Heffingsverordening Productschap Dranken / Commissie voor slijters 2003

[Regeling materieel uitgewerkt per 30-12-2004.]
Geraadpleegd op 13-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2003 en zichtdatum 10-11-2024.
Geldend van 28-12-2002 t/m heden

Verordening d.d. 13 november 2002 van het Productschap Dranken houdende regels terzake van de aan de onder het Productschap Dranken op grond van artikel 3 lid 2 onder d van het Instellingsbesluit Productschap Dranken ressorterende ondernemingen op te leggen heffing voor het jaar 2003; Heffingsverordening Productschap Dranken / Commissie voor slijters 2003

Het Bestuur van het Productschap Dranken;

gelet op:

artikel 126 van de Wet op de Bedrijfsorganisatie;

artikelen 12 en 14 van het Instellingsbesluit Productschap Dranken;

gezien:

het advies van de Commissie ex artikel 5 lid 1 onder d van het Instellingsbesluit Productschap Dranken;

besluit:

vast te stellen de navolgende Verordening.

§ 1. Begripsbepalingen

Artikel 1

In deze Verordening wordt verstaan onder:

  • a. de Wet: de Wet op de bedrijfsorganisatie;

  • b. de Raad: de Sociaal-Economische Raad;

  • c. het Productschap: het Productschap Dranken;

  • d. het Bestuur: het bestuur van het Productschap Dranken;

  • e. de Voorzitter: de voorzitter van het Productschap;

  • f. het Instellingsbesluit: het Instellingsbesluit Productschap Dranken (Besluit d.d. 6 mei 2002, Staatsblad 264);

  • g. de Commissie: een orgaan als bedoeld in artikel 88a van de Wet, hier: de Commissie voor slijters ex artikel 5 lid 1 d van het Instellingsbesluit (hierna: de Commissie voor slijters);

  • h. de Commisievoorzitter: de voorzitter van de Commissie;

  • i. de Commissiesecretaris: de secretaris van de Commissie;

  • j. de Verordening: de Heffingsverordening 2003 Productschap Dranken / Commissie voor slijters;

  • k. een onderneming: de natuurlijke- of rechtspersoon die een onderneming drijft als bedoeld in artikel 3 lid 2 onder d van het Instellingsbesluit;

  • l. de ondernemer: de natuurlijke- of rechtspersoon die een onderneming drijft, dan wel degenen die gezamenlijk een onderneming drijven;

  • m. k. en l. zowel gezamenlijk en als ieder afzonderlijk ook aan te duiden als "de onderneming" of "de ondernemingen";

  • n. de verkoopplaats: elke voor het publiek toegankelijke plaats waar een onderneming wordt uitgeoefend;

  • o. de Heffing: de door het bestuur per verkoopplaats van de onderneming vastgestelde Heffing als bedoeld in artikel 5 van de Verordening;

  • p. de slijter: de onderneming die op eigen vergunning en zelfstandige inschrijving in de registers van de Kamer van Koophandel voor eigen rekening en risico een onderneming drijft, daaronder begrepen de z.g. franchise-ondernemers en/of deelnemers in z.g. vrijwillig filiaalbedrijven of andere vormen van commerciële samenwerking binnen één naam of één formule.

§ 2. Heffingen, toepassingsgebied, wijze van betaling

Artikel 2

  • 1 Aan de ondernemingen wordt voor iedere verkoopplaats voor het jaar 2003 een Heffing opgelegd van Euro 96,50.

  • 2 De onderneming is verplicht de heffing binnen dertig dagen na dagtekening van de Heffingsnota te voldoen.

  • 3 Indien de onderneming na het verstrijken van de in het tweede lid van dit artikel genoemde termijn de Heffing, niet of niet volledig heeft voldaan, wordt hem een herinnering gezonden, met aanzegging dat het Productschap aanspraak wenst te maken op de wettelijke rente te rekenen over het openstaande bedrag, aanvangende veertien dagen na dagtekening van de aanmaning.

  • 4 Indien de onderneming binnen veertien dagen na in het derde lid van dit artikel genoemde herinnering, de Heffing niet of niet volledig heeft voldaan, wordt hem een schriftelijke aanmaning gezonden om alsnog binnen tien dagen te voldoen. Aan de onderneming worden alsdan tevens de vanwege de aanmaning gemaakte administratiekosten in rekening gebracht.

  • 5 Indien de onderneming weigerachtig blijft binnen tien dagen te voldoen aan het gestelde in de aanmaning als bedoeld in het vierde lid van dit artikel, gaat het Productschap over tot incasso van het openstaande bedrag van de Heffing verhoogd met de administratiekosten en de wettelijke rente, alsmede van alle binnen- en buitengerechtelijke kosten door het Productschap voor de incasso gemaakte en nog te maken kosten, zulks tot aan het moment van volledige voldoening.

  • 6 Een door de onderneming tegen de opgelegde Heffing aangetekend bezwaar of beroep heeft ten aanzien van het voldoen van de Heffing geen schorsende werking.

Artikel 3

  • 1 Aan een onderneming, die al dan niet direct lid is van een organisatie van ondernemingen die één of meer leden in het bestuur van het Productschap heeft benoemd en die voorts over het jaar 2002 de volledige contributie aan deze organisaties heeft betaald, wordt een aftrek van 25% toegestaan op het door hem krachtens deze verordening verschuldigde, tenzij deze aftrek in een bedrag uitgedrukt méér zou bedragen dan de helft der aan de organisatie door de onderneming verschuldigde contributie, in welk geval slechts een bedrag, gelijk aan de helft der aan de organisatie betaalde contributie, in mindering komt op dat bedrag der Heffing. De aftrek wordt slechts verleend indien uit de door bovenbedoelde organisaties verstrekte opgave blijkt dat de contributie over het jaar 2002 volledig is betaald.

  • 2 Onder een direct lid wordt in dit verband verstaan een lid dat volledig contributie betaalt en volledig en zonder enige beperking vanwege groepsverband of dergelijke, ten opzichte van andere of groepen van anderen een zelfstandig volwaardig stemrecht kan uitoefenen. Onder direct lid wordt niet verstaan de aangeslotene van een koepelorganisatie van welke aard dan ook.

  • 3 Andere ondernemersorganisaties kunnen ten behoeve van hun leden een verzoek bij het bestuur indienen om eveneens te worden toegelaten tot de aftrekregeling als bedoeld in het eerste lid.

  • 4 Een organisatie die verzoekt om toelating als bedoeld in lid 3 van dit artikel doet, dient:

    • a. een vereniging met volledige rechtsbevoegdheid te zijn en

    • b. krachtens haar statutaire doelstelling haar werkzaamheden kan uitstrekken tot tenminste een belangrijk gedeelte van het terrein, waarop het Productschap en/of de Commissie een taak te' vervuilen hebben en

    • c. te voldoen aan de relevante kwalitatieve representativiteitscriteria, genoemd in de Richtlijnen representativiteit organisaties van de Raad.

    • d. tot de werkingssfeer van de Commissie behorende ondernemingen, waarvan het gewogen aantal niet onbetekenend is, te hebben en

    • e. met betrekking tot de behartiging van sociaal-economische belangen van de ondernemingen een positie van enige betekenis in te nemen binnen de groep van ondernemingen die zij beoogd te organiseren, hetgeen onder meer kan blijken uit de representativiteit binnen die groep, de deelname aan arbeidsvoorwaarden overleg, het verrichten van studies of diensten die ook buiten die groep van belang worden geacht en de deelname aan regelmatig overleg met de overheid en

    • g. haar activiteiten landelijk te ontplooien al dan niet door middel van een federatie met een of meerdere gelijksoortige organisaties.

  • 5 Een onderneming die, al dan niet rechtstreeks, lid is van meerdere organisaties van ondernemingen als bedoeld in dit artikel, kan per Heffingsjaar slechts één keer een beroep doen op de kortingsregeling als bedoeld in dit artikel.

§ 3. Verzoeken om vrijstelling

Artikel 4

  • 1 Van de betaling van de Heffing, in de Verordening bedoeld, kunnen, binnen de vier weken na de inwerkingtreding van de Verordening, uitsluitend op verzoek van de betrokken Heffingsplichtige onderneming, door de Commissievoorzitter namens het Bestuur, geheel of gedeeltelijk worden vrijgesteld die onderneming of groepen van ondernemingen die objectief aantoonbaar:

    • 1. over het jaar 2002 in de uitoefening van de detailhandel niet meer dan 1000 liter sterk alcoholische dranken met een gemiddelde consumptiesterkte van 35% hebben verkocht, of

    • 2. kwijtschelding resp. vermindering verkrijgen conform de hiervoor geldende regeling van het Hoofdbedrijfschap Detailhandel voor het jaar 2003,

Het verzoek dient rechtsgeldig te zijn ondertekend en voorzien te zijn van de naam en het adres van de verzoeker. Voorts bevat het verzoek de dagtekening, de gronden en de motivatie te bevatten die aanleiding zijn voor het indienen van het verzoek. Het verzoek dient per aangetekend schrijven te worden gericht aan de Commissievoorzitter. Op het verzoek zal door de Commissievoorzitter, namens het Bestuur, binnen zes weken na ontvangst worden beslist. Deze termijn kan met vier weken worden verlengd. De verzoeker wordt alsdan hiervan schriftelijk op de hoogte gesteld.

§ 4. Opleggen en inning van de Heffingen, beslissingen op verzoekschriften en bezwaarschriften en het voeren van procedures

Artikel 5

  • 1 Werkzaamheden verbandhoudend het opleggen en de inning van de Heffing worden verricht door de Commissiesecretaris namens het Bestuur. Werkzaamheden ter zake kunnen door de Commissiesecretaris namens het Bestuur aan derde(n) ter uitvoering worden gegeven,

  • 2 Op verzoekschriften als bedoeld in artikel 4 van deze Verordening alsmede op alle overige verzoeken inzake de Heffing zal door de Commissievoorzitter namens het Bestuur (inclusief de in dat kader te stellen voorwaarden) worden beslist.

  • 3 Op bezwaarschriften naar aanleiding van beslissingen op verzoekschriften als bedoeld in artikel 5 lid 1 van deze Verordening, alsmede op alle overige bezwaarschriften naar aanleiding van de opgelegde Heffing zal door de Commissie, namens het Bestuur worden beslist.

Het bezwaarschrift dient te zijn gericht aan de Commissie en rechtsgeldig te zijn ondertekend en voorzien te zijn van de naam en het adres van de verzoeker. Voorts bevat het bezwaarschrift de dagtekening, de omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar is gericht en de gronden van het bezwaar te bevatten die aanleiding zijn voor het indienen van het bezwaar en dient per aangetekend schrijven te worden gericht aan de Commissie. Op het verzoek zal door de Commissie, namens de het Bestuur, binnen zes weken na ontvangst worden beslist. Deze termijn kan met vier weken worden verlengd. De indiener wordt alsdan hiervan schriftelijk op da hoogte gesteld.

  • 4 De Commissie voert namens het Bestuur verweer bij beroepsprocedures en treedt op als eisende dan wel als verwerende procespartij in alle voorkomende binnen- en buitengerechtelijke procedures inzake voorbereiding tot de incasso en de incasso van de Heffing.

  • 5 Voor werkzaamheden als bedoeld in artikel 5 de leden 1 t/m 4 van deze Verordening kan door de Commissie namens het Bestuur zo gewenst advies van deskundige(n) worden ingewonnen, resp. kunnen aan deskundige(n) werkzaamheden worden opgedragen.

§ 5. Slotbepalingen

Artikel 7

Deze Verordening treedt in werking op de dag na publicatie in het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Is deze dag gelegen ná 1 januari 2003, dan werkt de Verordening terug tot 1 januari 2003.

Artikel 8

Deze Verordening wordt aangehaald als Heffingsverordening Productschap Dranken / Commissie voor slijters 2003.

Den Haag, 13 november 2002

B.A.H. van Zweden

voorzitter

W. Snijder

secretaris

Goedgekeurd door de Bestuurskamer van de Sociaal-Economische Raad bij besluit van 18 december 2002.