U bent nu hier: Wettenbank
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving
Zoals belastingen, uitkeringen en subsidies.
Officiële publicaties van de overheid.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
[Regeling vervallen per 08-08-2012 met terugwerkende kracht tot en met 01-07-2012.]Geraadpleegd op 27-12-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 08-08-2012 en zichtdatum 25-12-2024. Geldend van 01-01-2012 t/m 01-07-2012
Verordening op de Periodieke Preventieve Toetsing
De ledenvergadering van de NOvAA,
Gelet op artikel 24, eerste lid, van de Wet op de Accountants-Administratieconsulenten;
Overwegende dat het in het belang van een goede beroepsuitoefening door Accountants-Administratieconsulenten wenselijk is te voorzien in een stelsel dat gericht is op beheersing van de kwaliteit van de beroepsuitoefening door Accountants-Administratieconsulenten die optreden als accountant in de zin van artikel 2, tweede lid, Gedrags- en Beroepsregels voor Accountants-Administratieconsulenten;
Stelt de volgende verordening vast:
[Regeling vervallen per 08-08-2012 met terugwerkende kracht tot en met 01-07-2012]
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
– accountant: de Accountant-Administratieconsulent die werkzaam is als openbaar accountant;
– accountantspraktijk: de accountantspraktijk, bedoeld in de Verordening gedragscode;
– bestuur: het bestuur van de NOvAA;
– dagdeel: een tijdsperiode van drie uur;
– koepelorganisatie: een organisatie waarvan een accountantspraktijk onderdeel uitmaakt of waarbij de accountantspraktijk is aangesloten en die bevoegd is aan de accountantspraktijk bindende regels voor de kwaliteitsbeheersing op te leggen, te toetsen en de naleving daarvan af te dwingen, alsmede een beroepsorganisatie die aan zijn leden een dwingend stelsel van kwaliteitsbeheersing heeft opgelegd, deze toetst en de naleving daarvan kan afdwingen;
– NOvAA: de Nederlandse Orde van Accountants-Administratieconsulenten;
– openbaar accountant: de openbaar accountant, bedoeld in de Verordening gedragscode;
– Raad: de individuele personen die op grond van artikel 3, eerste lid, van de Verordening op de Raad van Toezicht Beroepsuitoefening AA’s zijn of zullen worden benoemd als lid van de Raad van Toezicht Beroepsuitoefening AA’s;
– registeraccountant: de registeraccountant, bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Wet op de Registeraccountants;
– (her)toetsing: de beoordeling van de kwaliteit van de beroepsuitoefening, niet betrekking hebbend op de verrichting van wettelijke controles, van een accountant die optreedt in een accountantspraktijk, door niet aan die accountantspraktijk gelieerde Accountants-Administratieconsulenten en registeraccountants;
– toetsingsteam: het team dat door het bestuur voor een toetsing wordt samengesteld en belast is met de uitvoering van de toetsing van een accountantspraktijk;
– verbeterplan: een op de in artikel 11, tweede lid, bedoelde aanbevelingen en aanwijzingen gebaseerd document, waarin op planmatige en gestructureerde wijze wordt aangegeven welke maatregelen worden getroffen ter correctie van de geconstateerde tekortkomingen van het in artikel 3, eerste lid, bedoelde stelsel van kwaliteitsbeheersing;
– voorzitter: de voorzitter van de NOvAA;
– wettelijke controle: de wettelijke controle, bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel p, van de Wet toezicht accountantsorganisaties.
1 Het bestuur verleent, voor zover dat zich verdraagt met afdeling 10.1.1. van de Algemene Wet bestuursrecht, voor de uitoefening van de in deze verordening aan hem verstrekte bevoegdheden mandaat, volmacht en machtiging aan de Raad.
2 Namens het bestuur kan de Raad ondermandaat verlenen voor de bevoegdheden genoemd in artikel 14, lid 1 en 6.
3 Over de inrichting en samenstelling van de Raad worden bij verordening nadere regels gesteld.
Een accountantspraktijk wordt, om de kwaliteit van de beroepsuitoefening van een accountant te kunnen beoordelen, in beginsel eenmaal in de zes jaar aan toetsing onderworpen.
1 De accountant draagt er zorg voor dat de accountantspraktijk waarbij hij werkzaam is of waaraan hij is verbonden, beschikt over een stelsel van kwaliteitsbeheersing dat is afgestemd op de aard, omvang en het belang van de opdrachten, niet zijnde opdrachten tot het uitvoeren van wettelijke controles en waarmee wordt voldaan aan het bepaalde bij en krachtens de Wet op de Accountants-Administratieconsulenten.
2 De accountant verleent medewerking aan de toetsing van het stelsel van kwaliteitsbeheersing van de accountantspraktijk waarbij hij werkzaam is of waaraan hij is verbonden.
3 De voorzitter kan zijn bevindingen in de vorm van een klacht ter kennis van de accountantskamer brengen indien hem bij de uitoefening van het toezicht van feiten of omstandigheden blijkt die grond kunnen opleveren tot het opleggen van een tuchtrechtelijke maatregel, althans tot gegrondverklaring van de klacht.
4 Indien bij een accountantspraktijk meerdere accountants werkzaam zijn of aan een accountantspraktijk meerdere accountants verbonden zijn, bepaalt de voorzitter voor de toepassing van het derde lid, tegen welke accountants hij een klacht aanhangig maakt.
1 De toetsing houdt een onderzoek in waarbij wordt nagegaan of het interne stelsel van kwaliteitsbeheersing, niet betrekking hebbend op de verrichting van wettelijke controles, in opzet en werking voldoet aan het bij en krachtens de Wet op de Accountants-Administratieconsulenten bepaalde.
2 De toetsing omvat alle vormen van dienstverlening binnen de accountantspraktijk, niet zijnde opdrachten tot het uitvoeren van wettelijke controles, waar de accountant optreedt.
1 De toetsing wordt uitgevoerd aan de hand van door het bestuur vastgestelde toetsingsprogramma’s.
2 Het bestuur maakt de in het eerste lid van dit artikel bedoelde toetsingsprogramma’s bekend aan de leden van de NOvAA.
1 Het bestuur is belast met de selectie en opleiding van de toetsers.
2 De toetsers zijn Accountants-Administratieconsulenten of registeraccountants die werkzaam zijn als accountant of maximaal drie jaar geleden werkzaam zijn geweest als accountant en voldoen aan nader door het bestuur te stellen eisen.
1 Accountantspraktijken dienen de hen jaarlijks door het bestuur toegezonden vragenlijst binnen uiterlijk vier weken ingevuld te retourneren.
2 Het bestuur stelt vast welke accountantspraktijken in een bepaald jaar in aanmerking komen voor een toetsing.
3 Het bestuur stelt ten behoeve van elke toetsing een toetsingsteam samen.
4 Het toetsingsteam is belast met de uitvoering van de toetsing van de accountantspraktijk.
5 Bij het samenstellen van het toetsingsteam wordt rekening gehouden met de aard en de omvang van de te toetsen accountantspraktijk en met mogelijke feiten en omstandigheden waardoor de objectiviteit van de toetsers zou kunnen worden aangetast.
1 Het bestuur maakt de datum waarop de toetsing zal plaatsvinden, ten minste zes weken van tevoren bekend aan een accountantspraktijk.
2 Indien een accountantspraktijk aannemelijk maakt dat een toetsing op de datum welke op grond van het eerste lid bekend is gemaakt, niet mogelijk is, kan het bestuur een andere datum bekend maken waarop de toetsing zal plaatsvinden.
3 Indien het tweede lid toepassing vindt, kan het bestuur in overleg met een accountantspraktijk afwijken van de in het eerste lid genoemde termijn van zes weken.
4 Het bestuur doet mededeling van de samenstelling van het toetsingsteam, alsmede van de termijn waarbinnen een verzoek als bedoeld in het vijfde lid van dit artikel kan worden ingediend.
5 De accountantspraktijk kan binnen een door het bestuur te stellen termijn aan het bestuur verzoeken elk van de toetsers die de toetsing uitvoert te wraken op grond van feiten of omstandigheden waardoor de onpartijdigheid van de toetser zou kunnen worden aangetast.
6 Indien het bestuur van oordeel is dat er sprake is van feiten of omstandigheden waardoor de objectiviteit van de toetser aangetast zou kunnen worden of de schijn wordt gewekt dat de objectiviteit van de toetsers aangetast zou kunnen worden, wijzigt hij de samenstelling van het toetsingsteam.
Indien zich over de wijze van uitvoering van de toetsing een meningsverschil voordoet tussen de aan toetsing onderworpen accountantspraktijk en het toetsingsteam, doet het bestuur op verzoek van de accountantspraktijk of het toetsingsteam een bindende uitspraak.
1 Het toetsingsteam bespreekt direct na afloop van de toetsing met de accountantspraktijk hetgeen is waargenomen tijdens de toetsing.
2 Het toetsingsteam stelt binnen een door het bestuur te stellen termijn na de eindbespreking een toetsingsverslag samen.
3 Het toetsingsverslag als bedoeld in het tweede lid omvat naast de waarnemingen van het toetsingsteam tevens een gemotiveerd voorstel voor een oordeel als bedoeld in artikel 11, vierde lid.
4 Het toetsingsteam kan bij het voorstel voor een oordeel zoals bedoeld in artikel 11, vierde lid sub a aanbevelingen doen voor het treffen van maatregelen ter verbetering. Bij het voorstel voor een oordeel zoals omschreven in artikel 11, vierde lid sub b, kan het toetsingsteam naast het doen van aanbevelingen voor het treffen van maatregelen ter verbetering, tevens een voorstel doen voor aanwijzingen voor het treffen van maatregelen ter verbetering, rekening houdend met het bepaalde in artikel 4, eerste lid.
5 Het toetsingsteam stuurt het toetsingsverslag binnen een door het bestuur te stellen termijn aan het bestuur. Het bestuur draagt zorg voor verzending van het toetsingsverslag aan de accountantspraktijk.
1 De accountantspraktijk kan binnen een door het bestuur te stellen termijn schriftelijk commentaar op het toetsingsverslag als bedoeld in artikel 10, tweede lid, aan het bestuur zenden.
2 Het bestuur beperkt zich tot een marginale toetsing van het toetsingsverslag en stelt naar aanleiding hiervan en het eventuele commentaar als bedoeld in het vorige lid een eindoordeel vast, al dan niet voorzien van aanbevelingen en/of aanwijzingen voor het treffen van maatregelen ter correctie van geconstateerde tekortkomingen, dat hij binnen zes weken na afloop van de in het eerste lid bedoelde termijn ter kennis brengt van de accountantspraktijk. Het bestuur kan gemotiveerd afwijken van het voorstel van het toetsingsteam.
3 Het bestuur kan de in het tweede lid genoemde termijn van zes weken verlengen.
4 Het eindoordeel kan als volgt luiden:
a. het interne stelsel van kwaliteitsbeheersing voldoet aan de daaraan te stellen eisen;
b. het interne stelsel van kwaliteitsbeheersing voldoet niet aan de daaraan te stellen eisen.
5 In het geval het eindoordeel luidt zoals omschreven in het vierde lid, onderdeel b van dit artikel:
– dient de accountantspraktijk binnen een door het bestuur te stellen termijn een door het bestuur goed te keuren verbeterplan in; en
– stelt het bestuur een termijn waarbinnen het stelsel van kwaliteitsbeheersing dient te worden aangepast aan de normen als bedoeld in artikel 3.
6 Indien uit het verbeterplan naar het oordeel van het bestuur blijkt dat te weinig of onvoldoende toereikende maatregelen zullen worden genomen ter correctie van de geconstateerde tekortkomingen, dan kan het bestuur volstaan met een gedeeltelijke goedkeuring van het verbeterplan en daarbij aangeven op welke onderdelen het verbeterplan tekortschiet.
7 Voor het beoordelen van het in lid 5 van dit artikel bedoelde verbeterplan wordt aan de accountantspraktijk een tarief in rekening gebracht waarvan de hoogte in de Verordening op de tarieven periodieke preventieve toetsing is vastgesteld.
8 De tijd welke het bestuur besteedt aan de beoordeling van een verbeterplan, schort niet de termijn op bedoeld in het vijfde lid, tweede onderdeel.
1 In het geval het eindoordeel luidt als bedoeld in artikel 11, vierde lid, onderdeel b, zal een hertoetsing plaatsvinden.
2 In het geval het eindoordeel luidt als bedoeld in artikel 11, vierde lid, onderdeel b, blijven het zevende, achtste lid en negende lid van artikel 14 buiten toepassing.
3 De hertoetsing vindt plaats na afloop van de in artikel 11, vijfde lid bedoelde termijn waarbinnen het stelsel van kwaliteitsbeheersing dient te worden aangepast.
Indien de getoetste accountantspraktijk of de individuele accountant die werkzaam is bij of verbonden is aan de getoetste accountantspraktijk, de inhoud van het toetsingsverslag of het eindoordeel van het bestuur openbaar maakt,
a. neemt hij het bepaalde in artikel A-150.2 van de Verordening gedragscode in acht en;
b. vermeldt hij de datum waarop de meest recente (her)toetsing heeft plaatsgevonden.
1 Het bestuur kan naar aanleiding van een daartoe door een accountantspraktijk schriftelijk ingediend en gedocumenteerd verzoek besluiten tijdelijke vrijstelling van een toetsing te verlenen.
2 Een verzoek tot tijdelijke vrijstelling van de toetsing of de verlenging daarvan wordt eerst in behandeling genomen nadat het tarief hiervoor, waarvan de hoogte in de Verordening op de tarieven periodieke preventie toetsing is vastgesteld, door de desbetreffende accountantspraktijk is voldaan.
3 Een tijdelijke vrijstelling wordt slechts verleend wanneer een accountantspraktijk tijdelijk niet in staat is te voldoen aan de normen, bedoeld in artikel 3, eerste lid doordat:
a. de accountantspraktijk zich bevindt in een opstartfase of een afbouwfase;
b. de accountantspraktijk als partij minder dan een jaar geleden betrokken is geweest, dan wel binnen een jaar betrokken zal raken bij een fusie met of een overname van een accountantspraktijk van vergelijkbare omvang; of
c. de samenwerking tussen een aanzienlijk deel van de bij de accountantspraktijk werkzame accountants of de aan de accountantspraktijk verbonden accountants minder dan een jaar geleden is verbroken.
4 Een tijdelijke vrijstelling kan slechts worden verleend voor de duur van maximaal één jaar met de mogelijkheid tot verlenging voor de duur van maximaal één jaar.
5 Het bestuur neemt een beslissing binnen acht weken na ontvangst van het verzoek tot tijdelijke vrijstelling.
6 Het bestuur kan de in het vijfde lid genoemde termijn verlengen met maximaal zes weken.
7 Accountantspraktijken die zijn onderworpen aan een geaccrediteerd stelsel van kwaliteitsbeheersing zijn voor de duur van deze accreditatie vrijgesteld van toetsing door het bestuur.
8 Accountantspraktijken die zijn onderworpen aan een stelsel van kwaliteitsbeheersing waarvoor een verzoek als bedoeld in artikel 15, eerste lid, is ingediend, zijn gedurende de periode waarin het bestuur op het verzoek nog geen beslissing heeft genomen, vrijgesteld van toetsing door het bestuur.
9 Accountantspraktijken die een aanvraag hebben ingediend voor toetreding tot een geaccrediteerde koepelorganisatie zijn, gedurende de periode waarin de koepelorganisatie op verzoek nog geen beslissing heeft genomen, vrijgesteld van toetsing door het bestuur.
10 Het negende lid vindt geen toepassing nadat het bestuur met toepassing van artikel 8, eerste en tweede lid, een datum bekend heeft gemaakt waarop de in artikel 12, derde lid bedoelde hertoetsing plaats zal vinden.
1 Koepelorganisaties kunnen het bestuur verzoeken hun stelsel van kwaliteitsbeheersing te accrediteren.
2 Ten behoeve van deze accreditatie toetst het bestuur de opzet en werking van het stelsel van kwaliteitsbeheersing.
3 De kosten van de behandeling van een verzoek tot accreditatie, waaronder mede wordt begrepen de toetsing van de opzet en werking van het stelsel van kwaliteitsbeheersing, komen voor rekening van de desbetreffende koepelorganisatie.
4 De accreditatie wordt verleend voor de duur van drie jaar of zoveel korter als het bestuur beslist.
5 Het bestuur neemt een besluit binnen zestien weken na ontvangst van het verzoek als bedoeld in het eerste lid.
6 Het bestuur kan aan de accreditatie voorwaarden verbinden.
7 De koepelorganisatie doet onverwijld mededeling aan het bestuur van wijzigingen in het geaccrediteerde stelsel van kwaliteitsbeheersing.
8 Het bestuur bericht de koepelorganisatie binnen een door het bestuur te stellen termijn welke gevolgen de wijzigingen hebben voor de accreditatie.
1 De kosten van een accreditatie als bedoeld in artikel 15, derde lid, worden gevormd door het aantal aangevangen dagdelen dat de toetsers gezamenlijk bij de koepelorganisatie aan de toetsing hebben besteed, vermenigvuldigd met het tarief.
2 Het tarief wordt jaarlijks door de ledenvergadering vastgesteld in de Verordening op de tarieven periodieke preventieve toetsing.
[Vervallen per 01-01-2010]
Van vertrouwelijke gegevens in het kader van de toetsing verkregen, kan geen verder en ander gebruik worden gemaakt dan krachtens deze verordening is bepaald, tenzij bij wet anders is bepaald.
1 De kosten van een toetsing komen voor rekening van de getoetste accountantspraktijk.
2 De kosten van een toetsing worden gevormd door het aantal aangevangen dagdelen dat de toetsers gezamenlijk bij de accountantspraktijk aan de toetsing hebben besteed, vermenigvuldigd met het tarief.
3 Het tarief wordt jaarlijks door de ledenvergadering vastgesteld in de Verordening op de tarieven periodieke preventieve toetsing.
In situaties die procedureel van aard zijn en waarin deze verordening niet voorziet, beslist het bestuur.
1 Besluiten en handelingen door de Raad verricht worden beschouwd als besluiten en handelingen krachtens mandaat of volmacht namens het bestuur verricht.
2 Het bepaalde in het vorige lid werkt terug tot 1 januari 2003.
1 Deze verordening treedt in werking de tweede dag na publicatie in de Staatscourant.
2 Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening op de periodieke preventieve toetsing.
Voor een permanente link naar de door u bekeken versie, inwerkinggetreden op , kopieer één van de onderstaande links of verfijn de link in de Linktool.
Met behulp van de Linktool van LiDO is het mogelijk om een bredere link of een meer gedetailleerde link te maken.
Ga naar de Linktool
Op linkeddata.overheid.nl zijn onderstaande relaties bekend.
Er is geen andere versie beschikbaar waarmee u de huidige geselecteerde versie, inwerkinggetreden op , kan vergelijken.
Selecteer een andere versie van de regeling waarmee u de huidige versie , inwerkinggetreden op , wilt vergelijken.
Vergelijken van "Verordening op de periodieke preventieve toetsing", inwerkinggetreden op , met versie die inwerking is getreden op .
Doordat er een grote regeling is gekozen kan de vergelijking enkele minuten duren.
U kunt kiezen voor het toevoegen van de wetstechnische informatie aan de tekst.
U kunt kiezen in welk formaat de tekst geëxporteerd wordt.
U kunt de tekst inclusief afbeeldingen exporteren. De afbeeldingen worden dan met de tekst in een .zip-bestand geleverd
Via deze link kunt u meer informatie krijgen over de Europese richtlijn of verordening waarnaar in de tekst van de regeling verwezen wordt, inclusief de tekst daarvan. U wordt hiervoor doorgeleid naar EUR-LEX, de online databank van de Europese Unie waarin de Europese wetgeving is opgenomen.