Circulaire bezoldiging en eindejaarsuitkering burgemeesters

Geraadpleegd op 17-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2005.
Geldend van 11-12-2002 t/m heden

Circulaire bezoldiging en eindejaarsuitkering burgemeesters

1. Structurele verhoging van de bezoldiging

Op grond van artikel 8, derde lid, van het Rechtspositiebesluit burgemeesters 1994, wordt de bezoldiging van burgemeesters herzien overeenkomstig de wijziging die de bezoldiging van het personeel in de sector Rijk ondergaat.

In de Sectorcommissie overleg rijkspersoneel is ten aanzien van het arbeidsvoorwaardenbeleid in de contractperiode 1 december 2002 tot 1 januari 2004 besloten tot een algemene salarisverhoging.

Per 1 december 2002 worden de salarissen van de ambtenaren in de sector Rijk structureel met 2,5% verhoogd.

Dit betekent dat de bezoldiging van burgemeesters eveneens met ingang van 1 december 2002 dient te worden aangepast.

In verband met de inkomenseffecten als gevolg van de overeengekomen wijzigingen in het Besluit tegemoetkoming ziektekosten rijkspersoneel (Btzr) ontvangen de ambtenaren in de sector Rijk per 1 mei 2003 een compensatie in de vorm van een structurele verhoging van de schaalbedragen met 0,25%.

Gelet hierop is met de centrales van het overheidspersoneel afgesproken om per 1 mei 2003 de salarissen te verhogen met 0,25%.

Als gevolg van deze afspraak zijn de bezoldigingsbedragen van burgemeesters per 1 mei 2003 structureel verhoogd met 0,25%.

Voor de definitieve bezoldigingsbedragen verwijs ik u naar de bijlage bij deze circulaire.

De beide structurele salarisverhogingen werken door naar reeds ingegane werkloosheidsuitkeringen.

2. Eindejaarsuitkering

Op grond van artikel 15a, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit burgemeesters 1994, heeft de burgemeester recht op een eindejaarsuitkering.

De eindejaarsuitkering is structureel vastgesteld op 0,4%. In genoemd sectoroverleg is overeengekomen de eindejaarsuitkering voor het jaar 2002 incidenteel met 0,6% te verhogen tot 1%. Daarnaast is besloten de eindejaarsuitkering 2003 incidenteel met 0,4% te verhogen tot 0,8%.

Voor burgemeesters geldt een verhoogde eindejaarsuitkering van 1,5%. Dit betekent dat voor burgemeesters in 2002 een eindejaarsuitkering geldt van 2,5% en in 2003 van 2,3%.

De verhoging van de eindejaarsuitkering werkt in verband met de terugwerkende kracht tot en met 1 januari 2002 c.q. 1 januari 2003 ook door in de berekeningsgrondslag voor werkloosheidsuitkeringen of overeenkomstige uitkeringen van burgemeesters die op of ná 2 januari 2002 c.q. 2 januari 2003 het ambt hebben beëindigd.

3. Modernisering van het Pensioenreglement van het ABP

Het pensioenreglement van het ABP wordt met ingang van 1 januari 2003 op een groot aantal punten gewijzigd. Het ABP heeft daar onder andere aandacht aan besteed in haar septembernummer van 'ABP Nieuws voor klanten van ABP'.

Eén van de belangrijkste wijzigingen is onder andere dat langer doorwerken voor het pensioen financieel aantrekkelijker wordt. De regeling geldt voor werknemers van 57 jaar en ouder.

Tevens is gekozen voor een andere financiering van het flexibel pensioen (FPU). De FPU-regeling wordt nu gedeeltelijk via een omslagstelsel gefinancierd. Het ABP wil geleidelijk een kapitaalgedekte regeling mogelijk maken die ten goede komt aan de mobiliteit.

Aan deze wijzigingen zitten voor- en nadelen. Zo wordt de salarisverhoging boven 10% voor de pensioenregeling afgetopt (was 25%). Salarisverhoging van meer dan 2% boven de algemene looninflatie van werknemers van 57 jaar of ouder leiden niet automatisch tot een evenredige verhoging van het pensioen.

Wilt u over deze aangelegenheid meer informatie hebben, dan kunt u contact opnemen met de heer N. van Es (tel. 045 - 579 5235) of de heer M. van Zanen (tel. 045 - 579 3474) van het ABP.

De

Minister

van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
voor deze,
de

directeur-generaal Openbaar Bestuur

,

L.A.M. van Halder