per 01-04-2007]

Een subsidie ten laste van een begroting die nog niet is vastgesteld wordt verleend onder de voorwaarde, bedoeld in artikel 4:34, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht.

Paragraaf 4. Verplichtingen van de subsidieontvanger

[Regeling vervallen per 01-04-2007]

Artikel 12

[Regeling vervallen per 01-04-2007]

De subsidieontvanger maakt een aanvang met de uitvoering van de werkzaamheden binnen één jaar na afgifte van de beschikking tot subsidieverlening.

Artikel 13

[Regeling vervallen per 01-04-2007]

De subsidieontvanger voert de werkzaamheden uit overeenkomstig het werkplan.

Artikel 14

[Regeling vervallen per 01-04-2007]

De subsidieontvanger voert een administratie die zodanig is ingericht dat daaruit te allen tijde op eenvoudige en duidelijke wijze alle kosten van het herstel kunnen worden afgelezen, gespecificeerd overeenkomstig de in artikel 7 onderscheiden kostenposten, waarbij ter zake van de loonkosten van het personeel in dienst van de subsidieontvanger een door middel van een sluitende tijdschrijving vastgestelde urenverantwoording aanwezig is.

Paragraaf 5. Subsidievaststelling

[Regeling vervallen per 01-04-2007]

Artikel 15

[Regeling vervallen per 01-04-2007]

  • 1 De aanvraag tot subsidievaststelling wordt ingediend binnen twee maanden na afloop van de werkzaamheden.

  • 2 Voorzover de subsidie is verleend voor meer dan één jaar, dient de subsidieontvanger telkens binnen twee maanden na afloop van een jaar een aanvraag tot subsidievaststelling over dat jaar in, met dien verstande dat de laatste aanvraag wordt ingediend binnen twee maanden na afloop van de werkzaamheden.

  • 3 De aanvraag omvat:

    • a. een financiële verantwoording van de werkzaamheden, met de daarbij behorende bewijsstukken;

    • b. indien de totale subsidiabele kosten meer bedragen dan € 22.500 een verklaring van een registeraccountant of een accountant-administratieconsulent als bedoeld in artikel 2:393, eerste lid, van het Burgerlijk Wetboek waaruit blijkt dat is voldaan aan de in deze regeling gestelde voorwaarden en verplichtingen.

  • 4 De accountant, bedoeld in het tweede lid, onderdeel b, controleert met inachtneming van het in bijlage 1 bij deze regeling opgenomen controleprotocol.

  • 5 De goedkeurende accountantsverklaring wordt opgesteld overeenkomstig de in bijlage 2 opgenomen modelaccountantsverklaring.

  • 6 De minister kan de Accountantsdienst van het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij een review laten uitvoeren op de door de accountant van de aanvrager verrichte werkzaamheden.

Artikel 16

[Regeling vervallen per 01-04-2007]

De minister stelt binnen twee maanden na ontvangst van de in artikel 15 bedoelde aanvraag de subsidie vast.

Paragraaf 6. Voorschotverlening

[Regeling vervallen per 01-04-2007]

Artikel 17

[Regeling vervallen per 01-04-2007]

  • 1 De minister kan de subsidieontvanger op diens verzoek voorschotten verstrekken tot ten hoogste 50% van het verleende subsidiebedrag.

  • 2 De aanvraag tot voorschotverlening gaat vergezeld van een overzicht van de liquiditeitsbehoefte.

Paragraaf 7. Overgangs- en slotbepalingen

[Regeling vervallen per 01-04-2007]

Artikel 18

[Regeling vervallen per 01-04-2007]

De Regeling subsidies achterstallig onderhoud voor historische parken, tuinen en buitenplaatsen blijft van toepassing op op grond daarvan verleende subsidies.

Artikel 19

[Regeling vervallen per 01-04-2007]

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 20

[Regeling vervallen per 01-04-2007]

Twee jaar na inwerkingtreding en voorts iedere drie jaar wordt een verslag gepubliceerd over de doeltreffendheid en de effecten van de subsidie in de praktijk.

Artikel 21

[Regeling vervallen per 01-04-2007]

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling herstel historische buitenplaatsen.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

's-Gravenhage, 6 september 2002

De

Minister

van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,

C.P. Veerman

Bijlage 1. Controleprotocol als bedoeld in artikel 15, derde lid, van de Regeling herstel historische buitenplaatsen

[Regeling vervallen per 01-04-2007]

Bij de controle, op basis waarvan de rapportage, bedoeld in artikel 15, tweede lid, plaatsvindt, dient aan de naleving van de volgende artikelen op de daarbij aangegeven wijze aandacht te worden besteed.

Artikel

Soort aandacht

Artikel 3

Speciale aandacht

Artikel 6, onderdeel b

Speciale aandacht

Artikel 7, eerste en tweede lid

Speciale aandacht

Artikel 7, derde lid

Speciale aandacht

Artikel 7, vierde lid

Speciale aandacht

Artikel 13

Speciale aandacht

Artikel 14

Speciale aandacht

Artikel 15, derde lid

Normale aandacht

Bijlage 2. Model-accountantsverklaring als bedoeld in artikel 15, vierde lid, van de Regeling herstel historische buitenplaatsen

[Regeling vervallen per 01-04-2007]

Accountantsverklaring

Wij hebben de bijgevoegde financiële verantwoording van ... (naam eigenaar) te ... (plaats) inzake de volgende activiteiten ... (korte omschrijving werkzaamheden en naam buitenplaats) over de periode van ...t/m ... in het kader van de Regeling herstel historische buitenplaatsen gecontroleerd. De financiële verantwoording is opgesteld onder verantwoordelijkheid van ... (de leiding van naam eigenaar/ naam persoon). Het is onze verantwoordelijkheid om een accountantsverklaring inzake de financiële verantwoording te verstrekken. Voor de onderhavige activiteiten is bij beschikking van de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, kenmerk ... (nummer) d.d. ... (datum) een subsidie verleend tot een maximum van € ... (bedrag).

Onze controle is verricht overeenkomstig de algemeen aanvaarde richtlijnen met betrekking tot controle-opdrachten en overeenkomstig de aanwijzingen die de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij in het controleprotocol, behorende bij vorenbedoelde regeling, heeft gegeven met betrekking tot de controle op de naleving van de subsidiebepalingen.

Volgens de richtlijnen dient onze controle zodanig te worden gepland en uitgevoerd dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de financiële verantwoording geen onjuistheden van materieel belang bevat. Een controle omvat onder meer een onderzoek door middel van deelwaarnemingen van informatie ter onderbouwing van de bedragen in de financiële verantwoording. Voorts is aanvullend aandacht besteed aan de in vorenbedoelde controleprotocol aangegeven aspecten. Wij zijn van mening dat onze controle een deugdelijke grondslag vormt voor ons oordeel. Wij zijn van oordeel dat de financiële verantwoording voldoet aan de voor dit doel eraan te stellen eisen. Tevens delen wij mede dat de in het controleprotocol genoemde subsidiebepalingen zijn nageleefd.

... (plaats en datum)

... (handtekening)

... (naam accountant)

... (naam accountantskantoor)

... (adres, postcode en woonplaats)

... (telefoon)