Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar Belastingdienst/Douane 2002

[Regeling vervallen per 01-12-2007.]
Geraadpleegd op 25-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 05-10-2005 en zichtdatum 05-10-2005.
Geldend van 05-10-2005 t/m 30-11-2007

Besluit van de Minister van Justitie d.d. 31 oktober 2002, kenmerk 5194120/502/CBK, houdende de aanwijzing van buitengewoon opsporingsambtenaren bij de Belastingdienst/Douane

De Minister van Justitie,

Gelet op artikel 142, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering, artikel 8, zevende lid, van de Politiewet 1993, artikel 3a, derde lid, van de Wet wapens en munitie en op het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar;

Besluit:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-12-2007]

In deze regeling wordt verstaan onder:

1. buitengewoon opsporingsambtenaar:

de ambtenaar die als buitengewoon opsporingsambtenaar is beëdigd door of vanwege de procureur-generaal bij het gerechtshof te Arnhem en werkzaam is bij de Douane als:

  • a. ambtenaren belast met surveillancewerkzaamheden, ambulante werkzaamheden en ondersteuning van opsporingsdiensten tot een maximum van 1200 personen;

  • b. overige ambtenaren belast met de opsporing van strafbare feiten, tot een maximum van 5800 personen;

2. Douane:

de Belastingdienst/Douane ressorterend onder het Ministerie van Financiën.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-12-2007]

  • 1 De buitengewoon opsporingsambtenaar is bevoegd tot het opsporen van alle strafbare feiten.

  • 2 De opsporingsbevoegdheid geldt voor het grondgebied van Nederland.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-12-2007]

  • 1 Als direct toezichthouder van de buitengewoon opsporingsambtenaar is aangewezen het bestuur van 's Rijks belastingen.

  • 2 Als toezichthouder van de buitengewoon opsporingsambtenaar is aangewezen de hoofdofficier van justitie te 's-Gravenhage.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 01-12-2007]

  • 2 De direct toezichthouder zendt meldingen van het gebruik van geweld door de buitengewoon opsporingsambtenaar toe aan de toezichthouder.

  • 3 De buitengewoon opsporingsambtenaar, bedoeld in artikel 1, onder a, kan gedurende de uitoefening van zijn taak als buitengewoon opsporingsambtenaar uitgerust zijn met:

    • a. een korte wapenstok van een door de ministers van Justitie en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties goedgekeurd merk en type;

    • b. een semi-automatisch pistool van het merk Walther, type P5, kaliber 9 millimeter maal 19 millimeter en

    • c. handboeien van een door de ministers van Justitie en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties goedgekeurd merk en type.

    • d. de pepperspray van een door de ministers van Justitie en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties goedgekeurd merk en type.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 01-12-2007]

De directeur Douane brengt jaarlijks, vóór 1 april over het jaar daaraan voorafgaand aan de Minister van Justitie en de toezichthouder verslag uit over:

  • a. het aantal buitengewoon opsporingsambtenaren dat op 31 december werkzaam was bij de Douane,

  • b. de door die buitengewoon opsporingsambtenaren verrichte opsporingsactiviteiten, met uitzondering van de fiscale en douanedelicten en

  • c. het aantal buitengewoon opsporingsambtenaren dat op 31 december beschikt over de geweldsmiddelen wapenstok en/of vuurwapen.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 01-12-2007]

De buitengewoon opsporingsambtenaar is ontheffing verleend van het bepaalde in artikel 16, eerste lid, van het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar, onder de navolgende voorwaarden:

  • a. de buitengewoon opsporingsambtenaar is bekwaam indien hij met goed gevolg de basisopleiding Douane heeft voltooid;

  • b. de onder a. bedoelde basisopleiding omvat ten minste het niveau van de relevante eindtermen zoals vastgesteld bij circulaire van 28 oktober 2002, kenmerk 5196598/502/CBK, en is onderworpen aan goedkeuring door de Minister van Justitie;

  • c. de toetsing van de buitengewoon opsporingsambtenaar geschiedt door een toetsingscommissie waarin een lid van het Openbaar Ministerie is vertegenwoordigd;

  • d. door middel van een systeem van periodieke bijscholing wordt gewaarborgd dat het door de buitengewoon opsporingsambtenaar verworven kennisniveau gehandhaafd blijft.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 01-12-2007]

De buitengewoon opsporingsambtenaar draagt bij de uitoefening van zijn taak als buitengewoon opsporingsambtenaar bij zich het legitimatiebewijs zoals vastgesteld in de Kaderregeling legitimatiebewijs Belastingdienst.

Artikel 8

[Regeling vervallen per 01-12-2007]

De op naam gestelde akten van opsporingsbevoegdheid en beëdiging en de overige benoemingsbescheiden, afgegeven mede op basis van de in artikel 9 genoemde besluiten, worden voor de duur van hun geldigheid of tot daarover nader zal zijn beslist, geacht te zijn akten en overige benoemingsbescheiden afgegeven mede op basis van het onderhavige besluit.

Artikel 10

[Regeling vervallen per 01-12-2007]

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 december 2002 en vervalt met ingang van 1 december 2007.

Artikel 11

[Regeling vervallen per 01-12-2007]

Deze regeling wordt aangehaald als: Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar Belastingdienst/Douane 2002.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 31 oktober 2002

De

Minister

van Justitie,
namens deze,
de

directeur-generaal Rechtshandhaving

,

C.W.M. Dessens