Verordening basisheffing veeziektenfonds PVV 2003

[Regeling materieel uitgewerkt per 21-02-2004.]
Geraadpleegd op 01-12-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2017 en zichtdatum 30-11-2024.
Geldend van 15-02-2003 t/m heden

Verordening basisheffing veeziektenfonds PVV 2003

Het bestuur van het Productschap Vee en Vlees heeft,

gelet op de artikel 126 van de Wet op de bedrijfsorganisatie, en de artikelen 10 en 75 van de Instellingsverordening Productschap Vee en Vlees 1999-1,

op 13 november 2002 vastgesteld de navolgende

VERORDENING

Artikel 1

  • 1 Voor de toepassing van deze verordening geldt het bepaalde bij of krachtens de Verordening houdende bepalingen betreffende het opleggen van heffingen bij de producenten van vee en vlees en registratie van vleesgrossiers PVV 2003.

  • 2 In afwijking van het bepaalde in de Verordening houdende bepalingen betreffende het opleggen van heffingen bij de producenten van vee en vlees en registratie van vleesgrossiers PVV 2003 wordt voor de toepassing van deze verordening verstaan onder:

    kalveren

    :

    runderen, jonger dan 1 jaar, huisdieren

Artikel 2

  • 1 Op voet van het bepaalde in artikel 2 van de Verordening huishoudelijke heffing dieren 2003 is voor het veeziektenfonds PVV een heffing verschuldigd ten bedrage van:

    • a. € 0,23 per varken ten behoeve van de rekening-I-varkens;

    • b. € 2,09 per rund ten behoeve van de rekening-II- runderen;

    • c. € 0,50 per kalf ten behoeve van de rekening-II-runderen;

    • d. € 0,11 per schaap ten behoeve van de rekening-III-schapen en geiten;

    • e. € 0,08 per geit ten behoeve van de rekening-III- schapen en geiten.

  • 2 In afwijking van het bepaalde in het eerste lid, onder e, is, indien ten genoege van het productschap is aangetoond dat het een jonge geit betreft, een heffing verschuldigd ten bedrage van € 0,03.

  • 3 De heffing, bedoeld in het eerste lid, wordt niet opgelegd voor een dier, ten aanzien waarvan ten genoege van het productschap wordt aangetoond, dat:

    • a. de periode tussen het tijdstip van invoer en het tijdstip van slacht korter is dan:

      • -

        twee maanden, in het geval het betreft varkens, geiten en schapen;

      • -

        drie maanden, in het geval het betreft, kalveren en runderen.

    • b. de periode tussen het tijdstip van invoer en het tijdstip van uitvoer korter is dan:

      • -

        twee maanden, in het geval het betreft varkens, geiten en schapen;

      • -

        drie maanden, in het geval het betreft, kalveren en runderen.

Artikel 3

Deze verordening treedt in werking op de dag na publicatie in het Verordeningenblad bedrijfsorganisatie en werkt terug tot 1 januari 2003.

Voor het bestuur,

J.J. Ramekers

voorzitter

S.B.M. Jongerius

secretaris

Goedgekeurd door de Bestuurskamer van de Sociaal-Economische Raad bij besluit van 18 december 2002 en door de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij bij beschikking van 31 januari 2003, nr. TRCJZ/2002/12705.