Besluit melding transacties financiering terrorisme

Geraadpleegd op 21-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 11-06-2007.
Geldend van 01-01-2007 t/m 31-07-2008

Besluit van 11 oktober 2002 op grond van de Sanctiewet 1977, inzake het melden van transacties die zouden kunnen duiden op de financiering van terrorisme

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Financiën, in overeenstemming met Onze Minister van Buitenlandse Zaken, van 13 juni 2002, nr. WJB 2002-672 M, Centrale directie wetgeving, juridische en bestuurlijke zaken;

Gelet op de artikelen 2, eerste lid, en 3 van de Sanctiewet 1977;

De Raad van State gehoord (advies van 7 augustus 2002, nr. W06.02.0275/IV);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Financiën van 7 oktober 2002, FM 2002-1283 M; uitgebracht in overeenstemming met Onze Minister van Buitenlandse Zaken;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • a. Meldpunt: het meldpunt, bedoeld in artikel 2 van de Wet melding ongebruikelijke transacties;

  • b. Lijst: de opsomming van personen, groepen en entiteiten, neergelegd in:

    • de bijlage, behorende bij de artikelen 1 en 4 van het Gemeenschappelijk Standpunt 2001/931/GBVB van de Raad van de Europese Unie van 27 december 2001 betreffende de toepassing van specifieke maatregelen ter bestrijding van het terrorisme (PbEG L 344);

    • de lijst, vastgesteld op grond van artikel 2, derde lid, van verordening (EG) nr. 2580/2001 van de Raad van de Europese Unie van 27 december 2001 inzake specifieke beperkende maatregelen tegen bepaalde personen en entiteiten met het oog op de strijd tegen het terrorisme (PbEG L 344); of

    • bijlage I bij Verordening (EG) nr. 881/2002 van de Raad van de Europese Unie van 27 mei 2002 tot vaststelling van bepaalde specifieke beperkingen tegen sommige personen en entiteiten die banden hebben met Usama bin Laden, het Al-Qa'ida-netwerk en de Taliban, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 467/2001 van de Raad tot instelling van een verbod op de uitvoer van bepaalde goederen en diensten naar Afghanistan, tot versterking van het verbod op vluchten en verlenging van de bevriezing van tegoeden en andere financiële middelen ten aanzien van de Taliban van Afghanistan (PbEG L 139);

  • c. Financiële onderneming:

  • d. Financiële dienst: het door een financiële onderneming in of vanuit Nederland:

    • in bewaring nemen van effecten, bankbiljetten, munten, muntbiljetten, edele metalen en andere waarden;

    • openstellen van een rekening waarop een saldo in geld, effecten, edele metalen of andere waarden kan worden aangehouden;

    • verhuren van een safe-loket;

    • verrichten van een uitbetaling ter zake van het verzilveren van coupons of vergelijkbare stukken van obligaties of vergelijkbare waardepapieren;

    • verlenen van een dienst als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel c, van de Wet inzake de geldtransactiekantoren;

    • sluiten van een overeenkomst van levensverzekering als bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht tegen een premie als bedoeld in dat artikel, alsmede het daarbij bemiddelen als bedoeld in dat artikel;

    • doen van een uitkering uit hoofde van een levensverzekeringsovereenkomst als bedoeld onder 6°;

    • crediteren of debiteren dan wel doen crediteren of debiteren van een rekening waarop een saldo in geld, effecten, edele metalen of andere waarden kan worden aangehouden;

    • verlenen van een dienst ter zake van een transactie of van kennelijk met elkaar samenhangende transacties;

  • e. Transactie: een handeling of samenstel van handelingen van of ten behoeve van een cliënt in verband met het afnemen van één of meer financiële diensten.

Artikel 2

Een financiële onderneming doet van elk verzoek om een financiële dienst te verrichten waarbij als wederpartij optreedt, dan wel op andere wijze betrokken is, een natuurlijke persoon, rechtspersoon, groep of entiteit die is vermeld op de lijst, melding aan het meldpunt.

Artikel 3

De melding bevat, voor zover mogelijk, de volgende gegevens:

  • a. de identiteit van degene die verzoekt de financiële dienst te verrichten of namens wie de dienst werd verzocht;

  • b. de identiteit van de natuurlijke of rechtspersoon, groep of entiteit voor of ten behoeve van wie werd verzocht een financiële dienst te verrichten;

  • c. de aard, het tijdstip en de plaats van de te verrichten financiële dienst; en

  • d. de omvang en de herkomst van de bij de financiële dienst betrokken gelden, effecten, edele metalen of andere waarden.

Artikel 4

  • 2 Degene aan wie overeenkomstig het eerste lid deze gegevens of inlichtingen zijn gevraagd, is verplicht deze aan het meldpunt schriftelijk, alsmede in spoedeisende gevallen mondeling, te verstrekken binnen de door het meldpunt gestelde termijn.

Artikel 5

Degene die ingevolge artikel 2 een melding doet, is verplicht tot geheimhouding daarvan, onverminderd het bepaalde in artikel 10 van de Sanctiewet 1977, behoudens voor zover uit de doelstelling van dit besluit de noodzaak tot bekendmaking voortvloeit.

Artikel 6

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag liggende twee maanden na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage, 11 oktober 2002

Beatrix

De Minister van Financiën,

J. F. Hoogervorst

Uitgegeven de negentiende november 2002

De Minister van Justitie,

J. P. H. Donner