De door een ondernemer ingevolge deze verordening verschuldigde heffingsbedragen zullen
door het productschap worden vastgesteld op basis van de door de ondernemer in het
kader van de landbouwtelling aan het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij
verstrekte gegevens.
In het geval de gegevens van de landbouwtelling, als bedoeld in het vorige lid, onjuist
of onvolledig zijn, is de in artikel 2 bedoelde ondernemer verplicht om uiterlijk 1 augustus, door middel van invulling
en ondertekening van een hem door het productschap verstrekt opgaveformulier, naar
waarheid opgave te doen van die bedrijfsgegevens waarvan de opgave in dat formulier
wordt verlangd.
De heffing die aan de ondernemer wordt opgelegd kan worden aangemerkt als voorschotbetaling.
Na afloop van het kalenderjaar vindt dan een definitieve heffingsoplegging plaats
en zo nodig verrekening tussen feitelijk verschuldigd bedrag en betaalde voorschotten.
De in het opgaveformulier te verstrekken gegevens hebben betrekking op de door de
ondernemer te verstrekken bedrijfsgegevens aangaande het aantal moederdieren nertsen
en moederdieren vossen dat op het tijdstip van de landbouwtelling op het bedrijf gehouden
is.
Iedere ondernemer is verplicht van dag tot dag een zodanige administratie te voeren,
dat de gegevens, benodigd voor de vaststelling van de heffing, te alle tijde op een
eenvoudige wijze kunnen worden gekend.
Het bestuur van het productschap is bevoegd bij uitvoeringsbesluit minimumeisen te
stellen waaraan de door de ondernemer te voeren administratie dient de voldoen.
In het geval aan een ondernemer de verplichting uit het tweede lid is opgelegd en
niet heeft voldaan aan deze op hem rustende verplichting, waaronder begrepen het verstrekken
van onvolledige en/of onjuiste gegevens, kan te zijnen aanzien de in artikel 2 omschreven heffing ambtshalve door het productschap worden vastgesteld aan de hand
van aan het productschap ten dienste staande gegevens, zo nodig door middel van een
schatting.